‘Als je in het schuitje zit, moet je varen’
(quote uit ‘Besloten stad’)
‘Besloten stad’ begint in maart 2020
op het moment dat het hele land in lockdown gaat. Ook Knokke ontsnapt niet aan de strenge
maatregelen die worden opgelegd van hogerhand.
In de buurt van het Koningsbos wordt
een lijk aangetroffen. De verminkingen
bemoeilijken de identificatie ervan.
Brigadier Athenus is normaal gezien te laag in rang om de afstapping
voor eigen rekening te mogen nemen, maar corona breekt wet. ‘Aangespoelde’ Luk Borré moet het ongenoegen
van Theofiel Mangels hierover ontgelden vanachter het computerscherm. (Ten minste één zekerheid die overeind
blijft!) De vondst leidt de politie naar
huize Tordeurs. Is het gevonden lichaam
dat van de vermiste zoon Kenji?
Centraal personage in deze
misdaadroman is Steven (Jerommeke) Tordeurs.
In de ‘ik’-vorm en alsof alle gebeurtenissen nu plaatsvinden, neemt hij de
regie van de plot voor zijn rekening.
Voor de lezer wordt hij een open boek: alles vanop de eerste rij.
Wat voor een personage is
Steven? Verdient hij de sympathie van de
lezer? Welk effect sorteert hij? Het antwoord op deze vragen is niet
zwart-wit. Feit is dat Steven heel wat
voor de kiezen krijgt en dat je als getuige van al zijn miserie niet neutraal
kan blijven. Met elke stap die hij zet,
elke beslissing die hij neemt, elke bocht die hij met zijn SsangYong ingaat, komt
hij onomkeerbaar en steeds meer vast te zitten in een neerwaartse spiraal.
Agonie na agonie. ‘Besloten stad’
brengt in vier delen een rollercoaster aan acties die pas tot stilstand komt bij
de tragische ontknoping. In een leeg Knokke
verkent Steven alle hoeken en kanten van een leven geleid in misdaad en tuimelt
hij van de ene gebeurtenis in de andere.
Fysiek en mentaal geïsoleerd van alles en iedereen, is hij aangewezen op
zichzelf en zijn instinct om te overleven.
De rol van Theofiel Mangels, Luk Borré en Daniël Pisters is te
verwaarlozen: de samenhorigheid van het team lijkt onder de coronadreiging ten
onder te zijn gegaan.
Naast een verhaal over misdaad, schrijft
Jos Pierreux met ‘Besloten stad’ een boek over ‘echte’ mensen. Steven en zijn Madeleine zijn als twee
eilanden die in een storm zijn beland.
Hun dialogen zijn basic en arm aan inhoud, maar hun gedachten zijn des
te rijker. Een heel scala aan
uiteenlopende emoties passeren de revue: ontgoocheling, eenzaamheid, verwijdering,
weemoed, weerzin, overmoed, wraak, schaamte en beschermingsdrang vechten om
voorrang.
Jos’ taal is beeldend en heel dikwijls
heel plastisch. (Ik heb ook een paar
scheldwoorden bijgeleerd!) Het vergt
geen enkele moeite om je de bloedende vingers van Steven voor ogen te halen; de
pijn is bijna voelbaar; de geur van Madeleine komt – echt waar! - van de
bladzijden, de banden van Stevens auto ‘gieren als stervende castraten’…. . Kortom, lezen doe je met al je zintuigen.
‘Besloten stad’ drijft voort op de
hoogtes en vele laagtes die Steven door moet.
De vele zenuwslopende passages in een spookachtig lege badstad en de
wisselende kansen van de personages houden de boog hoog gespannen. Hoeveel kan een mens verdragen? Wat als de leugen zich tegen de verspreider
ervan keert? Waar bevindt zich de
scheidingslijn tussen goed en kwaad?
Dilemma op dilemma. De duisternis
zit in elk individu.
Anita
Geen opmerkingen:
Een reactie posten