zondag 3 november 2019

Kevin Valgarens column


Boeken over boeken

Copyright Koen Broos
Ik moet beginnen met een verontschuldiging. De afgelopen maanden werd mijn tijd gekaapt door het afwerken van mijn nieuwe boek dat sinds enkele weken in de winkels ligt. Het heet Engelenlust en het is een spannende roman geworden over een man met een duistere perversie. Het zware werk is achter de rug. De komende maanden zal ik met de glimlach hier en daar een publieke verschijning maken om het boek te promoten en stiekem de voorbereidingen aanvangen voor het vervolg op Blackwell. Ergo, mijn excuses voor mijn langdurige afwezigheid op deze website.
     Tot zover deze boodschap van algemeen nut.

     Ik ben een boekhandelaar en een schrijver, maar bovenal ben ik, net als u, een lezer. Eentje die niet alleen thrillers leest, maar ook literaire romans, historische verhalen, wetenschappelijke werken, geschiedkundige overzichten, verbeeldingsliteratuur, biografieën, en ga zo maar door. Als u ook zo’n omnivoor van een lezer bent, maar ook als u niet graag over het genremuurtje gluurt om te zien wat de buren zoal bekokstoven, dan nog zal u al wel gehoord hebben van het soort boek waarin het gaat over andere boeken.

     Onlangs heb ik erg veel plezier beleefd aan Lezen in tijden van Netflix. Het is een essay van Felicitas von Lovenberg dat oorspronkelijk in het Duits werd gepubliceerd met de meer aantrekkelijke titel Gebrauksanweisüng fürs Lesen. De Nederlandse vertaling verscheen eerder dit jaar bij Uitgeverij Cossee en werd door Jet Steinz voorzien van een voorwoord dat niets toevoegt aan het essay en dat u om die reden kan overslaan zonder zich schuldig te hoeven voelen. De overige honderd bladzijden zijn echter een must voor elke liefhebber van het geschreven woord.

     Het opstel bestaat uit drie hoofdstukken waarin mevrouw von Lovenberg het respectievelijk heeft over het waarom, het hoe en het wat van het lezen. Deels puurt ze uit haar ervaringen, maar waar nodig haalt ze boeiend cijfermateriaal tevoorschijn, vertelt ze een passende anekdote of citeert ze uit een academisch artikel.

     Net zoals de populariteit van het volkstheater bezweek onder de concurrentie van radio, film en televisie, zo lijkt het boek de laatste tien jaar te kreunen onder het succes van tablets, smartphones, videogames en het tanende vermogen van de mens om zich voor langere tijd ergens op te kunnen concentreren. Kijk maar naar de horrorberichten die ons attenderen op het beschamend ondermaatse leesvermogen van onze jongeren en de gestaag afnemende verkoop van boeken. (Persoonlijk stel ik mij vragen bij die alarmerende berichten: het theater bestaat nog steeds en ondanks al die nieuwe media worden er nog steeds veel films, boeken en televisieprogramma’s gemaakt, om het maar niet te hebben over het aantal radiostations waar we in deze digitale tijden toegang tot hebben. Ik heb veeleer de indruk dat al die concurrerende media ervoor gezorgd hebben dat er méér van alles ter beschikking is. En dat is toch goed, niet?) Enerzijds is de schrijfster zich er geheel van bewust dat ze preekt voor de eigen parochie en dat ze haar boodschap beter in de vorm van een vlog op YouTube had gezwierd om het juiste publiek te bereiken. Anderzijds is het heerlijk om te lezen hoe geweldig u en ik wel niet zijn en over welke meerwaarde wij als mens beschikken in vergelijking met onze arme, niet-lezende broeders en zusters. Wij lijken wel uitverkorenen! ‘Lezen vormt, vermaakt en informeert. Het maakt ons empathischer, bevordert onze evenwichtigheid, vergroot onze woordenschat en stimuleert het kritisch denken,’ schrijft von Lovenberg. Kortom, het zijn voordelen waarvoor de meest gecompliceerde gezondheidsapp de duimen moet leggen. Anders gezegd, de wereld zal een betere plek worden, moesten we vanaf morgen met z’n allen onze gelezen bladzijden beginnen te tellen in plaats van als een idioot rond de eettafel te wandelen om toch maar aan onze tienduizend stappen per dag te geraken; een resultaat dat we vervolgens trots op ons digitale profiel kunnen delen.

     Dat is natuurlijk enigszins overdreven, al is het maar omdat geestelijke gezondheid iets anders is dan fitheid, maar toch… In een maatschappij waarin iedereen middelen gebruikt om een mening op de publieke ruimte los te laten, maar slechts weinigen over de kennis beschikken om die mening op een degelijke manier te onderbouwen, is de boodschap van de schrijfster meer dan welkom.
     Von Lovenberg windt er echter geen doekjes om: lezen heeft ook ernstige bijwerkingen. Lezers mogen empathischer zijn, ze kunnen ook asociaal zijn en hebben doorgaans een chronisch gebrek aan slaap. Ze hechten meer belang aan de rangschikking van hun boekenkasten dan aan de verjaardag van hun naasten en, om terug te komen op het tekort aan nachtrust, ze houden ook vaak hun bedpartner wakker met van die felle leeslampjes die ze op de kaft van hun boek klemmen wanneer het heksenuur al enige tijd verstreken is.

     Von Lovenberg gaat zo nog even door. Ze heeft het over de voordelen van papieren boeken en de nadelen van digitaal lezen, over het leestempo (Ik ben een trage lezer — tot groot jolijt van mijn vrouw die een Russische klassieker op twee dagen soldaat kan maken — en het deed dan ook deugd dat von Lovenberg mijn tempo verkiest boven dat van mijn vrouw.) over de beste plek om te lezen — hint: het bed komt volgens de statistieken pas op de tweede plaats — en over hoe belangrijk het is om het juiste boek te kiezen voor de juiste gelegenheid.

     Ik merk dat deze column een grote reclameboodschap is geworden voor Lezen in tijden van Netflix: een beminnelijk kleinood dat u eraan zal herinneren waarom wij het zo graag doen. Lezen, bedoel ik dan. Een aanradertje, dus, al is het maar omdat een boek dat geschreven werd door iemand met een naam als Felicitas von Lovenberg simpelweg niet slecht kan zijn.

K.R. Valgaeren


Geen opmerkingen:

Een reactie posten