zaterdag 30 januari 2021

Column Hugo Luijten januari 2021

 


De Belg en zijn bier

 

Van de – toegegeven: spaarzame – elementen die de Belgen bindt, is bier een van de belangrijkste. Van Wallonië via Brussel tot Vlaanderen: het zijn bierdrinkers. En bierkenners. En bierbrouwers. De Waal drinkt Westmalle, de Vlaming Chimay. En pils, sloten pils. Al is de consumptie van een ‘frisse pint’ de laatste jaren wat aan het verdampen.

Tot een jaar of vijfentwintig jaar geleden was België, net als Nederland, een pilsland. De Belgische pint in het beroemde geribbelde glas. Ik heb horen zeggen dat de ribbels het bier koeler houden. De pint krijgt in de meeste gevallen niet veel kans om warm te worden, maar dit terzijde.

De uitvinder van het Nederlandse ‘pijpje’ of ‘fluitje’, moet mijns inziens om die reden achterstevoren gezeten op een ezel en met pek en veren bestreken het land uit gejaagd worden. In zo’n dun glas word pils pislauw en als je een flinke neus hebt, dan moet oppassen dat je geen stuk uit het glas breekt. En voor degenen die nu denken: ‘nou, ik vind het anders wel lekker, zo’n gedistingeerd dun glas’, die vragen het maar aan het horecapersoneel. En aan de ziekteverzekering van het horecapersoneel, want er schijnen nogal wat vingers in de spoelbak achter te blijven als gevolg van vlijmscherpe stukken gebroken pijpjes.

Dat soort problemen kent het robuuste pintglas niet. Maar de bierliefde gaat in België veel verder. Dezelfde vijfentwintig jaar geleden vielen mij in België de Pale-Ales al op, tegenwoordig vaak wat nuffig ‘amberbieren’ genoemd. De wat oudere Belgen spreken bij Pale Ale van een pellelleke. Een pale – ale- e-ke. Alles snel uitspreken in puntzak-Engels: pellelleke. Geweldig woord. Ik drink het alleen al om het woord te kunnen zeggen.

Maar ook in het bierland bij uitstek kwijnden de speciallekes weg, tot ze ergens in de jaren ’80 van de vorige eeuw opnieuw onder de aandacht werden gebracht door ene Michael Jackson. Ja, het staat er goed. Niet de popster, die kon volgens mij een pellelleke niet onderscheiden van een kop slappe thee. Iemand anders dus, een Brit en een echte bierkenner. En die begon boeken vol te pennen over de geweldige Belgische bieren. Bussen toeristen zakten af naar Westvleteren en Orval. Damned, those Belgians can there something from. Of zoiets.

De nog bestaande oude merken kregen nieuw elan. En als ze inmiddels niet meer bestonden, kregen ze nieuw leven ingeblazen. En die nooit bestaan hadden werden ter plekke verzonnen. Het thuisbrouwen verdreef de duivensport uit de bovenste regionen. Brouwen, deju-nog-aan-toe!

Zelfs jonge Belgen drinken ook op een avond stappen rustig wat speciallekes. En dan bedoelen ze hier geen Palm of een laffe Leffe. Dat is pils met een kleurtje. Goed als er écht niks anders is, maar veel speciaals is er niet aan. Duvel, De Koninck, Rodenbach, een trappist, dát zijn speciaalbieren. Hooguit wordt er wat later op de avond overgeschakeld op een gewone pint, ‘om te kunnen volgen’. De bruiloft van Kanäan, maar dan in een meter bier.

Bier maakt het creatiefste los in de Belgen, want hun biermerchandising kent enkele fantastische staaltjes. Een glas van de illustere Antwerpse brouwerij ‘De Koninck’  heet in stad en ommelanden bijvoorbeeld een bolleke keuning, vanwege het bolle kelkglas. Een exacte kopie, maar dan een paar maten kleiner, heet vervolgens een prinske. Geweldig.

Eén van de mooiste vind ik persoonlijk die van een Merchtemse brouwersfamilie met de kloeke achternaam Vanginderachter, die in de jaren ’50 de grootste brouwerij van België bestierden. Zij surften mee op het enorme succes van de pallellekes en alles wat uit Engeland kwam.

Ze doopten hun product derhalve ‘Ginder-Ale’. Zoiets verzin zelfs ik niet.


Foto door Koen Broos

Hugo Luijten (1969) woont in Antwerpen en is historicus en schrijver. Offer voor een verloren zaak (House of Books, 2017) was zijn romandebuut over een verre Duitse voorvader uit de Selfkant die sneuvelde in 1914. Daarnaast schreef hij aan een serie thrillers die zich afspelen in Antwerpen en Brussel: ‘Verast’ (Lannoo, 2018), ‘De Brexitmoorden’ (idem, 2019) en ‘Het jaar van de slang’ (idem, 2020). In oktober 2020 verscheen ook bij Lannoo ‘Undercover – Alles of niks’, als spin-off van de bekende Netflixserie.

Voor Thrillerlezersblog schrijft Hugo in 2021 elke maand een column met België en de Belgen als insteek. Zelf al twintig jaar ‘nederbelg’ zijnde, observeert hij met geoefend oog de aardigheden van beide buurlanden.

 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten