Ontmaskerd
Vorige week gebeurde het weer. Ik
zat aan mijn bureau in het midden van de winkel, waar ik een goed uitzicht heb
op een display waar mijn boeken 'Seance' en 'Blackwell' staan te blinken. Ik
geef toe dat er geen enkele andere boekhandel in het land is die mijn boeken
zoveel aandacht geeft dan de winkel waar ik werkzaam ben. Hoe dat komt? Geen
flauw idee.
In ieder geval, ik zit dus aan
mijn bureau — 'bureau' is een groot woord; het tafeloppervlak is net iets
breder dan het computerscherm, dat de helft van de beschikbare ruimte inneemt —
wanneer ik een klant opmerk die naar de ladder kuiert, ongetwijfeld
aangetrokken door de prachtige kaft van 'Blackwell' en misschien ook een beetje
door de sticker die het boek aanbeveelt. Hoe die sticker daar terechtkomt? Geen
flauw idee.
De klant neemt tijd om de kaft te
bewonderen, waarna hij het boek omkeert en het achterplat begint te lezen. Nu
moet u weten dat het achterplat van 'Blackwell' bestaat uit een prikkelde tekst
en een kanjer van een foto waarop schrijver dezes met zeer ernstige en
misschien zelfs arrogante blik in de lens kijkt. Die blik zegt niet wie ik ben
— ik neem mijn werk uiteraard heel serieus, maar niet mezelf — maar schrijvers
staan doorgaans niet op foto's met getuite lippen of een brede glimlach.
Vanuit mijn ooghoek zie ik de man
opkijken en zijn wenkbrauwen fronsen. Zijn gelaatsuitdrukking schijnt, niet
geheel onterecht, te zeggen: 'Hé, die kerel lijkt wel erg hard op de auteur van
dit boek.' Hij houdt het boek voor zich. Hij wil de foto toetsen aan de
werkelijkheid en gaat op zoek naar de verschillen. Zijn blik wipt een paar keer
tussen de foto en de boekhandelaar die, gezeten op een krukje, het beste
probeert te maken van de schaarse ruimte die het tafelblad hem te bieden heeft.
Even lijkt de twijfel toe te slaan. Dat merk ik aan het lichtjes schudden van
zijn hoofd. Schrijvers horen immers te schrijven en niet te werken op plekken
als, ik zeg maar iets, een boekhandel. Ze horen in de beslotenheid van hun
werkkamer nieuwe werelden te creëren en de mensheid te ontleden. In het
slechtste geval leven ze in armoede, en in het beste geval zijn ze rijker dan
de koningin van Engeland.
Ik knik beleefd naar de man, en
om het vergelijkingsproces enigszins te bemoeilijken, lach ik. Wederom slaat de
twijfel toe, maar dan wordt de nieuwsgierigheid hem teveel, en neemt hij een
boude beslissing. Hij komt naar me toe en stelt de onvermijdelijke vraag: 'Bent
u dat?'
Ik kan moeilijk zeggen dat hij
zich vergist — de gelijkenissen zij nu eenmaal treffend — en geef toe dat het
inderdaad mijn gezicht is dat daar staat afgebeeld. Het is het begin van een
vreemd gesprek, en omdat ik het gesprek al meer dan eens heb gevoerd, weet ik
ook wat er zo vreemd aan is. Het probleem is dat ik op dat moment niet langer
een boekhandelaar ben maar een schrijver. Het masker is, met andere woorden,
afgevallen. En toch verwacht de klant dat ik als schrijver mijn boek aan hem
verkoop. En dat is moeilijk. Even vrees ik dat hij mij doorheeft en dat hij zal
zeggen: 'Nu begrijp ik waarom dit boek zo opvallend staat opgesteld. Natuurlijk
kleeft er een sticker met het woord "aanbevolen" op de kaft!'
De waarheid is dat een schrijver
de slechtst mogelijke verkoper is van zijn eigen boeken, omdat zijn mening de
minst objectieve is. Hij vindt het ongetwijfeld een meesterwerk, en als hij het
tegendeel wil beweren, gelooft ook niemand hem.
Dat is waarom ik mij als
boekhandelaar niet graag kenbaar maak als de auteur van vier thrillers, en waarom
ik mijn boeken liever stiekem in de winkel aanprijs door hen een opvallende
plaats te geven en er een sticker op te kleven, in de plaats van onmiddellijk
naar 'Blackwell' of 'Seance' te wijzen wanneer iemand mij komt vragen naar een
goede leestip.
De klant die mij vorige week
ontmaskerde is desalniettemin aangenaam verrast. Ofschoon hij het achterplat
gelezen heeft, wil hij van mij horen waar het boek over gaat en wat een gothic
novel precies is. Het gebeurt dan wel eens dat hij of zij vriendelijk zijn of
haar neus ophaalt en zich zo snel mogelijk uit de voeten probeert te maken,
maar dat is deze keer niet geval. Integendeel, de man gaat even later naar huis
met 'Blackwell' en krijgt als beloning voor zijn speurwerk, dat leidde tot mijn
ontmaskering, een handtekening en een persoonlijke opdracht.
Kevin Valgaeren
Geen opmerkingen:
Een reactie posten