Afgelopen woensdag dacht ik
op de filmset van een slechte western beland te zijn (zijn er
goede dan?). Van een afstandje hoorde ik het ongeduldig getrappel
van gesmeed ijzer op straatklinkers, gepaard (zucht) met wild
gehinnik. Oh frack, vergeten: paardenmarkt (argh).
Tussen de tegels van het
trottoir, voor de deur van ons kantoor (hij is fijn) waren
tientallen houten palen de grond in geslagen. De straat was gevuld
met paardentrailers. Diverse ezels op houten klompen knoopten
tegenstribbelende pony's, koppige veulens, bijtende merries en andere
brieschende paarden aan het ruwe touw dat tussen de houten paaltjes
was gespannen. En dan moest het handje klappende publiek nog komen.
Voor ik mijn eerste pot
koffie kon inschenken, was mijn neus al gevuld met de
plattelandslucht, dat gepaard gaat met nerveus wild (die lucht!).
De paardenmarkt. Oh mijn
hemel. Compleet vergeten.
Een eeuwenoude traditie, dat
jaarlijks in deze tijd van het jaar wordt gehouden. Het was mij
alleen even ontgaan (ik kom hier ook pas 42 jaar, ik ben nog niet
echt ingeburgerd).
Dit rare dorp houdt er twee feesten per jaar op na: de paardenmarkt en de Wilhelmina feesten. Sommige tradities sterven een langzame dood, waar een vlugge dood de beste oplossing zou zijn.
Dit rare dorp houdt er twee feesten per jaar op na: de paardenmarkt en de Wilhelmina feesten. Sommige tradities sterven een langzame dood, waar een vlugge dood de beste oplossing zou zijn.
Ook de paardenmarkt is
getroffen door de economische crisis. Voor de financiƫle dip was het
dringen geblazen aan het touw en werden meerdere straten gevuld met
overlast. Nu is er amper nog een straatje te vullen en is ook het
assortiment karig. Het geluid van klappende handen is zo goed als
verstomd.
Niet dat ik er iets mee heb
(viel het op?). Ik mag dan wel 100 vierkante meter achtertuin
hebben, een paard zul je er niet vinden (een handje vol voetballen
van de buurkinderen en 60 zwerfkatten - ik bedoel vriendjes van Abby,
dat dan wel).
Om de paardenmarkt nog iets
te laten lijken, staan er naast die 30 ezels en een paardenkop ook
nog eens een winkelstraat voor marktkraampjes. Zooi die de rest van
het jaar niet verkocht wordt, ligt tentoongesteld op overdekte houten
planken om aan het einde van de dag weer in de kelder te belanden.
Het zonnige weer trekt het
beste van de plaatselijke bevolking. Voornamelijk de kraampjes met
braadworst en bier trekken het meeste bekijks (nogmaals, het beste
van de bevolking).
De aandacht van het
slenterende publiek wordt met kracht gevraagd door de enthousiaste
lootjesverkoper (wie heeft die vent een microfoon gegeven?).
Onder lichte dwang en met een vleugje aangepraat schuldgevoel wint
hij zieltjes. De opbrengst van elk verkocht lootje (gaat in eigen
zak?) gaat naar de aanschaf van nieuwe instrumenten voor de
fanfare. Ter demonstratie staat een delegatie hiervan op de trommel
te roffelen als het rad een nieuwe winnaar uitbraakt (inderdaad,
geld om meer te oefenen is broodnodig).
Om het leed nog extra te versterken komt halverwege de middag een shantykoor aan (had ik al gezegd hoe leuk ik dat vind?). De dronken zeemannen wordt urenlang overboord gegooid, de meisjes aan de kade worden alvast gewaarschuwd voor de terugkeer van potige mannen die wekenlang met elkaar op een boot hebben gezeten (what ever happens on the ship, stays...).
Het tuig in opleiding, ik
bedoel de lieve kinderen van het dorp die nooit voor overlast zorgen,
staat verzameld op het parkeerterrein. De kermis draait op volle
toeren, botsauto's dienen als vervanging voor een rijopleiding,
meisjes worden lastig gevallen, suikerspinnen in haren gesmeerd,
pispaaltjes krijgen hun jaarlijkse loon en kan iemand die microfoon
afnemen van die man met zijn lootjes?!
De paardenmarkt is eigenlijk
een feestweek in opleiding. In augustus hebben we de echte. Gelukkig
zit ik dan op Schiermonnikoog met chef rode pen een bakje thee te
drinken.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten