zaterdag 7 mei 2022

Karin K in gesprek met Kevin Valgaeren

 


Hallo, Kevin Valgaeren. Graag wil ik jou, naar aanleiding van je boek De Ziener, wat vragen stellen namens Thrillerlezers!

 

 

Hoe zou jij je voorstellen aan de lezers die jou nog niet kennen?

Ik ben een schrijver van duistere thrillers die vaak een bovennatuurlijk kantje hebben. Doorgaans spelen de verhalen zich af in het Engeland van de negentiende eeuw. Klassieke griezelverhalen met een twist, dus. Gothic Novels. Ik schrijf al verhalen sinds ik schaamhaar begon te krijgen, maar een echt boek kwam er pas in 2011, na vijf jaar schrijven en ploeteren. Ik woon in het Belgische Leuven met mijn vrouw en twee kinderen. Als ik niet aan het schrijven ben, ben ik vooral met de familie bezig, of lees ik. Af en toe durf ik wel eens mijn Playstation opzetten en als er geld over is, koop ik stiekem een mooie vulpen.

 

Was het vreemd om je debuut boek De Ziener (en ook het vervolg Bloedlijn) na 10 jaar te herwerken en opnieuw uit te brengen en waarover moest je vooral waken tijdens dat proces?

‘De Ziener’ herwerken was vreemd, in de zin dat er in de originele versie nog weinig van mijn typische stijl aanwezig was. Het herschrijven was dan ook een voorwaarde om het boek opnieuw uit te brengen. Het gevolg is dat zowat elke zin is veranderd en dat er een vijftigtal pagina’s overbodige informatie uit geschrapt zijn. Opvallend vond ik ook dat in ‘Bloedlijn’ mijn stijl er al wel helemaal was. Daar is ook veel veranderd, maar minder drastisch dan in ‘De Ziener’. Voor ‘Bloedlijn’ heb ik een lang hoofdstuk toegevoegd aan het einde van het verhaal om het geheel mooier af te ronden, want toen dat boek in 2012 verscheen, hadden veel lezers nog vragen over hoe het met de personages verder moest. Waar ik tijdens het herwerken vooral mee rekening moest houden, was om zo weinig mogelijk aan de plot te veranderen, want dan zou ik een heel nieuw boek aan het schrijven zijn geweest en dat was niet de bedoeling.

 

Zijn er persoonlijke ervaringen verwerkt in je boek of is er een personage dat veel eigenschappen of trekjes heeft van jezelf?

Veel van mijn personages hebben kleine dingen die van mezelf of mijn directe omgeving zijn, zonder dat ze mij per se moeten voorstellen. Het huis waar David in Turnhout opgroeide staat bijvoorbeeld op de hoek van de straat waar ik zelf heb gewoond. Zijn passie voor lezen, Engeland en Victoriaanse pommade deel ik ook. In ‘Bloedlijn’ is de flat van Sterre de flat waar ik zelf vijf jaar heb gewoond, toen Turnhout nog mijn thuis was. Ze geeft les op de school waar ik zes jaar van mijn leven ben kwijtgespeeld en ze is dol op het schrijven met een vulpen. Blackwell en Dawkins uit ‘Blackwell’ en ‘Scarlington’ delen alle twee veel karaktereigenschappen met mij. Zowel de goede als de slechte. 😊

 


Hoe kies je de namen van je personages? Zitten er in het boek verwijzingen (namen en data) naar personen of personages die je zelf bewondert? Ik kreeg namelijk sterk dat vermoeden, en heb daar ook erg van genoten, of heb ik het nu helemaal mis?

Nee, je hebt helemaal gelijk. Namen vind ik erg belangrijk en waar mogelijk probeer ik er steeds ergens naar te vewijzen. David Mayfair is uiteraard een naam die een ode is aan het oeuvre van Anne Rice (David Talbot en de Mayfair heksen). Dorian Walpole is vernoemd naar Dorian Gray en Horace Walpole. Radcliffe naar Anne Radcliffe. O’Brien is de echte naam van Anne Rice, en ga zo maar door. Ik ‘Blackwell’ zijn de meeste personages vernoemd naar de kinderen uit ‘Oliver Twist’. Oh, en een geheimpje waarop niemand mij ooit al heeft aangesproken: als er in mijn boeken een begrafenisondernemer voorkomt, dan heet die altijd Dacre Eathroad. D. Eathroad. Deathroad.

 

Heeft iemand je attent gemaakt op de waargebeurde feiten die verwerkt zitten in dit verhaal, of was je op de hoogte van die informatie? Hoe gaat het vinden van een onderwerp voor je boek in zijn werk?

In het nawoord van ‘De Ziener’ vertel ik dat verhaal al. Eigenlijk had ik het verhaal van ‘Bloedlijn’ eerst, maar omdat ik David wou introduceren in een proloog die zich in Borley afspeelde, ben ik het een en ander gaan onderzoeken. Ik vond de geschiedenis van pastorie zo interessant dat het uiteindelijk een volwaardig boek is geworden.

 

Je bent persoonlijk een kijkje wezen nemen op de plek van het klooster en de later daarop gebouwde pastorie van Borley, als ik juist geïnformeerd ben,  hoe was dat om daar te zijn? Heb je er onverklaarbare verschijnselen mee gemaakt en geloof je zelf in een soort hiernamaals of in bovennatuurlijke verschijnselen?

Dat zijn veel vragen waar ik nog uren over kan praten, maar ik zal het kort houden. De plekken in ‘De Ziener’ heb ik allemaal bezocht, behalve Borley, want daar valt tegenwoordig niets meer te zien. In 1939 werd de pastorie verwoest door een brand, anders dan in het boek dus. Enkele jaren later werden de restanten met de grond gelijkgemaakt en tegenwoordig staan er op de site enkele saaie huisjes. The Swan bestaat ook niet, maar het huis van Michael Lightner staat er wel nog.

Ik heb zelf nog nooit onverklaarbare evenementen meegemaakt en ik geloof, denk ik, niet in het hiernamaals. Eigenlijk ben ik een redelijk nuchtere jongen en ben ik van mening dat zaken waar je in moet geloven vooraleer ze waar zijn, doorgaans nooit echt waar zijn. Dat neemt niet weg dat die dingen mij mateloos fascineren, want de grote zwakte van wetenschappelijk onderzoek is doorgaans dat dat wat niet verklaard kan worden met de huidige middelen dan maar genegeerd moet worden. En dat vind ik kort door de bocht. De bovennatuurlijke elementen in mijn verhalen zijn veeleer metaforen voor de echte angsten van de personages, of, in het geval van David, het gebrek daaraan.

 


Wat was als kind jouw grootste angst op thriller gebied (boek of film) en wat is nu nog je grootste angst?

Als kind moet dat de film ‘De lift’ zijn geweest. Een draak van een horrorfilm, maar nooit vergeet ik een bepaalde scene die ik per ongeluk door de vingers van mijn moeder heb gezien, toen die mij voor die fake gruwel wou beschermen. In die scène zit een personage in de beruchte lift en vallen er enkele druppels bloed op diens schouders. Even later zakt er een zwaar verminkt lijk door het plafond. Toen ik die film jaren later opnieuw terugzag, heb ik daarmee hartelijk moeten lachen. Mijn grootste angst nu is die waanzinnige Russische despoot. Het is een beetje raar, want vroeger zou ik daar minder zwaar aan hebben getild, maar nu ik kinderen heb, maar ik mij erg veel zorgen over hun toekomst.

 

Een drukke tijd voor jou, want je bent recent voor de 2e keer vader geworden. Lees jij je kinderen graag voor, en kies je dan voor een spannend verhaal of ga je dat straks langzaam opvoeren als ze wat ouder zijn?

Dat kan je wel zeggen. Tijd is mijn grootste vijand, maar ik dwing ‘m af. 😊 Ik lees mijn kinderen erg graag voor. De jongste is net twee maanden, dus die moet nog even wachten, maar mijn dochter is dol op verhalen en ik lees ze voor en speel dan een hele stemmencast. Voorlopig zijn de verhalen nog niet erg spannend, hoewel er eentje is waar op het eind een ballon ontploft. Die knal heeft al het een en ander teweeggebracht 😊 De spanning zal ik langzaam opvoeren, maar ik hoop dat ik tegen haar vijfde verjaardag een Stephen King kan voorlezen. Hèhèhè!



 

In september dit jaar komt het vervolg van De Ziener, Bloedlijn, uit waar we héél erg naar uitkijken maar ben je ook al bezig met een heel nieuw verhaal en kun je aan Thrillerlezers al een tipje van de sluier oplichten over het onderwerp, of de datum van uitbrengen?

En op het moment dat er een idee borrelt in je hoofd voor een nieuw boek, deel je dit dan en met wie?

Op dit moment ben ik het geredigeerde manuscript van ‘Bloedlijn’ aan het nalezen en heb ik grotendeels het complexe research proces voor drie nieuw boeken afgerond. Een tipje? Het wordt een drieluik over een psychiatrische instelling. Drie verhalen die zich allemaal op dezelfde plek afspelen, maar op verschillende momenten in de geschiedenis. En uiteraard is de lucht in die instelling zwanger van een duister verleden. De bedoeling is om het eerste deel in het najaar van 2023 uit te brengen, maar dan moet ik echt wel opschieten, want er staat nog geen letter op papier.

 

Welke vraag hoop je dat wij je niet gaan stellen?

En zouden we er dan toch antwoord op mogen krijgen?

Staan er nog tikfouten in ‘De Ziener’? Het antwoord: Ja, zelfs op de achterflap staat een woord te veel. Schandalig!

 

 Heel erg bedankt voor het beantwoorden van al onze vragen. We kijken reikhalzend uit naar Bloedlijn in september.

 

Jullie zijn bedankt om zo graag mijn boeken te lezen. Het blijft een hele eer dat ik niet de enige ben die mijn verhalen graag leest. Er zijn dan wel erg veel boeken beschikbaar, maar toch is dat niet evident.



 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten