Naar aanleiding van het verschijnen van ‘Mazzelaar’ bij Uitgeverij Vrijdag stelde ik Benny Baudewyns enkele vragen.
Benny
stond op dat moment klaar om met de auto te vertrekken vanuit Andalousië,
Spanje, richting België. Of ik hem
enkele dagen kon geven om zijn ‘huiswerk’ te maken? Tuurlijk!
Veel geduld moest ik niet oefenen.
Vrij snel vond ik zijn reactie in mijn mailbox. En of hij zich van zijn ‘huiswerk’ heeft
gekweten! Lees hieronder wat praatvaar
Benny Baudewyns ons te vertellen heeft.
· Wie
is Benny Baudewyns? Wil je je even
voorstellen aan de bezoekers van Thrillerlezers!?
Hallo, ik ben Benny Baudewyns, mijn schrijversnaam, alsook mijn officiële. Geboren in het Brusselse op 12 januari 1958. Ook altijd gewoond in (Molenbeek) en rond Brussel (Dilbeek). Precies 20 jaar geleden kwam mijn eerste thriller op de markt: Het Zwartberg Plan. Mazzelaar, de meest recente, is mijn veertiende boek. In heel die reeks thrillers zit één buitenbeentje, een non-fictie boek over mijn belevenissen tijdens mijn carrière als begrafenisondernemer. Toepasselijke titel: De één zijn dood… Een ideetje van de uitgever, dat mijn best verkochte boek is geworden.
·
Je
bent van opleiding leraar wetenschappen – economie maar je bent/was actief als
begrafenisondernemer. Wanneer ben je
schrijver geworden en wat heeft die verandering van carrière
beïnvloed/teweeggebracht?
Ik
heb altijd een pak fantasie gehad (zonder daarom een fantast te zijn, zo’n
mensen hebben een probleem omdat ze hun fantasieën voor waarheid aannemen) en
van vrij jong wilde ik die dan ook op papier zetten. Dat waren cursiefjes,
kortverhalen, zelfs epische gedichten (verscheurd, vielen onder de noemer
jeugdzonden). Later zijn daar toneelstukken bijgekomen, die we ook met een
groepje vrienden opvoerden.
Tot
ik het toneel aan de kant schoof wegens te drukke beroepsbezigheden. Maar al
snel kwam die goesting terug om dingen op papier te zetten. En op een goeie dag
in 1998 kwam het idee om een heus boek te pennen. Omdat ik een fervent
thrillerlezer ben, was de keuze snel gemaakt. Wie beschrijft mijn verwondering
toen mijn eerste manuscript door een uitgever werd opgepikt. Alle dank aan Rudy
Van Schoonbeek, die toen veel in me zag. Later kwam daar Ronald Grossey bij, de
rechterhand van Rudy. Tot op vandaag zijn zij nog steeds mijn uitgevers, zij
het dat we samen al een reisje langs drie uitgeverijen hebben gemaakt.
· Hoe
ziet een schrijfdag er voor jou uit? Heb
je bepaalde gewoonten/rituelen die het schrijven vergemakkelijken?
· Een
boek schrijven, hoe verloopt dat doorgaans voor jou? Vertrek je vanuit een titel, een gebeurtenis
in jouw leven, in het nieuws? Wanneer
weet je dat je een idee vasthebt dat tot een boek kan uitgroeien?
· Waar haalde je je inspiratie voor Mazzelaar?
Het
beeld bleef enkele dagen zitten en breidde zich steeds verder uit. Dus was het
tijd om een schriftje uit de lade te nemen. Als titel wilde ik een vreemd
woord, iets waar mensen vreemd van zouden opkijken, in de trant van: wasda? Na
wat geblader in de dikke (van Daele) werd het mazzelaar. Wat het precies
betekende en hoe dat woord in mijn verhaal zou passen, daar zou ik later wel
een mouw aan passen.
·
Mazzelaar
leest als een knappe puzzel. Zat de plot
al helemaal klaar in je hoofd toen je het boek begon te schrijven? (kwestie dat het allemaal goed in elkaar zou
passen?)
Nee.
Ik schrijf nooit met een vooropgesteld plan. Ik heb een beginscène en daar doe
ik het mee. Heel de intrige komt erna. Het is een heel moeilijke manier om te
schrijven, maar de enige waarbij het me lukt om überhaupt een verhaal te
creëren. Daarom heb ik ook dat schriftje nodig. In een eerste deel komen de
personages en hun karaktertrekken (die ik invul nadat ik de eerste scène met
dat personage heb geschreven). Sommige trekken vul ik nadien nog aan, ook
handig is hun geboortedatum te noteren, zodat ik me daar al niet bij vergis.
Vaak gebeurt het dat in de loop van het verhaal het belang van een personage
enorm toeneemt, terwijl andere naar de achtergrond verdwijnen. Dus bij het
begin van een verhaal weet ik niet wie de hoofdpersonages zullen worden. Dat
wijst het verhaal wel uit.
In
het tweede deel van het schriftje komen de hoofdstukken met korte inhoud. Ook
hier: die korte inhoud schrijf ik neer nadat het bewuste hoofdstuk al is
geschreven. Maar dit laat me toe om naderhand snel een bepaalde passage terug
te vinden, mocht daar iets aan veranderd moeten worden (dat heb je als je
zonder plan schrijft, soms moet je terug en iets aanpassen).
·
Het
boek begint met drie mannen/vrienden.
Eén van hen is een Nederlander.
Ook de titel ‘Mazzelaar’ is een woord dat eerder door Nederlanders wordt
gebruikt, zelden door Vlamingen. Hebben
die Nederlandse elementen een betekenis?
Mijn
verhalen lopen qua setting heel breed. Ik wil niet onder mijn kerktoren blijven
schrijven (al heb ik die niet). Vaak speelt het in verschillende landen, in
verschillende talen. En dat is soms een probleem: bij een dialoog moet je heel
goed aangeven in welke taal deze verloopt, je personage moet die taal voldoende
beheersen (wat soms niet kan in het verhaal). Met Nederlanders is dat al een
probleem dat van de baan is. Een taalbarrière houdt het verhaal niet op.
Misschien
een kleine tweede reden: wie weet brengt een Nederlandse aanwezigheid in het
verhaal wel een betere verkoop in Nederland met zich mee. In mijn vorige, Het
Tati-Syndroom, was een van de hoofdpersonages een Nederlandse
politie-inspecteur.
Heeft
het gewerkt? Niet fenomenaal. Maar dat is een oud zeer: Nederlandse
thrillerschrijvers zijn weinig gekend in Vlaanderen en omgekeerd.
·
Weddenschappen,
spelletjes, puzzels, … de drie mannen verdrijven er graag hun tijd en verveling
mee. Waar kan jij verstrooiing in
vinden?
Schrijven
is de grootste verstrooiing die ik me kan inbeelden. Daar vind ik voldoening in
en een verhaal heeft me soms zo in de ban dat ik er moeilijk van loskom of zin
heb om iets anders te doen.
·
Theo
Vanlancker weet hoe hij met een zeilboot moet omgaan. Ben jij een zeiler?
·
De
dienst Burgerlijke Stand in Brussel komt er niet goed uit. Toeval en fictie of zit hier ook een verhaal
achter?
· Het
personage van Theo Vanlancker wordt goed uitgewerkt. Hoe gemakkelijk/moeilijk was het om dit
personage geloofwaardig neer te zetten? Betekent
dit dat je je hebt moeten verdiepen in de studie van psychische pathologieën,
dat je ten rade bent moeten gaan bij een psycholoog/psychiater?
Ik
heb vrij weinig tijd gestoken in research over psychische aandoeningen. Er zijn
er immers zovele en in zovele varianten dat ik eigenlijk beetje bij beetje de
verknipte psychologie van Vanlancker zelf kon opbouwen.
Wat
niet betekende dat het makkelijk was. Wel integendeel. De scènes met Theo
Vanlancker behoren tot de moeilijkste die ik ooit heb geschreven. Het grote
probleem was dat ik in zijn hoofd moest kruipen waar de vreselijke dingen die
hij doet, en de afstotelijke manier waarop hij op situaties reageert, zich
totaal anders afspelen. Zeg maar “in zijn normaal”. Daar bovenop staan die
scènes in de ik-vorm, waardoor de afstand tussen schrijver en personage nog
kleiner wordt. Het duurde telkens lange tijd voor ik aan zo’n scène kon
beginnen schrijven, mijn hoofd had tijd nodig om die omschakeling te maken. Wat
niet wegneemt dat ik er plezier heb aan beleefd. Niets zo heerlijk dan eens
lekker verkeerd te kunnen bezig zijn en daar dan nog worden voor bewonderd ook!
·
Theo
Vanlancker wordt verteerd door gevoelens van wraak. Het internet leert me dat wraak een thema is
dat dikwijls voorkomt in jouw werk. Kan
je uitleggen waarom?
Ik
denk dat meer dan 90 percent van de thrillerintriges over wraak gaan. Het is
niet zo dat ik een bijzonder wraaklustig persoon zou zijn, het is nu eenmaal
boeiender schrijven over iemand die op wraak zint, dan iemand die een misdrijf
pleegt louter uit geldgewin of doordat hij op het verkeerde moment op de
verkeerde plaats is. Bij wraak kun je een heel verhaal creëren, je geeft je
personage een hele background mee. Voor de lezer wordt het ook boeiender, want
als schrijver kun je een zekere twijfel bij hen opbouwen: tja, die figuur heeft
wel wat meegemaakt, ergens valt wel te begrijpen waarom hij zo reageert.
· Heb
je een band met de locaties die een rol spelen in het Brusselse? De garageboxen, de kranten- of buurtwinkel op
de hoek doen vermoeden dat je de omgeving kent.
Daarbij,
het hoeft niet altijd Antwerpen te zijn, niet? Een bewering die wat kort door
de bocht is, besef ik, want ik heb fijne collega’s die met veel bravoure andere
locaties gebruiken.
· De
actie verplaatst zich van het Brusselse naar Zuid-Spanje. Wou je het boek naar ‘huis’ brengen? Jij woont in Zuid-Spanje?
· Is
dat gegeven ook de link met de cover?
Zonder daar al te veel op in te gaan, de link tussen de foto op de cover
en de titel zie ik niet onmiddellijk. Of
heb ik iets gemist?
Zoals
eerder gezegd, de titel is enkel een spielerei die de aandacht moet trekken.
·
‘Mazzelaar’
staat op zichzelf als verhaal. Komt er
mogelijk een vervolg?
·
Het
boek heeft ook alles om verfilmd te worden.
Zou je dat zien zitten? Aan wie
zou je dan de rol van Theo Vanlancker toevertrouwen?
Het
is de ultieme droom van vele schrijvers om hun verhaal verfilmd te zien. Maar
ik denk dat mijn schrijfsels iets te duur zouden uitvallen wegens de vele
locaties.
Maar
ach, laat me even dromen. Wie speelt Theo Vanlancker? Laten we dan meteen voor
de crème de la crème gaan. Matthias Schoenaerts. Hij zou als geen ander die
verknipte persoonlijkheid van Vanlancker gestalte kunnen geven.
Hartelijk dank, Benny Baudewyns, voor
jouw uitgebreide en interessante antwoorden.
We blijven jou zeker volgen!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten