In
2010 woonden Yfke en ik, samen met een parttime kind, in een 3-kamer
appartement op de eerste etage van een appartementengebouwtje, op
ongeveer 400 meter van mijn werk. Op zich was er niets mis met dit
appartement: woonkamer met open keuken, 2 slaapkamers, badkamer,
balkon op het zuiden, werk dichtbij, winkelcentrum tussen werk en
woning. Het begon alleen een beetje benauwd te worden: de slaapkamer
van mijn zoon was tevens logeerkamer, waskamer en studeerkamer - niet
echt fijn thuiskomen als je al moeite hebt om niet in je eigen bed te
slapen en de geluidsoverlast tot diep in de nacht van de alom
aanwezige buren begon erg vervelend te worden.
Eind
2010 kregen we opeens een kans om aan woningruil te doen: aan de
overkant van de straat, in een rijtjeswoning, woonde een vrouw, met
een parttime zoon, die kleiner wilde wonen. Een ideale oplossing.
Tussen kerst en oud en nieuw van dat jaar pakten we onze inboedel op
en met 12 opgetrommelde helpers droegen we die in één middag naar
de overkant. Hierdoor ging ik welgeteld op 425 meter van mijn werk
wonen. Een enorme afstand, als je bedenkt dat ik een aantal jaren
daarvoor alleen de voordeur van mijn appartement hoefde te openen om
vervolgens de tegenoverliggende deur van kantoor te openen.
Nu
hadden we een echte rijtjeswoning. Samen met de net aangeschafte
Skoda Fabia - wij noemen hem Fabio - begon ik serieus aan mijn eigen
levensstandaard te twijfelen; huisje, boompje, beestje klinkt niet
echt rock-'n-roll. De kat die we toen hadden, Muts, is helaas niet
met ons meeverhuisd. De stress werd het beestje teveel. Ze is
uiteindelijk naar een boerderij in de buurt van Nieuwegein gegaan -
een echte boerderij en niet een 'boerderij'.
Met
de verhuizing lieten we 4 direct aangrenzende buren achter, waar we
alleen een hoi-doei relatie mee hadden en hadden we nu nog maar 1
buurgezin; een veteraan, een politieagente en 3 suikerbommetjes van
7, 5 en 3. Bij het huis hoorde ook een voor- en achtertuin. Aangezien
ik nog nooit een tuin had gehad, leek me dat wel leuk. Eindelijk kon
ik mijn GroenLinks vingers in de aarde steken, groente kweken,
plantjes laten groeien, schoffelen, harken; alles wat ik in mijn
jeugd alleen maar van televisie kende, kon ik nu in de praktijk tot
uitvoering brengen.
De
vorige bewoonster had daar blijkbaar weinig mee en had de achtertuin
van 17 bij 6 meter voorzien van een grasmat, net als de 5 meter diepe
voortuin. Na een half jaar grasmaaien kwam ik er al snel achter dat
ik iets meer ambitie had dan alleen een elektrische grasmaaier
voortduwen. Ook de Fibromyalgie zorgde ervoor dat de achtertuin al
snel op een Braziliaanse jungle begon te lijken: de grasmaaier was
niet krachtig genoeg om het schouderhoge gras te maaien, het verschil
tussen plant en onkruid was niet meer te zien en tropische vogels
hadden zich in de weelderige bomen genesteld. Maja had blijkbaar al
haar vriendjes uitgenodigd, dus onze schuur was alleen in een
imkerpak en met een kapmes te bereiken.
Na
meer dan een jaar plannen maken en diverse ontwerpen in de recyclebak
te hebben gegooid, werd de gehele grasmat uit de tuin gehaald en
vervangen door zoveel mogelijk terrastegels en een meterslange
plantenbak. In het midden van de tuin maakten we ook een bak om eigen
groente te verbouwen. De plantenbakken werden gevuld, met metershoge
zonnebloemen als resultaat, en de middenbak werd gevuld met
aardappelen, wortelzaad, andijviezaad, bloemkoolzaad, eigenlijk alles
wat ik in de supermarkt kon vinden. Pompoenzaad ging in de broeikas
en al het onkruid op de composthoop. Maanden later kon dan eindelijk
het resultaat geoogst worden, gelukkig hadden we in de tussentijd
niet veel honger, want wat duurt dat groeien lang zeg.
Tussen
het talrijke onkruid haalde ik de oogst binnen, de halfvergane
bloemen van het seizoen daarvoor gooide ik op de composthoop, de boom
met de door de zon verbrande blaadjes werd gekortwiekt tot aan de
wortel, de voor Halloween bedoelde pompoenen hebben nooit een kans
gehad doordat de buurtkatten - inclusief onze eigen verrader - de
broeikas gebruikten als kattenbak.
Nog
een paar maanden, dan kan ik gewoon in mijn eigen 3,5 meter voortuin
zitten. De wagen met asfalt is alvast gereserveerd. Een achtertuin
zal ik niet missen, ik heb er het geduld niet voor.
Ik
gebruik mijn vingers liever om een muis te bedienen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten