Hoi Ronald, onze leden van Thrillerlezers! zijn altijd nieuwsgierig naar de auteur achter het boek, zou jij je in Veertien Woorden aan hun kunnen voorstellen?
Een gedreven auteur van spannende verhalen met liefst een
dubbele twist aan het slot.
Wanneer kwam je erachter dat je eigenlijk boeken wilde
schrijven en hoe heb je dat kunnen verwezenlijken?
Als jongetje van elf kwam ik erachter dat ik het ontzettend
leuk vond om spannende verhalen te verzinnen en omdat ik ze niet wilde vergeten
ben ik ze gaan opschrijven. Daarmee begon de liefde voor schrijven. Rond
diezelfde tijd ben ik aan een dagboek begonnen en verdween de fictie naar de
achtergrond. Pas heel veel later ben ik weer begonnen met het schrijven van
spannende verhalen. Ik stelde het steeds uit en het werd een soort wens om het
schrijven na mijn pensionering serieus op te pakken. Zo’n twaalf jaar geleden
vroeg ik me ineens af waarom ik nog zo lang moest wachten. Toen realiseerde ik
me dat het absurd was om iets wat je zo graag wilt doen uit te stellen. Ik ben toen
gewoon maar begonnen en binnen twee jaar verscheen mijn eerste thriller
Varkensbloed in chocolade.
Is jouw werk als jurist goed te combineren met het
schrijverschap? Wilde je als klein jongetje al jurist worden? Nee, lijkt mij,
maar wat dan wel?
Haha, nee ik had eigenlijk geen idee wat ik wilde worden. Ik
vond heel veel dingen leuk en had moeite met kiezen. Ik ben na mijn middelbare
school begonnen in de verpleging, maar omdat ik het leren miste, ben ik overgestapt
naar de universiteit om Gezondheidswetenschappen te studeren. Na de studie was
er weinig werk in deze sector en ben ik in de ict belandt als programmeur en
analist. Iets totaal anders. In de avonduren ging ik uit interesse Rechten
studeren en zo ben ik uiteindelijk jurist geworden.
Het fijne van boeken schrijven is dat je je steeds in een
andere wereld kunt onderdompelen. Zo kan ik dus doorgaan met het ontdekken van
nieuwe dingen zonder dat ik steeds van baan hoef te wisselen. Dit zeg ik
uiteraard met een vette knipoog want mijn huidige baan vind ik net als het
schrijven ontzettend leuk. Ik lijk eindelijk mijn draai te hebben gevonden.
Veertien Woorden is alweer je 5e boek, waar
haalde je het onderwerp voor dit verhaal vandaan?
Het globale idee komt meestal vanzelf als ik een aantal
dagen in mijn eentje een onbekende stad bezoek. Veertien woorden ontstond al in
de rij voor de securitycheck op Schiphol. Zo graag wilde het verhaal het
daglicht zien. Degene die het boek hebben gelezen weten waar ik op doel.
In dit boek is er ook een ‘rol’ weggelegd voor de stad Amsterdam,
niet zo gek omdat je er zelf woont, wat heeft jou destijds doen besluiten om
het Utrechtse om te ruilen voor het Amsterdamse?
Ik ben geboren en deels opgegroeid in Utrecht (en Nieuwegein
– waar mijn thriller Beschermduivel zich afspeelt). Ik ben gaan studeren in
Maastricht (de locatie van Fantoomzoon) en wilde daarna graag naar Amsterdam.
Deze stad trok me enorm aan. Ik denk met name de vrijheid die je er voelt en
ervaart. En de verscheidenheid aan mensen die vanuit iedere hoek in Nederland
en daarbuiten naar deze stad komen, maakt dat je je er heel snel echt thuis
voelt en nooit hoeft te vervelen.
Wat is jou meest favoriete plek in Amsterdam (buiten je
eigen huis)?
Dat zijn De Pijp en het Vondelpark.
Je was zelf ook in New York, de belangrijkste stad in je
boek? Welke plek moet iemand zeker gaan bezoeken en loop je dan ook die
beroemde boekenwinkel binnen?
Dat zijn heel veel plekken, maar in Veertien woorden komen
ze volgens mij allemaal voorbij: de pier bij de Hudson rivier, Central Park,
Bryantpark, de High Line, Dumbo in Brooklyn, maar vooral dralen door de
verschillende wijken en straten van Manhattan. En ja, natuurlijk Rizolli
Bookstore.
Ik vind zelf dat je een geweldige openingsscéne hebt
geschreven, eentje die de lezer meteen verder het verhaal in trekt, maar ik moest
er ook wel erg om lachen. Zit jij soms ook lachend achter je bureau, om de
situaties die je zelf creëert, of ben je veelal heel serieus? Hoe kwam je op
deze openingsscéne?
Dank je wel. Ik zie dat als een enorm compliment. Ik zoek in
mijn verhaal altijd naar een unieke manier waarop slachtoffers aan hun einde
komen, dus messen en pistoolschoten zul je in mijn boeken weinig aantreffen. De
openingsscene ontstond na een nachtmerrie waarin mij hetzelfde overkwam als
Dimas. Ik ben de volgende ochtend gaan Googelen of deze vreselijke gebeurtenis ook
werkelijk plaatsvindt en na het bekijken van diverse misselijkmakende youtubefilmpjes
was ik ervan overtuigd dat dit een plekje moest krijgen in Veertien woorden. Absurde
scenes, hoe gruwelijk ook, zijn vaak lachwekkend, dus ik zit vaak met rillingen
over mijn rug en tegelijkertijd een glimlach op mijn gezicht een ijzingwekkende
scene uit te werken.
Ook viel het mij op dat er een flinke hoeveelheid
kleurrijke personages in je boek voorkomen. Was dat meteen vanaf de allereerste
opzet van je boek een bewuste keuze, of groeit zoiets als je, al schrijvende,
verder komt in je verhaal?
Dat groeit. Maar zoals dat ik niet houd van de standaard
manier van hoe een slachtoffer aan zijn of haar eind komt, vind ik het belangrijk
en leuk om me te verdiepen in de verscheidenheid en diversiteit van personages.
Deze laat ik graag terugkomen in mijn boeken. De dronken rechercheur met
Parkinson kent iedereen ondertussen wel, dus het is tijd voor meer
verscheidenheid.
Zonder te veel spoilers weg te geven werden er bepaalde
fictieve zaken op het einde, en die in feite onmogelijk leken, in de echte
wereld toch ineens mogelijk en bijzonder actueel. Hoe was dat om daar tijdens
dit boek ineens achter te komen?
Dat vond ik aan de ene kant enorm schokkend en aan de andere kant bevestigt dat het dogma dat de werkelijkheid onvoorstelbaarder en gruwelijker is dan een fictieschrijver ooit kan verzinnen.
Maak jij gebruik van vaste mensen die eerst je manuscript
doorlezen, of heb je juist liever een betrouwbaar familielid, vriend of
partner? Hoe gaat dat bij jou in zijn werk?
Ik heb meerdere proeflezers waarvan ik weet dat ze kritisch
en eerlijk zijn. Ik neem hun opmerking ook altijd ter harte en pas het verhaal
er op aan.
En dan is het zover: je boek komt uit. Hoe zorg je ervoor
dat je zoveel mogelijk mensen kan bereiken?
Via social media. Ik vind het ontzettend leuk om reacties te
krijgen van lezers en daar iets mee te doen. In Veertien woorden is
bijvoorbeeld de naam van het personage Claudia afkomstig van een lezer. Al is
het in een thriller natuurlijk altijd de vraag hoe het uiteindelijk afloopt met
het personage dat jouw naam draagt. Het geeft een extra dimensie aan het boek.
De uitgever benadert bloggers en maakt reclame via kranten
en tijdschriften. Maar uiteindelijk moet het boek het hebben van
mond-op-mondreclame. En een portie geluk. Dat iemand met een groot publiek
enthousiast is over je boek en dat uitdraagt.
Welke auteurs lees je zelf graag, en welke genres zijn
favoriet of juist niet? Wat is je meest geliefde boek aller tijden? En las je
onlangs nog een aanrader?
Harlan Coben, Baldacci en zeker ook Michael Robotham zijn
mijn favorieten. Thrillers dus, maar de laatste tijd lees ik ook meer romans.
Waaronder een absolute aanrader: Onder Buren door Juli Zeh.
En mijn favoriet allertijden is de Groene Bloem Trilogie
door Floortje Zwigtman. Het gaat over een jongeman die opgroeit in het Londen
van Oscar Wilde in de 19e eeuw.
Ben je al bezig met een nieuw boek, een nieuw plot,
nieuwe personages? Kan je er al iets aan ons over kwijt?
Ik ben inderdaad bezig met boek 6. Ik kan er nog weinig over
kwijt, maar er komen interessante en kleurrijke personages in voor.
Ronald, heel erg bedankt voor het beantwoorden van onze
vragen en heel veel succes met Veertien Woorden.
Dank je wel voor de leuke originele vragen.
Thrillerlezersblog: ‘14 Woorden’ geschreven door Ronald van den Broek
Geen opmerkingen:
Een reactie posten