woensdag 6 maart 2019

Welke muziek inspireert Esther Boek?

Als kind leerde ik mijn huiswerk altijd met de muziek zo hard mogelijk aan. Mijn ouders zeiden me de herrie uit te doen. Want dit leidde me alleen maar af van wat ik moest leren. Maar muziek vulde de ruimte in mijn hoofd niet. Het leek mijn hersenen juist actiever te maken.

Nu zie ik het ook bij mijn kinderen. Wanneer het onoverkomelijke proefwerk op de slaapkamerdeur staat te bonken, gaat Spotify een tandje harder en worden het lesboek en het schift zuchtend tussen de rommel op de vloer uitgevist. Ikzelf moet dan altijd mijn hand voor mijn mond houden om zo de stem van mijn ouders, jaren geleden opgesloten in de spelonken van mijn brein, niet via mijn lippen te laten ontsnappen. En waar ik vroeger mijn ouders niet begreep, begrijp ik nu mijn kinderen niet. Hoe kunnen zij productief zijn met die herrie in hun oren, die hun hersenen laat meetrillen in een verwoestende vibratie.


Wanneer ik inspiratieloos achter mijn laptop zit, mijn vingers op de toetsen, klaar om de meest prachtige woordvondsten aan het digitale papier toe te vertrouwen, wil ik nog weleens de truc van lang geleden uithalen. De radio aan om mijn hersenen te activeren.
Maar daar waar vroeger de muziek me tot hogere prestaties bracht, lijkt hij nu de verstopte woorden in mijn hoofd nog harder terug te duwen naar plekken waar ik ze helemaal niet meer kan zien. Zelfs de prachtige geluiden van onze klassieke meesters zijn teveel voor mijn tot het uiterste gekwelde en zoekgeraakte inspiratiemannetje.


Als ik aan mijn boeken schrijf wil ik stilte om me hen. Alleen dan komen de verborgen letters, voetje voor voetje uit hun holen gekropen. Eerst kijken ze nog wat schuw om het hoekje, trekken zich angstig terug wanneer ik ze in een rijtje wil zetten, waar ze gezamenlijk een woord, een zin kunnen vormen. Maar langzaam meer zeker vertonen ze zich met meer vertrouwen en als de meest dappere in Times New Roman 12 staan, volgt de rest vanzelf.


Mijn vingers nemen de muziek van vroeger over. Ze tikken in verschillende ritmes op het toetsenbord, pauzeren even kort, om dan weer verder te gaan in een staccato dat meer en meer een samenspel wordt waarin de geluiden samenkomen tot woorden, zinnen, paragraven en hoofdstukken.
Muziek en concentratie gaan voor mij niet meer samen. Waar ik als puber muziek nodig had om overeind te blijven in de chaos van mijn ontwikkelende hersenen, lijk ik in de fase waarin deze in gewicht alleen maar afnemen, juist stilte nodig te hebben om de wanorde achter mijn schedeldak de baas te blijven.
Toch vind ik het ook wel een mooie ontwikkeling. Mijn personages zijn als mijn kinderen. Ze ontwikkelen zich in mijn zicht, gaan soms een kant op die ik niet begrijp, kunnen me verbazen en ontroeren. Wanneer het boek klaar is om aan de wereld getoond te worden, vertrouw ik er op dat mijn personages zelfstandig verder kunnen. Ik praat nog wel over ze, voel trots als ik aan ze denk, maar we zijn ieder in een fase belandt waarin we elkaar los moeten laten.


Ook mijn kinderen heb ik gebaard in stilte. Geluiden om me heen, stemmen, muziek, alles leidde me af van waar ik mee bezig was, leven creƫren. Daar waar de mooiste dingen ontstaan, moet het leven even stilstaan.


En dit zo opschrijvende, begrijp ik mijn kinderen weer prima. Want wees eerlijk, huiswerk is toch alleen maar een noodzakelijk kwaad, dat je met muziek moet overstemmen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten