Luna van Roosen komt in september met haar eerste boek.
In dit blogje vertelt zij over hoe muziek en schrijven voor haar bijelkaar komt.
Schrijven is een virus, waar geen middeltje ter wereld je van kan genezen, zelfs al zou je dat willen. (En dat wil je niet, geloof me.) Dit virus vermeerderd zich, doet je cellen barsten onder de druk van zoveel half-levenden inspiratie-eiwitten. Cel per cel koloniseren ze je lichaam en je hersenen. Niet alleen het taalgebied in de hersenen moet eraan geloven, maar alle delen, zo ook het deel dat voor je ritme en muzikale voeling zorgt. En uiteindelijk, als een verhaal je helemaal in zijn macht heeft, dan kan je aan niets anders denken. Enkele zware symptomen drukken een stempel op elke actie die je doet.
Zomaar op straat. Ik blijf staan. Staar. Denk dat het niet opvalt, maar vergis me daarin. Hallucinaties hebben me in hun greep. ‘O, wat lijkt die jongen op mijn hoofdpersonage! Zou zijn leven ook zo spannend zijn?’
Vervolgens stap ik in de auto. De radio staat aan en verschillende liedjes passeren de revue. Ik kan het niet tegenhouden, als het niezen bij de griep, nog een onoverkomelijk symptoom. Bij elk liedje denk ik hetzelfde: ‘Wat grappig, dit liedje gaat over mijn verhaal!’
Dit virus heeft me goed beet. Met zoveel verhalen in mijn hoofd, lijken de overeenkomsten niet eens zo hard uit de lucht gegrepen te zijn.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten