Sinds kort hebben we op de facebookgroep van thrillerlezers
een leuk item: Het 6 woorden verhaal.
We geven dan 6 woorden die in een kort verhaal allemaal gebruikt moeten worden.
Het heeft al leuke verhalen opgeleverd. Doe je ook mee? Het hoeft echt geen technisch hoogstandje te worden.
Hieronder de opdracht van deze week.
We geven dan 6 woorden die in een kort verhaal allemaal gebruikt moeten worden.
Het heeft al leuke verhalen opgeleverd. Doe je ook mee? Het hoeft echt geen technisch hoogstandje te worden.
Hieronder de opdracht van deze week.
6 woorden verhaal opdracht.
Maak een kort verhaal waarin alle onderstaande 6 woorden
staan.
Vrijdag 13 februari
na 18.00 uur komt ook hier een topic te staan waar je je verhaal kunt plakken,
maar een kijkje op de Facebook-pagina is ook zeker aan te raden.
rockchick
nierdialyse
fotolijst
spruitjes
doppinda's
lantaarnpaal
nierdialyse
fotolijst
spruitjes
doppinda's
lantaarnpaal
Veel schrijfplezier.
Nancy
Deel 2. De ontsnapte TBS-er.
Ron liep terug naar het gammele tafeltje waar zijn bord met spruitjes inmiddels koud was geworden. De fiets die hij buiten had aangetroffen had hij achter het vervallen huisje geplaatst. Met kracht en in één ruk trok hij de tape van Manfreds mond en drukte de loop van het pistool onder Manfreds kin.
"Van wie is die tas?" knikte Ron met gefronste wenkbrauwen.
Manfred wist het niet.
Dat Eline onder de bank alles gaarde sloeg, daar had hij geen weet van. Ondertussen pegelde het zweet van zijn voorhoofd.
"Geen geintjes hè. Ik wil geen pottenkijkers!"
Manfred zou niet durven. Normaliter was hij niet zo bang aangelegd, maar nu scheet hij wel drie kleuren stront. Het was voor het eerst dat de angst hem parten speelde. Als directeur van discotheek ‘The It’ was hij wel wat gewend. De meest vreemde excentrieke en gevaarlijke Rockchicks bezochten namelijk wekelijks zijn gelegenheid. Hij had weleens voor hete vuren gestaan, maar dit sloeg alles. Wat deze achterlijke doppinda nu met hem voor had, was hem niet duidelijk. Het maakte hem zo kwaad dat de woede het overwon van zijn angst.
"Wat wil je nu?" riep Manfred. Waarschijnlijk niet de meest tactische benadering, maar hij had het al gezegd. Er viel een doodse stilte.
Eline voelde dat haar neus begon te kriebelen. Het was al een wonder dat ze nog niet moest niezen met al die stof. Ze kneep haar neus dicht en hoopte maar dat ze geen geluiden produceerde die haar zouden verraden. Uiteindelijk zag ze dat de TBS-er een stoel greep en tegenover de man ging zitten. Tot haar verbazing barste ‘Albert’, wiens echte naam ze niet wist, in huilen uit.
Manfred kon maar weinig empathie opbrengen voor de man die hem gisterenavond zo wreed van straat had geplukt. In het licht van de straatlantaarn had hij gezien dat de man bewapend was. Voor hem reden genoeg mee te werken aan zijn ontvoering. Toch leek het hem, voor zijn eigen veiligheid, beter te doen alsof hij Ron begreep.
Ron liet het vuurwapen zakken. Met waterige rode ogen begon hij stotterend te vertellen dat hij het niet meer zag zitten. Het was niet voor niets dat hij ontsnapt was. Het bericht van zijn vrouw dat ze de ziektekosten niet meer kon betalen voor hun zoontje, had hem tot deze daad aangezet. Een wanhoopsdaad, dat wist hij ook wel, maar wat moest hij anders? Hij kon zijn zoontje toch niet dood laten gaan? De wachtlijst voor een nieuwe nier was lang en de donoren lijst tekort. Dat betekende meer nierdialyses. “Ik heb geld nodig”, snifte Ron. Het kon hem niet interesseren wat er met hem gebeurde. Geld moest er komen! Alhoewel Manfred het een schrijnend verhaal vond, kon hij de wervingsactie niet waarderen. Er zijn meerdere wegen die naar Rome leiden.
“Wat erg van je zoontje”, antwoordde hij desalniettemin gemeend.
“Heb je een foto van hem?”
Het leek Manfred wijsheid om op Rons gevoel te spelen.
Een kleine glimlach verscheen op het gezicht van de TBS-er. Hij droogde zijn ogen en nam een verfrommelde foto uit zijn broekzak. Deze had hij in de kliniek uit het fotolijstje mee gegrist. Het meest dierbare en enige bezit dat hij daar had gehad. De rest kon hem gestolen worden. Vol trots toonde hij Manfred de foto van zijn kleine blonde trots.
Gisele
Moordgrieten:
Ik betreed de plaats delict. Het trekt meteen mijn aandacht, ‘k word er naartoe getrokken. Drie vriendinnen op een fotolijst, Inkie, Renée en Miriam, volgens de heer des huizes. Je kent dat wel, vermoedelijk staat er bij jou thuis ook zo’n één op de kast. Het maakt deze gruwel menselijk. Het doet me denken aan die die ik thuis heb staan. Mijn twee vrienden en ik, na een avondje surfen op de golven van de Noordzee, dronken. Achteraf bekeken ook onbezonnen en gelukkig, zonder verantwoordelijkheden, nog een heel leven voor ons.
Volwassen worden, daar keek ik zo naar uit! Wat een giller! Dag in dag uit moorden en ongelukken onderzoeken, en maar verslagen schrijven. Surfen behoort tot een ver verleden. Een vrouw en twee kinderen, daar doe je het voor. ’t Leven is zo vergankelijk.
Al die dingen zie ik ook op de foto die op de buffetkast staat. Wat een hel. Ik herken haar meteen. Enfin, ’t verschil is wel groot. Nu ligt ze in een plas bloed, even rood als de jurk die ze op de foto draagt. Haar haar nu grijs, toen blond. Rank en slank, nu iets molliger. Je kan nog steeds zien dat Inkie een mooie vrouw is. Je ziet bijna niet dat ze als rockchick een zwaar leven had. Een gevaarlijk leven ook, blijkbaar.
De foto’s die nu getrokken worden zullen wel nooit op een buffetkast komen te staan. Hopelijk kan ik achterhalen wie het schot loste zodat de foto’s niet voor niets in een dossiermap in het archief belanden. Renée en Miriam, haar beste vriendinnen, daar ga ik mee starten…
’t Is al laat als ik thuiskom, alle lichten zijn uit. Er rest me niets anders dan een zakje doppinda’s te openen en te zappen. Misdaad daar kijk ik niet naar, genoeg van die boel overdag. Misschien is er nog een interessant programma op National Geography.
De bel gaat, ik schiet wakker en merk dat ik in de zetel in slaap ben gevallen. Weer eens! Wat een schattig gezin heb ik toch, zonder me te wekken zijn ze er stilletjes vandoor…. Hun leven gaat aan mij voorbij. Ik moet dringend eens tijd voor ze maken.
Mijn assistent staat handenwringend aan de deur te wachten. In alle stilte rijden we samen naar Renée in de hoop meer over Inkie te weten te komen. Renée woont in een gore buurt. Je kent dat wel, zo’n plek waar je liever niet komt. Kleine huisjes met vervallen ramen en scheefgetrokken dakgoten, vuile gordijnen voor de ramen en onverzorgde tuintjes. Het ontbreekt me echt aan moed vandaag dus zeg ik Albert dat hij het woord maar moet voeren.
Met een “ja voor wa ist” wordt de deur geopend nadat we aangebeld hebben. Is dat mens echt de Renée van op de foto vraag ik me af? Dat kan echt niet. Ja, misschien, de ogen zijn nog hetzelfde, als je goed kijkt, denk ik er lachend bij. Renée vertelt ons dat ze al jaren geleden met Inkie gebroken heeft omdat die een omhooggevallen kutwijf geworden is. Haar dood raakt Renée van geen kanten en al snel zijn we uitgepraat. Daar zijn we geen van beiden kwaad om, onbewust hebben we zo lang als mogelijk onze adem ingehouden uit angst om ook dronken te worden. Hopelijk blijft de lucht van aangebrande spruitjes niet in onze kleren hangen.
Miriam, nog geen haar veranderd, wonend in één van de chique villa’s uit de buurt, weet ons te vertellen dat Inkie een minnaar heeft maar natuurlijk kan ze ons geen naam geven. Ze vertelt dat ze hen samen onder de lantaarnpaal net naast de bioscoop zag. Zelf was ze te ver af om hem te zien, laat staan te kennen maar het was duidelijk niet Inkies man, daarvoor was deze man veel te groot.
Lap, waarom krijgen we nooit eens deftige aanwijzingen. Hoe kunnen we nu een moord oplossen als we nergens geholpen worden. Daar word ik zo moe van. Hopelijk weet de TR ons morgen wat meer te vertellen.
Albert en ik begeven ons naar het bureau waar we op onze kop gaan krijgen omdat we nog niets hebben. Ja, onze baas denkt dan ook dat we net zo slim zijn en over alle snufjes beschikken die alle dagen in onze strot worden geduwd door die ohhh zo toffe series. Wat een lachertje.
“raar” denk ik als Albert me thuis brengt, “de deur staat open”. Ik sla de autodeur dicht en ga naar binnen. Anita, mijn vrouw kijkt me met tranen in de ogen aan en zegt. “Schat, ik trek dit niet langer. Je bent de afspraak die ik bij de dokter had vergeten. Ik weet niet hoe ik hier geraakt ben. Mijn nieren zijn om zeep, hopelijk komt er snel een plaatsje vrij voor de nierdialyse.” Meer komt er niet uit, een luide ongecontroleerde huilbui breekt mijn hart.
Op zo’n moment kan een foto van drie vriendinnen me niet meer boeien!
Verslagen schenk ik twee glazen malt uit, ga naast Anita zitten, kijk naar onze trouwfoto en neem haar stevig in mijn armen.
Morgen, overmorgen of over een paar maanden wordt er weer iemand vermoord….mijn vrouw, door een wachtlijst en daar, dààr kan ik niets mee beginnen.
Renee
Bah nierdialyse nummer zoveel... Weer zoveel uren in dat ziekenhuis doorbrengen. Er is ook niets leuks op de tv. Ben al heel wat zenders bijlangs gezapt. Een herhaling van "Boer zoekt vrouw". Ik weet al lang dat ze bij Bertie patat gaan eten en dat ze eerst gaat douchen. Moordvrouw, ook weer een herhaling met een Wendy van Dijk op hoge hakken. Hoe ongelofelijk. Dan maar dat muziekprogramma. Best een leuk nummer van een of andere rockchick. He lekker afleiding. Daar komt eten aan heerlijk. Benieuwd wat het is. Voor mij altijd een verrassing, de lijsten worden altijd een dag van tevoren al ingevuld. Heerlijk spruitjes. Ik snap niet dat er zoveel mensen zijn die ze niet lekker vinden.
Nog eventjes en dan mag ik naar huis. Heerlijk.
Zo weer thuis. Ik zeg even dag tegen mijn overleden man in het fotolijstje.
En nu lekker op de bank met wat doppinda's. Is lekker met dit weer, ik zie de sneeuwvlokken vallen in het schijnsel van de lantaarnpaal. Wat ben ik blij dat ik weer thuis ben...
Ink
Sarah koppelde haar Fender los en liep het podium af. Het was een heerlijk optreden en in de spotlights voelde ze zich een echte rockchick. Het was altijd omschakelen naar het gewone leven weer. Haar spruitjesleven bij haar gezinnetje thuis. Waar stergedrag niet gewaardeerd werd en ze gewoon meedraaide in het gezinsleven.
Ze liep de kleedkamer in waar de grote schaal met blauwe m en m's al klaar stond. De gedachte dat daar iemand uren meebezig was, maakte haar aan het lachen. Ze trok een corona open en zette het flesje aan haar lippen en klokte het in 1 keer naar binnen. Drukte een paar doppinda's plat en gooide ze de lucht in en ving ze op in haar mond.
De tourmanager stapte binnen of ze zin had om Bertie te spreken. Oh mijn god zuchtte Sarah, ook dat nog. Bertie die nooit geen boe en bah kon zeggen als ze Sarah ontmoette. In haar rolstoel met allerlei randapparatuur kwam ze binnen en werd gelijk al rood toen sarah hoi zei. Hoe vond je het concert, hoe vond je de zaal, hoe vond je dit en hoe vond je dat? Wat heb je gegeten? Boerenkool? Nee spruitjes??? Lekker hoor. Ze zuchtte eens diep en was wel klaar met Bertie. Had ze al eens gevraag wat ze voor apparatuur bij zich had? Kon het haar wat schelen?
Een felle lamp sprong aan...oh ook dat nog: filmopnames. Laten we maar even sociaal doen. Hoe is het nu met je gezondheid vroeg ze aan Lesbertie. ze luisterde half naar het antwoord over iets met een nier en wekelijkse dialyse. What the fuck. Gaaaap. Ik ben er klaar mee dacht Sarah. Hier ik geef je een gesigneerde foto, want ik moet nu echt weg.
Toen ze uren later naar de tourbus liep zag ze tussen de regendruppels door een rolstoel staan onder een lantaarnpaal.
Naast de rolstoel lag een lichaam op de grond verkrampt. Met de snoeren van het apparaat om haar nek en het andere eind aan de lantaarnpaal....In haar handen de gesigneerde foto in een lijstje gepropt
Wegwezen dacht ze en sprong de bus in.
Claudia
Bammmm, met de fiets tegen de lantaarnpaal.
Had ik maar beter uit mijn doppinda's moeten
kijken. De vers geplukte spruitjes over de grond,
dit was een mooi fotomoment geweest voor de fotolijst
van de plaatselijke krant, met als titel, rockchick
van de week. Zo, en nu op naar de nierdialyse
Frankie
Sam keek naar de foto in het fotolijstje waar ze zelf opstond. Lekker en mooi als de echte rockchick die ze ooit was en aanbeden werd door duizenden fans. Een traan biggelde over haar wang. Wat had ze een heimwee naar die tijd toen ze nog gezond was en niet elke week naar het ziekenhuis hoefde voor een nierdialyse. Het geld had ze in die tijd gewoon er doorheen gejaagd, dus geen luxe etentjes meer in Sluis bij het driesterrenrestaurant waar de spruitjes smaakten alsof God ze klaarmaakte. Maar nee gewone geroerbakte spruiten met spekjes tegenwoordig. En doppinda's op de bank ipv sushi en champagne. Ze zette een cd aan en neuriede mee met haar top 1 hit van 5 jaar gelden: "Jij bent zo dun als een lantaarnpaal!"
Corina
Nou daar ik zit ik dan weer, die stomme nierdialyse ik word er moedeloos van. 3 keer per week naar dat ziekenhuis, wie had dat gedacht? Vorig jaar voelde ik me nog een rockchick ondanks m'n saaie baantje op kantoor. In het weekend maakte ik dat helemaal goed! Nachten lang dansen bij Jansen en doppinda's eten onder de lantaarnpaal op het plein. Nu zit ik hier en ben ik al die zogenaamde vrienden kwijt. Tja ik snap het wel, wie heeft er nou zin in een zieke vriendin die overal te moe voor is? In m'n hand heb ik een fotolijstje, waarom ik die elke keer meeneem weet ik eigenlijk niet. Het maakt me alleen maar verdrietig en ik voel me er eenzamer door. Hmmmm hoe laat is het?? Ow nog een uurtje en dan is het weer gedaan voor vandaag. Vanavond eet ik bij mijn ouders. Ik hoop maar dat ze niet weer spruitjes hebben gekookt. Bah
Nancy
Deel 2. De ontsnapte TBS-er.
Ron liep terug naar het gammele tafeltje waar zijn bord met spruitjes inmiddels koud was geworden. De fiets die hij buiten had aangetroffen had hij achter het vervallen huisje geplaatst. Met kracht en in één ruk trok hij de tape van Manfreds mond en drukte de loop van het pistool onder Manfreds kin.
"Van wie is die tas?" knikte Ron met gefronste wenkbrauwen.
Manfred wist het niet.
Dat Eline onder de bank alles gaarde sloeg, daar had hij geen weet van. Ondertussen pegelde het zweet van zijn voorhoofd.
"Geen geintjes hè. Ik wil geen pottenkijkers!"
Manfred zou niet durven. Normaliter was hij niet zo bang aangelegd, maar nu scheet hij wel drie kleuren stront. Het was voor het eerst dat de angst hem parten speelde. Als directeur van discotheek ‘The It’ was hij wel wat gewend. De meest vreemde excentrieke en gevaarlijke Rockchicks bezochten namelijk wekelijks zijn gelegenheid. Hij had weleens voor hete vuren gestaan, maar dit sloeg alles. Wat deze achterlijke doppinda nu met hem voor had, was hem niet duidelijk. Het maakte hem zo kwaad dat de woede het overwon van zijn angst.
"Wat wil je nu?" riep Manfred. Waarschijnlijk niet de meest tactische benadering, maar hij had het al gezegd. Er viel een doodse stilte.
Eline voelde dat haar neus begon te kriebelen. Het was al een wonder dat ze nog niet moest niezen met al die stof. Ze kneep haar neus dicht en hoopte maar dat ze geen geluiden produceerde die haar zouden verraden. Uiteindelijk zag ze dat de TBS-er een stoel greep en tegenover de man ging zitten. Tot haar verbazing barste ‘Albert’, wiens echte naam ze niet wist, in huilen uit.
Manfred kon maar weinig empathie opbrengen voor de man die hem gisterenavond zo wreed van straat had geplukt. In het licht van de straatlantaarn had hij gezien dat de man bewapend was. Voor hem reden genoeg mee te werken aan zijn ontvoering. Toch leek het hem, voor zijn eigen veiligheid, beter te doen alsof hij Ron begreep.
Ron liet het vuurwapen zakken. Met waterige rode ogen begon hij stotterend te vertellen dat hij het niet meer zag zitten. Het was niet voor niets dat hij ontsnapt was. Het bericht van zijn vrouw dat ze de ziektekosten niet meer kon betalen voor hun zoontje, had hem tot deze daad aangezet. Een wanhoopsdaad, dat wist hij ook wel, maar wat moest hij anders? Hij kon zijn zoontje toch niet dood laten gaan? De wachtlijst voor een nieuwe nier was lang en de donoren lijst tekort. Dat betekende meer nierdialyses. “Ik heb geld nodig”, snifte Ron. Het kon hem niet interesseren wat er met hem gebeurde. Geld moest er komen! Alhoewel Manfred het een schrijnend verhaal vond, kon hij de wervingsactie niet waarderen. Er zijn meerdere wegen die naar Rome leiden.
“Wat erg van je zoontje”, antwoordde hij desalniettemin gemeend.
“Heb je een foto van hem?”
Het leek Manfred wijsheid om op Rons gevoel te spelen.
Een kleine glimlach verscheen op het gezicht van de TBS-er. Hij droogde zijn ogen en nam een verfrommelde foto uit zijn broekzak. Deze had hij in de kliniek uit het fotolijstje mee gegrist. Het meest dierbare en enige bezit dat hij daar had gehad. De rest kon hem gestolen worden. Vol trots toonde hij Manfred de foto van zijn kleine blonde trots.
Gisele
Moordgrieten:
Ik betreed de plaats delict. Het trekt meteen mijn aandacht, ‘k word er naartoe getrokken. Drie vriendinnen op een fotolijst, Inkie, Renée en Miriam, volgens de heer des huizes. Je kent dat wel, vermoedelijk staat er bij jou thuis ook zo’n één op de kast. Het maakt deze gruwel menselijk. Het doet me denken aan die die ik thuis heb staan. Mijn twee vrienden en ik, na een avondje surfen op de golven van de Noordzee, dronken. Achteraf bekeken ook onbezonnen en gelukkig, zonder verantwoordelijkheden, nog een heel leven voor ons.
Volwassen worden, daar keek ik zo naar uit! Wat een giller! Dag in dag uit moorden en ongelukken onderzoeken, en maar verslagen schrijven. Surfen behoort tot een ver verleden. Een vrouw en twee kinderen, daar doe je het voor. ’t Leven is zo vergankelijk.
Al die dingen zie ik ook op de foto die op de buffetkast staat. Wat een hel. Ik herken haar meteen. Enfin, ’t verschil is wel groot. Nu ligt ze in een plas bloed, even rood als de jurk die ze op de foto draagt. Haar haar nu grijs, toen blond. Rank en slank, nu iets molliger. Je kan nog steeds zien dat Inkie een mooie vrouw is. Je ziet bijna niet dat ze als rockchick een zwaar leven had. Een gevaarlijk leven ook, blijkbaar.
De foto’s die nu getrokken worden zullen wel nooit op een buffetkast komen te staan. Hopelijk kan ik achterhalen wie het schot loste zodat de foto’s niet voor niets in een dossiermap in het archief belanden. Renée en Miriam, haar beste vriendinnen, daar ga ik mee starten…
’t Is al laat als ik thuiskom, alle lichten zijn uit. Er rest me niets anders dan een zakje doppinda’s te openen en te zappen. Misdaad daar kijk ik niet naar, genoeg van die boel overdag. Misschien is er nog een interessant programma op National Geography.
De bel gaat, ik schiet wakker en merk dat ik in de zetel in slaap ben gevallen. Weer eens! Wat een schattig gezin heb ik toch, zonder me te wekken zijn ze er stilletjes vandoor…. Hun leven gaat aan mij voorbij. Ik moet dringend eens tijd voor ze maken.
Mijn assistent staat handenwringend aan de deur te wachten. In alle stilte rijden we samen naar Renée in de hoop meer over Inkie te weten te komen. Renée woont in een gore buurt. Je kent dat wel, zo’n plek waar je liever niet komt. Kleine huisjes met vervallen ramen en scheefgetrokken dakgoten, vuile gordijnen voor de ramen en onverzorgde tuintjes. Het ontbreekt me echt aan moed vandaag dus zeg ik Albert dat hij het woord maar moet voeren.
Met een “ja voor wa ist” wordt de deur geopend nadat we aangebeld hebben. Is dat mens echt de Renée van op de foto vraag ik me af? Dat kan echt niet. Ja, misschien, de ogen zijn nog hetzelfde, als je goed kijkt, denk ik er lachend bij. Renée vertelt ons dat ze al jaren geleden met Inkie gebroken heeft omdat die een omhooggevallen kutwijf geworden is. Haar dood raakt Renée van geen kanten en al snel zijn we uitgepraat. Daar zijn we geen van beiden kwaad om, onbewust hebben we zo lang als mogelijk onze adem ingehouden uit angst om ook dronken te worden. Hopelijk blijft de lucht van aangebrande spruitjes niet in onze kleren hangen.
Miriam, nog geen haar veranderd, wonend in één van de chique villa’s uit de buurt, weet ons te vertellen dat Inkie een minnaar heeft maar natuurlijk kan ze ons geen naam geven. Ze vertelt dat ze hen samen onder de lantaarnpaal net naast de bioscoop zag. Zelf was ze te ver af om hem te zien, laat staan te kennen maar het was duidelijk niet Inkies man, daarvoor was deze man veel te groot.
Lap, waarom krijgen we nooit eens deftige aanwijzingen. Hoe kunnen we nu een moord oplossen als we nergens geholpen worden. Daar word ik zo moe van. Hopelijk weet de TR ons morgen wat meer te vertellen.
Albert en ik begeven ons naar het bureau waar we op onze kop gaan krijgen omdat we nog niets hebben. Ja, onze baas denkt dan ook dat we net zo slim zijn en over alle snufjes beschikken die alle dagen in onze strot worden geduwd door die ohhh zo toffe series. Wat een lachertje.
“raar” denk ik als Albert me thuis brengt, “de deur staat open”. Ik sla de autodeur dicht en ga naar binnen. Anita, mijn vrouw kijkt me met tranen in de ogen aan en zegt. “Schat, ik trek dit niet langer. Je bent de afspraak die ik bij de dokter had vergeten. Ik weet niet hoe ik hier geraakt ben. Mijn nieren zijn om zeep, hopelijk komt er snel een plaatsje vrij voor de nierdialyse.” Meer komt er niet uit, een luide ongecontroleerde huilbui breekt mijn hart.
Op zo’n moment kan een foto van drie vriendinnen me niet meer boeien!
Verslagen schenk ik twee glazen malt uit, ga naast Anita zitten, kijk naar onze trouwfoto en neem haar stevig in mijn armen.
Morgen, overmorgen of over een paar maanden wordt er weer iemand vermoord….mijn vrouw, door een wachtlijst en daar, dààr kan ik niets mee beginnen.
Renee
Bah nierdialyse nummer zoveel... Weer zoveel uren in dat ziekenhuis doorbrengen. Er is ook niets leuks op de tv. Ben al heel wat zenders bijlangs gezapt. Een herhaling van "Boer zoekt vrouw". Ik weet al lang dat ze bij Bertie patat gaan eten en dat ze eerst gaat douchen. Moordvrouw, ook weer een herhaling met een Wendy van Dijk op hoge hakken. Hoe ongelofelijk. Dan maar dat muziekprogramma. Best een leuk nummer van een of andere rockchick. He lekker afleiding. Daar komt eten aan heerlijk. Benieuwd wat het is. Voor mij altijd een verrassing, de lijsten worden altijd een dag van tevoren al ingevuld. Heerlijk spruitjes. Ik snap niet dat er zoveel mensen zijn die ze niet lekker vinden.
Nog eventjes en dan mag ik naar huis. Heerlijk.
Zo weer thuis. Ik zeg even dag tegen mijn overleden man in het fotolijstje.
En nu lekker op de bank met wat doppinda's. Is lekker met dit weer, ik zie de sneeuwvlokken vallen in het schijnsel van de lantaarnpaal. Wat ben ik blij dat ik weer thuis ben...
Ink
Sarah koppelde haar Fender los en liep het podium af. Het was een heerlijk optreden en in de spotlights voelde ze zich een echte rockchick. Het was altijd omschakelen naar het gewone leven weer. Haar spruitjesleven bij haar gezinnetje thuis. Waar stergedrag niet gewaardeerd werd en ze gewoon meedraaide in het gezinsleven.
Ze liep de kleedkamer in waar de grote schaal met blauwe m en m's al klaar stond. De gedachte dat daar iemand uren meebezig was, maakte haar aan het lachen. Ze trok een corona open en zette het flesje aan haar lippen en klokte het in 1 keer naar binnen. Drukte een paar doppinda's plat en gooide ze de lucht in en ving ze op in haar mond.
De tourmanager stapte binnen of ze zin had om Bertie te spreken. Oh mijn god zuchtte Sarah, ook dat nog. Bertie die nooit geen boe en bah kon zeggen als ze Sarah ontmoette. In haar rolstoel met allerlei randapparatuur kwam ze binnen en werd gelijk al rood toen sarah hoi zei. Hoe vond je het concert, hoe vond je de zaal, hoe vond je dit en hoe vond je dat? Wat heb je gegeten? Boerenkool? Nee spruitjes??? Lekker hoor. Ze zuchtte eens diep en was wel klaar met Bertie. Had ze al eens gevraag wat ze voor apparatuur bij zich had? Kon het haar wat schelen?
Een felle lamp sprong aan...oh ook dat nog: filmopnames. Laten we maar even sociaal doen. Hoe is het nu met je gezondheid vroeg ze aan Lesbertie. ze luisterde half naar het antwoord over iets met een nier en wekelijkse dialyse. What the fuck. Gaaaap. Ik ben er klaar mee dacht Sarah. Hier ik geef je een gesigneerde foto, want ik moet nu echt weg.
Toen ze uren later naar de tourbus liep zag ze tussen de regendruppels door een rolstoel staan onder een lantaarnpaal.
Naast de rolstoel lag een lichaam op de grond verkrampt. Met de snoeren van het apparaat om haar nek en het andere eind aan de lantaarnpaal....In haar handen de gesigneerde foto in een lijstje gepropt
Wegwezen dacht ze en sprong de bus in.
Claudia
Bammmm, met de fiets tegen de lantaarnpaal.
Had ik maar beter uit mijn doppinda's moeten
kijken. De vers geplukte spruitjes over de grond,
dit was een mooi fotomoment geweest voor de fotolijst
van de plaatselijke krant, met als titel, rockchick
van de week. Zo, en nu op naar de nierdialyse
Frankie
Sam keek naar de foto in het fotolijstje waar ze zelf opstond. Lekker en mooi als de echte rockchick die ze ooit was en aanbeden werd door duizenden fans. Een traan biggelde over haar wang. Wat had ze een heimwee naar die tijd toen ze nog gezond was en niet elke week naar het ziekenhuis hoefde voor een nierdialyse. Het geld had ze in die tijd gewoon er doorheen gejaagd, dus geen luxe etentjes meer in Sluis bij het driesterrenrestaurant waar de spruitjes smaakten alsof God ze klaarmaakte. Maar nee gewone geroerbakte spruiten met spekjes tegenwoordig. En doppinda's op de bank ipv sushi en champagne. Ze zette een cd aan en neuriede mee met haar top 1 hit van 5 jaar gelden: "Jij bent zo dun als een lantaarnpaal!"
Corina
Nou daar ik zit ik dan weer, die stomme nierdialyse ik word er moedeloos van. 3 keer per week naar dat ziekenhuis, wie had dat gedacht? Vorig jaar voelde ik me nog een rockchick ondanks m'n saaie baantje op kantoor. In het weekend maakte ik dat helemaal goed! Nachten lang dansen bij Jansen en doppinda's eten onder de lantaarnpaal op het plein. Nu zit ik hier en ben ik al die zogenaamde vrienden kwijt. Tja ik snap het wel, wie heeft er nou zin in een zieke vriendin die overal te moe voor is? In m'n hand heb ik een fotolijstje, waarom ik die elke keer meeneem weet ik eigenlijk niet. Het maakt me alleen maar verdrietig en ik voel me er eenzamer door. Hmmmm hoe laat is het?? Ow nog een uurtje en dan is het weer gedaan voor vandaag. Vanavond eet ik bij mijn ouders. Ik hoop maar dat ze niet weer spruitjes hebben gekookt. Bah
Geen opmerkingen:
Een reactie posten