Ik ben geen thrillerschrijver. Dat komt misschien als een verrassing. Ik schrijf misdaadboeken, dat wel, maar nog andere soorten boeken, en dus wil ik me niet exclusief parkeren in één enkel genre. Voor een schrijver is dat benauwend, en het verarmt je. Dat doe ik dus niet. Ik schrijf ook speculatieve literatuur, en ben al lang actief in het (overigens zeer uitgebreide) fantastische en in het Weird genre. Ik heb dan ook altijd etiketten proberen te vermijden, al plakken uitgevers die wel op mijn boeken. Daarom heet Het Huwelijk van Tijd en IJs dan ook ‘Thriller’, al is het eigenlijk veel meer. De vele positieve reacties prezen vooral het samengaan van avontuur, spanning en filosofie — en dat is altijd al een moeilijke evenwichtsoefening. Het gaat er om je personages voldoende diepte te geven, en clichés te vermijden.
Op die manier maak ik
mezelf moeilijk. Ik ben niet zo makkelijk te klasseren, maar modale
misdaadlezers willen nu eenmaal voorspelbare verhalen, herkenbare personages,
doorleefde situaties. Soms bied ik dat allemaal: in de Amsterdam trilogie
(waarvan het eerste boek, Absint, in 2009 de Hercule Poirot prijs
kreeg), of in de Canada-boeken (geschreven onder de schuilnaam Nellie Mandel).
Maar sinds ik bij Uitgeverij Vrijdag een onderkomen gevonden heb, kan ik daar
boeken schrijven die niet zozeer steunen op klassieke detectiveplots, dan wel
op de verkenning van wat mensen drijft (en soms uit elkaar drijft). ‘De koning
van de onconventionele plot’ schreef een journalist, waarvoor dank.
Zelf lees ik geen
thrillers of detectives. Ik ben wel een fan van de Amerikaanse auteur James Lee
Burke, speciaal van zijn New Orleans boeken. De norse detective die in een
Vlaams provinciegat misdaden oplost, kan echter niet op mijn interesse rekenen.
Ik noem geen namen. Zelden, nee eigenlijk nooit, word ik door dat soort
boeken uitgedaagd. En ik wil uitgedaagd worden, door wat ik lees, maar niet
bevestigd worden in mijn kennis of gevoelens. Dus lees ik schrijvers als M.
John Harrison, Samanta Schweblin, China Miéville of Jonathan Lethem, naast de
klassiekers zoals Vladimir Nabokov of Jorge Luis Borges. Van hen leer ik hoe
lezers uit te dagen, hoe verhalen met vele lagen te schrijven, en dat de
werkelijkheid een povere inspiratie is voor literatuur. En dan ga ik nog niet
ver genoeg, vind ik, in die uitdagingen. Dat ligt allemaal erg ver af van de
modale ‘thriller’.
Wat niet wil zeggen dat
ik het misdaadboek verwaarloos. Recent heb ik een eerste versie geschreven van
een nieuw ‘Nellie Mandel’ boek, dat zich nu ook weer in Canada afspeelt. Ik
zoek een uitgever die de drie eerdere boeken weer wil uitgeven, samen met het
nieuwe, desnoods onder mijn eigen naam. Die oude locaties en personages weer
opzoeken, dat blijkt een leuke ervaring. Ik verdrijf op die manier de verveling
en de routine, gewoon door te schrijven waar ik zin in heb.
Guido Eekhaut
Geen opmerkingen:
Een reactie posten