c Koen Broos |
Knooppunten 1
Nu mijn vakantie naar de andere
kant van de wereld deel uitmaakt van een voltooid verleden, en verworden is tot
een zoete herinnering die trouw blijft aan de werkelijkheid dankzij honderden
foto's die als referentiepunt dienen, word ik door Ilja Leonard Pfeijffer en
zijn verpletterende meesterwerk Grand
Hotel Europa in mijn rol als toerist schaamteloos in mijn hemd gezet. Wat
een boek is me dat, trouwe lezer! Mag ik u vriendelijk aansporen, mocht u het
nog niet gedaan hebben, om naar de boekhandel te rennen en een exemplaar aan te
schaffen?
Mijnheer Pfeijffer deed me over
het een en ander nadenken, en niet alleen wat mijn doorgaans voorbeeldige
gedrag als toerist aangaat, maar ook wat de vakantiegangers betreft die dezer
dagen, nu de zon wat zelfverzekerder is geworden, en velen daardoor worden
aangespoord om te gaan wandelen of om die nieuwe fiets met batterij eens
grondig uit te testen, een bezoek brengen aan onze winkel voor een interessante
route die is afgedrukt op een kaart die zo weinig mogelijk mag kosten, want
deze toeristen houden hun geldbeugel zo vaak mogelijk gesloten, en hebben geen
behoefte aan comfortabele hotels en culinaire orgieën, vermoedelijk omdat alle
spaarcenten reeds geïnvesteerd werden in die nieuwe elektrische fiets; die
blitse e-bike, zoals dat in het Nederlands heet.
Nou goed, daar heb ik als
boekhandelaar absoluut geen probleem mee, maar het valt mij wel op hoe
onvoorbereid sommige van die fietsers aan hun queeste naar een
Instagramvriendelijk einddoel beginnen.
Zo mocht ik enkele jaren geleden
een Nederlands koppel in de winkel ontvangen dat het spoor, letterlijk, totaal
bijster was. Uitgehongerd en uitgedroogd strompelden ze de winkel binnen in de
hoop dat ze bij mij de weg naar Breda konden vinden. En dat kon, want dankzij
het knooppuntennetwerk kan het kleinste kind een weg uitstippelen op basis van
nummertjes, waardoor men in principe met de vingers in de neus van Leeuwarden
naar Hoegaarden kan trappen. Het probleem is echter dat in België het
auteursrecht van die knooppunten toebehoort aan de provincies. Elke provincie
heeft dus zijn eigen kaart, of zelfs meerdere kaarten, afhankelijk van hoeveel
geld zij de fietsers afhandig willen maken. Vooral Oost- en West-Vlaanderen
zijn hier gewiekste meesters in door hun netwerk fragmentarisch uit te geven op
een twintigtal kaartjes, waar men in geen tijd is doorgefietst.
Soit, dat verdwaalde en
uitgemergelde Nederlandse paar had, volgens mijn advies — en het was goed
advies — drie kaarten nodig om van Leuven naar Breda te fietsen. Er waren toen
namelijk nog geen fietsatlassen en overzichtskaarten beschikbaar van ANWB en
Falk. Het duurde een twintigtal minuten voor ik het klaarspeelde om hen ervan
te overtuigen dat hun woonstee slechts driemaal zes euro van hen verwijderd
lag, maar een dergelijk bedrag neerleggen om komaf te maken met hun levensbedreigende
situatie was duidelijk totaal ongehoord. In de plaats daarvan zette, terwijl ik
even een andere klant bediende, het mannelijke gedeelte van het koppel zich op
de stoel achter mijn bureau, nam pen en papier, alsof hij zelf al jaren op die
plek werkte, en begon, gebruik makend van de kaarten die ik hem had
gepresenteerd, alle knooppunten tussen Leuven en Breda over te schrijven. Daar
sta je dan als provincie met je auteursrechten en als boekhandelaar met je
koopwaar. Ik maakte er bij mijnheer nog even gewag van dat hij zich in een
boekhandel bevond en niet in een openbare bibliotheek, maar dat scheen hem
worst te wezen. De nummertjes werden genoteerd, de kaartjes werden teruggelegd,
en mijn pen verdween per ongeluk in de binnenzak van zijn sportjasje en heb ik
dientengevolge nooit meer gezien. Het was een verdomd goede pen.
Soms wou ik dat ik ook zoveel lef
had, dat ik de wereld met geheven middelvinger kon bewandelen, al dan niet met
een stel knooppunten op zak.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten