C: Koen Broos |
Kevin
Valgaeren is een auteur waar je ongetwijfeld al van gehoord hebt. Hij is een getalenteerd
man, die sinds 2011 tot nu vier zogenaamde Gothic Novels publiceerde. Zijn
laatste, Blackwell, werd genomineerd voor de Hercules Poirotprijs, die op 28
oktober wordt uitgereikt op de Boekenbeurs.
Pittig
detail: overdag werk Kevin in een boekhandel!
Bij deze
een verslag van een bijna twee uur durend Skypegesprek, waarin we het hadden
over allerlei fijne details en zo zelfs ontdekten dat we behoorlijk wat gemeen
hadden.
Kevin, kan je jezelf even voorstellen aan de
lezers in drie woorden?
Boeken,
introvert, humor.
De humor is
vaak politiek incorrect, sarcastisch of cynisch, maar even vaak gewoon heerlijk
onnozel. Ik ben een grote fan van de betere platvloerse mop.
Kan je hetzelfde doen over je boeken?
Thrillers,
donker, historisch
Zoals we allemaal wel weten, zijn het zeldzamen
die kunnen leven van de pen. Ik vermoed dat dit bij jou niet anders zal zijn?
Wat doe je zoal naast schrijven?
Wel, ik
werk bij een drukke boekhandel in Leuven.
Daarnaast
lees ik veel boeken en beluister ik jazzmuziek (tijdens het lezen). Ik
‘verspeel’ (letterlijk dan) veel tijd op de PlayStation. Ik verzamel vulpennen
(waar ik ook mee schrijf), ben gek op typografie, lettertypes dus. Bij de
opmaak van het binnenwerk van mijn boeken, heb ik veel zeggenschap over de fontkeuze.
Ook bij de Blackwell-cover, had ik veel in de pap te brokken. De foto heb ik
zelf uitgekozen.
Waarom heb je gekozen voor de Gothic Novel? Dit
is een zeer uitzonderlijk genre in ons land, dus ik kan me voorstellen dat het
niet evident was om je eerste boek uit te geven?
Wel, mijn
interesse rond dit tijdperk begon reeds in mijn tienerjaren. Toen ik twaalf
jaar was, had ik een leesachterstand; lezen interesseerde me ook niet echt. Tot
mijn grootmoeder me een boekje schonk van De Vijf, waarin gotische elementen
verwerkt zaten. Ik groeide op in de jaren negentig, toen gotische films ook erg
in waren. Na het zien van de film Dracula, met Gary Oldman, ben ik me beginnen
te verdiepen in de geschiedenis van Engeland.
Vanaf het
moment dat ik begon te schrijven, gebeurde de keuze om in dat genre te werken
dan ook organisch.
Hoelang heb je gewerkt aan De Ziener, je
allereerste boek?
Ik ben een man
van de details. Al bij al ben ik zo’n vijftal jaar bezig ben geweest met dit
boek. Ik begon eraan toen ik 25 jaar was en het was klaar op mijn 29ste.
De eerste versie heette eigenlijk ‘De Gewaarwording’. Het boek werd door
allerlei uitgeverijen geweigerd – terecht overigens – en daarna herschreven tot
De Ziener. Eigenlijk was De Ziener een uit de hand gelopen proloog van
Bloedlijn, mijn tweede boek. Maar die proloog ontaardde in een verhaal van dik
450 pagina’s, dus tja. Toen dit manuscript klaar was, heb ik terug de ronde der
uitgevers gedaan en ben zo bij Kramat terechtgekomen, die mijn eerste twee
boeken uitbrachten.
Waarom zat er uiteindelijk vier jaar tussen
Bloedlijn, je tweede boek en Seance, je derde?
Ik ben
altijd blijven schrijven, maar in die periode ging ik op zoek naar een andere
uitgeverij en dat vergde wat tijd. In die periode was ik bezig aan Seance, en toen
dat boek uiteindelijk verscheen bij Lannoo, lag het eigenlijk al twee jaar
klaar. Voor mij leek die periode dan ook niet zolang als het in werkelijkheid
was. Stoppen met schrijven deed ik nooit. De lezers zijn gelukkig trouw mee
gevolgd naar mijn nieuwe uitgever, wat me veel deugd doet.
Tegen de
tijd dat Seance uitkwam, was ik al aan Blackwell bezig.
Wat voor een kick gaf het je om je allereerste boek
in handen te houden?
Dat
herinner ik me nog zeer goed. De eerste keer dat ik De Ziener zag, was bij de geplande
boekvoorstelling. De uitgeefster had het allereerste exemplaar bij en gaf me
dat enige tijd voor de voorstelling begon. Ik trok me meteen terug op het
toilet en heb er een kwartier naar staan kijken, compleet overdonderd. Dat
moment vergeet ik nooit meer.
Bij de
andere boeken had ik datzelfde gevoel, maar wat ik meemaakte met De Ziener, is
niet meer te evenaren uiteraard. Je eerste boek is zeer bijzonder.
Welke van jouw boeken draagt jouw persoonlijke
voorkeur?
Blackwell
is voor mij overduidelijk het beste van wat ik al gedaan heb. Veel mensen
merken dat ik zelf ook sterk evolueer als schrijver, omdat de lat ook altijd
hoger moet liggen, zowel voor mij als naar mijn publiek toe. Naast het feit dat
dit boek naar mijn mening het beste is, is het ook mijn persoonlijke favoriet.
Als je vandaag naar een onbewoond eiland
vertrekt en je mag slechts één boek meenemen, welk zou je dan meenemen?
Goh, ik
twijfel sterk tussen David Copperfield
(Dickens) of IT (King), dus één boek
kan ik echt niet kiezen. Anne Rice's The Witching Hour vervolledigt mijn top
drie. Gezien ik deze boeken wellicht meermaals zou moeten lezen op dat eiland,
kies ik ook liefst voor heel dikke boeken om me zo langer bezig te houden.
Als je de kans krijgt om naar een luxeresort op
een eiland te mogen vertrekken voor de komende drie maanden, betaald weliswaar,
zou je daar dan je volgende boek schrijven, of zou je luilekkeren?
Lekker
niets doen hou ik exact één week vol. Als ik een week niet geschreven heb door
drukte of wat dan ook, zoals de kerstperiode, word ik lastig en begin ik te
zeuren. Je zou me dus geen plezier doen met drie maanden luilekkeren.
Zal je volgende boek ook een Gothic Novel zijn
en ben je er al aan bezig?
Jawel. De eerste
versie van het volgende boek is drie kwart klaar. Werken aan die eerste versie
duurt ook het langst. Ik hoop die in het voorjaar van 2019 klaar te hebben. Ik
schrijf al mijn boeken met de hand (vandaar ook mijn liefde voor vulpennen),
vooraleer ik ze in de computer steek. De bedoeling is dat het uitkomt in het
voorjaar van 2020.
Je schrijft al je boeken met de hand? Dat is
ongelofelijk.
Ja. Ik ben
naast een trage lezer ook een trage schrijver. Het ritme van met de hand schrijven,
komt overeen met mijn manier van schrijven en denken. Het past bij me.
Weg van de Victoriaanse tijd, indien je een
hele nieuwe reeks boeken zou schrijven, over welke historische setting zou je
dan graag nog willen schrijven?
Hedendaags,
niet historisch. Soms voel ik mij beknot door de metaforen, de details en de
associaties die gepaard gaan met het tijdperk waarin mijn boeken zich afspelen.
Ik heb wel wat ideeën en zou het ook geweldig vinden om eens een hedendaags
verhaal neer te pennen.
Hoeveel uur per week ben je bezig met je stiel?
Ik probeer
2 uur per dag te schrijven (1000 woorden) met mijn vulpen.
In al de randactiviteiten,
zoals sociale media, marketing, evenementen, signeersessies, enz., steek ik ook
behoorlijk wat tijd, maar dat lukt me nog wel. Meestal blijven de
signeersessies beperkt, waardoor het haalbaar blijft allemaal. Het liefst van
al wil ik gewoon schrijven, daar is het me om te doen.
Droom je ook wel eens luidop in je boekhandel
over je verhalen?
Toch niet.
Wanneer ik werk, kan ik mijn boeken goed loslaten. Het is vaak zo druk in de
winkel dat ik nauwelijks tijd heb om zelfs maar na te denken. Daarnaast promoot
ik nooit mijn eigen boeken bij de klanten. Mijn baan als boekhandelaar en
schrijver houd ik netjes gescheiden van elkaar, zoals het hoort.
Klassieke vraag: Zou je ooit willen stoppen met
werken om je volledig te focussen op de pen?
Ja. Het
leukste aan schrijven is het schrijven zelf, dus ik zou me zeker niet eenzaam
voelen als ik minder in contact kom met mensen. Weet je, als tiener ontdekte ik
dat iets creatiefs in me had. Ik heb dit schrijven nodig als een uitlaatklep.
Ik heb vroeger
verschillende zaken geprobeerd: theater, de lokale radio, regisseren … allemaal
creatieve dingen die wel bij me passen, maar uiteindelijk vond ik het schrijven
het interessantst omdat ik dit volledig alleen kon doen. Ik haal mijn energie
uit het intens bezig zijn met iets, maar daarom niet met mensen of in
groepsverband. Ik ben heel graag alleen, wat mijn vrouw ook prima vindt
overigens.
Soms is dat
wel moeilijk. Ik ben een avondmens, zij een ochtendmens. Soms slaapt zij al als ik nog volop aan het
schrijven ben. Wij zijn als worteltjes en erwtjes als het ware; we doen elk van
ons ook andere dingen. Zij volgt cursussen voor haar plezier en doet veel zonder
mij.
Stel dat jij de Hercule Poirotprijs niet wint,
wie mag het dan wel zijn?
Ik heb geen
enkel van de vier andere boeken gelezen, moet ik eerlijk bekennen, maar als
iemand het verdient, vind ik wel Jos Pierreux, die voor de 4de maal
genomineerd werd dit jaar.
Wat mij
betreft: Ik wil natuurlijk dat mijn boeken door zoveel mogelijk mensen gelezen
worden, en zo’n prijs helpt daarbij. Die zorgt ervoor dat het boek meer
aandacht krijgt, en als je wint brengt die een heleboel nieuwe potentiële
lezers mee zich mee. Dat is wel heel belangrijk. En ik beken eerlijk: die
gelimiteerde Mont Blanc-pen spreekt me erg aan. 😉 Dat soort van pennen zit ver boven mijn budget.
Ik stel voor dat je bij Lannoo toch eens een
ballonnetje oplaat rond die pen, Kevin. Wie is jouw grote schrijversidool?
Stephen
King, nog altijd. Ik lees nog elk boek van hem, gewoon omdat hij zo goed is en
blijft. De belangrijkste les van King die ik geleerd heb, is dat personages
belangrijker zijn dan de plot, iets wat ik zelf ook wil verwezenlijken. De man schrijft
soms tweehonderd pagina’s waarin niets gebeurd, maar toch hang je aan zijn
lippen omdat hij zo’n goede verteller is. Nog steeds schrijft hij minimaal twee
boeken per jaar.
Ann Rice,
de auteur van o.a. Interview with the vampire is ook een rolmodel. Zij heeft
mij geïnspireerd om aan De Ziener te beginnen. Ze is wat afgezwakt en heeft
haar dieptepunten gekend maar ze is nog steeds een geweldig auteur.
Dus, als je een auteur zou kunnen interviewen?
Stephen
King of Anne Rice, maar misschien toch liefst Anne Rice omdat zij zo’n
bijzondere persoonlijkheid is en wij van King al veel afweten.
Kevin, als afsluiter ga ik nog een kleine quiz
met je doen, gebaseerd op weetjes en dingen uit je persoonlijke leven of zaken
die jou ongetwijfeld interesseren.
In welke jaar kwam het boek Dracula uit?
(Zonder
enige aarzeling!): 1897
Hoeveel exemplaren liggen er van Blackwell in
jouw winkel in Leuven, en waar?
Eén in elke
etalage (we hebben er twee) – hoewel ze hem daar misschien wel kotsbeu zijn
intussen!
Hoeveel treden heeft het trapje van de winkel
waarop jouw boek gedisplayd staat?
Vier, en
het trapje staat schuin over mijn werkplek.
(Nota: speciaal voor deze vragen heb ik deze
ochtend de winkel gebeld!)
Wie was volgens jou Jack The Ripper?
Ik moet
eerlijk bekennen dat ik niet zoveel ken van The Ripper. Ik vind hem nog steeds
erg intrigerend als zaak, maar heb zelf geen theorieën. De auteur Judith
Flanders suggereert overigens dat de reden waarom The Ripper nog steeds tot de
verbeelding spreekt, is omdat moorden in die tijd haast nooit gebeurden. Vandaag
worden er veel meer moorden gepleegd.
Sherlock Holmes of Doctor Watson?
Leuke en
goeie vraag! Na veel overweging ga ik dan toch maar voor Holmes, hoewel Watson
ook wel een belangrijke plek heeft in mijn hart. Ik heb mijn personages
overigens gebaseerd op hetzelfde concept. Dawkins is mijn persona (Watson) en Blackwell
is wie ik zou kunnen zijn (Holmes).
Dankjewel
Kevin voor de zeer fijne babbel! We wensen je alvast ontzettend veel geluk met
je nominatie.
Sandra
J. Paul, in naam van Thrillerlezers
Geen opmerkingen:
Een reactie posten