De Flaptekst
Deze week houd ik me noodgedwongen nog steeds bezig met de flaptekst voor ‘SNUFF’. Ik zie mijn kostbare uren wegtikken op de klok en aangezien er toch niets uit mijn handen komt, pak ik de kaftloze proefdruk van ‘SNUFF’ nog maar eens op, in de hoop dat ik alsnog een idee krijg voor de flaptekst, wanneer ik het verhaal nog een keer doorlees.
Vierentwintig uur later heb ik nog altijd niets, behalve een chronisch gebrek aan nachtrust en een naderende deadline. Ik heb grote moeite om het verhaal samen te vatten, zonder iets te verraden. Van wat ik op papier zet blijft, na het bewerken ervan met een rode pen, waarbij ik spoilers schrap, weinig over. Als ik een korte pauze neem en even over het internet surf, zie ik dat ik zelfs advies krijg over de flaptekst van collega-schrijfster Yara March, naar aanleiding van mijn vorige blog. Het is geen advies dat ik letterlijk kan gebruiken, maar het zet me wel op een ander ‘denkspoor’. Ik zie weer licht aan het einde van de tunnel.
Na nog een hele middag brainstormen met een deel van mijn team, heb ik ironisch genoeg de flaptekst binnen een kwartier in de definitieve versie op papier.
Aangezien het midden in de nacht is, wacht ik tot de volgende dag om het eindresultaat van mijn lijdensweg voor te leggen aan een aantal mensen. Ik vraag zowel mensen die het al gelezen hebben als mensen die niet bekend zijn met de verhaallijnen. Beide groepen zijn enthousiast, dus ik besluit er niets meer aan te veranderen.
Omdat mijn zaakwaarnemers een mini-bio op de achtercover van ‘SNUFF’ willen en ik geen idee heb hoe ik dat moet aanpakken, vraag ik Patrice van Trigt of zij daar een idee over heeft. Tenslotte leest zij misschien wel 300 boeken per jaar, dus als iemand veel bio’s voorbij heeft zien komen, dan is het Patrice.
Een dag later bedenk ik me dat ik de verkeerde vraag heb gesteld. Ik had niet moeten vragen om ‘meedenken’, maar om ‘schrijven’ en ik bel terug. “Patrice, help! Wil jij de bio schrijven voor op de cover van ‘SNUFF’?” Ze zegt gelukkig ‘ja’ en twee telefoontjes en een dag later heeft ze het op papier.
De laatste kleine aanpassingen worden gemaakt aan de kaft en dan is het zo ver. Maandag gaat ‘SNUFF’ naar de drukker.
Even maakt dat idee me een beetje treurig, omdat ik mijn personages los moet laten. Ondanks dat ik veel minder tijd met hen heb doorgebracht dan met Misha en Lennart uit ‘De Dode Kamer’, ben ik toch stiekem erg gehecht geraakt aan de markante hoofdpersoon uit ‘SNUFF’. Dat is één van de redenen dat ik nog zoveel projecten op de plank heb liggen die niet af zijn. Soms wil ik zelf niet weten hoe het afloopt en soms wil ik de personages bij me houden. Ik geef de proefdruk van ‘SNUFF’ aan mijn ouders, zodat de personages gevoelsmatig fysiek het huis uit zijn en pak de draad weer op met ‘Project X II’.
Het is nog even wachten tot de eerste week van juni, totdat ‘SNUFF’ uitkomt en jullie ook kennis kunnen maken met Sixten Jinks, maar zoals beloofd hierbij alvast de definitieve cover en de flaptekst.
Bronja
ik ben zoooooo benieuwd !
BeantwoordenVerwijderenIk ook!
BeantwoordenVerwijderenIs het al juni?? Wat een ontzettend gave naam trouwens, Sixten Jinks, dat belooft wat!
BeantwoordenVerwijderen