Als Hannah De Vries schreef Bob Dijkgraaf ‘De bunker’. ‘De buitenstaanders’ publiceert hij in eigen beheer onder het pseudoniem van Erik Van der Linden. Het is duidelijk dat deze schrijver zich niet laat vangen onder één naam. Hoewel dit op zich al heel bijzonder is, onderscheidt zijn laatste boek zich ook nog op een heel aparte en leuke manier van de meeste andere boeken. Hoe dan? Ook Thrillerlezers! wou er het fijne van weten en vroeg de auteur nog net niet het hemd van het lijf.
•Je schrijft ‘De buitenstaanders’ onder de naam van Erik Van der
Linden. ‘De bunker’ bracht je als Hannah
De Vries. Waarom koos je tweemaal voor
een andere naam?
Het idee is dat de naam op de voorkant van het boek
overeenkomt met die van het hoofdpersonage. Daar heb ik voor gekozen omdat het
hele verhaal is geschreven alsof de hoofdpersonages schrijven over hun leven.
Als Hannah en Erik constant vertellen wat ze meemaken en ineens staat mijn naam
voorop, dan vind ik dat zelf jammer. Het maakt het moeilijker om naam te maken,
maar dat zij dan zo. Op het volgende boek staat weer een andere naam, namelijk
Niels Beukers. Dat pseudoniem houd ik dan wel minstens vier boeken aan. De
achternamen zijn achternamen van mijn andere grootouders. Ik vond het mooi om
hen ook te eren.
• Jouw officiële naam is Bob Dijkgraaf.
Is er een plan om ooit onder jouw echte naam een boek uit te brengen?
Sterker nog, er komen twee verhalenbundels uit onder
mijn eigen naam. Dit zijn – vaak – geen spannende verhalen. Het gaat meer
richting een roman. Die bundels zijn vanaf 1 februari te bestellen via www.twss.nl. Ook heb ik een roman geschreven. Ik hoop dat die
ooit het levenslicht ziet en dat zal dan wel onder mijn eigen naam gebeuren,
maar de komende jaren komen er dus nog minstens vier thrillers uit die ik niet
onder mijn eigen naam schrijf.
• Je bent docent talen. Heeft jouw baan enige invloed gehad op jouw beslissing om auteur te worden? Of had je al veel eerder het plan om schrijver te worden?
Toen ik vier was had ik voor het eerst een
vriendinnetje en de rolverdeling was al snel duidelijk: zij zou dokter worden
en ik werd huisvader/schrijver. De liefde hield geen stand, de droom wel. Ik
heb altijd de wens gehad om te schrijven, maar ik schrijf bijna manisch. Als ik
bezig ben, ram ik er in een paar weken een boek uit. Daarna heb ik echt afstand
van het schrijven nodig. Het docentschap zorgt voor houvast en een goed
inkomen, het schrijven is de mooie hobby voor de zomervakantie. Van alleen maar
schrijven zou ik gek worden.
• Na ‘De bunker’ kies je met ‘De
buitenstaanders’ voor een verhaal dat naar eigen zeggen veel dichter bij jouw
persoonlijke leven aanleunt. Kan je dat
even uitleggen?
Zes jaar geleden vertelde iemand dat er in zijn dorp
een jongen een website had gemaakt waarop hij een meisje de liefde verklaarde.
Dat deed hij door allerlei verwijzingen te maken naar de Bijbel. Een
vluchtnummer correspondeerde met een Bijbelvers en daarin stond dat iemand
ergens voor ging. Dus: hij moest ervoor gaan, dat was een teken van God. Het
was duidelijk dat hij nooit met haar had gesproken en dat ook niet ging doen.
Zij was via-via achter het bestaan van de site gekomen en was logischerwijs
niet blij. Toen ik het hoorde wist ik: ‘hier zit een boek in’. Een half uur
later had ik het concept staan: jongens op de middelbare school maken een site
voor een meisje en dat gaat fout, iets wat op de reünie resulteert in een
moord. Het idee kreeg in mijn hoofd een plek naast alle andere ideeën, maar ik
merkte dat ik het langzamerhand vulde met eigen gevoelens en eigen ervaringen.
Om de karakters meer diepgang te geven, moest ik weer nadenken over hoe die
tijd voor mij was. Het is niet zo dat veel dingen waargebeurd zijn, maar de
gevoelens van de hoofdpersonages heb ik ook gevoeld.
• Erik is net als jij docent. Lijkt hij ook daadwerkelijk op jou? Hoeveel van hem zit er in jou en omgekeerd?
Veel. De wat cynische kijk op het leven en vooral op
leeftijdsgenoten heb ik van mezelf gepakt en volledig in het personage Erik
gestopt. Wat veel lezers ervaren als humor, dat is precies hoe ik denk. De ene
vindt dat grappig, de ander kwetsend. Net als Erik zal ik die dingen niet snel
uiten, waardoor ik alleen maar mensen kwets in mijn hoofd. Erik is ook heel
lang een wat laf persoon. Hij wil veel, maar durft er niet echt voor te gaan.
Daar heb ik zelf ook heel lang mee geworsteld. Je weet precies waar je gelukkig
van wordt, maar ziet vooral beren op de weg. Die ene persoon waar je verliefd
op bent, die kan jou toch niet zien staan? Die baan die je eigenlijk wil, daar
zitten ze toch niet op jou te wachten? Door constant die vragen te stellen, doe
je uiteindelijk veel dingen niet. Ik kwam gelukkig iets eerder dan Erik tot het
besef dat je daar uiteindelijk niks mee opschiet, maar ook daarin hebben we dus
veel gemeen. Waarin we wel verschillen is dat Erik heel duidelijk moeite heeft
met loyaliteit. Hij wil loyaal zijn naar iedereen en daardoor ontstaat een
conflict. Ik zou het niet tot zo’n conflict laten komen. Dan zou ik gewoon
zeggen: ‘luister, ik mag jou en jou mag ik ook. Voor mij is dat geen probleem,
dus accepteer het, of ik ben weg.’ Maar als hij dat ook had gedaan, dan was er
geen boek geweest. Of in ieder geval geen fictieve moord. Zijn lafheid is voor
mij dus goed geweest.
• Zonder al teveel weg te geven, begrijp jij waarom Erik doet wat hij
doet?
Ja en nee. Hij handelt uit liefde en verlangen en
dat begrijp ik volledig. Op het einde komt hij voor een keuze te staan en daar
zou ik een andere beslissing nemen. Hij moet kiezen aan wie hij loyaal is en
hij probeert echt loyaal te blijven naar iedereen. Daar is hij zelf het
slachtoffer van. Zo erg zou ik niet met mezelf laten sollen. Er komt ook voor
loyale mensen echt een punt dat je aan jezelf moet denken.
• Buitenstaander, onzichtbaar
zijn, is het moeilijk om de gevoelens die daarmee gepaard gaan onder woorden te
brengen?
Eigenlijk totaal niet, omdat ik mezelf ook heel lang
zo gevoeld heb. Op heel veel verschillende manieren. Voor het eerst toen ik
heel jong was. We verhuisden naar Friesland en omdat we import waren, werd ik
letterlijk ‘die Hollander’ of ‘die buitenlander’ genoemd. Later omdat ik boeken
las, verhalen schreef of vanwege mijn liefde voor Feyenoord. Ik leefde graag in
mijn eigen hoofd en dan word je al snel gezien als raar, als een
buitenstaander. Er waren jaren dat ik omringd werd door precies de juiste
mensen, waardoor ik me volledig onderdeel voelde van een groep, maar de jaren
waarin dat niet zo was waren lange tijd talrijker. Om het op papier te zetten
hoefde ik dus alleen maar terug te denken aan vroeger. Dat iedereen in de
kantine zat of naar de supermarkt liep, maar dat ik in de mediatheek zat, omdat
de mensen die ik mocht waren blijven zitten. Die eenzaamheid is tijdens het
schrijven heel makkelijk weer op te roepen.
• Zouden de Daniëls, Stevens, Eva’s van deze wereld echt tot jouw vriendenkring kunnen behoren?
Daniël wel. Ik heb meerdere vrienden gehad die veel
op Daniël lijken. In het boek ligt de focus natuurlijk op Erik, maar ook Daniël
is een buitenstaander. Hij is te populair om buitengesloten te worden, maar
voelt zich ook niet honderd procent thuis in de groep waarin hij zit. Hij wil
meer intellectuele uitdaging en krijgt die maar niet. Dat soort types vind ik
nog steeds interessant, omdat ze in tweestrijd zijn. Wat vind ik belangrijker:
stoer gevonden geworden of uitdragen dat het oké is om slim te zijn en een
diepgaand gesprek te willen voeren? Steven heeft dat allemaal wat minder en
hoewel ook hij nergens echt thuis is, zou ik met hem te weinig raakvlakken
hebben. Behalve dan die clubvoorkeur. Samen naar de Kuip zou wel kunnen. Eva is
moeilijker te zeggen. Haar type vind ik interessant, maar intimiderend. Ik lijk
te veel op Erik om een platonische vriendschap met zo iemand te kunnen
onderhouden.
• Was de keuze voor jouw werkplek als decor voor ‘De buitenstaanders’ een
evidente keuze?
De werkplek komt niet overeen met mijn eigen
werkplek. De school waar Erik werkt is zijn oude middelbare school en het is
mijn oude middelbare school, maar zelf werk ik ergens anders. Ik vond het
belangrijk om Erik daar te laten werken, omdat het versterkt dat hij – op alle
mogelijke manieren – niet los weet te komen van zijn middelbareschooltijd. Die
jaren hebben hem gemaakt tot wie hij is. Hij probeert het als student te
ontvluchten, maar het staat in de sterren geschreven dat hij terug moet komen.
• Gaan sommige collega’s/lezers
zich herkennen in het verhaal?
Ik heb namen van verschillende collega’s en vrienden
of familie laten terugkomen in het verhaal, maar meestal zijn het wel echt
andere personages. De vrienden van Erik heb ik dan weer bewust andere namen
gegeven. Die zijn vaak wel gebaseerd op – een combinatie van – verschillende
mensen, maar niet zo erg dat ze zichzelf herkennen. Hoop ik. Wel staat op zo’n
beetje elke pagina een verwijzing naar een inside joke. Zo zullen veel lezers
na afloop niks meer weten over die ene passage waarin het gaat over een
‘agressief kraantje’, maar gaf dit voor mij de grootste lol, omdat ik wist dat
een vriend van me dit zou herinneren en dat hij erom zou schateren. Dat soort
easter eggs maken het schrijven leuk en daar zit het boek vol mee.
• Hoe was het voor jou om je, nu
je docent bent, weer helemaal onder te dompelen in het leven zoals het is van
scholieren aan de middelbare school?
Heel natuurlijk. Ook als docent probeer ik me te
verplaatsen in de leerlingen. Het gebeurt heel vaak dat ik gefrustreerd ben
omdat leerlingen niet doen wat ik van ze verwacht, maar daarna bedenk ik al
snel: ‘die gasten denken nu alleen maar aan een vervelende situatie thuis of
juist aan die ene persoon waar ze tot over hun oren verliefd op zijn, vind je
het gek dat ze even niet luisteren naar jouw gelul over de onjuist beknopte
bijzin?’ Het antwoord is altijd: ‘nee’. Zodra ik mezelf die vraag stel, weet ik
weer precies hoe het voor mij was.
• Hou jij goede herinneringen aan
jouw tijd op de middelbare school?
Aan de middelbare school houd ik gemengde gevoelens
over. Ik woonde in zo’n klein dorp dat we alleen de onderbouw in ons eigen dorp
konden volgen. Die drie jaar waren geweldig. Ook daar waren buitenstaanders,
maar ik hoorde er niet bij. Daarna kwam de overgang en moesten wij van een
kleine school opgenomen worden in een grote school. Daarmee werden we
automatisch buitenstaanders. Zij zaten er al drie jaar en wij kwamen er ineens
bij. Sommige klasgenoten gingen daar heel goed mee om. Ik kon dat niet. Het
voelde alsof we te gast waren in hun school. Vorig jaar sprak ik mijn oude mentor
en toen we het hierover hadden, zei hij dat het altijd al zijn stelling was dat
mensen die van onze school komen vaak gewoon een jaar nodig hebben om te
wennen. Dat hij dat zei was veelzeggend, want hij was nou net iemand die dat
ook echt zag en je de aandacht gaf waardoor je je – in ieder geval tijdens zijn
lessen – even geen buitenstaander voelde.
• Studeren aan de middelbare
school gaat niet altijd over rozen. In
‘De buitenstaanders’ breng je een aantal situaties en onderwerpen onder de
aandacht die heel herkenbaar zijn voor adolescenten. Tegelijkertijd, hoe pijnlijk ook dit ook
allemaal is, zit er ook veel humor in jouw boek. Speelt humor een belangrijke rol in het dealen
met moeilijke situaties, volgens jou?
Dat denk ik wel. Ik vind het leven geweldig, maar
mijn hoofd werkt niet altijd mee. Piekeren is als een tweede natuur voor me en
eigenlijk is humor dan wat me op de been houdt. Zodra ik merk dat ik me weer
structureel slecht voel, dwing ik mezelf om elke dag minstens één aflevering
van ‘The Office’ te kijken. Dat klinkt simpel en ik zeg ook echt niet dat dat
de oplossing is voor depressies, maar die kleine oplossing heeft mijn leven
zoveel draaglijker gemaakt.
• “Alleen gekken lezen liever.” is een zin die is blijven
hangen. Een uitspraak uit het leven
gegrepen?
Dat had heel goed gekund. Letterlijk is het nooit
tegen me gezegd, maar ik ben geregeld voor gek verklaard omdat ik las. Dat
hoort bij de leeftijd, natuurlijk. Waar klasgenoten gingen experimenteren met
vuurwerk, drank of drugs, was ik altijd al meer geïnteresseerd in verhalen. De
diepgang die dat brengt is wat mij betreft wat het leven het leven waard maakt.
Anderen zien dat anders en dat is hun goed recht. Het gekke is wel: ik zal
nooit iemand ter verantwoording roepen omdat ze zichzelf elk weekend het liefst
in coma drinken, maar ik moet me nog steeds regelmatig verantwoorden omdat ik
dat niet doe. Dat is raar. Lezen blijft iets negatiefs. Iets saais. Fuck dat.
• De ‘Bob Dijkgraaf’ in ‘De
buitenstaanders’ verpersoonlijkt een docent die onder het stof is geraakt. Verwijs je met dit personage in de derde
persoon naar een docent waarvan je ooit les kreeg? Gaf je hem veiligheidshalve jouw eigen naam?
De ‘meneer Dijkgraaf’ in het boek is zoals ik denk
dat leerlingen die mij niet mogen mij zien. Die zien geen gast van 28, maar een
oude lul die te lang over boeken blijft doorpraten. Ik heb hem ouder gemaakt
zodat het hoofdpersonage les van hem krijgt, maar ik vond het mooi dat ik
mezelf belachelijk kon maken in mijn eigen boek. Daar zit ook die humor in. Als
docent moet je je werk heel serieus nemen, maar jezelf niet.
• Erik daagt als docent zijn
leerlingen graag uit, probeert hen actief aan het denken te zetten. Een aanpak die jij zelf ook verkiest? Speel jij ook Black Stories in jouw lessen?
Ik probeer het, maar merk dat ik het alleen fysiek soms voor elkaar krijg. Online lessen zijn de doodsteek voor docenten als Erik en mijzelf. Ik sta nog maar een paar jaar voor de klas en had het gevoel dat ik het onder de vingers kreeg en ineens moet je jezelf opnieuw uitvinden. Zodra alles weer normaal is, kan ik niet wachten om weer echt toffe dingen te doen voor de klas. Black Stories hoort daar zeker bij. Ik had drie uur per week te vullen, maar merkte dat twee eigenlijk wel genoeg was in dat leerjaar. Dus gingen we boekfragmenten behandelen en sloten we de week af met Black Stories. Dat was leuk, maar je moet het niet te lang doen. Leerlingen kunnen er nogal fanatiek van worden. Sommige oud-leerlingen praten er nog steeds over, anderen denken vooral terug aan de ruzies die er op het eind zijn ontstaan. Al kan dat ook te maken hebben met het feit dat ik er een competitie van maakte…
• Meer dan eens wordt er verwezen
naar een spelletje schaken. Een hobby
van jou?
Totaal niet. In de eerste heb ik ooit na school
schaakles gehad. We moesten extra dingen doen en ik koos dat. Het werd geen
succes. Ik laat het in het boek terugkomen omdat ik denk dat het past en omdat
een collega vorig jaar over een leerling zei: ‘wij proberen met hem een band op
te bouwen, maar hij is op een heel ander schaakbord aan het spelen.’ Dat vond
ik mooi. Denken dat je een wedstrijd speelt met iemand, terwijl die ander jou
en je bord ziet als een noodzakelijk obstakel op weg naar zijn echte
tegenstander. Dat is blijven plakken en vond zijn weg in het boek.
• Onder andere Daniël beschikt over een grote collectie boeken. Beschik jij ook over kasten vol boeken?
Kasten vol en dozen vol. Binnenkort gaan we
verhuizen en komt er een grotere kast, maar ook dan weten we al dat er in de
berging dozen vol met boeken komen te staan. Ik zit echt wel tussen de vier- en
zeshonderd boeken en daar komen elk jaar tussen zo’n vijftig boeken bij.
• Er passeren nogal wat schrijvers
en boeken de revue: Kluun, Jane Eyre, Koch, The great Gatsby, … Zitten daar persoonlijke favorieten van jou
tussen?
Zeker. De boeken waar de personages enthousiast over
zijn, zijn ook boeken waar ik blij van werd. Kluun komt er niet al te goed
vanaf, maar ik ben groot fan van de boeken van Herman Koch en Arjen Lubach. Ook
The Great Gatsby en Looking for Alaska staan erin, omdat ik hoop dat mensen het
lezen en door het enthousiasme worden aangestoken. Ik probeer dus niet alleen
leerlingen boeken op te dringen, maar ook mijn lezers.
• Stel je mag 1 boek uitkiezen.
Welk boek zou dat zijn?
Dat is een bijna onmogelijke opgave. Er zijn
meerdere boeken die ik regelmatig herlees, zoals ‘Het diner’ van Koch en
‘Magnus’ van Arjen Lubach, maar als het aankomt op thrillers ga ik voor ‘De
waarheid over de zaak Harry Quebert’. Dat boek weet perfect te spelen met
informatieachterstand en cliffhangers. De auteur sleept je door het boek heen,
laat je precies denken wat hij wil dat je denkt en gaat van twist naar twist,
zonder dat het verveelt. Als ik het lezen beu ben, herlees ik vaak dat boek om
weer plezier te krijgen. En stiekem heb ik nu toch nog twee andere titels
kunnen noemen.
• De literaire escaperoom is een
originele aanvulling op ‘De buitenstaanders’.
Het moet toch ongelofelijk veel werk geweest zijn om al die hints in het
boek te verstoppen en wel op die manier dat de lezer voldoende wordt uitgedaagd bij het kraken van
de codes. Hoe lang heb je wel niet geschreven
aan ‘De buitenstaanders’?
Dertien dagen. Dat lijkt weinig, maar als ik schrijf zit ik tegen het manische aan. Ik denk jarenlang na over een boek en heb altijd meerdere boeken tegelijkertijd in mijn hoofd, maar als ik het verhaal in mijn hoofd rond heb, dan spuit het eruit. Ook dan kan ik nog verrast worden door wat ik schrijf, maar dat gebeurt dan allemaal in heel korte tijd. Ik maak dan schrijfdagen van één uur ’s middags tot drie uur ’s nachts, waarin ik alleen pauze neem voor eten en wellicht een aflevering van een serie. ’s Ochtends wandel ik of loop ik hard, terwijl ik denk over wat ik ga schrijven. Dat is het. Als ik dat twee weken doe is het boek er en hoef ik alleen nog maar te kijken naar tikfouten. Ik schrijf dan geregeld tienduizend woorden op een dag, dus ook als docent Nederlands liggen die slordigheden op de loer. Dit boek was wel lastiger, vanwege die escape room, maar eigenlijk heb ik die in drie wandelingen van een uur bedacht. Ik wist dat ik drie hordes wilde creëren, wist hoe ik de eerste wilde doen en wist wat de tweede moest zijn. Dat zorgde ervoor dat ik heel precies moest zijn met één aspect van het boek, maar dat heeft me echt maar een dag extra gekocht. Meestal heb ik een begin en een eind op papier staan en al het andere zit alleen maar in mijn hoofd. Nu heb ik alles wel per hoofdstuk kort moeten noteren. Dat was even vier uur werk en de dag erna begon ik, om dertien dagen later om drie uur ’s nachts klaar te zijn.
• Wordt ‘De buitenstaanders’ verplichte lectuur voor jouw
leerlingen? Alweer een manier om hen uit
te dagen?
Verplicht niet, maar er zijn al leerlingen die het
gelezen hebben en vorige week heb ik over ‘De Bunker’ mondelingen gehad. Dat is
voor mij leuk, maar het belangrijkste is dat een leerling plezier heeft in het
lezen van boeken. Voor de ene leerling is mijn boek daar perfect voor, voor de
andere is mijn boek totaal ongeschikt. Die zal ik dan met liefde iets anders
aanraden.
• Op You Tube verwijzen enkele
videofragmenten naar jouw boek. Mogen we
ons aan de verfilming van jouw boek verwachten?
Nee, die waren echt als teaser.
• Aan wie zou jij de rol van Erik
dan willen toevertrouwen? Welke
acteur/actrice wil je strikken voor de rol van Eva, Daniêl, Steven?
Niet van toepassing dus. Ik ben ook vooral bekend
met oudere acteurs. De acteurs van de leeftijd van de hoofdpersonages ken ik
niet.
• Nog een laatste vraag. Ben je alweer met een nieuw project
bezig? Kan je daar al kort iets over
zeggen?
Op dit moment zitten er vier nieuwe boeken in mijn
hoofd. Er komt nog één boek dat op zichzelf staat en daarna ga ik met diezelfde
hoofdpersoon beginnen aan een trilogie. Die trilogie komt waarschijnlijk pas in
2022, maar dit jaar moet ‘De Baron’ uitkomen. Dertig mensen doen mee aan een
tv-programma waarin het spel ‘Weerwolven’ wordt nagespeeld. Wie als laatste
overblijft wint het landgoed waarin ze spelen. Het wantrouwen is er vanaf de
start, maar de zaak explodeert wanneer ze op de zevende dag ontdekken dat niet
alle afvallers het landgoed levend verlaten. Ze spelen het spel niet meer
alleen tegen elkaar, maar ook tegen een moordenaar. Na ‘De Bunker’ en ‘De
Buitenstaanders’ komt dus ‘De Baron’. Alle drie onder een andere naam, maar
eigenlijk ook weer niet, want wie kijkt naar de hoofdletters uit de titels ziet
toch echt staan: Dijkgraaf, Bob.
Je kan het echt niet laten! 😊 Heel leuk en
knap bedacht! Wat teasen betreft, heb
jij geen lessen meer te leren.
Thrillerlezers! wenst jou nog veel schrijfplezier en massa’s inspiratie
voor originele verhalen. Jouw volgende
boek staat alvast op mijn verlanglijst!
Anita
OMG HIJ IS MIJN DOCENT
BeantwoordenVerwijderen