En toen werd ik op oudejaarsdag digitaal lief aangekeken
door Ink Kroon: of ik scherpzinnige columns zou willen schrijven. Ik schrijf
nooit columns, laat staan scherpzinnige columns, maar ik ben bereid om alles in
het leven een keer te proberen, dus ook dit.
Voor een scherpzinnige column heb je natuurlijk een
onderwerp nodig. Voor iedere column trouwens, anders wordt het al snel een
saaie verhandeling over een onderwerp als “de spijsvertering van uw hond”.
Op 1 januari ligt het voor de hand om iets over oud en nieuw
op papier te zetten. Wellicht verontwaardigingsverslaafd, hét woord van
2017; dan weten jullie dat maar vast, te steigeren over vuurwerkmisbruik of
agressie jegens hulpverleners. Maar ik heb de verontwaardiging ingeruild voor
verwondering. Prettig zweverig en het levert meer inspiratie op dan woede.
Ik voel mij geen thrillerschrijver en snap ook niet hoe het
stempel “thriller” op mijn omslagen terecht is gekomen. Soms vermoed ik dat het
een fout van de drukker is geweest. Toch heeft 2016 mij op de valreep geleerd
dat ik een donkere kant heb.
Met enige verwondering bracht ik de afgelopen oudejaarsavond
door, althans, zo begon het. Tegen zessen togen manlief en ik met dampende
schalen naar de buren, drie hutten verderop. Even een stapje terug; ik woon dus
in een chalet. Geen chaletje, dat klinkt namelijk alsof een vakantiewoning van
250 vierkante meter grondoppervlakte wordt gebagatelliseerd door een aan
champagne nippende Gooise op een Larens terrasje, pumpje achteloos bungelend
aan de teen. Nee: een chalet. Wij
begonnen de avond met een heerlijke, zelfbereide maaltijd, kaarsje aan, Top
2000 op. Maar daarna ging het mis, met mij dan.
Oudejaarsavond 2016 heb ik namelijk drieënhalf uur zitten
rummikuppen. Een dodelijke vorm van tijdverdrijf waarin ik mij zó graag
verontwaardigd wilde voelen dat ik bijna bereid was vandaag deze hele column
over het populisme binnen de politiek en het argumenteren middels
stemverheffing, te schrijven. Uiterst saaie onderwerpen die al zo uitgekauwd
zijn, dat verder kauwen onsmakelijk wordt.
Over rummikuppen kan ik een thriller schrijven, van
rummikuppen krijg ik namelijk moordneigingen. Niet eens gericht, dan zou er nog
een zeker begrip kunnen zijn voor mijn daden, maar willekeurig. Na drieënhalf
uur rummikuppen ben ik bereid met een kettingzaag door het bos te struinen en
niet om openhaardhout te oogsten. Na drieënhalf uur rummikuppen voel ik de
onstuitbare behoefte dingen te doen die onherroepelijk tot verontwaardiging op
social media zullen leiden, en terecht.
Volgend jaar ga ik oud en nieuw vieren in een trendy hotel
in willekeurig welke buitenlandse stad, het liefst op een plek waar ik zonder
kippenvel een nieuwjaarsduik kan nemen, zodat ik mij weer helemaal mens kan
voelen.
Nu ga ik een kort verhaal schrijven over een vrouw die
verplicht drieënhalf uur heeft zitten rummikuppen, over veertien dagen mag Ink dat op deze site publiceren. Dat zal mijn eerste echte thriller worden, vermoed
ik.
Marja West
Uitgeteld (Ambo|Anthos 2015), Echte barkeepers heten Henk (Ambo|Anthos
2016), schrijfster van twee Storytel originals (publicatie 2017) en De laatste
zomer van Wouter Bolhuis.
De toon is gezet en zo hoopte ik al dat het zou gaan. Humor bovenal.
BeantwoordenVerwijderen