Een
paar dagen geleden zat heel Alphen aan den Rijn één dag op slot. Zo goed als
potdicht. Als je de stad nog uit moest, dan moest je dat vroeg doen en anders
moest je via omwegen of soms een tijd wachten tot je kon oversteken. Hoezo?
Op
1 maart jl. was de 50e editie van de 20 van Alphen. Een
hardloopevenement (ja ja, heb je d’r weer met d’r hardlopen) dat wordt gezien
als DE openingsklassieker van het Nederlandse hardloopseizoen. Er worden verschillende
afstanden gelopen: 20km, 10km, 5km, 2½km en 1km. En dat in mijn eigen
achtertuin. Tis wat.
Ik
woon ‘pas’ tien jaar in Alphen en ik vervloekte die 20 van Alphen. Kon geen
kant op. Eén keer meegemaakt dat zelfs de verkeersregelaar niet wist welke kant
ik dan wel op moest als ik richting Utrecht en verder wilde. Kun je nagaan. Tot
2009. Toen kwam er een mailtje binnen op mijn werk (daar deed en doet men
namelijk trouw elk jaar mee met een business team): ‘In 20 weken meedoen met de
20 van Alphen’ en ik had ineens zoiets van ‘hey…’. Thuis vertelde ik erover,
dat ik dat gelezen had en dat ik er over nadacht om misschien wel daaraan mee
te gaan doen, wat er in resulteerde dat mijn echtgenoot zowat in z’n avondeten
stikte van het lachen, terwijl hij nog net kon uitbrengen: ‘dat lukt je toch
niet’.
Moet
je dus net tegen mij zeggen he, dan ga ik het dus juist doen.
Die
20 kilometer (want daar ging het toen om) heb ik nooit gered (ben overigens ook
niet van plan dat ooit te gaan doen). De eerste keer dat ik meedeed, rende ik
vol goede moed mee met de 5km. En vanaf 2011 ben ik de 10km gaan lopen.
Afgelopen
zondag dus ook. Prachtig weer was het, volop zon en droog. Oh en een windje.
Een heel behoorlijk windje. Wat mij betreft hadden die zon en wind weg mogen
blijven. Dan maar regen. Ik heb eigenlijk heel lekker gelopen, het ging
hartstikke goed. Tot het bord waarop stond dat ik tot dat punt er al 8km op had
zitten. Vanaf dat punt had je een kilometer lang (en dat is dan echt lang) die wind
vol in je gezicht. Je ging nog net niet achteruit. Uiteindelijk kwam ik na 59
minuten en een beetje over de finish. Mijn streven was 10km onder het uur en
hey, het scheelde niks, maar wel mooi gehaald!
En
dan he. Je trapt er altijd weer in. Tenminste, ik wel en ik weet in ieder geval
nog één iemand die daar ook altijd weer in trapt. Waar heb ik het over? Nou…
Tijdens
het lopen, zeker als het dan lekker gaat, dan heb je zelf zoiets van ‘hey,
ik loop lekker.’ Voor je gevoel ga je als een lichtvoetige hinde over dat
asfalt heen en kom je voor je gevoel zelfs met een lach over die finish.
Tijdens
zo’n event staan er fotografen en cameramensen langs de kant. En een dag na zo’n
event kun je online bij je uitslag dus de van jou gemaakte foto’s en video’s
zien. En dat moet je dus niet doen he, kijken. Echt niet. Je moet het gewoon niet
willen ook. Want dan wordt dat hele beeld dat je van jezelf in je hoofd hebt,
dat beeld van die lichtvoetige hinde, compleet verpletterd…als je achter je
pc-tje kijkt naar die stampende, zichzelf voort ploegende olifant die daar over de weg
dendert…met een grimas op het gezicht dat in de verste verte niet op een lach lijkt....
(de volgende keer gaat het weer over boeken, beloofd!)
Dan wel een zeer magere olifant die veel meer op een hinde lijkt.
BeantwoordenVerwijderenHeel goed gedaan, gelopen en beschreven. Was leuk om te lezen.
Dan wel een zeer magere olifant die veel meer op een hinde lijkt.
BeantwoordenVerwijderenHeel goed gedaan, gelopen en beschreven. Was leuk om te lezen.