c Koen Broos |
Met zijn debuut ‘De ziener’ (2011) won hij in 2012 de Schaduwprijs. Daarna volgden ‘Bloedlijn’ (2012) en ‘Seance’ (2016). In 2018 lag ‘Blackwell – Een duister mysterie’ in de boekhandel. Dit jaar verscheen ‘Het offer van Scarlington’. Thrillerlezers! vond het moment gekomen om de schrijver een paar vragen voor te leggen. Op naar Vlaams-Brabant dus, voor een interessant gesprek met Kevin Valgaeren.
● Wie K. R. Valgaeren zegt, zegt ook
gothic novel. Hoe is jouw liefde voor de
gothic novel ontstaan? Welke auteur
plantte bij jou het zaadje?
Mijn interesse voor het genre is gaandeweg
gegroeid. Het begon met The Famous Five van Enid Blyton, waarin
elementen van het genre werden gebruikt in de avonturen die de kinderen
beleefden. Als tiener werd ik overdonderd door de film Bram Stoker’s Dracula
van Francis Ford Coppola. Sindsdien is die passie voor het duistere, het
verleden en de romantiek van het verbodene ontstaan. Ik heb op die leeftijd
vooral veel naar films gekeken en in tweede instantie veel boeken gelezen. Dat
waren uiteraard de klassiekers, maar ook het oeuvre van hedendaagse schrijvers
als Stephen King en Anne Rice.
● Zat het er als kind, nog voor je
echt goed kon lezen, al in, die fascinatie voor monsters, demonen en horror?
Ik ben van nature een erg angstig wezen en de
gothic geeft mij een manier om met die angsten om te gaan. Ik herinner mij dat
ik als kind het tuinhuis van mijn ouders elke vakantie verbouwde tot een
spookhuis, zoals op de kermis, en dat ik met de jaren steeds vindingrijker werd
met de special effecten.
● Beleef jij de gothic bij voorkeur
in boekvorm of kunnen film en of tv-series jou ook bekoren? Heb je een favoriet?
Het genre wordt misschien zelfs meer in films
en televisieseries beoefend dan in de literatuur. Ik volg de gothic op de voet in
alle media, dus ook in de visuele. Meestal zijn die films en series nogal
teleurstellend, maar soms duiken er parels op. Mijn favoriete films uit de
jaren negentig zijn ongetwijfeld de eerder vernoemde Dracula van
Coppola, maar ook Mary Shelley’s Frankenstein van Kenneth Branagh, Mary
Reilly van Stephen Frears en Interview With the Vampire van Neil
Jordan. Meer recent ben ik fan van de films van Ari Aster: Hereditary en
Midsommar en de tv-serie The Haunting of Hill House op Netflix.
● Heeft de gothic novel jou al naar
Engeland gebracht om de ‘heilige’ plaatsen van het genre te bezoeken? Castlerigg, Strawberry Hill, …Whitby
Ik probeer zoveel mogelijk te schrijven over
de plekken die ik ken, hoewel dat niet altijd mogelijk is als je verhalen
schrijft die zich meer dan honderd jaar geleden afspeelden, maar de locaties in
de Blackwell-boeken heb ik wel allemaal bezocht. Whitby, Londen, Strawberry
Hill, Castlerigg, en zelfs Scarlington, want dat dorp bestaat wel degelijk,
hoewel het in werkelijkheid een andere naam heeft.
● Je verwijst naar heel wat auteurs
en kunstenaars die belangrijk zijn in de geschiedenis van de gothic novel. Vinden we die auteurs ook terug in jouw
boekenkast? Kunnen de etsen van Gustave
Doré bv. jou persoonlijk bekoren?
Meestal wel. Ik hou er ook van om die
elementen te verwerken in mijn boeken, bij wijze van eerbetoon. Het huis van
Blackwell is, zoals je zei, Strawberry Hill: een gotisch kasteel dat werd
gebouwd door Horace Walpole. En Walpole staat bekend als de auteur van de
allereerst gothic novel. Gustave Doré was een van de populairste etsers in de
negentiende eeuw en ik heb thuis een hele verzameling van zijn werk. Maar ik
moet bekennen dat ik als kleine uk reeds gefascineerd was door zijn illustraties.
Mijn vader had thuis een boek van Doré’s etsen voor de Bijbel. Vaak waren dat
dramatische en soms ook gruwelijke taferelen waar ik nooit genoeg van kreeg.
Nog voor ik kon lezen, bladerde ik daar uren en uren in.
● Hoe verloopt het schrijven van de
Blackwell-mysteries? Heb je van bij het
begin de hele verhaallijn klaar zitten in jouw hoofd? Hoe lang heb je erover
gedaan om Blackwell – Een duister mysterie te schrijven?
Mijn schrijfproces is, met uitzondering van mijn debuut, altijd hetzelfde. Ik weet waarover het boek moet gaan. Daarna volgt een lange periode van research. Dan begin ik de eerste zeven hoofdstukken en het einde te schetsen. Wanneer ik dan begin te schrijven, ontwikkelt de plot zich gestaag door de handelingen van de personages. Het zijn uiteindelijk de personages die aangeven waar het verhaal naartoe gaat. Ik ben niet iemand die elke scene op voorhand in detail uitwerkt, omdat ik heb geleerd dat daar na enkele hoofdstukken niets meer van overblijft. Dat, in combinatie met het feit dat ik mijn teksten met de hand schrijf, zorgt ervoor dat ik ongeveer twee jaar aan een roman werk.
● Was het daarna gemakkelijker om
Het offer van Scarlington te schrijven?
Of ging dat net moeilijker?
Als ik gewaarword dat het schrijven
gemakkelijk is, dan heb ik een probleem. Een verhaal dat zichzelf schrijft is
verdacht. Uiteraard wist ik waarover Het offer van Scarlington moest
gaan, toen ik aan Blackwell werkte. Het onderwerp van Scarlington
is immers een rode draad in Blackwell. Maar beweren dat het tweede deel
makkelijker was, zou ik niet durven zeggen. Vooral de dynamiek tussen Blackwell
en Dawkins werd moeilijker om te schrijven, omdat Dawkins in het eerste boek
een hele evolutie heeft doorgemaakt en niet langer de saaie piet is die hij
toen was.
● Sta jij jezelf enige vrijheid toe
in het beoefenen van het gothic novelgenre?
Uiteraard. Een genre is evenmin gebonden aan
regels dan dat het zich laat definiëren. Bovendien heeft de gothic novel zich
steeds uitstekend aan de veranderende tijden weten aan te passen. Wie
genreromans schrijft moet echter door en door vertrouwd zijn met het genre, wil
hij er iets nieuws aan toevoegen. Het bestuderen van de gothic is een oefening
die voor mij nooit zal eindigen en ik leer nog elke dag bij. Op die manier
probeer ik er mijn eigen ding mee te doen. Een verschil met mijn boeken en veel
andere gothic novels is, bijvoorbeeld, dat ze gruwelijker zijn en dat ze
meerdere onderwerpen uit het genre in één roman combineren. Wat begint als een
spookverhaal, kan bij mij eindigen in een vampierroman. Of een verhaal over een
spookschip kan in mijn boeken veranderen in een verhaal over bezetenheid.
● Het duo Blackwell – Dawkins doet
me denken aan Sherlock Holmes en Watson; het schip dat te pletter vaart op de
kliffen in Whitby roept herinneringen op aan de Pirates of The
Caribbean-films. Onterecht? Of lijkt jou
dat niet echt vreemd?
Blackwell en Dawkins kennen inderdaad hun
oorsprong in het oerduo Holmes en Watson, maar buiten Watsons
ondergeschiktheid, hebben ze niets met elkaar te maken. Het spookschip, de
Albatros, dat in Whitby op de klippen vaart, is ontleend aan de sage van de
Vliegende Hollander, zoals in Blackwell wordt vermeld. Diezelfde sage
diende ook als inspiratie voor een van de Pirates-films, hoewel zij er
een heel andere draai aan hebben gegeven. In Blackwell was het
spookschip vooral een knipoog naar de Demeter: dat is het schip waarin Dracula
in Stokers roman mee naar Engeland vaart en dat in zijn boek ook crasht op de kust
van Whitby, zij het aan de andere kant van de riviermonding.
● Stel, – misschien is het zelfs al
zo ver- men wil jouw boeken verfilmen.
Welke acteur/actrice zie je in de rol van Blackwell? Van Dawkins? Van Sara? Van Baskerville? Van Caslon?
Dat is een hele goeie vraag, waar ik niet
meteen een antwoord op heb. Hoewel, Gary Oldman mag van mij Blackwell spelen,
maar daarvoor is de acteur misschien al een beetje te oud. Aan Dawkins kan ik
momenteel niemand koppelen. Sara mag voor mijn part vertolkt worden door Dakota
Fanning, Baskerville door Luke Evans en Caslon is misschien wel iets voor de
Vlaamse acteur Valentijn Dhaenens. Maar, laat dat wishful thinking zijn. Er
zijn voorlopig geen plannen om de boeken te verfilmen en de bovengenoemde
acteurs lijken mij heel erg hoog gegrepen. Maar, wie weet…
● En dan wat de namen van jouw
personages betreft. Baskerville en
Caslon verwijzen ook naar lettertypes.
John Baskerville was zelfs schrijver in de echte wereld. Het is toch geen toeval dat je die namen
gebruikt voor twee personages?
Ja, het is een beetje als grap begonnen, maar alle burgers van Scarlington die bij naam worden vermeld hebben de naam van een lettertype of letterontwerper gekregen. Ik ben enorm geïnteresseerd in typografie en op die manier wou ik de ontwerpers van mijn favoriete lettertypes eren. John Baskerville ontwierp onder andere de Baskerville, William Caslon ontwierp de Caslon, Nicolas Jenson ontwierp de Jenson, Francesco Griffo ontwierp de Bembo en William Morris, waarnaar Beatrice Morris werd vernoemd, ontwierp onder andere Golden Type. Meer valt er eigenlijk niet achter te zoeken. Het is veeleer een gimmick.
● Bovendien maak ik bij het horen
van Baskerville onmiddellijk de associatie met De honden van de
Baskervilles. Ik stuit hier alweer op
Sherlock Holmes. Zoek ik hier teveel
achter?
Ik vrees dat dat helaas toeval is. De
Baskervilles in Doyle’s verhaal is een adelijk geslacht dat toevallig dezelfde
achternaam heb heeft ben als letterontwerper John Baskerville. Maar het is
inderdaad wel weer een link met Sherlock Holmes.
● Waarom de naam Scarlington?
Scarlington verwijst naar de kleur scharlaken.
In het begin van het boek staat geschreven dat de aura’s van de burgers van
Scarlington eens om de tien maanden scharlaken kleurden. Vandaar.
● In Blackwell – Een duister
mysterie is er Paula, in Het offer van Scarlington is er Paulie. Geen toeval toch?
Toch wel. Geheel toevallig.
● De beide Blackwells staan bol van
de mooie zinnen, soms heel aparte/onverwachte beelden, vergelijkingen en
metaforen. Vloeien die zomaar uit jouw
pen of zijn zij het resultaat van veel herschrijven?
Daar wordt natuurlijk over nagedacht, maar ook
niet te veel. Uiteraard wordt er enorm veel herschreven in de tekst, alleen al
wanneer het manuscript in de computer gaat, verandert haast elke zin. Geen
enkele zin vloeit er zomaar uit, maar het is ook niet zo dat ik mij uren het
hoofd zit te breken op een meesterlijke metafoor. Ik vind het wel heel erg
belangrijk dat een spannend boek qua stijl en taal minstens even goed moet zijn
dan een literaire roman. Ik gruwel van het idee dat een spannend boek vooral
spannend moet zijn, dat daarin de plot op de eerste plaats moet komen en de
rest ondergeschikt is. Dat is onzin. Ik heb als schrijver gaandeweg ontdekt dat
een mooie zin schrijven eigenlijk makkelijker is dan goede personages en een
goed verhaal te verzinnen. Dus van de omgekeerde stelling gruwel ik ook: dat
een goed boek het vooral van stijl en taal moet hebben. De Belles Lettres, zoals
dat soort literatuur wel eens genoemd wordt, geniet een enorm prestige, maar dat
is vaak onterecht. Een goede schrijver die voornamelijk uitpakt met mooie
tekst, heeft meestal een gebrek aan inhoud te verbergen. Een goed boek is pas
een goed boek als alle elementen goed zitten.
● Weersomstandigheden en
natuurfenomenen spelen een belangrijke rol in jouw boeken. Zij zijn die andere personages die het
verloop van het verhaal beïnvloeden. Is
het weer ook van invloed op jou? Inspireert
dichte mist jou tot het schrijven van nieuwe Blackwellverhalen?
In gothic novels is sfeer en beeldspraak erg belangrijk. Het weer vertelt daarin vaak meer over wat er omgaat in het hoofd van de personages. Het feit dat Scarlington verstikt wordt door een dichte mist, verwijst naar het geheugenverlies van Jericho Blackwell, die in dat dorp de waarheid over de dood van zijn vrouw te weten tracht te komen.
● Herken jij jezelf in een bepaalde
mate in Jericho Blackwell of in John Dawkins?
Beide personages hebben vast en zeker
kenmerken van mezelf. Soms is dat bewust, soms is dat onbewust. Dawkins heeft
meer weg van de mens die ik ben, en Blackwell lijkt meer op de man die ik soms
zou willen zijn, hoewel ik—o, ironie!—niet per se in hun plaats zou willen
zijn.
● Het offer van Scarlington kent een
schokkend einde. Komt er een vervolg?
Daarop een antwoord geven is een beetje het
einde verklappen. 😊
● Nog één vraagje om te
eindigen: staat er ondertussen al een
nieuw project op de rails of moet je zelf eerst even bekomen van de
gebeurtenissen in Het offer van Scarlington?
In mijn hoofd sluimeren verschillende projecten
en aangezien ik met het schrijven van Het offer van Scarlington al een
hele tijd klaar ben, ben ik ondertussen naarstig aan het researchen aan een
volgend boek dat misschien wel eens zou kunnen gaan over geheime ordes en hekserij,
maar het zou ook goed kunnen dat het onderzoek mij een heel andere richting
uitstuurt. Ik zit zeker en vast niet stil, maar mijn boeken hebben tijd nodig
om geschreven te worden.
● Die
tijd wordt jou van harte gegund. Geheime
ordes en hekserij, je hebt mij al voor jouw eventuele volgende boek
gewonnen. Thrillerlezers! kan al bijna
niet meer wachten!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten