Posts tonen met het label lezing. Alle posts tonen
Posts tonen met het label lezing. Alle posts tonen

zondag 19 juni 2016

Simon de Waal bij Bol.com

Woensdag 15 juni 2016

Het is het eind van de middag als ik aankom bij het hoofdkantoor van bol.com in Utrecht. Helemaal klaar en enthousiast voor de bijeenkomst met Simon de Waal.
Uiteraard kom ik beneden al een paar bekenden tegen, het boekenblogwereldje is klein.

Boven worden we enthousiast begroet door Simon de Waal, we krijgen allemaal een hand en ik heb even het idee dat hij mij herkent, maar dat zal wel niet, het is ruim een jaar geleden dat ik hem ontmoet heb...
We zoeken allemaal een mooi plekje en ondertussen kletst Simon al wat af. Wat kan die man kletsen zeg! Tussendoor heet Janneke Siebelink ons welkom en eigenlijk is het dan al een soort van begonnen. Een duidelijk begin is er niet, ook omdat Simon al zo lekker aan het kletsen is.

Simon bekent dat hij blij is dat we er zijn. Hij is toch altijd een beetje bang dat er niemand komt opdagen. Hij heeft het ook wel eens meegemaakt dat er inderdaad maar 1 iemand kwam.
En pas bij de AKO op Utrecht CS zijn er in een uur maar 10 mensen langs geweest. Moeizame dagen zijn dat dan. Maar wij zijn gelukkig met meer en enthousiast.

De meest bijzondere reactie die hij ooit op een boek kreeg was een mail van een mevrouw naar aanleiding van zijn boek Pentito. In het boek kwam iets voor dat haar zeer raakte en dat haar heeft geholpen met het verwerken van nare dingen. Dat is mooi.

Over Vector
Vector heeft echt bestaan. Tijdens de Koude Oorlog werden daar pest pokken tyfus (heerlijk om even zo te mogen schelden, aldus Simon) opgeslagen. Als biologische wapens. Net als het Marburgvirus (het vreselijke broertje van ebola) dat een rol speelt in dit boek. 
De gebeurtenissen in de proloog hebben ook echt plaatsgevonden. Ook nu bestaat Vector nog steeds, al wordt het nu gebruikt voor vredelievende doelen (zegt men...).
Een jaar of 10 geleden las hij een artikel over de "gestolen" virussen. Toen had hij al het idee het ooit voor een boek te gaan gebruiken.

Hij heeft inmiddels een grote stapel boekjes waarin hij alles opschrijft wat hem interessant of belangrijk lijkt voor een boek. Ook dit artikel over Vector stond in 1 van die boekjes.

Hoe is het om gevraagd te worden om het geschenkboekje te schrijven?
Hij moest eerst flink van de schrik bekomen toen hij gevraagd werd. Het is toch een hele grote eer om gevraagd te worden.
Hij hoorde het in zijn favoriete eetcafé in Amsterdam Oost (dat ook een rolletje speelt in het boek). Hij was daar heen gelokt. Als de directeur van het CPNB binnenkomt denkt hij nog heel naïef: "hee, dat is toevallig."
Totdat de directeur op een stoel klimt en hem vraagt het CPNB de grote eer te doen het geschenkboekje te schrijven.

Je krijgt ongeveer een half jaar de tijd om het boekje te schrijven. Hij heeft eerst 4 maanden lopen broeden op het idee, om het vervolgens in 3 weken te schrijven.
De beperking van het maximaal aantal bladzijden was geen probleem. Hij heeft veel ervaring in het schrijven van scenario's en daar zit ook beperking aan. De gouden regel bij scenario's is dat 1 minuut op film, is 1 bladzijde voor het scenario.

Over het beginnen als schrijver
Hij werd door Ben Verbong gevraagd om de politiescenes van een scenario te controleren of het overeen kwam met de werkelijkheid. Dat waren afgekeurde scripts van Derrick. Die waren voor Duitsland te controversieel, maar in Nederland kan en mag meer, dus prima geschikt voor een serie hier.
Verbong zei daarna dat hij absoluut verder moest met schrijven. Hij gaf hem een stapel boeken en een stapel films die hij moest lezen/bekijken. Om de scenes te ontleden, de opbouw van het verhaal te ontdekken. Dat heeft hem veel geholpen en geeft hij beginnende schrijvers ook als tip mee. Eén van de films die je dan absoluut moet kijken is Casablanca.
Toen hij scenario's schreef is hij benaderd door een uitgever, want: een goede scenarioschrijver kan ook een goed boek schrijven (andersom is minder vanzelfsprekend).

Over de politie
Hij is 1979 bij de politie begonnen. En sinds 1986 werkt hij bij de recerche van de binnenstad van Amsterdam. Dat werk doet hij nog steeds.
Mensen helpen en boeven vangen waren zijn redenen om bij de politie te gaan.
Janneke bekent dat ze vroeger privé-detective wilde worden, dat leek haar spannend.

In zijn boeken en scenario's zul je nooit iets vinden dat hij zelf bij de politie heeft meegemaakt. Het lijkt hem vreselijk als een slachtoffer of nabestaande zich in het verhaal herkent. Ook zal hij geen erge dingen met kinderen laten gebeuren. Dat is te erg. En goedkoop sentiment.
Het schrijven werkt wel als een soort verwerking van alles wat hij meemaakt. De werkelijkheid kun je niet naar je hand zetten, in boeken kun je dat wel. In het verhaal ben je de God van je eigen universum.

De geloofwaardigheid in thrillers vindt hij niet het belangrijkste, voor hem is het veel belangrijker of hij wordt vermaakt.
Hij heeft geen voorkeur voor het schrijven van een boek of een script, juist de afwisseling maakt het leuk.

Dan is het tijd om een stukje voor te lezen uit Vector.
Hij kiest voor een deel in het aquarium van Artis. Fijn...heb ik weer, met mijn fobie voor vissen...

Bij een interview met John van de Heuvel in een boekhandel was een meneer aanwezig die in de Koude Oorlog als uitwisseling in Vector geweest is. Hij had ook foto's uit die tijd bij zich. Dat vond Simon heel bijzonder, want op internet waren er eigenlijk geen foto's te vinden. Op de vraag of de beschrijvingen in het boek een beetje met werkelijkheid overeenkwam antwoordde de man dat alles klopt, alsof Simon er geweest was.
Ondanks zijn werk als rechercheur zware criminaliteit is de wereld in de basis nog steeds goed.

Baantjer
Met Appie baantjer schreef hij de hoofdstukken om en om. Hij paste zijn schrijfstijl wel aan aan die van Baantjer. Na de dood van Baantjer is hij langzaam meer naar zijn eigen stijl gegaan.
Voor nu is hij even gestopt met de De Waal & Baantjer-boeken. Er zitten andere verhalen in zijn hoofd. Zo verschijnt volgende maand zijn boek Nemesis. En is hij bezig met een filmscript dat hij ook zelf wil gaan regisseren.
En dan is het al half 7. Terwijl de avond gepland was tot 7 uur. En dan moeten we nog even wat eten en de Masterclass volgen.
De Masterclass was interessant, met veel bruikbare tips. Ik heb beloofd er niks van te verklappen, dus dat doe ik dan ook niet.

Het was een gezellige, leuke en inspirerende avond. Als je de kans krijgt om Simon de Waal ergens te zien spreken zou ik zeggen: GAAN! Je krijgt er geen spijt van.


vrijdag 25 maart 2016

Ink ontmoet haar idool

Zaterdagochtend 19 maart...ietwat nerveus pak ik de cameratas in. Meestal te veel gesleep om hem mee te nemen naar boekendingen, maar ik wil vandaag wat mooie pica's schieten.
De vrouw die ik ga zien, heeft mij geraakt met haar boeken en interviews die ik las.
Maar daarnaast vind ik haar verdomd aantrekkelijk. Dat lachje en dat accent... damn..
Iedereen die mij enigszins kent weet dat ik overal wel klets en het mij niet uitmaakt wie het is. Had ik vroeger al: of het nu de directeur van de Raad Voor De Kinderbescherming was of de werkster, met iedereen dronk ik een bakkie en kletste over welk onderwerp dan ook.
Maar nu...deze dag? Ik stel mij er maar op in dat ik geen woord ga zeggen tegen de vrouw die ik die middag ga zien.
Wat vriendinnen porden dat ze 's avonds wel een nieuwe profielfoto verwachtten... Ja daaaaag. Ga ik echt niet vragen.


Lekker op tijd arriveren Juul en ik bij Paagman. He een van de eersten? Front row maar dan. Front row kon niet meer front zijn. Een stap verder en ik stond naast de lessenaar.
Yfke kwam tussen ons in ter bescherming dat Juul straks tegen me aan kletst terwijl Griet voorleest. Soms moet je veiligheid inbouwen.
En daar staat ze links opeens en wordt ze aangekondigd.
Ze besluit al snel lekker los op het podium te staan en niks achter de lessenaar. Ja hoor, kom maar nog dichterbij. Oh men...
Spontaan vrolijk, enthousiast en grappig vertelt ze over het ontstaan op latere leeftijd van het schrijven van boeken. Ze durfde gewoon niet eerder. Onzeker. Vertelt over haar jeugd heel open. Met een verhaal waar ik wel van schrik. En wat een wonder dat deze vrouw zich ontwikkelt heeft tot de persoon die ze nu is. 

Ze staat daar als schrijfster een hele zaal in te pakken met haar inspirerende woorden. Schaam u niet, doe wat u graag wilt: de uitkomst zal niet altijd precies zijn wat je verwacht. Stop met schamen. Stop met de dingen niet durven aangaan. Ze vertelt haar tapijtverhaal: mensen gaan het vaak niet aan. Stoppen alles onder het tapijt en stampen er het liefst op. Ga het juist aan en pas daarna kan je vrij leven.
Op haar 38e stuurde ze naar twee uitgevers haar manuscript. De eerste mailde 's avonds al dat ze na 100 pagina's gelezen te hebben het graag wilden uitbrengen. Nummer twee mailde de volgende dag: snapten dat waarschijnlijk meerdere uitgeverijen enthousiast zouden reageren maar dat ze er voor wilde vechten.
Zo vochten ipv twee mannen twee uitgeverijen om haar.


Ze vertelt een leuke anekdote over het gebruik van biografische elementen. Bij positieve stukken herkent iedereen zich daarin. Haar exen dachten allen dat zij de Oscar uit het boek waren. Toen ze voor een verhaal voor een literair tijdschrift, wat toch amper gelezen wordt, een verhaal schreef met een ex met al zijn slechte dingen en iedereen om haar riep dat is die en die, kwam de ex naar haar toe dat hij de persoon in het verhaal een enorme kwal vond! Hij had zich zelf niet herkend dus!
Ze leest een groot deel van het eerste verhaal uit Gij nu voor. Niks saai voorlezen maar smakelijk. Met enthousiasme maakt ze de zaal aan het lachen.
Helaas veel te snel voorbij begint het signeren. Ik kwebbel inmiddels weer stoer een slag in de rondte en Yfke is zo slim vast in de rij te gaan staan. Langzaam naderen we het signeertafeltje. Oef...ik spreek mezelf van binnen toe dat ik toch niet zo'n ei ben dat ik alleen mijn boekje ga neerleggen... Altijd stoer doen en dan nu dodelijk verlegen zijn? Kom op grote kneus!

Ik durf niet, ik durf niet, ik durf niet...

Slik


Hoiiiiiii


Ah jij zat vooraan...


En ja hoor da Inkel praat...wat een lief vriendelijk mens is het!

Wat niet hielp om de hele zaterdagavond niet aan haar te denken. Zoals een vrouw achter ons zei: ik wou dat ik haar in een doosje kon doen en mee naar huis kon nemen.

dinsdag 22 maart 2016

Femke Halsema bij Paagman

Het is maandag 14 maart. Sinds ik er compleet bij toeval achter kwam dat Femke Halsema vanavond bij mij in de buurt een lezing zou geven ter ere van haar nieuwe boek (Pluche – politieke memoires) heb ik naar vandaag uitgekeken. Femke (ik heb na lang wikken en wegen besloten dat ik Femke mag zeggen) is sinds het begin van mijn politieke bewustwording al een heldin. Ik vind haar een sterke en inspirerende vrouw (dat is de korte samenvatting) en wil haar graag eens van dichtbij meemaken – zeker als daar ook nog een boek en een potentiële handtekening bij komen kijken.

MAAR. Op de dag zelf heb ik, laat ik het zo zeggen, mijn dag niet. Zodanig dat ik twijfel of het hele feest überhaupt wel doorgaat. De buikgriep of voedselvergiftiging die ik vrijdag opgelopen heb (wat het nou is weet ik nog steeds niet, behalve stomvervelend dan) is nog steeds niet helemaal over en als ik er dan toch in slaag om van mijn werk naar het centrum van Den Haag te komen, blijkt dat ik niet alleen nog ziek ben, maar ook nog eens verdwaald. Het is dat ik (lichtelijk in paniek) naar mijn steun, toeverlaat en navigatiehulp-op-afstand kan bellen (we noemen hem Alex), anders had ik de hele lezing waarschijnlijk gemist. Dat er een taxistandplaats is tegenover het Binnenhof helpt trouwens ook, want de tram die ik volgens Alex moet hebben, rijdt net voor mijn neus weg.

Ik word gelukkig door mijn (ogenblikkelijk) favoriete taxichauffeur ter wereld tot aan de deur van boekhandel Paagman gebracht en snel me lichtelijk hyperventilerend naar binnen. Het meisje achter de kassa wijst me richting de muziekafdeling. “Veel mensen, podium, voormalig politica, je kunt het niet missen.”

En inderdaad. Op een estrade, bij een spreekgestoelte, staat Femke herself. Er is genoeg volk op af gekomen, dat niet alleen de netjes opgestelde rijen stoelen vult maar ook aan de aantal tafeltjes van het restaurantgedeelte is aangeschoven en langs de kanten staat te luisteren. Ik probeer gepast schuldig te kijken terwijl ik me zo soepel mogelijk naar een vrij plekje beweeg naast een stapeltje David Bowie cd's, waar ik Femke goed kan zien en horen. Terwijl ik rondkijk, zie ik dat ik misschien een van de jongere gasten ben, maar zeker niet een van de allerjongsten (en ook niet een van de weinigen). Niks vergrijzing. Hooguit wat CKV'ers.

Ik ben midden in een vraag uit het publiek binnengekomen – blijkbaar is de lezing niet zozeer een lezing als een vraag-en-antwoordspel (of ik heb meer gemist van het begin dan ik denk). Een medewerkster van de boekhandel loopt rond met de microfoon voor wie een vraag wil stellen. Leuk idee, misschien krijgt Femke zo een beetje een nostalgisch Tweede Kamer-gevoel?

Er komen verschillende onderwerpen voorbij; de oorlog in Irak, bijvoorbeeld, maar ook haar wetsvoorstel om het toetsingsbeleid uit de Grondwet te halen, vrouwen in de politiek (toen en nu), de relatie met de parlementaire pers, en ook haar debatten met Geert Wilders. Veel zal terugkomen in haar boek en zal ik dus niet woord voor woord citeren, wel kan ik zeggen dat Femke de indruk geeft dat ze als een vis in het water is zo op het podium. Ja, logisch natuurlijk, als je jarenlang in de politiek gezeten hebt. Je bent wel wat gewend. Maar ook op een avond waar je waarschijnlijk meer fans dan critici zult ontmoeten, beantwoordt Femke de vragen die gesteld worden gewoon eerlijk, helder en met de nodige zelfkritiek. Ik moet heel eerlijk zeggen dat ik gewacht heb met het kopen van Pluche tot vanavond en het boek dus nog niet heb gelezen, maar als ze schrijft zoals ze spreekt, heb ik meteen zin om te beginnen. Zeker als er ook een plek voor humor is. Bij een vraag over een boek uit de jaren 70, Pak Mee, voegt de vrager toe 'u was toen nog heel jong, meen ik'. Femke antwoordt: “U beledigt mij, u had moeten zeggen 'toen was u nog niet geboren'.”

Het daadwerkelijke schrijven was tot op ongeveer driekwart van het boek wel een strijd, overigens. Haar editor heeft echt geleden, volgens Femke. Pas toen ze het boek (op driekwart) ging teruglezen, besefte ze dat het toch eigenlijk best een goed verhaal was. Dat stemde haar een stuk vrolijker tijdens het schrijven.

Ik word er zelf een beetje nostalgisch van als ik Femke hoor praten, maar dat heeft ze zelf misschien ook. Na een vraag te hebben beantwoordt over het toetsingsbeleid, lacht ze: “Jeetje, ik krijg weer helemaal de smaak te pakken. Mooi werk was dat.”
Toch weer de politiek in?” roept iemand uit de zaal. Om haar onmiddellijke uitroep van ‘Neu!’ wordt hartelijk gelachen. “Das war einmahl.” Zegt ze. Nee, ze is om duidelijke beweegredenen uit de politiek gestapt en wil blijven doorgaan, niet stagneren.

Het kan aan mijn eigen late aankomst liggen, maar het vragenuurtje is veel te snel voorbij voor mijn gevoel. Voor ik het weet wordt de laatste vraag aangekondigd en even later staat iedereen op om een rij te vormen voor het signeren. Dan krijgt Femke nog eens te kans om te laten zien wat ze kan, dit keer wanneer iemand zich met microfoon en cameraman tussen haar en de zich vormende rij in wringt.

Kijk, zelfs Castricum leest mijn boek!” roept ze onmiddellijk. De naam zei me niks, maar ik herkende de man uiteindelijk wel – die het boek overigens niet gelezen had, wat hij riep alsof het iets was om trots op te zijn. “Maar je gaat het wel kopen, toch?”
“Jááá.” antwoordde hij, terwijl de 'journalist' bij goed geluk een boek van een nabije stapel griste (het bleek Pluche te zijn). De rest van het 'interview' was voor mij niet te verstaan, maar Femke wist er redelijk snel en met elegantie een eind aan te breien.


Later (nadat ik iets heb gestameld, een boek in Femke's richting stekend voor een handtekening) sta ik achter dezelfde Castricum bij de kassa. Met de camera er weer bovenop, natuurlijk, om maar te bewijzen dat hij het boek daadwerkelijk gekocht heeft. De medewerkster achter de kassa zat daar ook niet bepaald op te wachten, maar ja, daar gaat het natuurlijk niet om.
Misschien leer ik ooit ook nog wel om met zulke diplomatie te reageren als ik met mensen zoals Castricum geconfronteerd word. Geen idee of Pluche hier een handleiding voor zal vormen, maar ik denk dat ik wel zeker ga genieten van het lezen.

Yfke