Wie mij hier en daar op internet volgt, weet dat voor mij
het afgelopen jaar nogal hectisch was. In augustus 2017 vierde ik nog het
twaalf-en-een-halfjarig jubileum bij de zaak, begin december nog gevolgd door
een etentje met de directie, en de week voor kerst kreeg ik te horen dat mijn
functie werd opgeheven wat effectief betekende dat ik per direct op straat
stond - gelukkig wel met een flinke zak geld en met salaris tot april.
Jammer, want het was goed werk, lekker schrijven, en
ondertussen inspiratie voor minstens twee thrillers die er misschien ooit nog
komen. Dat schrijven deed ik uiteraard op een laptop van de zaak, die ik ook
gebruikte om te controleren of de teksten die ik op mijn Macs schrijf wel goed
geconverteerd werden naar Word voor Windows. Plus dat ik dan een woordentelling
had die overeenkwam met die van degene naar wie het manuscript moest, want Word
is tegenwoordig gewoon de standaard in schrijversland.
Nu had ik, dacht ik, op die zakelijke laptop ook een column
voor Thrillerlezers geschreven. Sowieso had ik alle privé-bestanden van mijn
zakelijke laptop gehaald, en daar uit de Cloud en van de servers gehaald. Een
hele klus, 30 GB aan bestanden die ik niet zomaar even op een stickie kon
zetten of op dvd kon branden, door de beveiliging (bitlocker, bah!) kon ik
niets van de laptop op een externe opslag zetten. Dus alles in zip-bestanden
gezet en dan via WeTransfer het internet op, en dan thuis alles ophalen met een
privé-laptop. Ben er een paar avonden zoet mee geweest. Vlak voordat ik de
laptop in moest leveren, heb ik alle bestanden die er nog op stonden weer via
WeTransfer verplaatst. Daaronder dus die column, waarschijnlijk.
Ik heb hier een half hardware museum staan. Ik begon te
schrijven, ooit, jaren ’70, op de schrijfmachine van mijn ouders en later op de
elektrische schrijfmachine van mijn ouders. Toen ik op kamers ging, kocht ik
een eigen elektrische schrijfmachine, die heb ik nog steeds, maar ik gebruik
hem niet meer.
Op de universiteit moesten we een stuk schrijven over
stadsvernieuwing in Amsterdam. Dat moest op de computer van de docent, in
WordPerfect. Het duurde even voor de schrijvers van de groep doorhadden dat het
bij opslaan de bedoeling was dat je het oude bestand overschreef - de
standaardvraag bij opslaan in WordPerfect is immers: wilt u het bestand
xxxxxxxx.xxx overschrijven? Dat wilden ze niet, bang als ze waren daarmee hun
werk teniet te doen. Dus zaten we aan het einde van de week met tientallen
stukken over stadsvernieuwing, in variërende stadia van gereedheid. Dat is ook
ongeveer de manier waarop je verzuipt in teksten als je steeds een back-up
maakt en daar niet verder aan werkt. Kees van Kooten heeft daar ooit nog een
stuk over geschreven in een van zijn Modermismen-boeken, alleen werkte hij toen
niet digitaal waardoor hij een hele iglo aan hard-copy had.
Afijn, ik was wat huiverig voor WordPerfect geworden.
Gelukkig zat ik op een kunstzinnige faculteit, dus kwam er een Macintosh
Classic voor de studenten. Dat was werkelijk geweldig, daar kon je veel
intuïtiever mee uit de voeten dan met WordPerfect. Alleen jammer dat je er
verder niet zo heel veel mee kon, en dat op mijn bul staat dat ik dingen heb
gedaan als stedebouwkundige informatica of zoiets, alleen kwam daar geen
computer bij kijken, zoiets als kunnen zwemmen op het droge en toch je
zwemdiploma halen. Voor het zware rekenwerk (digitaal tekenen) moesten we zelfs
naar het rekencentrum van de TU.
Tijdens mijn tijd in Duitsland had ik mijn elektrische
schrijfmachine meegenomen. Die printte met inktlinten, een soort plasticfolie.
Helaas waren die linten moeilijk te krijgen. Ik kocht ze van het merk Pelikan, en
nu wil het toeval dat ik in Hannover studeerde en dat de Pelikan-fabriek in
Hannover is gevestigd. Daar ben ik dus eens een kijkje gaan nemen. Er was daar
geen outlet of iets dergelijks. Voor de fabriekspoort was wel een vijver met
pelikanen. Dat met die leeslinten was wel een drama, naast dat ze moeilijk
waren te krijgen waren ze peperduur (naar studentenmaatstaven: 5 gulden of zo)
en ik kon er maar een pagina op 20 mee schrijven. Vandaar dus dat die
schrijfmachine hier nu stof staat te happen.
Daarna moest ik aan mijn afstudeerscriptie beginnen.
Hiervoor kreeg ik een computer te leen met het gevreesde WordPerfect. Het
schrijven daarin ging echter boven verwachting goed. Naast mijn scriptie
schreef ik er ook korte verhalen op en het begin van een roman, plus een
achttal korte delen van een thrillerserie. Die computer moest na mijn
afstuderen helaas weer terug, ik had echter alle teksten op een diskette gezet.
Tijdens mijn eerste baan kocht ik mijn eerste (tweedehands)
computer, een Tulip. Hierop werkte ik verder aan mijn roman, in WordPerfect. Ik
begon hem wel te knijpen want die tekst groeide en groeide en paste al niet
meer op een 720 kB diskette, en maar net op de 1,4 MB-diskette. Gelukkig kwam
er toen de pc-privé-regeling, waarin het bedrijf waar je werkte een computer
voor je kon kopen op kosten van de belastingdienst of zo. Dat werd mijn eerste
echte nieuwe computer, en ik koos een iMac, die toen hartstikke nieuw was (een
rev. B. in Bondi Blue, voor de liefhebbers). Ik moest er een externe diskettedrive
bij kopen (een Superdisk-drive), want de iMac had geen eigen diskettedrive,
alleen een cd-lezer. Het omzetten van de Word Perfect-bestanden lukte wel, maar
de diskettes met Mac-bestanden die ik nog had van de universiteit, die waren
niet compatible. Gelukkig had ik een vriend met een oudere Mac die de bestanden
naar min of meer leesbaar formaat kon omzetten. Helaas niet alles, ik ben toen
wel wat teksten kwijtgeraakt (twee scripties).
Die iMac was fijn en ik schreef in ClarisWorks. Ik kocht
niet veel later een iBook, een laptop, zodat ik ook op reis kon schrijven.
Daarna een MacMini, waar ik nog steeds op schrijf, nog steeds in ClarisWorks
dat in de loop der jaren AppleWorks ging heten. Een nieuwe MacBook volgde. Toch
bleef het steeds lastig om de bestanden van de ene naar de andere computer over
te hevelen. Om nog maar te zwijgen van de ordners met verhalen die ik heb staan
en die nooit zijn gedigitaliseerd. Slechts één langer verhaal heb ik een keer
helemaal overgetypt, geen idee waar ik de tijd vandaan haalde. Ook ben ik een
keer een verhaal kwijtgeraakt, dat ik toen uit mijn hoofd nog maar een keer
schreef. Ben je net klaar, vind je het terug, zul je altijd zien.
Terug naar begin 2018. Ik had dus een MacBook, die ik vooral
op vakantie gebruik, ik had een MacMini, en een laptop van de zaak. Van de
oprotpremie kocht ik behalve mijn scooter ook een nieuwe laptop, dit keer een
HP met Windows en ik kocht er gelijk een professionele “on premise” versie van
Office bij. Het doel was om daarmee professionele service te kunnen verlenen
als redacteur of zo, mocht ik op korte termijn geen werk vinden. Min of meer
helaas vond ik wel nieuw werk, en ik wil er niet over klagen, maar het is geen
schrijfwerk en het slokt veel tijd en energie op. Vandaar dat ik geen tijd had
om op zoek te gaan naar de column die ik voor Thrillerlezers had geschreven en
die mogelijk op een stickie stond, of nog ergens op de MacMini, of had ik hem
in de Cloud gezet, met OneDrive, of zat het verstopt in een zip-bestand? Geen
idee!
Nu ben ik niet zo handig met de Verkenner van Windows (die
moet je gebruiken om bestanden te zoeken, niet de zoekfunctie - ik snap er niks
van, noem het dan niet zoekfunctie). Ik ben natuurlijk die Macs gewend. De
zoekfuncties van de Mac waren aanvankelijk ook niet je-dat, daar is pas met
Spotlight verandering in gekomen. Het gevolg was dat mensen aparte
zoekprogrammaatjes gingen programmeren en die kreeg ik dan weer via het
tijdschrift MacFan op cd. Zo heb ik ooit eens het zoekprogramma Sherlock geïnstalleerd.
Zoiets heb ik nodig voor Windows, want die vindt bestanden niet als je gaat
zoeken op een deel van een woord dat in de tekst staat, en details van
bestanden die wel gevonden worden kun je niet zien.
En zo kon het dus gebeuren dat een column die ik schreef
hiding in plain sight was. Net als in een verhaal van Edgar Allan Poe. Het
stond gewoon tussen andere bestanden op nota bene de desktop. En geen enkele
zoekopdracht met de Verkenner bracht het bestand boven water.
Ik heb grote bewondering voor de mensen die bij justitie,
bij de politie of bij het forensisch instituut of iets dergelijks, bestanden op
in beslag genomen computers naar boven kunnen halen. Ik wist tenminste dat ik
die column had geschreven en dat die toch èrgens moest zijn, en die mensen gaan
naar iets op zoek waarvan ze helemaal niet weten dat het er is. Benieuwd wat
die voor zoekprogramma’s gebruiken bij hun werk, ik heb een vermoeden dat het
niet de Windowsverkenner is!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten