dinsdag 12 januari 2021

Kevin Valgaeren ondervraagd

 

c Koen Broos

Met zijn debuut ‘De ziener’ (2011) won hij in 2012 de Schaduwprijs.  Daarna volgden ‘Bloedlijn’ (2012) en ‘Seance’ (2016).  In 2018 lag ‘Blackwell – Een duister mysterie’ in de boekhandel.  Dit jaar verscheen ‘Het offer van Scarlington’.  Thrillerlezers! vond het moment gekomen om de schrijver een paar vragen voor te leggen.  Op naar Vlaams-Brabant dus, voor een interessant gesprek met Kevin Valgaeren. 

Wie K. R. Valgaeren zegt, zegt ook gothic novel.  Hoe is jouw liefde voor de gothic novel ontstaan?  Welke auteur plantte bij jou het zaadje?

Mijn interesse voor het genre is gaandeweg gegroeid. Het begon met The Famous Five van Enid Blyton, waarin elementen van het genre werden gebruikt in de avonturen die de kinderen beleefden. Als tiener werd ik overdonderd door de film Bram Stoker’s Dracula van Francis Ford Coppola. Sindsdien is die passie voor het duistere, het verleden en de romantiek van het verbodene ontstaan. Ik heb op die leeftijd vooral veel naar films gekeken en in tweede instantie veel boeken gelezen. Dat waren uiteraard de klassiekers, maar ook het oeuvre van hedendaagse schrijvers als Stephen King en Anne Rice.

Zat het er als kind, nog voor je echt goed kon lezen, al in, die fascinatie voor monsters, demonen en horror?

Ik ben van nature een erg angstig wezen en de gothic geeft mij een manier om met die angsten om te gaan. Ik herinner mij dat ik als kind het tuinhuis van mijn ouders elke vakantie verbouwde tot een spookhuis, zoals op de kermis, en dat ik met de jaren steeds vindingrijker werd met de special effecten.

Beleef jij de gothic bij voorkeur in boekvorm of kunnen film en of tv-series jou ook bekoren?  Heb je een favoriet?

Het genre wordt misschien zelfs meer in films en televisieseries beoefend dan in de literatuur. Ik volg de gothic op de voet in alle media, dus ook in de visuele. Meestal zijn die films en series nogal teleurstellend, maar soms duiken er parels op. Mijn favoriete films uit de jaren negentig zijn ongetwijfeld de eerder vernoemde Dracula van Coppola, maar ook Mary Shelley’s Frankenstein van Kenneth Branagh, Mary Reilly van Stephen Frears en Interview With the Vampire van Neil Jordan. Meer recent ben ik fan van de films van Ari Aster: Hereditary en Midsommar en de tv-serie The Haunting of Hill House op Netflix.

Heeft de gothic novel jou al naar Engeland gebracht om de ‘heilige’ plaatsen van het genre te bezoeken?  Castlerigg, Strawberry Hill, …

Whitby

Ik probeer zoveel mogelijk te schrijven over de plekken die ik ken, hoewel dat niet altijd mogelijk is als je verhalen schrijft die zich meer dan honderd jaar geleden afspeelden, maar de locaties in de Blackwell-boeken heb ik wel allemaal bezocht. Whitby, Londen, Strawberry Hill, Castlerigg, en zelfs Scarlington, want dat dorp bestaat wel degelijk, hoewel het in werkelijkheid een andere naam heeft.

Je verwijst naar heel wat auteurs en kunstenaars die belangrijk zijn in de geschiedenis van de gothic novel.  Vinden we die auteurs ook terug in jouw boekenkast?  Kunnen de etsen van Gustave Doré bv. jou persoonlijk bekoren?

Meestal wel. Ik hou er ook van om die elementen te verwerken in mijn boeken, bij wijze van eerbetoon. Het huis van Blackwell is, zoals je zei, Strawberry Hill: een gotisch kasteel dat werd gebouwd door Horace Walpole. En Walpole staat bekend als de auteur van de allereerst gothic novel. Gustave Doré was een van de populairste etsers in de negentiende eeuw en ik heb thuis een hele verzameling van zijn werk. Maar ik moet bekennen dat ik als kleine uk reeds gefascineerd was door zijn illustraties. Mijn vader had thuis een boek van Doré’s etsen voor de Bijbel. Vaak waren dat dramatische en soms ook gruwelijke taferelen waar ik nooit genoeg van kreeg. Nog voor ik kon lezen, bladerde ik daar uren en uren in.

Hoe verloopt het schrijven van de Blackwell-mysteries?  Heb je van bij het begin de hele verhaallijn klaar zitten in jouw hoofd? Hoe lang heb je erover gedaan om Blackwell – Een duister mysterie te schrijven?

Mijn schrijfproces is, met uitzondering van mijn debuut, altijd hetzelfde. Ik weet waarover het boek moet gaan. Daarna volgt een lange periode van research. Dan begin ik de eerste zeven hoofdstukken en het einde te schetsen. Wanneer ik dan begin te schrijven, ontwikkelt de plot zich gestaag door de handelingen van de personages. Het zijn uiteindelijk de personages die aangeven waar het verhaal naartoe gaat. Ik ben niet iemand die elke scene op voorhand in detail uitwerkt, omdat ik heb geleerd dat daar na enkele hoofdstukken niets meer van overblijft. Dat, in combinatie met het feit dat ik mijn teksten met de hand schrijf, zorgt ervoor dat ik ongeveer twee jaar aan een roman werk.


Was het daarna gemakkelijker om Het offer van Scarlington te schrijven?  Of ging dat net moeilijker?

Als ik gewaarword dat het schrijven gemakkelijk is, dan heb ik een probleem. Een verhaal dat zichzelf schrijft is verdacht. Uiteraard wist ik waarover Het offer van Scarlington moest gaan, toen ik aan Blackwell werkte. Het onderwerp van Scarlington is immers een rode draad in Blackwell. Maar beweren dat het tweede deel makkelijker was, zou ik niet durven zeggen. Vooral de dynamiek tussen Blackwell en Dawkins werd moeilijker om te schrijven, omdat Dawkins in het eerste boek een hele evolutie heeft doorgemaakt en niet langer de saaie piet is die hij toen was.

Sta jij jezelf enige vrijheid toe in het beoefenen van het gothic novelgenre?

Uiteraard. Een genre is evenmin gebonden aan regels dan dat het zich laat definiëren. Bovendien heeft de gothic novel zich steeds uitstekend aan de veranderende tijden weten aan te passen. Wie genreromans schrijft moet echter door en door vertrouwd zijn met het genre, wil hij er iets nieuws aan toevoegen. Het bestuderen van de gothic is een oefening die voor mij nooit zal eindigen en ik leer nog elke dag bij. Op die manier probeer ik er mijn eigen ding mee te doen. Een verschil met mijn boeken en veel andere gothic novels is, bijvoorbeeld, dat ze gruwelijker zijn en dat ze meerdere onderwerpen uit het genre in één roman combineren. Wat begint als een spookverhaal, kan bij mij eindigen in een vampierroman. Of een verhaal over een spookschip kan in mijn boeken veranderen in een verhaal over bezetenheid.

Het duo Blackwell – Dawkins doet me denken aan Sherlock Holmes en Watson; het schip dat te pletter vaart op de kliffen in Whitby roept herinneringen op aan de Pirates of The Caribbean-films.  Onterecht? Of lijkt jou dat niet echt vreemd?

Blackwell en Dawkins kennen inderdaad hun oorsprong in het oerduo Holmes en Watson, maar buiten Watsons ondergeschiktheid, hebben ze niets met elkaar te maken. Het spookschip, de Albatros, dat in Whitby op de klippen vaart, is ontleend aan de sage van de Vliegende Hollander, zoals in Blackwell wordt vermeld. Diezelfde sage diende ook als inspiratie voor een van de Pirates-films, hoewel zij er een heel andere draai aan hebben gegeven. In Blackwell was het spookschip vooral een knipoog naar de Demeter: dat is het schip waarin Dracula in Stokers roman mee naar Engeland vaart en dat in zijn boek ook crasht op de kust van Whitby, zij het aan de andere kant van de riviermonding.

Stel, – misschien is het zelfs al zo ver- men wil jouw boeken verfilmen.  Welke acteur/actrice zie je in de rol van Blackwell?  Van Dawkins? Van Sara? Van Baskerville?  Van Caslon?

Dat is een hele goeie vraag, waar ik niet meteen een antwoord op heb. Hoewel, Gary Oldman mag van mij Blackwell spelen, maar daarvoor is de acteur misschien al een beetje te oud. Aan Dawkins kan ik momenteel niemand koppelen. Sara mag voor mijn part vertolkt worden door Dakota Fanning, Baskerville door Luke Evans en Caslon is misschien wel iets voor de Vlaamse acteur Valentijn Dhaenens. Maar, laat dat wishful thinking zijn. Er zijn voorlopig geen plannen om de boeken te verfilmen en de bovengenoemde acteurs lijken mij heel erg hoog gegrepen. Maar, wie weet…

En dan wat de namen van jouw personages betreft.  Baskerville en Caslon verwijzen ook naar lettertypes.  John Baskerville was zelfs schrijver in de echte wereld.  Het is toch geen toeval dat je die namen gebruikt voor twee personages?

Ja, het is een beetje als grap begonnen, maar alle burgers van Scarlington die bij naam worden vermeld hebben de naam van een lettertype of letterontwerper gekregen. Ik ben enorm geïnteresseerd in typografie en op die manier wou ik de ontwerpers van mijn favoriete lettertypes eren. John Baskerville ontwierp onder andere de Baskerville, William Caslon ontwierp de Caslon, Nicolas Jenson ontwierp de Jenson, Francesco Griffo ontwierp de Bembo en William Morris, waarnaar Beatrice Morris werd vernoemd, ontwierp onder andere Golden Type. Meer valt er eigenlijk niet achter te zoeken. Het is veeleer een gimmick.


Bovendien maak ik bij het horen van Baskerville onmiddellijk de associatie met De honden van de Baskervilles.  Ik stuit hier alweer op Sherlock Holmes.  Zoek ik hier teveel achter?

Ik vrees dat dat helaas toeval is. De Baskervilles in Doyle’s verhaal is een adelijk geslacht dat toevallig dezelfde achternaam heb heeft ben als letterontwerper John Baskerville. Maar het is inderdaad wel weer een link met Sherlock Holmes.

Waarom de naam Scarlington?

Scarlington verwijst naar de kleur scharlaken. In het begin van het boek staat geschreven dat de aura’s van de burgers van Scarlington eens om de tien maanden scharlaken kleurden. Vandaar.

In Blackwell – Een duister mysterie is er Paula, in Het offer van Scarlington is er Paulie.  Geen toeval toch?

Toch wel. Geheel toevallig.

De beide Blackwells staan bol van de mooie zinnen, soms heel aparte/onverwachte beelden, vergelijkingen en metaforen.  Vloeien die zomaar uit jouw pen of zijn zij het resultaat van veel herschrijven?

Daar wordt natuurlijk over nagedacht, maar ook niet te veel. Uiteraard wordt er enorm veel herschreven in de tekst, alleen al wanneer het manuscript in de computer gaat, verandert haast elke zin. Geen enkele zin vloeit er zomaar uit, maar het is ook niet zo dat ik mij uren het hoofd zit te breken op een meesterlijke metafoor. Ik vind het wel heel erg belangrijk dat een spannend boek qua stijl en taal minstens even goed moet zijn dan een literaire roman. Ik gruwel van het idee dat een spannend boek vooral spannend moet zijn, dat daarin de plot op de eerste plaats moet komen en de rest ondergeschikt is. Dat is onzin. Ik heb als schrijver gaandeweg ontdekt dat een mooie zin schrijven eigenlijk makkelijker is dan goede personages en een goed verhaal te verzinnen. Dus van de omgekeerde stelling gruwel ik ook: dat een goed boek het vooral van stijl en taal moet hebben. De Belles Lettres, zoals dat soort literatuur wel eens genoemd wordt, geniet een enorm prestige, maar dat is vaak onterecht. Een goede schrijver die voornamelijk uitpakt met mooie tekst, heeft meestal een gebrek aan inhoud te verbergen. Een goed boek is pas een goed boek als alle elementen goed zitten.

Weersomstandigheden en natuurfenomenen spelen een belangrijke rol in jouw boeken.  Zij zijn die andere personages die het verloop van het verhaal beïnvloeden.  Is het weer ook van invloed op jou?  Inspireert dichte mist jou tot het schrijven van nieuwe Blackwellverhalen?

In gothic novels is sfeer en beeldspraak erg belangrijk. Het weer vertelt daarin vaak meer over wat er omgaat in het hoofd van de personages. Het feit dat Scarlington verstikt wordt door een dichte mist, verwijst naar het geheugenverlies van Jericho Blackwell, die in dat dorp de waarheid over de dood van zijn vrouw te weten tracht te komen.


Herken jij jezelf in een bepaalde mate in Jericho Blackwell of in John Dawkins?

Beide personages hebben vast en zeker kenmerken van mezelf. Soms is dat bewust, soms is dat onbewust. Dawkins heeft meer weg van de mens die ik ben, en Blackwell lijkt meer op de man die ik soms zou willen zijn, hoewel ik—o, ironie!—niet per se in hun plaats zou willen zijn.

Het offer van Scarlington kent een schokkend einde.  Komt er een vervolg?

Daarop een antwoord geven is een beetje het einde verklappen. 😊

Nog één vraagje om te eindigen:  staat er ondertussen al een nieuw project op de rails of moet je zelf eerst even bekomen van de gebeurtenissen in Het offer van Scarlington?

In mijn hoofd sluimeren verschillende projecten en aangezien ik met het schrijven van Het offer van Scarlington al een hele tijd klaar ben, ben ik ondertussen naarstig aan het researchen aan een volgend boek dat misschien wel eens zou kunnen gaan over geheime ordes en hekserij, maar het zou ook goed kunnen dat het onderzoek mij een heel andere richting uitstuurt. Ik zit zeker en vast niet stil, maar mijn boeken hebben tijd nodig om geschreven te worden.

Die tijd wordt jou van harte gegund.  Geheime ordes en hekserij, je hebt mij al voor jouw eventuele volgende boek gewonnen.  Thrillerlezers! kan al bijna niet meer wachten!

 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten