zaterdag 13 februari 2021

De buitenstaanders van Erik Van der Linden

 


Een verhaal met een staartje

‘De buitenstaanders’ valt meteen met de deur in huis: er is een moord gepleegd.  De dader moet gezocht worden onder de vier vrienden van Erik. Wat is er gebeurd?  Wie heeft het gedaan?  Hoe is het zover kunnen komen?

Het begrip ‘buitenstaanders’ wordt onmiddellijk aanschouwelijk onder de aandacht gebracht.  De jaargenoten leiden hun laatste jaar op de middelbare school in op een vakantiepark.  De pikorde is meteen duidelijk.  De populaire ‘jongens’ bevolken de beste huisjes, de sociaal minder of niet aanvaarden worden zowat buitenspel gezet aan de rand van het park; op school ben je als buitenstaander ‘onzichtbaar’ en sta je buiten of aan de rand van leerlingengroep . 

Erik Van der Linden neemt naast de taak van schrijver ook de rol van de ik-persoon voor zijn rekening.  Initieel behoort hij tot het kamp van de buitenstaanders.  Gaandeweg verovert hij een plaatsje binnen in het elitaire groepje.  Hij neemt zijn nieuw verworven status heel ernstig.   Maar schat hij de situatie juist in?  Komt het vertrouwen van twee kanten of is het naïef te geloven dat men zomaar zichzelf kan ‘upgraden’ van buitenstaander tot ingewijde? 

Gaat het cliché ‘Cherchez la femme’ ook hier op?  Het moet gezegd, Eva breekt nogal wat potten.  Wat dat met de nieuw samengestelde groep doet, ontdekt de lezer door de ogen van Erik.  Hij gidst de lezer door het verhaal, gaat heen en weer tussen het heden en het verleden.  Van middelbare scholier evolueert hij naar leerkracht op dezelfde school als waar hij zijn opleiding genoot.  En wie is nu eigenlijk ‘buitenstaander’?

De schrijver vat perfect de sfeer op school.  De universele gevoeligheden die het leven van adolescenten kenmerken zoals de worsteling met geaardheid, het isolement van zij die er niet bij horen, populair zijn of niet, verliefd zijn maar ook afgewezen worden, …, ze zijn allemaal terug te vinden in het verhaal.  Zowel de taal gehanteerd door de leerlingen, als die van de docenten, Erik voelt zich telkens als een vis in het water.  Humor, sarcasme, ironie, cynisme, het zit perfect gedoseerd verweven in het verhaal.

Maar … is Erik wel een eerlijke verteller?  Door het gebruik van de ik-persoon, staat de verteller heel dicht bij zijn lezer.  Is zijn versie van de feiten dan wel de juiste of manipuleert hij de lezer? Net zoals zijn torenhoge vertrouwen in zijn vrienden bij hem dan toch begint af te brokkelen - en dat gebeurt echt niet zonder slag of stoot -, zo ook groeit het wantrouwen bij de lezer.  Ten opzichte van de vrienden, maar ook wat Erik betreft!  Erik verstaat de kunst van het spelen van psychologische spelletjes.  Ik ging er heel graag in mee!  Ik liet mij beïnvloeden tot op het punt dat ik niemand meer kon vertrouwen.

En passant brengt Erik ook zijn visie op ‘lesgeven’ naar voor.  Hij introduceert hiervoor zijn andere identiteit, Bob Dijkgraaf, in de derde persoon.  Via dit personage illustreert hij hoe het vak Nederlands gegeven door stoffige, saaie leerkrachten zijn doel mist. Mooi contrast met de manier waarop Erik literatuur en boeken voorlegt aan zijn leerlingen.  ‘Moet een boek niet leven?’  Ja, leven doet ‘De buitenstaanders’ wel!  Hij daagt zijn leerlingen uit tot nadenken en zet hen aan het werk.  En hij trekt die lijn onmiddellijk door tot bij zijn lezers.  Ook hen wacht een challenge! 

Wie verwacht om de ontknoping van het intrige te vernemen op de laatste bladzijden, is eraan voor de moeite.  Erik Van der Linden weigert de naam van de moordenaar zomaar prijs te geven.  Zowel zijn leerlingen als de lezer moeten er iets voor over hebben om de uiteindelijke moordenaar te ontmaskeren.  Een literaire escaperoom geeft op de laatste bladzijde van het boek een leuke boost aan de beleving van ‘De buitenstaanders’.  De puzzels moeten gelegd worden, de codes gekraakt en dan pas kan je een naam plakken op de moordenaar van ja, een andere buitenstaander.  Wat een precisiewerk moet het geweest zijn om het verhaal zo te schrijven dat het al die hints bevat en dat het helemaal niet opvalt voor de lezer. 

Gaandeweg wordt de volle betekenis van ‘buitenstaander’ duidelijk.  Zo is ieder van ons wel een mogelijke buitenstaander.

Erik houdt de controle over het verloop van het verhaal dat heel vlot leest.  Hij lijkt zelf lang in het ongewisse te verkeren, al weet hij als auteur natuurlijk wel waar hij met het verhaal heen wil. Hij speelt het spel tot op het einde en slaagt erin om de aandacht vast te houden tot op de laatste bladzijde en nog verder.  ‘De buitenstaanders’ is genieten.  Alweer een niveautje hoger dan ‘De bunker’.  Blijven schrijven, Erik/Bob Dijkgraaf!


4,5 kraaien

Anita

 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten