dinsdag 31 mei 2022

Interview van Martine Faber

 


Zou jij jezelf kunnen voorstellen aan al onze lezers?

Mijn naam is Martine Faber en ik ben 67 jaar oud. Sinds negen jaar woon ik weer in Heiloo, het mooie groene dorp waar ik opgegroeid ben. Ik heb twintig jaar als fysiotherapeut gewerkt, tot dat door een progressieve aandoening niet meer mogelijk was. Noodgedwongen moest ik kijken naar wat ik nog wel zou kunnen. Via mijn partner belandde ik in de toneelwereld, aanvankelijk als acteur en toen dat fysiek ook niet meer haalbaar was, als regisseur en schrijver. Officieel ben ik nu met pensioen, maar eigenlijk is er niets veranderd. Ik schrijf en regisseer nog steeds volop, maar dat laatste alleen nog dicht bij huis.

Werd je al vroeg in je jeugd aangetrokken door boeken, of kregen die boeken jou pas op een wat latere leeftijd in hun greep?

Omdat ik twee oudere zussen heb die ik boeken zag lezen, zeurde ik ze de oren van het hoofd om mij ook te leren lezen. Ik kon dus al een beetje lezen toen ik naar school ging. De hele familie was lid van de bibliotheek en ik herinner me dat ik als zesjarige ook al boekjes uitzocht, die ik verslond. Die liefde voor boeken is nooit weggegaan. Boeken betekenen enorm veel voor me. Nu mijn wereld door alle beperkingen steeds kleiner is geworden, zijn boeken mijn escape. Door te lezen en te schrijven kan ik rennen, fietsen, lopen, reizen en andere werelden verkennen zonder enige beperking.

De lijst is jouw debuutboek dat dit jaar is uitgebracht bij Uitgeverij Boekscout. Wat heeft je doen besluiten om juist dit boek, dat best een heftig onderwerp heeft, te schrijven en hoe verliep dat hele proces?

Ik wilde heel graag proberen een thriller te schrijven, omdat ik zelf zo van dat genre geniet. Ik begon met het bedenken van een dader en een motief voor de acties van die persoon. Ik vind het interessant om me heel erg in te leven in de personages, met name de dader en natuurlijk ook in Ralph Wenders, die leiding moet geven aan het team dat de strijd aangaat met de moordenaar. Van daaruit ben ik gaan schrijven. Ik wist op dat moment nog niet wie de slachtoffers zouden worden, maar al schrijvend kwamen de ideeën. Soms lijkt het wel of een boek zichzelf schrijft, denk ik wel eens. En op andere momenten besef ik ook wel weer dat schrijven echt een ambacht is en dat je er af en toe voor moet knokken. Ik hoop dat het me gelukt is om van de dader uiteindelijk iemand te maken die een indruk op de lezer achterlaat. 

Verwerk je jouw persoonlijke ervaringen en indrukken, of de ervaringen van je naasten, in je boeken of voor de karakters van je personages? 

In al die jaren dat ik fysiotherapeut was, heb ik een onnoemelijk aantal mensen behandeld. Tijdens die contacten kwamen er verhalen los. Al die mensen waren verschillend, qua karakter, bouw, ontwikkelingsniveau, interesses en manier van uiten. Dit heeft me een schat aan informatie opgeleverd, waaruit ik voor mijn personages kan putten. En natuurlijk neem je altijd jezelf mee in een boek. Niet bewust, maar je kan natuurlijk niet om je eigen manier van denken heen. In dit boek zit dat misschien voornamelijk in het personage van Ralph Wenders. Ik ben zelf ook een beetje een kluizenaar.

Je hebt veel details verwerkt in het verhaal van De Lijst waardoor het heel realistisch op de lezer overkomt. Hoe doe jij de research voor bijvoorbeeld verschillende locaties, bepaalde procedures of andersoortige informatie, die je in je boek hebt verwerkt?

Mijn research bestaat grotendeels uit het lezen van andere schrijvers in het genre. Daardoor heb ik het een en ander geleerd over forensische opsporing en dergelijke. En verder kan je op internet ook een heleboel informatie vinden en daar maak ik veelvuldig gebruik van. Wat betreft de locaties is het in dit boek een ander verhaal. Omdat ik niet de mogelijkheid heb om locaties lijfelijk te bezoeken en Street view en dergelijke niet altijd de gewenste informatie tonen, heb ik fictieve plaatsnamen gekozen. Die kan ik inrichten zoals ik wil en ik kan plekken die ik me herinner ergens plaatsen waar ik ze kan gebruiken. Zo beschrijf ik in ‘De Lijst’ een fietspad met aan de ene kant een weiland en aan de andere kant een volkstuinencomplex. Dat pad bestaat in de omgeving waar ik jaren geleden woonde. Alleen heb ik er nu een bos aangeplakt en heb ik aan de parkeerplaats seniorenwoningen gesitueerd, die er in werkelijkheid niet zijn. Ik put dus deels uit herinneringen en verder verzin ik locaties die ik kan gebruiken.



Je boek De lijst was een thriller. Is het volgende boek waarin je nu bezig bent ook een thriller en zijn er ook andere genres waarin je graag een boek zou willen schrijven?

Op dit moment heb ik net het uitgeefcontract getekend van een kinderboek: Luna en Tommy bij de Nullen en de Enen. Een avontuurlijk en spannend boek over twee kinderen die in de computerwereld terechtkomen en daar de nullen en de enen weer tot elkaar moeten brengen. Het zal nog even duren voor het echt verschijnt, omdat een illustrator er nog mee aan de slag moet. Verder ben ik al een heel eind gevorderd in de eerste versie van een tweede thriller.  Ik sluit niet uit dat ik ooit ook nog een roman schrijf die in de Tweede Wereldoorlog speelt. 

Je schrijft en regisseert ook veel voor toneel. Hoe gaat dat in zijn werk? Hoe ben je daar zo in verzeild geraakt? Zijn er veel verschillen tussen het schrijven van een toneelstuk en het schrijven van een boek? En heb je veel gehad aan de ervaringen die jij al had op gedaan bij het toneel toen je jouw debuutboek ging schrijven?

Door mijn partner ben ik in de toneelwereld terechtgekomen. Hij was het die tegen me zei: ‘Jij moet (toneelstukken) gaan schrijven.’ Jammer genoeg is hij overleden voordat al mijn toneelwerk uitgegeven werd, maar ik ben hem nog altijd dankbaar! Als toneelspeler en als regisseur moet je je heel goed kunnen inleven in andere personen. Of je personage nu dichtbij jezelf staat, of juist mijlenver van je af. Als fysiotherapeut moest ik dat ook en je kan dus zeggen dat ik een behoorlijke training heb gehad op dat gebied. Iets waar ik in al mijn schrijfwerk heel veel aan heb.

Het schrijven van een toneelstuk is totaal anders dan het schrijven van een boek. In een toneelstuk vertel je het hele verhaal door middel van dialogen. Je kunt niets omschrijven, de gesproken tekst moet alles duidelijk maken. Wat iemand denkt, wat er een uur eerder gebeurde of wat de plannen zijn van een personage krijg je alleen te horen als iemand die dingen uitspreekt. In een boek kan je dingen beschrijven, gevoelens weergeven die een situatie oproept, terugblikken plaatsen en ook van perspectief wisselen. Ik vind allebei even interessant, als ik eerlijk ben en ik ben van plan met beide door te gaan.

 

Wat is het mooiste compliment dat je voor je boek of voor een toneelstuk hebt mogen ontvangen?

Voor een toneelstuk is dat als de zaal ademloos zit te kijken en meegaat in de ontroering of de schoonheid van de scènes. Ik heb veel stukken geschreven én geregisseerd over de oorlog en als mensen zeggen dat ze veel herkenden is dat heel mooi om te horen. Bij mijn thriller, die verhaalt over een moeizaam onderzoek naar een seriemoordenaar, hoorde ik van meerdere mensen dat ze nieuwsgierig werden gemaakt wie erachter zat en waarom en dat ze de ontknoping zo prachtig vonden. Dat is natuurlijk heel fijn om te horen.

Als we een kijkje zouden mogen nemen in jouw boekenkast is er dan een bepaald genre wat er boven uitspringt? En zijn er auteurs die een voorbeeld voor je zijn geweest?

Ik heb een enorme boekenkast, die een hele wand in mijn woonkamer beslaat. Daar staan heel veel thrillers in, ook veel literatuur en kookboeken. Ik hou veel van Scandinavische thrillers, vooral de wat oudere die vrij rustig zijn. Thrillers met heftige achtervolgingen en spectaculaire toestanden zijn aan mij minder besteed. Grote voorbeelden voor mij zijn bijvoorbeeld Henning Mankell, Hakan Nesser en  Arnaldur Indridason. Niet dat ik mezelf aan één van deze schrijvers zou durven meten, maar het lezen van hun werk heeft me wel geïnspireerd. 


Je bent inmiddels al bezig met een nieuw boek, kan/wil je ons daar al iets meer over vertellen? 

Het heeft als werktitel ‘Het schaduwonderzoek’ en gaat over mensen die spoorloos verdwijnen en een politieonderzoek dat van binnenuit lijkt te worden gefrustreerd, waardoor Ralph Wenders en zijn team zich genoodzaakt zien in het geheim een schaduwonderzoek uit te voeren om achter de identiteit van de dader of daders te komen. Ik ben inmiddels al bijna aan de ontknoping toe, maar daarna volgt nog een periode van schrappen en herschrijven en schrappen en herschrijven en…

Geen opmerkingen:

Een reactie posten