zondag 15 januari 2017

De eerste column van Melissa Skaye

Of ik een blog wil schrijven voor Thrillerlezers. Niet eenmalig, maar maandelijks. Nou, in eerste instantie dacht ik: hoe interessant is dat voor lezers? Heb ik wel iets te melden? ‘Natuurlijk heb je dat,’ werd mij gezegd. Even nadenken en ja, het lijkt me wel leuk in mijn eerste blog te beschrijven hoe ik ooit besmet ben geraakt met het schrijfvirus. Pas op, dat kan jou ook ineens overkomen ;-)
Officieel heet ik Melissa Bielsma-Schaaij, maar mijn auteursnaam is Melissa Skaye. Geboren op 4-4-1972 (reken zelf maar uit hoe oud ik ben) geboren in Amsterdam, en vanaf mijn dertiende jaar woonachtig in Hoorn. Sinds 2-6-1995 getrouwd met Roger (spreek je uit als Rochee, maar iedereen noemt hem Roos) die een klusbedrijf heeft: De Kleine Klussenbus. Onze twintigjarige zoon heet Kylian en dochter Savenna is zestien. We hebben twee witte katten (joh, die heb je vast nog nooit op Facebook gezien): Toby en Bobby. De heren zijn twee jaar, Toby is doof en trouwens ook dik, maar het is dan ook echt onze theemuts, Bobby is een Maine Coone met een bruin en een blauw oog en een fantastische pluimstaart. Knappe kerels, vinden wij. Vissen hebben we trouwens ook, in de vijver. Enorme joekels! Sinds kort één minder (ben daar nog ziek van) want een reiger wist onze beveiliging te omzeilen. Ik heb het dier vervloekt, maar houd het er maar op dat hij heel hongerig was. Vergeven kan ik hem niet, want hij vloog er vandoor met mijn lievelingsvis! Van al die vissen moest hij net de mooiste pakken. ‘Slik die drol nu maar door,’ wordt er wel eens tegen mij gezegd. Moet daar nu, tijdens het typen, even aan denken. Ik zal het proberen.
Goed, een blog. Over mij. Het schrijven en hoe dat begon. In 2006 wilde ik niet alleen een fervent lezer zijn, het leek me geweldig zelf te schrijven. Nu ben ik Miep Onzekerheid dus ik begon niet meteen. Ik moest sowieso eerst nog zien uit te vinden hoe Word werkte. (Really? Ja, really!) En heb ik op school ontzettend hard mijn best gedaan tijdens Nederlands? Nee, niet bepaald. School vond ik wel gezellig omdat ik in een leuke klas zat, maar belangrijker waren de zaken die in de tijd na het laatste uur aan de beurt kwamen. Mijn pony Pretnes bijvoorbeeld, waar ik actief mee trainde voor allerlei wedstrijden. Afspraken met vriendinnen (die ook allemaal een eigen pony hadden) en de zalige liefdevolle omgeving van mijn ouderlijk huis. Daar was het toch veel fijner om te zijn dan in een klaslokaal waar de leraar Nederlands met zijn voeten op tafel zat en een shaggie rookte? Serieus, ik heb het over een lange tijd geleden, maar hij rookte in het klaslokaal. Hele discussies werden gevoerd, maar daar ging hij – lekker dwarsliggen – alleen maar meer shagjes van rollen. Misschien ook omdat een van mijn klasgenoten hem een oude rukker noemde?
Goed, 2006 dus. Mijn gezin heeft het hart op de tong, dus er werd aan tafel besproken wat mijn plan was. Daarop kwam de onvermijdelijke vraag waarom ik nog niet was begonnen. Ik liet weten dat dat was omdat ik dacht het niet te kunnen. Volgens mijn man kon ik dat pas zeker weten wanneer ik eerst maar eens zou beginnen. Daar had hij een punt. De dag erop dook ik achter zijn computer (ik had er zelf toen nog geen), vroeg waar Word zat en hoe dat werkte, en ging maar eens beginnen.
Als ik teruglees wat ik toen schreef, kun je me opvegen. Het was werkelijk verschrikkelijk. Rokende leerkracht of niet, ik had toch echt weleens beter mogen opletten! Ik had een vriendin die destijds wél oplette tijdens de les en zij las wat stukjes. Ze vond het heel erg leuk, maar: ze zag wel wat taalkundige foutjes. Ik denk dat ze gewoon aardig wilde zijn, want het was wel iets meer dan dat. Gelukkig ben je nooit te oud om te leren en diverse manuscripten gingen eerst langs een manuscriptbureau voor ik me eens verdiepte in de wereld van uitgevers. Dat was het begin van flinke uitgaven voor mijn nieuwe hobby. Ja, zo’n bureau doet het niet voor niets. Maar bij elk rapport groeide mijn drive. En in 2007 had ik een manuscript klaar. Deel 1 van de Fantasyreeks Jeremy Jago.
Ach, terugkijkend moet ik erg om mezelf lachen. Ik wist van toeten noch blazen voor wat betreft de boekenwereld. Duh, natuurlijk was het manuscript niet goed genoeg om uitgegeven te worden, ik geef dat grif toe. Dat geleur met een manuscript vond ik eigenlijk ook niets, dus toen mijn moeder het advies gaf het zelf uit te geven, noemde ik dat een fantastisch idee. Onbezonnen dook ik erin, deed gewoon maar wat en vond het wel grappig. Zo belandde ik in de wereld van alles zelf doen, vond een drukkerij, iemand die het omslag regelde en hoppa: daar was mijn boek.
Ik houd het maar op mijn enthousiasme, maar een groot succes werd het niet. Nee, nogal logisch, het roer moest om en ik moest het anders aanpakken. Ik startte uitgeverij De Omslag. Die naam sloeg echt op mijn eigen verandering in het leven, iets dat ik vaak moest uitleggen als iemand zei dat het toch Het omslag moest zijn.
Deel 1 herschreef ik, kreeg meteen een andere omslag, deel 2 erachteraan. Goh, ik nam zelfs andere auteurs onder mijn hoede, maar ik verkeek me er gruwelijk op. Wat kost het veel geld, lieve mensen, een uitgeverij! Hulde aan elke held die een uitgeverij begint en nog succes heeft ook! Ik zal kort zijn over de vier jaar waarin ik mijn best deed: het was gewoon niet mijn ding. Ik ben niet hard en zakelijk, ik bezit geen olifantenhuid en trouwens, liggende gelden heb ik ook niet en het kost allemaal wat. Ook al wilde ik ermee stoppen, ik kon de auteurs die op mij vertrouwden niet in de kou laten staan. Om aan te geven dat ik niet alles fout deed: een van de auteurs bracht het toch maar mooi tot een 2e druk. Toch wel stoer.
Ik sliep er niet van, want wat moest ik nou? Toen raakte ik in gesprek met Jos Weijmer, van uitgeverij Zilverspoor. Ik kende Jos van diverse Fantasybeurzen en ik besprak mijn zorg met hem. Geen idee wie me waar dan ook zo gunstig gezind was, maar Jos zag er wel iets in om Jeremy Jago over te nemen. Dan moesten de twee delen die ik had uitgebracht wel herschreven, iets dat ik geen enkel probleem vond. De andere auteurs vonden ook een veilige thuishaven bij Zilverspoor. Ik geloof dat ik naderhand zelfs in mijn slaap lag te glimlachen. Ik zal Jos mijn hele leven zo dankbaar blijven. Inmiddels heeft Jeremy Jago 4 delen en is daarmee afgerond. Deel 4, De erfenis van Lotus, is opgedragen aan Jos, die in april 2015 plotseling overleed. Jeremy zal voor mij altijd bijzonder blijven: met hem begon mijn schrijven, mijn enorme leerschool, maar door Jos heb ik de reeks kunnen afronden. In de volksmond zeggen we JJ, maar in mijn hart is het JJJ.
De wijze waarop de VT-thrillerreeks in mijn leven kwam, is ook niet gemakkelijk en normaal te noemen. Volgens mij gaat bij mij niets gewoon. Geeft niet, als je een doel in je hoofd hebt en een beetje doorzet, kom je er ook wel. Daar vertel ik in het volgende blog over! En soms, heel soms, vraag ik me af wat de leerkracht Nederlands zou zeggen als hij hoort dat ik boeken schrijf. Wat hij voor zich zal zien is een meisje met belachelijk hoog opgetiste haren, bladerend in een agenda vol plaatjes, hartjes en de naam van een jongen waar ze op dat moment verliefd op was. (andere namen doorgekrast) Glurend in een spiegeltje in de agenda om te zien of de make-up nog goed zat. Een meisje dat teveel kletste en lachte, maar bovenal een meisje dat niet echt oplette. ‘Melissa, het wordt niets met je als je niet luistert en niet oplet,’ zei hij meer dan eens. ‘Hoe moet je nu ooit een knappe brief schrijven als je je eigen taal niet goed beheerst?’ Ik zou nu graag tegen hem willen zeggen: ‘Ik zal mijn hele schrijfleven een redacteur nodig hebben, maar ik heb het toch niet zo heel beroerd gedaan, oude rukker, eh … roker!’ 

Melissa

1 opmerking: