zaterdag 30 mei 2020

Ons Boekmaske Anita heeft Patrick De Bruyn ondervraagd

Enkele weken geleden kregen we op Facebook groot nieuws te lezen: de allernieuwste misdaadroman van Patrick De Bruyn zat er aan te komen!  Mijn thrillerhart ging in overdrive, want een boek vers van de pers van één van mijn favoriete auteurs, ik moest en zou het lezen. Het feit dat Patrick om de haverklap een teaser postte, maakte van mij niet de meest geduldige persoon.  En dan eindelijk was ‘De vrouw die liefhad’ er en kon ik het boek induiken. 
Patrick De Bruyn is niet alleen een begenadigd schrijver van intelligente en spannende misdaadromans, hij is ook heel toegankelijk en open naar zijn lezers toe.  In wat volgt stelt hij zich graag aan u voor – mocht u hem nog niet kennen, maar dat lijkt me onwaarschijnlijk! - en gaat hij in op enkele vragen die verband houden met ‘De vrouw die liefhad’.

Zou je je even aan de leden van Thrillerlezers! willen voorstellen?

Ik schreef  sinds 1998 met DVDL nu mijn 13de spannende boek, over diverse thema’s en met telkens andere personages. Genomineerd voor alle thrillerprijzen in België en Nederland , ontving ik de Hercule Poirotprijs voor Dodelijk verlangen en ben hopelijk nog lang niet uitgeschreven.

Was het ten tijde van je studies psychologie reeds je ambitie om die kennis en vaardigheden te combineren met het schrijverschap?

Nee. Ik heb persoonlijk nooit het verband gezien dat lezers dan wel weer vinden.
Tijdens mijn studies schreef ik al een spannend young adult boek: Angst om de gijzelaars - toen heette dat nog gewoon jeugdboek - dat de jury van de Knokke-Heistprijs toen wel kon bekoren.
Ik herinner me dat ik toen van mijn personages vooral échte mensen wilde maken. En als je die richting studeert, dan lijkt het misschien gauw dat je met je handboeken op schoot aan het schrijven bent.

Hoe zou jij zelf jouw boeken typeren?

Het is niet aan de auteur om zichzelf onder een noemer te plaatsen, maar ik doe het met een omschrijving: in al mijn boeken probeer ik een spannend verhaal te brengen over gebeurtenissen die iedereen ook écht zou kunnen overkomen.

Wanneer je aan een nieuw boek begint te schrijven, weet je dan van bij aanvang welke richting de verhaallijn uitgaat?  Ligt het plot al onmiddellijk vast?
Nee hoor, de plot ligt helemaal niet vast. De richting waarin de verhaallijn zal gaan wel, natuurlijk. Maar ik heb die ook alleen in mijn hoofd, en ik zal die nooit op papier zetten, omdat ik daar al schrijvende toch doorheen meander.

Hoe ontstaat bij jou het idee voor een nieuw boek?  Waar haal jij doorgaans jouw inspiratie?

Daar kan ik moeilijk eenduidig op antwoorden. Doorgaans is er altijd wel iets ontiegelijk kleins de aanleiding, en dan een pak toevalligheden die voorbijkomen en die ik kan gebruiken. Ik leg het uit aan de hand van een voorbeeld over mijn boek Vermist.
Ik las toevallig - in een wachtkamer in een tijdschrift dat ik anders nóóit lees - een artikel over ‘pesten op het werk’. Dat vond ik een interessant thema. Geheel toevallig las ik in die dagen ook een artikel over werknemers in Japan die ontslagen worden en dat soms jarenlang verborgen houden voor hun familie en nog elke ochtend keurig de deur uitgaan om een hele dag… rond te hangen in de stad.
Die combinatie van iemand die wordt weggepest en daar zo beschaamd over is dat hij het niemand durft te vertellen, zag ik wel zitten. Maar hoe giet je dat in een spannend verhaal?
En toen stortte toevallig de Concorde bij Parijs neer op een hotelletje, met 113 doden tot gevolg. Tja, toen draaiden die sakkerse hersenen van mij een shift overuren en had ik ineens mijn verhaal…

Is er eerst het verhaal of het personage?
Eerst is er het thema, zoals in vorige vraag al aangehaald, dan komen de personages, dan de plot en dan pas het spannende verhaal dat alles met elkaar verbindt.
Let wel, qua personages gaat dat dan alleen over hun persoonlijkheid en hun gedragingen. Op uiterlijkheden van hoofdpersonages ga ik vrijwel nooit in. Soms wel eens op details van nevenpersonages die te kort in beeld komen om hun karakters uit te diepen.
Zo ook in DVDL zal de lezer het uiterlijk van een Alice of van Emma, of van een De Cock grotendeels zelf moeten invullen.
En als ik beschrijf hoe het jurkje van een tafelgenote bij mijn hoofdpersonage de wens opwekt om ineens liever kleurenblind door het leven te gaan, dan zegt dat veel meer over die tafelgenote dan een uitgebreide beschrijving. Toch?

Hoe ziet een schrijfdag er voor jou uit?
Dat wisselt, maar gewoonlijk zit ik een hele tijd naar mijn blanco scherm te staren.
En ik kan er gif op innemen dat net op het moment dat ik zin krijg in een koffietje, of in een wandelingetje, of ik een plaspauze wil nemen, dat het Grote Inspiratie Moment net dan komt opzetten en ik een – al zeg ik het zelf – fantastische dialoog op papier zet… terwijl ik potverdorie dringend moet… (lacht)


Alice heeft het over schrijversrituelen.  Heb jij die ook?  Wat moeten we ons daar bij voorstellen?
Ik heb die niet echt. Alice heeft die in wezen ook niet zo. Geen vast uur om aan de schrijftafel te gaan, geen verplichte 1500 woorden per dag als doel, geen thermosje met gemberthee binnen handbereik, of minstens 3 potloden die geslepen moeten worden voor ze aan het schrijven gaat.
Ik ben vooral een avond- en nachtschrijver, en ik heb wel graag een brandende kaars naast mijn scherm. In dat vlammetje kijken geeft me de nodige rust en ik mag dan altijd graag hopen dat het de inspiratie aanwakkert.

Er komen nogal wat tegeltjeswijsheden voorbij in ‘De vrouw die liefhad’.  Ben je zelf ook een verzamelaar van (mooie) uitdrukkingen?  Bewaar je ze in een apart schriftje?
Ik ben zelf nogal gevoelig voor mooie gebalde uitspraken. En ja ik heb al meer dan 40 jaar zo’n dik lijntjesschrift met een rode margelijn en  met een linnen kaft. Daarin schrijf ik inderdaad de uitspraken die ik wil onthouden of ook de thema’s of scènes op die ik interessant vind om te onthouden. En al weet ik zeker dat ik ze nooit allemaal zal kunnen gebruiken in mijn boeken, ernaar uitkijken als ik lees en ze verzamelen blijft mij altijd boeien.

Alice schrijft psychologische thrillers, net als jij.  Waarom koos je ervoor dat het hoofdpersonage in jouw nieuwste boek een schrijfster is?

Omdat Alice iemand is die lang een zeer ongelukkig leven leidde – door haar eigen toedoen, beseft ze wel – en in een parallelle wereld vlucht en het steeds moeilijker heeft om feiten van fictie te scheiden.  Schrijvers – waaronder ikzelf – zijn daar net iets gevoeliger voor, denk ik.
Ik zag Alice niet meteen als bankier of als deurwaarder door het leven gaan.

Hoe creëer je trouwens telkens jouw hoofdpersonages?  Zoek je daarvoor inspiratie onder de mensen in jouw leefwereld?
Ook hier is het antwoord genuanceerd. Ik creëer een personage altijd vanaf nul. Maar hoe verder ik ermee kom in mijn verhaal,  hoe meer trekjes erbij komen die ik misschien bij mensen in mijn omgeving heb gezien. En vaak gaan de personages ook een eigen leven leiden terwijl ze in het boek evolueren. Ze gaan aan de haal met de schrijver.
Een voorbeeld: Zo naar het eind van DVDL toe had ik het voorzien dat de ex van Alice aan de politiecommissaris de reden zou geven van hun scheiding. Maar, al speelt de ex maar een zeer kleine rol in het boek, ik kon het absoluut aan mezelf niet verkocht krijgen dat die man dat daar zomaar zou gaan vertellen aan die wildvreemde commissaris. Dus heb ik hem die commissaris een stevige veeg uit de pan laten uitdelen.
Helaas moest die arme auteur van DVDL dan ineens ook een andere manier vinden om aan de lezer uit te leggen waarom Alice en haar ex indertijd uit elkaar gingen.

Alice stelt dat het fijn, heerlijk is om het leven van een personage te leiden in plaats van dat van haarzelf.  Ben je zelf ook die mening toegedaan?

Absoluut, zeer zeker. Al zou ik niet echt willen ruilen met veel van mijn personages. Maar net als een lezer tijdens het lezen even in de huid van een personage kruipt – ondanks al diens narigheid en ellende – is het ook voor de auteur heel prettig om tijdens het schrijven de regisseur van zijn zelf gecreëerde personages te zijn.
En overigens het echte leuke aan thrillers is natuurlijk dat, zodra de lezer het boek heeft dichtgeslagen, of de auteur zijn pen heeft neergelegd, dat alle ellende op slag verdwenen is.
Al duurt het voor een schrijver soms wel even voor hij zich uit die parallelle wereld kan onttrekken.

Is ‘De vrouw die liefhad’ louter fictie of heeft dit boek zijn wortels in jouw persoonlijke leven, net zoals dat het geval is met het manuscript van Alice?
Louter fictie.
Mijn vorige 2 boeken, het tweeluik Slaapwel en Eeuwig nacht waren gebaseerd op criminaliteit die ik zelf heb ervaren.  Maar ik heb geleerd dat misdaad in het écht helemaal niet spannend is. En bovendien is erover schrijven helemaal niet louterend, maar integendeel eist het een zware tol  om je zo bloot te geven.

Alice schrijft haar thrillers onder een pseudoniem waarbij ze de namen van P D James en Dan Brown combineert.  Ben jij zelf fan van deze schrijvers?  Zo ja, zijn er bijgevolg overeenkomsten tussen jouw manier van schrijven en die van hen?
Haha! Dat is een erg fraaie manier waarop je mij die vraag stelt. Ik kan beide auteurs wel smaken, ja. Hoe ver hun genres ook uit elkaar liggen.
Maar eerlijk? Dat pseudoniem van Alice – P.D. Brown – was eerder bedoeld om met een knipoog die dekselse P. De Bruyn een Angelsaksisch aureooltje mee te geven.
Nee, niets menselijks is mij vreemd, ook ijdelheid niet.Ik ben ook maar een schrijver, nietwaar… (lacht) Zijn die niet allemaal begiftigd met een flinke portie ijdelheid?



Is dat een ‘toevalligheid’ of zijn er gelijkenissen tussen Alice en jou?  Zo ja, waar eindigt Patrick en waar begint Alice?
Oei, een scheidingslijn is er echt niet, hoor. Voor een keer moest ik voor een personage dus géén research doen. (lacht) Dus ja, ik heb wel  wat eigenaardigheden van mezelf ook op haar geprojecteerd. Laten we het maar eens  aan de lezer overlaten om uit te vissen waar PD Brown eindigt en waar PD Bruyn begint.

Heb jij favoriete schrijvers?  Wie zijn dat en wat apprecieer je vooral in hun werk?
Ik hoed mij ervoor om schrijversnamen te noemen omdat ik van iedere schrijver zowel boeken heb gelezen die mij aanspraken, dan wel niet. Maar een Hemingway, een Patricia Highsmith, een Sjowall & Wahloo of een John LeCarré hebben mij haast nooit teleurgesteld. Niet echt nieuwe namen, maar ja, de laatste 20 jaar ben ik ook meer met schrijven dan met lezen bezig geweest. (lacht)

Ik wil jou alvast bedanken voor jouw bereidwillige medewerking en ik denk dat ik in naam van Thrillerlezers! mag zeggen dat we alweer met verlangen uitkijken naar jouw volgende misdaadroman!


Geen opmerkingen:

Een reactie posten