Met ‘Rauwkost’ is Bart Debbaut terug van even-weg-geweest. In deze culinaire thriller – het elfde boek van de auteur - krijgen John Leyssens, Mieke Van Cattendyck en hun team te maken met een moordenaar die het gemunt heeft op bekende tv-koks. Gerechten die het water in de mond doen lopen, mooie stukjes muziek en moord. Een interessante mix! Wie is Bart Debbaut en hoe kwam een en ander tot stand?
Ergens in Tienen …
•Wie is Bart Debbaut? Zou je je even willen voorstellen
aan de Thrillerlezers!?
Ik ben gehuwd
met Ann, vader van Alexia (19) en Jelena (17). Ann en ik namen ruim 10 jaar
geleden de herenkledingzaak ‘De Gouden Schaar’ in Tienen over. Daarvoor waren
we actief als bankier (Bart) en medisch secretaresse (Ann). Een onverwachte
wending dus in onze carrière. Ik speel piano, kook graag, fiets ook graag en
organiseer klassieke concerten. Als bankier schreef ik geregeld artikels en
columns. Die evolueerden langzaam maar zeker naar fictieve verhalen, tot ik in
2007 besloot om een thriller te schrijven. Een jaar later verscheen ‘Scherven’,
mijn debuutroman bij de kleine uitgeverij Kramat. Het was de start van een
reeks van 5 thrillers met John Leyssens & Mieke Van Cattendyck als
politie-inspecteurs. Na die 5 boeken besloot ik het over een andere boeg te
gooien. Ik schreef een novelle, een satirische roman en nadien nog enkele
stand-alone-thrillers. ‘De Mol’, een thrillerversie van het gelijknamige
populaire programma ‘(Wie is) De Mol’, was mijn laatste boek, drie jaar geleden.
Daarna heb ik de pen even neergelegd om me met een andere passie bezig te
houden: klassieke muziek. Ik besliste om een pianoconcerto te studeren (het 17de
van Mozart), ik heb er ruim een jaar intensief op gestudeerd en daarna
uitgevoerd met orkest. Een unieke ervaring.
• Met ‘Rauwkost’
ben je terug van even weggeweest. Voelde
je de behoefte om het schrijven even op een lager pitje te zetten?
Het schrijven van ‘De Mol’ heeft veel van me gevergd. Ook nogal wat frustraties met zich meegebracht. Hoewel ik het een eer vond om ‘De Mol’ in een thrillerversie te mogen schrijven, vergde het veel energie, geduld en toegevingen. Het was ook mijn tiende boek, en het leek meteen mijn laatste, het was een beetje ‘op’. Maar kijk, drie jaar later kreeg ik opnieuw veel ‘goesting’ om aan een nieuw boek te beginnen.
• Je bent naast
schrijver ook actief op andere fronten.
Er is ook nog jouw kledingzaak De Gouden Schaar in Tienen. Valt schrijven goed te combineren met jouw
andere beroepsbezigheden?
Wanneer slaap
jij eigenlijk, vragen mensen me weleens. Ik schrijf, speel piano, organiseer
concerten, fiets en kook. En heb een erg drukke kledingzaak. Dus ja, ik heb
best een intens leven. Maar ik zoek de drukte ook zelf op, door het allemaal te
combineren, gewoonweg omdat ik het allemaal graag doe, en ik het niet echt als
‘werken’ beschouw. Stilzitten is niet echt aan me besteed. Uiteraard is een
boek schrijven een proces dat veel energie en tijd vergt. Maar als ik aan een
nieuw boek begin, doe ik dat op een gedisciplineerde manier, door minimum 4
dagen per week telkens minstens 1000 woorden te schrijven. Zo blijf ik in het
verhaal en leer ik de personages ook beter kennen.
• Hoe kwam je op het idee om een misdaadverhaal te
situeren in het milieu van tv-koks?
Het was mijn
uitgever bij Lannoo, Johan Ghysels, die me op het idee bracht. Hij weet dat ik
graag kook en ook lid ben van mannenkookclub De Gastroseksuelen. Lannoo is bovendien
de uitgeverij van een aantal zeer bekende Vlaamse koks (Piet Huysentruyt, Peter
De Clercq, Pascale Naessens, …). Ik vond het meteen een goed idee, het leek me
ook het uitgelezen moment om mijn reeks rond Leyssens & Van Cattendyck
nieuw leven in te blazen. Tot grote vreugde van mijn fans, zo blijkt nu.
• Eerder schreef je ‘De mol’ geïnspireerd op het
gelijknamige spelprogramma. In ‘Rauwkost’
zitten nogal wat verwijzingen naar kookprogramma’s. Heb je voor dit boek kookprogramma’s
gebingewatched ?
Ik heb nogal wat kookprogramma’s bekeken, de laatste jaren, simpelweg omdat ik er graag naar kijk, me graag laat inspireren en het best leuke televisie vind. Maar voor ‘Rauwkost’ heb ik dat niet bewust meer gedaan dan anders.
• Ben je, terwijl je films of tv kijkt, tegelijkertijd op
zoek naar inspiratie voor een nieuw misdaadverhaal?
Niet echt, ik
haal mijn inspiratie een beetje overal. Door actief te zijn op zoveel domeinen
(koken, sporten, klassieke muziek, kledingzaak, …) komt die inspiratie vaak
vanzelf.
• Zijn de tv-koks in ‘Rauwkost’ geïnspireerd op koks die
recentelijk of tegenwoordig op tv te zien waren of zijn? Ik moest op een gegeven moment in het boek
zelfs denken aan ‘Loïc tussen twee vuren’ dat nu op VTM loopt. Toeval?
Laat ons het
erop houden dat ik in elk boek wel wat actualiteit verwerk. Maar heel bewust
had ik niet meteen bepaalde bekende tv-chefs voor ogen. Die interpretatie laat
ik dan ook graag over aan de fantasie van de lezer.
• Voor ‘Rauwkost’ kon je rekenen op de fantasie van je
dochter, de taalkundige vaardigheden van je vader en de culinaire input van je
goede vriend Johan Engelen. Hoe moeten
we ons die ‘samenwerking’ voorstellen?
Mijn oudste
dochter Alexia studeert Taal- en Letterkunde aan de K.U.Leuven. Ze is een echte
taalvirtuoos, schrijft mooie gedichten en teksten, maar heeft voorlopig niet de
ambitie ermee naar een uitgever te stappen. Tijdens ons wekelijks ritje
richting haar studentenkamer in Leuven, hebben we vaak over ‘Rauwkost’ gepraat.
Ik vertelde over het verhaal, zij kruidde het met haar ideeën en fantasie. Het
waren leuke momenten tussen vader en dochter, die me effectief ook geholpen
hebben om er een spannend verhaal van te maken. Mijn vader is al sinds mijn
eerste boek mijn vaste ‘corrector’. Steevast leest hij mee en corrigeert hij
taalkundige slordigheden. Hij kan het dan ook niet laten om tegelijkertijd ook
inhoudelijke voorstellen te doen, waarmee ik soms – niet altijd – rekening hou.
Ook zijn hulp is dus van onschatbare waarde. En van mijn goede vriend en ‘beste
hobbykok van Vlaanderen’ gebruikte ik een aantal van zijn zeer lekkere gerechten
om ze in mijn culinaire thriller te verwerken!
• ‘Rauwkost’ is de
zesde John Leyssens en Mieke Van Cattendyck. Hoe was het om opnieuw in het gezelschap van het
duo en hun team te verkeren?
Het was een leuk
weerzien met John Leyssens & Mieke Van Cattendyck. Ik heb mijn eerste
boeken herlezen om hen opnieuw te leren kennen, en me een beeld te vormen over
hun leven, zowel op persoonlijk vlak als beroepsmatig. Het blijven twee zeer
interessante personages om mee te werken, omdat ik hen zo goed ken en er altijd
voor zorg dat ook de mensen die hen niet zo goed kennen mijn boeken
afzonderlijk van elkaar kunnen lezen.
• Waarom heeft het zo lang geduurd voordat ze een nieuwe
zaak op hun bord kregen?
Na de eerste
vijf delen in de reeks, had ik er een beetje genoeg van. Ik wilde niet per sé
in de voetsporen van Aspe en Deflo treden die er hun hele levenswerk van
gemaakt hadden om een reeks met dezelfde personages te schrijven. Commercieel
was dat geen verstandige zet van mij, want mijn fans hadden niet liever dan een
nieuw deel in de reeks. Maar ik wilde wat anders doen, en dat heb ik ook
gedaan. Maar nu – in dit nieuwe boek –
vond ik het moment rijp om hen – euh – opnieuw uit de koelkast te halen J. Tot grote vreugde van mijn fans, zo blijkt.
• In hoeverre lijk jij op John Leyssens of zijn er totaal
geen gelijkenissen tussen jullie?
John Leyssens
kan nogal nors zijn, iets wat mij minder overkomt, denk ik. Zijn cynische
trekjes vind ik wel leuk, ze zijn me soms op het lijf geschreven. Ik kan hem
ook laten zeggen wat ik denk maar daarom niet altijd zeg. Maar eigenlijk zijn
de gelijkenissen tussen hem en mij heel erg beperkt.
• Leyssens is een
heel menselijke rechercheur. ‘Kleine
gelukjes hebben zijn aandacht’. Wat zijn
jouw kleine gelukjes?
Kleine gelukjes
zijn zo ontzettend belangrijk. Ik denk niet dat er een dag voorbijgaat zonder
dat ik – als ik ’s morgens in de badkamer kom – het veluxraam openzet en naar
de tuin kijk. Zeker als ik de dag ervoor in de tuin heb gewerkt, kan ik
ontzettend genieten van het resultaat. Maar ook van mooie woordspelingen,
wolkenpartijen of fietsroutes kan ik heel erg blij worden. En onlangs had ik
een gouden lijntje op mijn chocotoff-wikkel. Ik heb hem meteen opgestuurd naar
het bedrijf, maar wacht nog altijd op mijn verrassing.
• Je speelt met
taal. Het lijkt je zó makkelijk af te
gaan. In ‘Rauwkost’ zit je overduidelijk
met je oren en ogen middenin het verhaal.
Zit je tijdens het schrijven ook daadwerkelijk in de door jou gecreëerde
wereld?
Ik schrijf
altijd met mijn hoofdtelefoon op en luister dan steevast naar klassieke muziek.
Het brengt me in een soort alfastaat die zorgt voor een opperste concentratie,
waardoor ik me echt in het verhaal kan verdiepen. Ik sta daardoor ook effectief
in de actie, ik kan me dan heel makkelijk inleven in het doen en laten van de
personages. Leuk detail: ik ken enkel het begin van mijn boek. Terwijl ik
schrijf groeit mijn verhaal dus uit tot een spannende thriller, vaak tot mijn
eigen verbazing.
• Het spel met woorden, de keukengerelateerde metaforen,
hoe lang deed je over de voorbereiding van ‘Rauwkost’? Of is dat allemaal parate kennis?
Niet alles is
parate kennis. Ik schrijf vaak al ‘googelend’, waarbij ik plots aan iets denk
en dat meteen ga opzoeken. Doordat ik mijn verhaal als schrijvend moet
boetseren, is het opzoekwerk voor mij erg belangrijk. Net door zo te werken,
bots ik zelf op leuke weetjes die ik dan in het boek kan verwerken.
• Sommige zinnen en
citaten blijven hangen. De evidentie
zelf en zo mooi!
‘Heerlijk moet het zijn om vogel te zijn, dacht hij. Die voelt de dag al aanbreken als het nog
donker is.’ p. 63
Eigen wijsheden?
Heb je al eens
in open lucht geslapen? Of gewoon, met het raam van je slaapkamer wagenwijd
open? Dan word je rond half vijf al wakker door het gefluit van de vogels die
voelen dat er een nieuw dag aanbreekt. Ontzettend blij word ik daar van. Wij
maken ons vaak zorgen om kleine dingen, maar vogels kunnen onbezorgd hun
prachtige lied met iedereen delen die het horen wil.
• Lekker eten en
drinken, ‘Rauwkost’ doet het water in de mond lopen. De Odisseia Branco Reserva uit de Portugese
Dourovallei wordt met gepaste égards voorgesteld. Ben je een wijnkenner?
Haha,
integendeel zelfs. Ik drink weinig of geen alcohol. Dus voor dit soort weetjes
heb ik me goed laten informeren.
• Signatuurgerechten. In ‘Rauwkost’ staan ze voor ‘lugubere’
gastronomie. Hou jij van lekker eten en
moet het dan iets speciaals zijn of geniet je evenveel van gewone kost?
Tijdens de week
kookt mijn vrouw altijd. Maar in het weekend, op feestdagen, of als we mensen
uitnodigen, ben ik altijd kok van dienst. En ik daag mezelf dan altijd uit door
gerechten te maken die ik nooit eerder maakte. Lekker spannend, toch?
• Wout Dumoulin en
Vincent Lambrecht zijn niet meteen de meest sympathieke koks. Ooit een nare ervaring gehad met een chef ?
Nee, eigenlijk
niet. Ik heb wel tv-programma’s gezien met chef-koks waarvoor ik nooit zo
willen werken: ze zijn onbeschoft, ruw en brutaal, hebben geen respect voor hun
medewerkers. Maar de koks die ik persoonlijk ken, lijken me stuk voor stuk
aardige mensen hoor.
• Jouw personages zitten nooit om een reactie of een
antwoord verlegen. Een kwaliteit die hun
geestelijke vader ook bezit?
Ik denk dat ik
daar schuldig pleit. Ik ben ad rem en snel in mijn reacties. Niet altijd tot
grote vreugde van mijn gesprekspartners J.
• Hun conversaties
zijn pittig en echt.
De dialogen
tussen de speurders zijn inderdaad vaak spitant en op het scherp van de snee.
Ik hou er gewoon van om hen elkaar voortdurend te jennen en uit te dagen. Het
is iets wat ik zelf ook graag doe in mijn professionele leven. Het houdt ons
alert en scherp, zeer goed voor de productiviteit.
• Het verhaal in
‘Rauwkost’ is voortdurend in beweging. Jij
houdt blijkbaar niet van stilstaande fases.
Is dat iets wat jou doet afknappen op een boek?
Ja, absoluut. Ik
vind dat nogal wat schrijvers zich bezondigen aan ‘bladvulling’. Het vertraagt
het verhaal en zorgt voor vermoeide ogen bij de lezer. Ik wil graag de vaart in
mijn verhaal houden. Dat zorgt voor reacties die ik elke keer weet opnieuw
krijg: ‘ik kon niet stoppen met lezen’, ‘je schrijft zo filmisch’, ‘ik heb het
in één ruk uitgelezen’, …
• Hou jij nog tijd over om te lezen? Welk boek is jouw absolute favoriet?
Ik lees
natuurlijk ook nog, maar minder fictie dan je zou denken. Ik heb onlangs een
fantastisch boek gelezen over de zwarte pest in Vlaanderen (1349 van Joren
Vermeersch), en las ook de biografieën van Mozart, Beethoven en Schubert.
• En die
roddelblaadjes waarvan sprake in het boek, lees jij die zelf ook? Is het toeval dat Mieke die leest en niet
John? Een clichéetje?
Ai, betrapt op
een cliché. Ik lees geen roddelblaadjes, enkel kranten.
• Met de flirtende
onderzoeksrechter doorbreek je wel een stereotiep beeld. Wel zo leuk!
Hoe kwam je op dit idee?
Dat weet ik
eigenlijk niet. Ik vond het gewoon een goed idee om een minder voor de hand
liggende situatie uit te werken. Een onderzoeksrechter die haar inspecteur
probeert binnen te doen. Hoe onwerkelijk. Maar tegelijk ook best menselijk. En
vooral onmogelijk. Net die tegenstrijdige elementen zorgen voor een
interessante zijlijn in het boek.
• Hoewel ‘Rauwkost’
een misdaadverhaal is, zit er heel veel humor in. Is dat de humor van Bart Debbaut?
Het is niet echt
‘mijn’ humor, maar ik vind het wel ontzettend belangrijk dat ik er humor in
verwerk. Humor is toch overal ‘vanzelfsprekend’. Wie op zijn werk niet met
humor wordt geconfronteerd, moet dringend op zoek naar een nieuwe job.
• Hoe belangrijk is
humor voor jou?
Zeer belangrijk.
Humor is het belangrijkste medicijn.
• Een beeld van Patrick Van Craenenbroeck, een motet van
Bach, … Schoonheid in een verhaal over
wraak en moord. Je houdt duidelijk van
mooie dingen. Hoe belangrijk is
schoonheid voor jou?
Ik hou van kunst
en van muziek. Ik vind het heel erg dat de scholen alsmaar minder aandacht aan
kunst en muziek besteden. Volgens mij zij
creativiteit en assertiviteit de allerbelangrijkste troeven voor een
succesvolle loopbaan. Ik kan me een leven zonder kunst en muziek maar moeilijk
voorstellen.
• Je bent van alle
muziekmarkten thuis: Bowie, Rachmaninov, Bach, God ’s a DJ, … Jij speelt ook piano? Zijn dit jouw muzikale voorkeuren?
Ik luister graag
en veel naar muziek. Vaak is dat klassieke muziek, maar ook pop- en rock
luister is graag. Zelf speel ik ook piano. Enfin, ik heb tot mijn 18de
piano gestudeerd. Pas 30 jaar later besliste ik om het quasi onmogelijke te
doen: een pianoconcerto van Mozart spelen met orkest, zonder enige ervaring en
zonder ook aan een conservatorium te hebben gestudeerd. Binnen de klassieke
muziek zijn de renaissance en de barok voor mijn schitterende periodes, en
natuurlijk hou ik veel van Mozart.
• Netflix,
bingewatchen, Spotify, … komen ook in ‘Rauwkost’ aan bod. Jij houdt graag gelijke tred met de moderne
media, zo blijkt. Ben jij zelf een
bingewatcher? Welke (soort) serie houdt
jou aan je zetel gekluisterd?
Ann en ik kijken regelmatig naar een reeks op Netflix. We keken ‘Unorthodox’, ‘The Crown’, en momenteel ‘Anne with an E’ Op Spotify luister ik momenteel naar de zeer interessante en boeiende podcast over Beethoven van Jan Caeyers.
• Ik las naast je
interesse voor kookprogramma’s ook verwijzingen naar voetbal, wielrennen,
… Mogen we verwachten dat je voor een
volgend boek daar inspiratie gaat zoeken?
Ben je al met een volgend boek bezig?
En kan/mag je daar al iets over kwijt?
Ik fiets graag
en kijk ook graag naar sport. Maar mijn volgende boek zal niet die richting
uitgaan, denk ik. Ik heb wel een idee, maar wil het nog laten rijpen. Afpraak
volgend voorjaar J Dat
staat onmiddellijk genoteerd!
Dank je wel, Bart, dat je tijd wou maken voor
Thrillerlezers!.
Heel graag
gedaan!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten