Die nacht, in de kamer met het gestreepte behang
‘Meisje nummer 8’ is de
jubileumroman waarmee vader en zoon Willy en Steven Bogaerts 20 jaar samen
schrijven bekronen.
Het is een mooie hardcover geworden
die heel prettig, luxueus en zacht als fluweel in de hand ligt.
De proloog gijzelt onmiddellijk de
aandacht: ‘ik’ is door toedoen van grootmoeder Anna in L’Amandine beland. Op kerstavond is er op Willendonk in de kamer
met het gestreepte behang iets verschrikkelijks gebeurd. Via het dagboek maakt de lezer kennis met de
15 jarige Sofia die op haar jeugdige leeftijd al een grote last lijkt te
torsen. Die nacht van de ‘Ultieme
hallucinatie’ heeft haar leven voorgoed veranderd.
‘Meisje nummer 8’ vertelt het
verhaal van drie sterke vrouwen die elk op hun eigen specifieke manier de
pijlers zijn van deze zinderende roman.
Het personage van Anna domineert de plot, in aantal pagina’s én in de
impact die ze heeft op de levens van Helena en Sofia. De teruggetrokken Helena
schittert in onzichtbaarheid en stilzwijgen; Sofia’s zoektocht naar haar verleden
wordt voortdurend gesmoord; wat voorviel in de kamer met het gestreepte behang
brengt haar op de rand van de ondergang.
Het verhaal is schrijnend en rauw, sommige
scènes heel expliciet. De auteurs voeden constant het gevoel dat erger op komst
is: een alles verterende haat als een
zweer die op barsten staat. Obsessie,
haat, onstilbare wraak, eenzaamheid, maar ook een vleugje hoop is wat de
personages definieert en drijft.
De schrijfstijl van Willy en Steven
Bogaerts is heel krachtig en suggestief.
Het decor en de personages ademen: het is alsof je op Willendonk bent,
je op het erf loopt en je de personages kan aanraken. De auteurs appelleren voortdurend aan de
zintuigen van de lezer: kleuren, geluiden en geuren komen los van de bladzijden
en landen op het netvlies, in de oren en in de neusgaten.
Taal is echt één van de grote troeven
van vader en zoon Bogaerts. Wrede
beelden in even wrede woorden om de haat en de wraak onder woorden te brengen. Korte, afgemeten zinnen die alle warmte
bannen en personages in het gareel moeten houden. Stilzwijgen dat de angst om
te spreken verraadt. Daar tegenover gulle,
exuberante zinnen die jubelend en lichtvoetig het mooie en de hoop benoemen. Maar nagenoeg altijd poëzie. ‘Meisje nummer 8’ bevat talloze mooie zinnen
en passages die nopen tot trager lezen om te genieten van het taalmeesterschap
van de auteurs.
“Ze hoopte echter dat hij niet
doorhad dat ze van plan was om als ijsschaatser het moeilijkste gedeelte van de
kuur voor later te houden. Met drie
triple axels met een perfecte landing, gevolgd door een pirouette, waarbij ze
zo goed als onzichtbaar was, zou ze hem ooit vertellen wat er echt was
gebeurd. Dat kon alleen op een piste
waarvan elke centimeter haar vetrouwd was en op een dag dat het ijs van de
beste kwaliteit zou zijn.” (p. 219)
‘Meisje nummer 8’ is een roman die
je bij de lurven vat en niet meer loslaat (zelfs wanneer je niet leest!). De wreedheid en de rauwheid benemen je bij
momenten de adem; het grensoverschrijdend gedrag maakt levens voorgoed
kapot. Of toch niet? Het verhaal gaat van zwaarmoedig over in
lichtvoetig en omgekeerd. De auteurs
nemen geen blad voor de mond en schuwen de hardheid van de realiteit in het
boek niet. Altijd weer gieten ze de sfeer en gevoelens in taal op de maat van
het moment in het leven van Anna, Helena en Sofia. Drie vrouwen, drie generaties, mijlenver uit
elkaar, maar in alles verweven met elkaar brengen de geheimen van Willendonk
boven water. Het zou gebaseerd zijn op
echte feiten. Ik twijfel er geen moment
aan!
‘Meisje nummer 8’ moet je lezen!
5 kraaien!!
Anita
Geen opmerkingen:
Een reactie posten