Over de Eiffeltoren, Franse chic en madeleines
Als de muren van het pand waarin ik zit te schrijven van glas zouden zijn, zou ik de Eiffeltoren kunnen zien. Soms loopt het leven precies zoals het moet: als klein meisje al bezocht ik Parijs regelmatig aan de hand van mijn ouders. Met grote Noord-Hollandse ogen keek ik dan naar de altijd elegante dames en heren die zich soepel door het grootse stadsdecor bewogen. Metro in metro uit, vaak met een baguette onder de arm, waar ze dan vast het puntje van afbeten. Ik speelde onbezorgd onder de bogen van de Eiffeltoren, duiven kleine stukjes croissant voeren, met open mond opkijkend hoe ijzer en staal naar de hemel reikten en daar verdomd dichtbij kwamen. Toen al voelde ik dat deze stad ooit de mijne zou zijn.
En nu, jaren later, bezie ik Parijs vanuit de bovenste verdieping van mijn appartementenblok. Regelmatig duik ik bij wijze van middagpauze de metro in voor een groet aan de Eiffeltoren, een rondje over de Place des Vosges of een wandeling over een van de vele boulevards. Vandaag zet ik koers naar de Bon Marché, het grootse warenhuis waar het toppunt van Franse chic staat uitgestald in aanlokkelijke vitrines die toeristen doen watertanden. Dwalend loop ik over de voedselafdeling en kijk mijn ogen uit. Elegante Parijzenaars mikken nonchalant wat van de glanzend gepoetste appels en peren in hun mandje naast een fles champagne en een blokje Foie gras. Zij dragen geen gele hesjes. De man met het lange haar en het extravagante groene pak die uitgebreid het etiquette van een dure fles staat te bestuderen, weet nog niet dat hij straks in mijn boek zal staan. Net als de robot, een prototype, die als wegwijzer dienstdoet en me vriendelijk de goede kant op dirigeert.
Zoetekauw als ik ben, zet ik koers naar de banketafdeling. Daar staan ze. De madeleines van Proust. Met z’n vieren in het plastic, als sluiting een kartonnen portretje van de grootmeester. Aarzelend sta ik met een pakje in mijn handen. De allerbeste boter, eieren van vrije uitloopkippen, ambachtelijk meel en natuurlijk de legende. Zal ik? Zou dit cakeje zijn magische werking nog bezitten? Zullen er straks, als ik het in de thee doop, uit mijn pen ook meterslange meanderende zinnen vloeien vol stijlfiguren? Zomaar, moeiteloos? Ik draai het pakje om. 17 euro. Voor vier cakejes. Bij elkaar nog geen ons. Met een glimlach leg ik ze terug. Ik mag het dan tot Parijzenaar hebben geschopt, het calvinistische meisje uit Noord-Holland laat zich niet gek maken. Daarbij liggen de ideeën hier gewoon voor het oprapen op straat.
Ik wandel naar buiten en neem een omweg naar huis. Langs de kades van de Seine waar je af en toe een pareltje kunt vinden in één van de vele boekenstalletjes. Af en toe noteer ik wat in mijn digitale opschrijfboekje. Daar, bij die metrohalte met de prachtig krullende letters, komt mijn hoofdpersoon straks Parijs in lopen. Snel ga ik op weg naar huis. Ik heb een toetsenbord nodig. Na een paar haltes met exotische namen zit ik weer op mijn plek, om verder te schrijven. Zonder madeleines. In mijn tas zit een pak biscuit uit de supermarkt, en ruim voldoende inspiratie.
Bron: https://hamleybooks.be/
Vanaf 27 april beschikbaar |
Geen opmerkingen:
Een reactie posten