zondag 22 januari 2017

Pjotr over schrijven

Een boek schrijven


Een jaar of drie geleden kreeg ik een idee. Ik had ooit eens zo’n tegeltje met een boodschap erop aan de muur zien hangen, je kent ze vast wel die tegeltjeswijsheden. Ik kan me niet meer de complete tekst voor de geest halen, maar één zin herinner ik me nog wel: Later, schrijf ik een boek.
De laatste zin ken ik trouwens ook nog: Later is nu.

Dat het daarna nog jaren duurde voordat ik er echt zou beginnen, is weer een heel ander verhaal, maar die tekst is me altijd bijgebleven. Vol goede moed klom ik op een dag in de pen en begon aan mijn manuscript. Ik had geen flauw benul van waar ik mee bezig was. Misschien was dat wel beter ook, want als ik van tevoren had geweten wat ik mezelf op de hals zou halen, was ik er wellicht nooit aan begonnen.

Maar goed. Om een lang verhaal kort te maken; drie jaar later lag daar dan toch ineens mijn debuut. Masterplan. Ik heb er al veel en vaak over verteld.


Toch wil ik er nog wat over kwijt, over dat schrijven.
Ik ben er ondertussen achter gekomen dat er heel veel mensen zijn die het heel goed kunnen, en ik ontdekte dat er ongeveer net zo veel manieren zijn om het te doen.
Maar hoe doe je dat nou, een boek schrijven? Die vraag wordt best vaak aan mij gesteld. Het leek me leuk om mijn manier eens nader toe te lichten.

Gek genoeg begin ik met een proloog. Nu beginnen de meeste boeken daarmee, maar ik schrijf hem ook als eerste. Een lekker proloog is voor mij de voorbode van een goed verhaal. Ik heb er echt tientallen in mijn laptop staan. Ik gooi ze nooit weg, want het zijn feitelijk kleine boekjes in de maak. Een vette proloog bepaalt de sfeer, de feel waarin ik verder wil schrijven.
Het verhaal heb ik als een dun lijntje in mijn hoofd. Van A tot Z. Zo gaaf dan, als je eigen brein plotseling een loopje met je neemt en een plot een andere wending laat nemen. Of dat die ene personage, die eigenlijk de held had moeten zijn, ineens slecht blijkt te zijn. Dat vind ik het mooie aan schrijven; Je hebt een leeg scherm voor je neus en de woorden, de zinnen, de hoofdstukken komen er bijna als vanzelf op terecht. Ik meen het als ik zeg dat ik zelf geen flauw idee heb hoe het verhaal afloopt.

Voor mijn tweede manuscript heb ik een iets andere aanpak geprobeerd. Ik schreef iedere verhaallijn los van elkaar. Iedere personage kreeg een eigen Word-document. Ik deed dit om de ontwikkeling van mijn personage beter te kunnen volgen, maar ook om de draad niet kwijt te raken. Schrijven is eigenlijk net zoiets als puzzelen. Een enorme legpuzzel van ruim tachtigduizend stukjes. Ahhhhh ...


Ik vraag me af hoeveel aspirant schrijvers er zich eigenlijk onder jullie bevinden? Wat is jullie aanpak? Of is er iets dat je nog tegenhoudt?
Denk dan eens aan die tegel. Later is nu!



1 opmerking:

  1. Mooi geschreven. Leer via jouw schrijven mijn zoon op een heel andere manier kennen. Blij mee

    BeantwoordenVerwijderen