Posts tonen met het label Hercule Poirot. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Hercule Poirot. Alle posts tonen

vrijdag 11 februari 2022

In gesprek met Wouter Dehairs

 


Op 18 december 2021 sleepte Wouter Dehairs met ‘Nachtstad’ de Knack Hercule Poirot Prijs in de wacht.  Je kent de auteur wellicht van zijn vorige thrillers ‘Lockdown’ en ‘De Graffitimoorden’.  Hoe heeft de auteur de erkenning voor zijn thriller ervaren en wat zijn zijn plannen voor de toekomst?  Wouter Dehairs aan het woord.

• Dag Wouter!  De allerbeste wensen van Thrillerlezers! voor 2022!  Je won de Hercule Poirotprijs.  Je kon je geen mooier jaareinde wensen, denk ik?

Het jaar is inderdaad geëindigd met een stevige knaller.

  Hoe schatte je zelf je kansen in voordat het verlossende bericht kwam dat het jouw boek was dat gewonnen had?

Met mijn derde boek had ik het gevoel een diepere ader in mijn verbeelding aangeboord te hebben. Daarom wilde ik absoluut dat het boek nog vóór de deadline van de Hercule Poirot zou verschijnen. Die deadline was eind september en het boek is verschenen op 28/9. Het was dus nog spannend ;-).

  Wat betekent het winnen van deze prijs voor jou?  Is dat voor jou een bevestiging of is het eerder een bron van extra stress naar de toekomst toe?

Een bron van extra stress is het voorlopig nog niet, maar stress komt er sowieso bij kijken. Dat komt door de manier waarop ik schrijf. Ik begin aan een verhaal zonder te weten waar het precies naartoe gaat. Dat zorgt altijd wel voor bepaalde piekmomenten qua stress, omdat ik soms echt niet weet hoe het verder moet. Maar wanneer de nacht het donkerst is, is de dageraad nabij. Hopelijk toch…

  In ‘Nachtstad’ krijgt de stad Brussel een belangrijke rol toegewezen.  Waarom Brussel en niet een andere stad?

Ik ben zelf geen Brusselaar, maar heb deze stad ontdekt als student. Ik heb er ook lang gewoond en werk er nu nog steeds. Het is gewoon een fascinerende stad. De verhalen liggen er soms voor het rapen.

  Ken je alle plekken die worden aangedaan in het boek (Lemonnier, Brewdog, …)?

Ja, door de stad stappen en de plekken bezoeken die ik zal gebruiken, is mijn favoriete vorm van research. Onderweg ligt er namelijk altijd wel een cafeetje dat ik niet ken en dringend moet leren kennen.

  Brussel wekt kleine of grote irritaties op (onveiligheid, geen parkeerplaatsen, wegenwerken, …) en tegelijkertijd zegt Brik ‘De stad, dat ben ik.’  Herken je jezelf hierin?

Nee, dat zou grootheidswaan zijn. Ik ben niet Brik. Mijn hoofdfiguur gelooft in een bepaalde opvatting van rechtvaardigheid, maar hij kan die rechtvaardigheid niet overal in de wereld afdwingen. Enkel in zijn eigen stad. Vandaar zijn uitspraak.

  ‘Een moordonderzoek begint bij de plaats delict’ wordt gezegd in het boek.  Waar begint een goed verhaal als ‘Nachtstad’?

Met een idee. Dat is de Big Bang van elk boek. Waar dat precies vandaan komt, weet ik zelf niet. Het gaat erom voortdurend attent te zijn op de dingen die je ziet/leest/meemaakt en je antennes daarop af te stemmen. Maar het is misschien wel het meest angstaanjagende onderdeel van het hele proces, omdat ik er zelf niet al te veel impact op heb. Het idee komt of het komt niet.

  Hoofdpersonages Keller Brik en Gwen Van Meer kwamen reeds voor in ‘De Graffitimoorden’.  Mis je belangrijke info indien je dit boek niet las?

Nee, niets zo vervelend als een lezer die verloren loopt in een verhaal, omdat zij/hij het vorige deel niet gelezen heeft. Lezers die ‘De Graffitimoorden’ wél gelezen hebben, zullen de personages wel zien groeien. Dat is het voordeel van het lezen van beide delen.


  Keller Brik is een privédetective.  Geen politie-inspecteur dus.  Omdat die er al genoeg zijn in thrillers?

Ja, de politiethriller is waarschijnlijk het meest beoefende subgenre binnen de spannende literatuur. De reden ligt voor de hand: enkel politiemensen hebben toegang tot plaatsen delict, getuigen etc. Voor mij is het dus een uitdaging om mijn personages op een geloofwaardige manier ook deze toegang te gunnen.

  Keller mist empathie, relaties zijn een moeilijke oefening voor hem.  Waarom koos je voor deze karaktertrek?

Geen idee. Het personage is geen volledig bewuste creatie. Terwijl ik het verhaal schreef, stelde mijn hoofdfiguur zichzelf op deze manier aan mij voor. Ik ken hem ondertussen vrij goed, maar er liggen gelukkig nog genoeg stukken van zijn persoonlijkheid in de schaduw.

• Nochtans beseft hij maar al te goed dat, als hij zichzelf wil kennen en misschien zelfs graag wil zien, de anderen daar een onmiskenbaar aandeel in hebben?  Haal je in die optiek Sartres ‘L’enfer, c’est les autres’ aan?

Ik vond het existentialisme als student een heerlijke, bevrijdende filosofie, maar ik vind het zelf wel vervelend wanneer auteurs koketteren met hun filosofische kennis. Dus laat ik bepaalde ideeën liever via een zijpoortje het verhaal insluipen.

  Gwen heeft heel veel last van schaduwen, ze vreest zichzelf te verliezen in het zwarte gat in haar hoofd.  Hoe moeilijk of gemakkelijk verliep het schrijven van deze passages?

Deze passages vormen voor mij het hart van het boek. Toen ik begon te schrijven, wist ik dat dit verhaal voor een groot stuk zou draaien rond het verleden van Gwen. In de cursieve hoofdstukken daal ik af in haar onbewuste. Dat was een opwindende schrijfervaring voor mij. Bijna uniek zelfs.

• De passage met de rafelende wollen trui is zo pakkend!  Voel je dat als schrijver ook zo aan of is dat ook voor jou even slikken?

Elk boek bestaat uit bepaalde passages die in een zekere trance geschreven worden. Helaas gebeurt dat niet met elke pagina of zelfs elk hoofdstuk, maar sommige stukken, zoals dat heet, ‘schrijven zichzelf’. Deze passage was er een van. Je zit dan, als schrijver, zo diep in het onderbewuste van je personage dat grenzen wegvallen.

• Gwen wordt geplaagd door nachtmerries.  Wat zou jouw grootste nachtmerrie kunnen zijn?


Ik ben vader van 3 kinderen. Ik denk dat je wel kan raden wat mijn antwoord is.

  Voel jij sympathie voor jouw hoofdpersonage/s?  Begrijp je hen?

Ja, ik voel sympathie, maar dat betekent niet dat ik hetzelfde zou doen in gelijkaardige situaties. Ik vind het net bevrijdend om, via mijn personages, dingen te doen die ik in het echt nooit zou durven.

  Hun cynisme, hun galgenhumor, hebben de personages dat geërfd van hun geestelijke vader?

Misschien wel een beetje, ja. Thrillers die alleen maar mistroostig zijn, vertonen vaak een gebrek aan verbeelding. Zeker in een erg donker verhaal is humor ‘the crack that lets the light in’ (Leonard Cohen).

  Jij houdt wel van krachtige uitspraken?  Enige overdrijving is jou niet vreemd? (bv.  wallen zo groot dat ze een eigen bed opeisen)

Die dingen maken deel uit van mijn stijl. Ik probeer die stijl zo specifiek mogelijk te maken, zodat lezers na een pagina al weten dat ze ‘een Dehairs’ in hun handen hebben.

  Sommige beelden zijn dan weer hilarisch.  De dalai lama op een strand!  Waar haal je het?

Geen idee. Soms lig ik zelf wel eens op een strand. Zonder de dalai lama welteverstaan.

  Het kinderwijsje ‘Hoedje van papier’ weerklinkt regelmatig.  Het zat hele dagen in mijn hoofd.  Wist je dat dit het effect zou zijn en wilde je dat ook bereiken?

Nee, ik wilde gewoon de leefwereld van een erg jong kind vatten. Dat liedje was een manier om die wereld tastbaarder te maken.

• Muziek is een leidmotief in ‘Nachtstad’.  The Beatles, The Stones, …  behoren zij tot jouw favoriete groepen?  Zij zijn toch van lang voor jouw tijd?

Ja, ik luister wel graag naar The Beatles en The Stones, maar ik zou niet zeggen dat ze mijn favoriete bands zijn. Ik ben een kind van de jaren ’90 en mijn favoriete muziek komt uit dat decennium. Ik koos bewust voor de Beatles om wat afstand tussen Brik en mijzelf te creëren.

• Op de laatste bladzijde van ‘Nachtstad’ vindt de lezer een link naar de playlist op Spotify waar de liedjes die voorbijkomen in het boek kunnen  beluisterd worden.  Krijg je daar reacties van de lezers op?  Hoe zijn die?

Dat was een idee van mijn vrouw. Ze zei dat ik die nummers in een aparte lijst achterin het boek moest opnemen, omdat de leeservaring zo een extra dimensie zou krijgen. Ze had weer maar eens gelijk. De meeste lezers reageren trouwens enthousiast op de lijst.

  Beluister jij muziek tijdens het schrijven? Tijdens het lezen?


Vaak schrijf ik een eerste versie met muziek en herschrijf ik in stilte. Lezen doe ik ofwel in stilte ofwel begeleid door muziek – maakt niet uit.

  In ‘Nachtstad’ gebeurt nogal wat.  Het grote plaatje blijft  lang onzichtbaar.  Hoe hou je je plot overzichtelijk en op de juiste koers?

Door in een constante staat van lichte paniek te verkeren en te hopen dat alles toch nog goed komt.

  Tot slot.  Ga je met het duo Keller – Gwen verder?  Komt er een vervolg op ‘Nachtstad’? 

Ik ben nog niet klaar met Brik en Gwen. En zij ook nog niet met mij.

 

Thrillerlezers! wenst jou nog veel inspiratie en interessante uren in het gezelschap van Keller en Gwen. Hopelijk zonder dat er al te veel slachtoffers vallen.  Alhoewel, een thrillerlezer smult daar dan weer van! 😊

Anita

woensdag 2 februari 2022

Nachtstad van Wouter Dehairs

 


Hoedje van papier

In december 2021 sleept Wouter Dehairs met ‘Nachtstad’ de Knack Hercule Poirot Prijs in de wacht.  Eerder schreef hij ‘Lockdown’ en ‘De graffitimoorden’.

1997.  Tijdens een spelletje verstoppertje klinkt het deuntje ‘Hoedje van papier’.  Een kind zit opgesloten in een donkere kast en wacht om gevonden te worden.  Daarna doet Gwen ‘Goudlokje’ een gruwelijke ontdekking: ze is alleen in huis met de dode lichamen van mama en papa. 

2020.  De zaken gaan niet bijster goed voor privé-detectieve Keller Brik, maar nu krijgt hij in korte tijdspanne twee verontrustende zaken op zijn bord.  De echtgenote van de Brusselse minister-president wordt vermist.  Op social media circuleert de foto van de schaars geklede en geboeide Ellen Malfroidt. Zijn assistente Gwen Van Meer eigent zich de zaak rond het geboeide meisje toe.  Niet geheel naar de zin van Brik, maar nood breekt wet: hij moet alle zeilen bijzetten in de zaak rond mevrouw Deman.

Twee verhalen ontwikkelen in eerste instantie apart van elkaar.  Ze hebben als gemene delers het privé-detectivekantoor van Keller Brik en Brussel.  Brussel zal zij aan zij met Keller en Gwen, mee de hoofdrol opeisen.

‘Nachtstad’ trekt je vanaf bladzijde 1 diep het verhaal in.  Onmiddellijk  valt de ietwat bijzondere relatie tussen Keller en Gwen op.  De conversaties zijn pittig. Het is niet het soort relatie dat je verwacht tussen werkgever en werkneemster: Gwen schoffeert; Keller is botter dan een bot mes. 

Zowel Keller als Gwen zijn getroebleerde personages die een zware rugzak torsen.  Het zijn twee sombere eenlingen die vooral náást elkaar werken.  Communicatie is moeilijk en telkens weer een hele opgave.  Naarmate het plot vordert, komen hun meest diepe angsten bloot te liggen.  De metafoor van de ontrafelende trui met betrekking tot Gwen is heel raak gekozen.  Hun pad naar verlossing verloopt moeizaam en vraagt heel veel tijd.  Ook al hebben ze een torenhoge muur tussen elkaar opgetrokken, het is de ene niet zonder de andere.  De schrijver brengt dat goed in beeld door voortdurend af te wisselen tussen de beide personages.

De sfeer is voortdurend geladen.  Knokpartijen met  Bulgaren, overvallen in Brusselse stegen, bendes die opereren vanuit de Brusselse metro en corruptie op het hoogste niveau voeden voortdurend het plot dat op geen enkel moment in een stilstaande fase belandt. 

Brussel ademt op elke bladzijde van het boek mee; de wetten van de stad zijn van invloed op de evolutie van het plot.  Keller Brik is Brussel.  Brussel is zijn habitat met al haar kuren en grillen.  Ze is zijn haven en tegelijkertijd een koele minnares. Hij is vertrouwd met haar donkerste steegjes, maar toch trapt ook hij nog in haar vallen. Tussen hun twee is het somberheid door osmose.  Toch zal het de nachtstad zijn die Brik op het juiste spoor zal brengen.

Gwen dient rekening te houden met gezelschap van een andere orde: een tastbaar beeld van lang geleden en het zwarte gat in haar hoofd brengen haar aan de rand van de afgrond.

Een kinderliedje en popmuziek die met regelmaat ‘weerklinken’ voegen toe aan de dreiging of versterken de gevoelens van de twee hoofdpersonages.  Of het nu The Beatles, The Stones of ‘Hoedje van papier’ is, de deuntjes blijven hangen. Helemaal op het einde van het boek trakteert de auteur op een link naar zijn playlist.  Een leuk toemaatje voor de liefhebbers!

Wouter Dehairs trekt vele registers open wat het taalgebruik betreft: brutale replieken, sarcasme, cynisme, galgenhumor, maar ook heel fijne metaforen, …, ‘Nachtstad’ heeft het allemaal.  Zelfs wat niet gezegd wordt, komt luid en duidelijk over.  En ondanks alle somberheid, toveren de vele fors overdreven opgeroepen beelden regelmatig een lach op je gezicht. 

‘Nachtstad’ laat zich maar moeilijk opzijleggen. Toch wel bijzonder dat een grootstad als Brussel mee de hoofdrol opeist en in het DNA van de andere hoofdrolspelers gaat zitten.  Het plot ontwikkelt zich op realistische wijze.  Het is even geduld oefenen voor het grote plaatje, maar naarmate de cursieve tussenkomsten van het ‘ik’-personage dwingender worden en de nood steeds hoger komt, vallen de puzzelstukjes op hun plaats!  De nacht mag niet winnen, niet in Briks stad.  Lees ‘Nachtstad’ en ontdek zelf hoe het afloopt!


Vijf kraaien

Anita

dinsdag 17 november 2020

Rudy Morren, winnaar Hercule Poirotprijs 2020, ondervraagd

 

In 2019 debuteerde acteur en scenarist Rudy Morren als auteur met ‘Wild vlees’.  Deze maand won hij met ‘Sneeuwspoor’ de Knack Hercule Poirotprijs.  Thrillerlezers! mocht de kersverse winnaar enkele vragen stellen.

Rudy, voor de Thrillerlezers! die je nog niet zouden kennen, wil je je even voorstellen?

Van opleiding ben ik acteur. Ik heb theater gespeeld en veel voor tv gewerkt. Sinds een tiental jaar schrijf ik ook scenario’s. En sinds ‘Wild Vlees’ dus romans.

Hartelijk gefeliciteerd met het winnen van de Knack Hercule Poirotprijs!  Kan je vertellen wat deze erkenning voor jou betekent?

Waardering. Het applaus dat je bij een toneelvoorstelling elke avond krijgt. Het geeft me ook de drive om door te gaan.

Hoe heb jij de periode na de nominatie tot de bekendmaking beleefd?

Ik had er eigenlijk totaal geen rekening mee gehouden dat ik ook nog kon winnen. De nominatie vond ik al geweldig.


Op het moment dat Michael Pas jou interviewde, leek je nog helemaal niet op de hoogte van jouw winst.  Wat ging er door jou heen?

Ongeloof. Het drong langzaam tot me door en dan kwam de euforie.

‘Sneeuwspoor’ is na ‘Wild vlees’ jouw tweede boek.  Een vrij late roeping als auteur.  Hoe komt het dat het zo lang geduurd heeft vooraleer je boeken bent beginnen te schrijven?

Acteren was mijn vak, mijn opleiding. Schrijven behoorde niet tot mijn rayon.

In Vlaanderen ben je wereldberoemd als acteur.  Je bent ook scenarioschrijver.  Is jouw rijkgevulde carrière in de toneel- en televisiewereld een troef tijdens het schrijven?

De carrière op zich maakt geen verschil. De ervaring van spelen en schrijven des  te meer.

Als acteur heb je op de scène de onmiddellijke feedback van de toeschouwer.  Als auteur is het wachten hoe je boek ontvangen wordt.  Een grote aanpassing?  Is schrijven een eenzaam beroep voor jou?

Er is het gemis van de collega’s, zondermeer. Maar de eenzaamheid is inherent verbonden aan het schrijverschap.

Concentreer je je tegenwoordig op het schrijven of blijf je ook bezig in de wereld van toneel en televisie?

Neen, ik ben nogal monomaan. Eén ding tegelijk en dat goed doen is het motto.

Je lijkt mij een bezige bij.  Hoe ziet een doorsneedag er voor jou uit?

Eigenlijk saai. In de voormiddag schrijf ik. In de namiddag bereid ik voor voor de volgende dag. En dat maandenlang. J

Waar vond je de inspiratie om ‘Sneeuwspoor’ te schrijven?


Een autotrip in de Ardennen tijdens hevige sneeuwval. Wat als ik hier een ongeluk krijg? Het was een klein baantje en niemand te bekennen.

Had je het plot al helemaal klaar in je hoofd toen je aan het boek begon?

Ja. Ik ben begonnen met het einde en heb dan de rest van het verhaal verteld.

Het plot zit ijzersterk in elkaar, maar doordat er voortdurend geschakeld wordt tussen winter 2020 en winter 2018/2019 heb je het jezelf als schrijver niet echt gemakkelijk gemaakt.  Hoe heb je dat concreet aangepakt?

Ik schreef de drie episodes apart en checkte regelmatig met wat al geschreven was.

‘Sneeuwspoor’ is dan wel een thriller, maar bulkt bovendien van de emoties.  Wat doet het verhaal met jou?

Het is een emotionele rollercoaster. Het raakt mij ook. Nog altijd.

Peter Vandervlught is het personage dat op elke bladzijde aanwezig is.  Hoe verhoud jij je tot hem?  Heeft hij jouw sympathie?

Elk personage heeft mijn sympathie. Je moet er met liefde over kunnen schrijven. Meestal handelt men uit liefde, al is dat soms eigenliefde.

Peter begaat een medische fout.  De ‘puppet master’ Richard neemt de touwtjes in handen.  Is ‘Sneeuwspoor’ ook een aanklacht tegen de gang van zaken in de medische wereld?

Het was nooit mijn bedoeling om een aanklacht te schrijven, daar zijn andere kanalen voor. Het is allemaal fictie.

Richard pepert het er voortdurend in bij Peter: procedure, procedure, procedure, … .  Hou jij graag de controle of hou je niet van vastgeroeste mechanismen en reeds ingevulde verwachtingspatronen, net als Peter?

Mijn professionele parcours is hobbelig: acteren, scenarist, auteur. Er zit nog geen roest op het mechanisme.

Op een gegeven moment wordt Peter heen en weer geslingerd tussen plicht en wraak.  Begrijp je hem?  Zonder te spoileren, welke keuze zou jij maken?

JOKER

Je draagt ‘Sneeuwspoor’ op aan Elise en Sarah.  Jouw dochters?  Schreef je met hen in jouw achterhoofd het liefdevolle verhaal over een vader en een dochter?

Niet bewust.

‘Quand on n’a que l’amour …’  Van alle verzen koos je deze om je thriller in te leiden.  Niet echt evident, een vers over liefde in een thriller, denk ik dan.  Vanwaar deze keuze?

Het is volgens mij een erg liefdevol verhaal.

Ben je een Brel-fan of gaat het hem echt om het vers?

Natuurlijk ben ik Brel-fan. Elke song van hem is een roman.

Winterreise van Franz Schubert wint aan betekenis naarmate het verhaal vordert.  Waarom koos je precies voor Schubert?  Voor dit lied?

Mateo is een jonge man, agressief, die voortdurend naar muziek luistert. Het is een verrassing wanneer blijkt dat dat klassieke liederen zijn. Het lied heeft het thema van de dood.

  Hou je van klassieke muziek?  Van Schubert?

Ik vind Schubert erg mooi maar ken te weinig van klassieke muziek.

‘Sneeuwspoor’ zit boordevol mooie associaties.  Ik denk aan de passage met de sneeuwengel (Nathalie en Matteo), de neuze-neuze, … .  Komen die beelden spontaan tijdens het schrijven of zijn dat ideetjes die je ooit eerder hebt genoteerd en nu hebt gebruikt in jouw boek?

Ik noteer nooit wat. Met je fantasie kom je al een heel eind.

Indien je ‘Sneeuwspoor’ zou moeten vatten in een paar woorden, welke woorden zou je gebruiken?

Bloedstollend, liefdevolle thriller.

‘Sneeuwspoor’ is een boek dat zich uitstekend leent tot lezen op een koude herfst- of winteravond. knus onder een dekentje met een warm drankje, ideaal!  Welk boek zou jij uitkiezen om te lezen?

Mijn debuut: ‘Wild Vlees’. Razend spannend!

Lees jij veel?  Welke auteur(s) genieten jouw voorkeur?

Minder wanneer ik in het schrijfproces zit. Ik heb geen specifieke voorkeur en laat me graag een boek aanpraten.

Vorig jaar was er ‘Wild vlees’, nu verblijd je de lezer met ‘Sneeuwspoor’.  Wat brengt de toekomst?  Ben je ondertussen al aan een nieuw boek aan het werken?  Wanneer mogen we dat boek verwachten?

Boek drie staat stevig in de steigers. Eind september 2021 ligt het in de winkelrekken.

Bedankt, Rudy Morren.

Ik veronderstel dat er nu heel wat op jou afkomt.  Met ‘Sneeuwspoor’ prijkt er op de lijst van  de Knack Hercule Poirotprijs een waardige winnaar voor 2020.  Nogmaals gefeliciteerd!  De Thrillerlezers kijken vol ongeduld uit naar jouw volgende boek.

zaterdag 30 mei 2020

Ons Boekmaske Anita heeft Patrick De Bruyn ondervraagd

Enkele weken geleden kregen we op Facebook groot nieuws te lezen: de allernieuwste misdaadroman van Patrick De Bruyn zat er aan te komen!  Mijn thrillerhart ging in overdrive, want een boek vers van de pers van één van mijn favoriete auteurs, ik moest en zou het lezen. Het feit dat Patrick om de haverklap een teaser postte, maakte van mij niet de meest geduldige persoon.  En dan eindelijk was ‘De vrouw die liefhad’ er en kon ik het boek induiken. 
Patrick De Bruyn is niet alleen een begenadigd schrijver van intelligente en spannende misdaadromans, hij is ook heel toegankelijk en open naar zijn lezers toe.  In wat volgt stelt hij zich graag aan u voor – mocht u hem nog niet kennen, maar dat lijkt me onwaarschijnlijk! - en gaat hij in op enkele vragen die verband houden met ‘De vrouw die liefhad’.

Zou je je even aan de leden van Thrillerlezers! willen voorstellen?

Ik schreef  sinds 1998 met DVDL nu mijn 13de spannende boek, over diverse thema’s en met telkens andere personages. Genomineerd voor alle thrillerprijzen in België en Nederland , ontving ik de Hercule Poirotprijs voor Dodelijk verlangen en ben hopelijk nog lang niet uitgeschreven.

Was het ten tijde van je studies psychologie reeds je ambitie om die kennis en vaardigheden te combineren met het schrijverschap?

Nee. Ik heb persoonlijk nooit het verband gezien dat lezers dan wel weer vinden.
Tijdens mijn studies schreef ik al een spannend young adult boek: Angst om de gijzelaars - toen heette dat nog gewoon jeugdboek - dat de jury van de Knokke-Heistprijs toen wel kon bekoren.
Ik herinner me dat ik toen van mijn personages vooral échte mensen wilde maken. En als je die richting studeert, dan lijkt het misschien gauw dat je met je handboeken op schoot aan het schrijven bent.

Hoe zou jij zelf jouw boeken typeren?

Het is niet aan de auteur om zichzelf onder een noemer te plaatsen, maar ik doe het met een omschrijving: in al mijn boeken probeer ik een spannend verhaal te brengen over gebeurtenissen die iedereen ook écht zou kunnen overkomen.

Wanneer je aan een nieuw boek begint te schrijven, weet je dan van bij aanvang welke richting de verhaallijn uitgaat?  Ligt het plot al onmiddellijk vast?
Nee hoor, de plot ligt helemaal niet vast. De richting waarin de verhaallijn zal gaan wel, natuurlijk. Maar ik heb die ook alleen in mijn hoofd, en ik zal die nooit op papier zetten, omdat ik daar al schrijvende toch doorheen meander.

Hoe ontstaat bij jou het idee voor een nieuw boek?  Waar haal jij doorgaans jouw inspiratie?

Daar kan ik moeilijk eenduidig op antwoorden. Doorgaans is er altijd wel iets ontiegelijk kleins de aanleiding, en dan een pak toevalligheden die voorbijkomen en die ik kan gebruiken. Ik leg het uit aan de hand van een voorbeeld over mijn boek Vermist.
Ik las toevallig - in een wachtkamer in een tijdschrift dat ik anders nóóit lees - een artikel over ‘pesten op het werk’. Dat vond ik een interessant thema. Geheel toevallig las ik in die dagen ook een artikel over werknemers in Japan die ontslagen worden en dat soms jarenlang verborgen houden voor hun familie en nog elke ochtend keurig de deur uitgaan om een hele dag… rond te hangen in de stad.
Die combinatie van iemand die wordt weggepest en daar zo beschaamd over is dat hij het niemand durft te vertellen, zag ik wel zitten. Maar hoe giet je dat in een spannend verhaal?
En toen stortte toevallig de Concorde bij Parijs neer op een hotelletje, met 113 doden tot gevolg. Tja, toen draaiden die sakkerse hersenen van mij een shift overuren en had ik ineens mijn verhaal…

Is er eerst het verhaal of het personage?
Eerst is er het thema, zoals in vorige vraag al aangehaald, dan komen de personages, dan de plot en dan pas het spannende verhaal dat alles met elkaar verbindt.
Let wel, qua personages gaat dat dan alleen over hun persoonlijkheid en hun gedragingen. Op uiterlijkheden van hoofdpersonages ga ik vrijwel nooit in. Soms wel eens op details van nevenpersonages die te kort in beeld komen om hun karakters uit te diepen.
Zo ook in DVDL zal de lezer het uiterlijk van een Alice of van Emma, of van een De Cock grotendeels zelf moeten invullen.
En als ik beschrijf hoe het jurkje van een tafelgenote bij mijn hoofdpersonage de wens opwekt om ineens liever kleurenblind door het leven te gaan, dan zegt dat veel meer over die tafelgenote dan een uitgebreide beschrijving. Toch?

Hoe ziet een schrijfdag er voor jou uit?
Dat wisselt, maar gewoonlijk zit ik een hele tijd naar mijn blanco scherm te staren.
En ik kan er gif op innemen dat net op het moment dat ik zin krijg in een koffietje, of in een wandelingetje, of ik een plaspauze wil nemen, dat het Grote Inspiratie Moment net dan komt opzetten en ik een – al zeg ik het zelf – fantastische dialoog op papier zet… terwijl ik potverdorie dringend moet… (lacht)


Alice heeft het over schrijversrituelen.  Heb jij die ook?  Wat moeten we ons daar bij voorstellen?
Ik heb die niet echt. Alice heeft die in wezen ook niet zo. Geen vast uur om aan de schrijftafel te gaan, geen verplichte 1500 woorden per dag als doel, geen thermosje met gemberthee binnen handbereik, of minstens 3 potloden die geslepen moeten worden voor ze aan het schrijven gaat.
Ik ben vooral een avond- en nachtschrijver, en ik heb wel graag een brandende kaars naast mijn scherm. In dat vlammetje kijken geeft me de nodige rust en ik mag dan altijd graag hopen dat het de inspiratie aanwakkert.

Er komen nogal wat tegeltjeswijsheden voorbij in ‘De vrouw die liefhad’.  Ben je zelf ook een verzamelaar van (mooie) uitdrukkingen?  Bewaar je ze in een apart schriftje?
Ik ben zelf nogal gevoelig voor mooie gebalde uitspraken. En ja ik heb al meer dan 40 jaar zo’n dik lijntjesschrift met een rode margelijn en  met een linnen kaft. Daarin schrijf ik inderdaad de uitspraken die ik wil onthouden of ook de thema’s of scènes op die ik interessant vind om te onthouden. En al weet ik zeker dat ik ze nooit allemaal zal kunnen gebruiken in mijn boeken, ernaar uitkijken als ik lees en ze verzamelen blijft mij altijd boeien.

Alice schrijft psychologische thrillers, net als jij.  Waarom koos je ervoor dat het hoofdpersonage in jouw nieuwste boek een schrijfster is?

Omdat Alice iemand is die lang een zeer ongelukkig leven leidde – door haar eigen toedoen, beseft ze wel – en in een parallelle wereld vlucht en het steeds moeilijker heeft om feiten van fictie te scheiden.  Schrijvers – waaronder ikzelf – zijn daar net iets gevoeliger voor, denk ik.
Ik zag Alice niet meteen als bankier of als deurwaarder door het leven gaan.

Hoe creëer je trouwens telkens jouw hoofdpersonages?  Zoek je daarvoor inspiratie onder de mensen in jouw leefwereld?
Ook hier is het antwoord genuanceerd. Ik creëer een personage altijd vanaf nul. Maar hoe verder ik ermee kom in mijn verhaal,  hoe meer trekjes erbij komen die ik misschien bij mensen in mijn omgeving heb gezien. En vaak gaan de personages ook een eigen leven leiden terwijl ze in het boek evolueren. Ze gaan aan de haal met de schrijver.
Een voorbeeld: Zo naar het eind van DVDL toe had ik het voorzien dat de ex van Alice aan de politiecommissaris de reden zou geven van hun scheiding. Maar, al speelt de ex maar een zeer kleine rol in het boek, ik kon het absoluut aan mezelf niet verkocht krijgen dat die man dat daar zomaar zou gaan vertellen aan die wildvreemde commissaris. Dus heb ik hem die commissaris een stevige veeg uit de pan laten uitdelen.
Helaas moest die arme auteur van DVDL dan ineens ook een andere manier vinden om aan de lezer uit te leggen waarom Alice en haar ex indertijd uit elkaar gingen.

Alice stelt dat het fijn, heerlijk is om het leven van een personage te leiden in plaats van dat van haarzelf.  Ben je zelf ook die mening toegedaan?

Absoluut, zeer zeker. Al zou ik niet echt willen ruilen met veel van mijn personages. Maar net als een lezer tijdens het lezen even in de huid van een personage kruipt – ondanks al diens narigheid en ellende – is het ook voor de auteur heel prettig om tijdens het schrijven de regisseur van zijn zelf gecreëerde personages te zijn.
En overigens het echte leuke aan thrillers is natuurlijk dat, zodra de lezer het boek heeft dichtgeslagen, of de auteur zijn pen heeft neergelegd, dat alle ellende op slag verdwenen is.
Al duurt het voor een schrijver soms wel even voor hij zich uit die parallelle wereld kan onttrekken.

Is ‘De vrouw die liefhad’ louter fictie of heeft dit boek zijn wortels in jouw persoonlijke leven, net zoals dat het geval is met het manuscript van Alice?
Louter fictie.
Mijn vorige 2 boeken, het tweeluik Slaapwel en Eeuwig nacht waren gebaseerd op criminaliteit die ik zelf heb ervaren.  Maar ik heb geleerd dat misdaad in het écht helemaal niet spannend is. En bovendien is erover schrijven helemaal niet louterend, maar integendeel eist het een zware tol  om je zo bloot te geven.

Alice schrijft haar thrillers onder een pseudoniem waarbij ze de namen van P D James en Dan Brown combineert.  Ben jij zelf fan van deze schrijvers?  Zo ja, zijn er bijgevolg overeenkomsten tussen jouw manier van schrijven en die van hen?
Haha! Dat is een erg fraaie manier waarop je mij die vraag stelt. Ik kan beide auteurs wel smaken, ja. Hoe ver hun genres ook uit elkaar liggen.
Maar eerlijk? Dat pseudoniem van Alice – P.D. Brown – was eerder bedoeld om met een knipoog die dekselse P. De Bruyn een Angelsaksisch aureooltje mee te geven.
Nee, niets menselijks is mij vreemd, ook ijdelheid niet.Ik ben ook maar een schrijver, nietwaar… (lacht) Zijn die niet allemaal begiftigd met een flinke portie ijdelheid?



Is dat een ‘toevalligheid’ of zijn er gelijkenissen tussen Alice en jou?  Zo ja, waar eindigt Patrick en waar begint Alice?
Oei, een scheidingslijn is er echt niet, hoor. Voor een keer moest ik voor een personage dus géén research doen. (lacht) Dus ja, ik heb wel  wat eigenaardigheden van mezelf ook op haar geprojecteerd. Laten we het maar eens  aan de lezer overlaten om uit te vissen waar PD Brown eindigt en waar PD Bruyn begint.

Heb jij favoriete schrijvers?  Wie zijn dat en wat apprecieer je vooral in hun werk?
Ik hoed mij ervoor om schrijversnamen te noemen omdat ik van iedere schrijver zowel boeken heb gelezen die mij aanspraken, dan wel niet. Maar een Hemingway, een Patricia Highsmith, een Sjowall & Wahloo of een John LeCarré hebben mij haast nooit teleurgesteld. Niet echt nieuwe namen, maar ja, de laatste 20 jaar ben ik ook meer met schrijven dan met lezen bezig geweest. (lacht)

Ik wil jou alvast bedanken voor jouw bereidwillige medewerking en ik denk dat ik in naam van Thrillerlezers! mag zeggen dat we alweer met verlangen uitkijken naar jouw volgende misdaadroman!


woensdag 22 januari 2020

Russisch voor beginners van Dominique Biebau


Titel: Russisch voor Beginners
Auteur: Dominique Biebau
Uitgeverij: Vrijdag
Publicatie: augustus 2019
Recensie door Lisa
Waardering: 4,5 kraaien

Om zijn job niet te verliezen, volgt Maarten noodgedwongen een avondcursus Russisch. Tijdens die lessen ontmoet hij het schijnbaar gelukkig getrouwde koppel Lore en Diederik. Zij volgen de cursus om hun droom waar te maken: een telegeleid bezoek aan de Kungur-grotten in Rusland. Hun leraar is de excentrieke, nationalistische Rus Pavel. Al snel snijden spanningen door de groep wanneer blijkt dat niet alleen de leraar, maar ook Maarten voor de charmes van Lore valt. Wanneer het koppel op grottenavontuur vertrekt, weten ze allemaal dat dit een fataal keerpunt in hun leven zal worden.

Dominique Biebau was voor velen – mezelf inclusief – een illustere onbekende naam in het boekenwereldje. Tot hij plots op de nominatielijst van Hercules Poirot 2019 verscheen en mensen zich afvroegen: Russisch voor beginners? Toen hij dan ook nog won, zijn velen aan de slag gegaan met dit boek, inclusief mezelf.

Ik ben met open mind begonnen aan Russisch voor Beginners, zonder de korte inhoud te lezen. Dat zorgde ervoor dat ik absoluut geen idee had waarover het verhaal ging, maar, zoals de titel al deed vermoeden, ging het uiteraard over een cursus Russisch. Als taalfanaat – Zweedse & Russische les gevolgd uit pure interesse – voelde ik meteen de sympathie voor het hoofdpersonage die gedwongen cursussen Russisch moet gaan volgen. Wanneer hij dan kennismaakt met een interessant Koppel – en uiteraard meteen vlinders in de buik voelt bij de vrouw in kwestie – voel je meteen in welke richting het verhaal gaat. Voeg daar nog grotten aan toe waar mensen regelmatig in verdwalen, en je hebt een Agatha Christie-stijl boek. Met verrassingen, maar ook een aantal voorspelbare momenten die echter de pret niet kunnen bederven. (Als je zo’n locatie gebruikt, wéét je gewoon wat er gaat gebeuren, je weet alleen nog niet met wie).

Waar het boek me meteen bij de keel greep, was de openingssequentie. Die is – zonder te spoilen – zo intens, dat je hem het hele boek door meedraagt. Russisch voor Beginners is een staaltje psychologische horror waarin dingen gebeuren waarop je hoopt dat ze nooit met jou zullen gebeuren. Dingen die allemaal een gevolg dragen en de rest van je leven zullen bepalen.

Een waardige winnaar, een sterk boek en een auteur met nog zeer veel potentieel. Lees dit boek, je zult het je niet beklagen. Genieten.

4,5 kraaien


zaterdag 9 november 2019

Getiteld Vissen praten niet van Tine Bergen

In juni 2019 bracht Tine Bergen haar boek Vissen praten niet uit. Het werd genomineerd voor de Hercule Poirotprijs (thrillerprijs van Vlaanderen). Voor ons nieuwe item Getiteld bijt Tine het aas (oh nee, spits) af.
Tien vragen rondom de titel van Vissen praten niet:


Beste Tine,

we kunnen helaas geen interview doen aan het water met een hengeltje, ook al ben ik opgegroeid als visser, dankzij mijn vader die een vijver had gevuld met duizenden karpers. Sterker nog, wij gingen als kind altijd zwemmen in die vijver met die karpers, waardoor de vissen aan onze tenen knabbelden. 

Dat terzijde zou ik graag een kort interview met jou afnemen met een aquarium op de achtergrond en wat visgeluidjes die daarbij horen. Ben je er klaar voor? ;)

Vraag 1: zalm of tonijn?
Zalm (tonijn lijkt teveel op dolfijn).

Vraag 2: als je een lijk wil laten verdwijnen, zou je dan een aquarium vullen met piranha's of met haaien? 

Piranha's natuurlijk! 

Vraag 3: wist je dat haaien eigenlijk geen menseneters zijn, maar enkel op jacht gaan naar bloedsporen in het water? Stel nu dat je in het midden van de oceaan aan het dobberen bent en je schaaft je been per ongeluk waardoor er bloed in het water druppelt. Zou je dan om jezelf te redden je partner in het water gooien?

Nee. Al denk ik wel dat mijn man me zou helpen, zodat we er gewoon allebei heelhuids uitkomen.  

Vraag 4: stel dat je een levensgrote aquarium hebt staan in je eigen huis, wat voor vissen zou je daar dan in zetten en waarom?

Zeemeerminnen :-) Allebei mijn kinderen hebben iets met zeemeerminnen. En ik wil ze zelf ook wel eens graag van dichtbij bekijken.  

Vraag 5: je hebt nu vissen gekozen voor dit boek. Welke diersoort zal er op je volgende cover prijken? 

Ondergang verschijnt volgende week en daar speelt een kat een vrij belangrijke rol in, ook op de cover.  

Vraag 6: heb je voor dit boek research gedaan over vissen en aquaria? Of heb je je verbeelding losgelaten?

Als je een bezoek aan de zoo en aan sealife als research kan zien? Ik gebruik vooral mijn verbeelding.  

Vraag 7: stel dat je een aquarium hebt met drie goudvissen en je hebt ook drie katten in huis. Hoe los je dat probleem op als die katten hongerig dag en nacht naar dat aquarium zitten te staren?

Dat probleem stelt zich niet, onze kat wordt zo overvoed dat hij de muizen ook gewoon levend binnenbrengt :-) Overvoeden dus!
Vraag 8: Heb je zelf vissenbloed? (nota: zoek maar op ;))

Nee, ik heb net heel snel koud. En ik geloof dat ik een vrij warm en zorgzaam mens ben. Dat probeer ik in elk geval te zijn.  

Vraag 9: Ken je het spreekwoord 'voor een visser zijn deur vissen?'

Vissen waar al door een expert gevist wordt gaat waarschijnlijk niet veel opleveren ... Al valt er misschien wel een en ander af te kijken van de meester ;-) 

Vraag 10: Stel dat je op een onbewoond eiland zit met slechts een hengel waarmee je jezelf kunt redden. Maar het grote probleem is: je bent bang van vissen. Hoe los je dat op om te overleven?

Ik zou krabben vangen, dat kan je ook met een hengel doen. En krab is lekkerder dan vis ;-)