zondag 22 juni 2014

Feuilleton Dimitri Van Hove

BOUWEN AAN VROUWEN - Hoofdstuk 2

Ik sta mijn handen te wassen. In het ziekenhuis liet een collega me eerder deze week een nieuw soort handschoenen zien. Hij vertelde me dat het “latex” wordt genoemd en dat het de toekomst is. ‘Binnen tien jaar draagt elke chirurg ter wereld dit. Bij iedere ende eendere ingreep. Let op de woorden die uit mijn mond komen.’
Maar ik denk het niet. Geen enkele arts zal zijn kostbare tijd verspelen aan handschoenen. Ik draai de waterkraan dicht en pak een verse handdoek uit de kast. Zolang je voor de operatie je handen niet afdroogt aan een handdoek waarmee je net je scrotum hebt staan schrobben is er niks aan de hand.
Bovenaan de keldertrap bind ik mijn schort om. Ik draai de deur op slot. Als ik naar beneden ga verschijnt langzaam de apparatuur die ik heb aangeschaft. Zelfs een echte sectietafel ontbreekt niet. Ik ga erheen en bekijk het naakte lichaam. Inderdaad een prima specimen, maar voor ik kan beginnen zal ik toch nauwgezet de conditie van de huid moeten onderzoeken – het kleinste pukkeltje kan tot de grootste scheur leiden. Ik klap mijn glazen vizier omlaag en ga op zoek.
Terwijl mijn wijsvinger langzaam langs de haarlijn glijdt, gaat mijn blik opzij naar haar boezem: ze heeft niet vooraan gestaan toen de borsten werden uitgedeeld, maar ik heb al erger gezien.
‘Jij lijkt me een Elizabeth,’ zeg ik tegen haar gezicht. ‘Of een Elena…?’
Het behoeft geen betoog dat er geen antwoord komt.
‘Elena,’ besluit ik en ga verder met het controleren van haar hoofdhuid. Nadat ik ook haar nek, hals, schouders en bovenarmen heb nageplozen recht ik mijn rug. Ik blaas. Dit is een deksels karwei. Maar het moet. Ik zet het vizier omhoog, wrijf over mijn dichtgeknepen ogen en neem vervolgens haar dijen onder handen. Als ik ook daar geen obstakeltjes ben tegengekomen controleer ik haar op eventuele schimmels. Onder haar oksels, tussen haar tenen en rond haar vagina en bilnaad.
Elena is een nette, gezonde meid, concludeer ik. Helemaal niks op aan te merken. Ik pak het scalpel en snijd van onder de kin tot net boven de sleutelbeenderen. Hier wijk ik voor het eerst af van de handleidingen: volgens de boeken uit de universiteitsbibliotheek moet je je onderwerp openleggen van de nek tot aan de anus, maar dat is bij vogels – bij menselijke meisjes zit daar nog een lichaam met allerlei lekkers tussen. Ik sla haar borstkas over en trek een tweede opening van net onder het borstbeen tot waar haar schaamhaar begint.
Ik ploeg door de dunne darm heen en verwijder eerst en vooral de uterus, zoals ik bij de hoeren deed. De zoektocht naar een oplossing voor de onvruchtbaarheid van mijn vrouw heeft me nog maar bitter weinig wijzer gemaakt, doch je weet nooit wanneer de doorbraak komt. Veel grote wetenschappelijke ontdekkingen berusten op toevalstreffers en ongelukjes. Tot het  zover is blijf ik baarmoeders en eierstokken pekelen.
In de keelopening snijd ik de slokdarm en de luchtpijp zo dicht mogelijk bij het tongbeen af en trek beide haar lichaam uit. Deze kunnen weg; ik laat ze in een emmer glibberen. In de ontstane holte kan ik nu de eerste elektroden aanbrengen.

Enkele uren later heb ik haar ingewanden, tong en ogen verwijderd, haar hersenen gedraineerd en haar de vereiste hoeveelheid formaline toegediend. Ik heb haar oogkassen gevuld met klei en er glazen kunstogen in gedrukt. Daarna ben ik verdergegaan met het kleven van elektroden. Iets waarbij ik moet improviseren, want zover gaan de handleidingen niet. Ik heb op alle uiteinden van de grootste spiergroepen een positieve en een negatieve elektrode in haar huid genaaid en vervolgens de verbindingsdraadjes langs haar lichaam gebonden.
Tot slot heb ik haar kleren van mijn vrouw aangetrokken; niet alleen om de elektroden en de wirwar van draden aan het oog te onttrekken, ook om die complexe installatie op zijn plaats te houden. Zo stak ik bijvoorbeeld Elena’s benen in een paar oude heupkousen, trok daar een kousenbroek over en dáár een van mijn eigen broeken overheen. Haar voeten en scheenbenen gingen in een paar kniehoge rijglaarzen die mijn vrouw bij het vuilnis gezet had maar door mij onderschept zijn.
Alvorens haar in het korset te snoeren en haar de jurk en de armlange handschoenen aan te trekken, overloop ik een laatste keer de papieren, met name de uitvergrote plannen die haar bekkenbodemspieren betreffen. Want deze spieren in het bijzonder moeten exact bestuurbaar zijn, vind ik. Anders is een seksslavin niet veel waard.
‘Er zijn natuurlijk allerlei manieren waarop je bij een vrouw naar binnen kunt, maar ik eindig nu eenmaal graag in hun vagijn,’ zeg ik tegen haar. ‘Noem me ouderwets.’

Elena ziet er opgezwollen uit door al die kleren, maar het zij zo – ik ben niet van plan de hele tijd losgekomen bedrading te herstellen. Ik ga het grote schakelbord aansluiten op de generator, en die generator op zijn beurt met het regelbord. Toen ik nog studeerde heb ik eens een boek gelezen waarin een wetenschapper zijn exemplaar rechtstreeks verbonden had met een bliksemafleider, en dat is toen behoorlijk uit de klauwen gelopen. Nee, deze dokter zal er volledig de controle over houden; deze wetenschapper zal de macht hebben over elke afzonderlijke spier. Die hersentransplantatie uit het boek heb ik eveneens achterwege gelaten, want waar de schrijfster geen rekening mee had gehouden is dat ingewanden en hersenen na een tijdje gaan rotten. Hoewel dat fictieve experiment aannemelijk klonk – de bliksem had het hart van het exemplaar weer op gang gebracht en dus ook de bloedsomloop weer doen werken – een heropgestart hart zou simpelweg te zwak zijn om het bloed optimaal rond te stuwen. Met alle stinkende gevolgen van dien.
Als eerste probeer ik de schuifregelaar met biceps R op het etiket. Elena’s armbuigspier bolt op en even later slaat haar rechterhand tegen haar dijbeen aan. Elena’s eerste postume beweging.
Samen met triceps R en anconeus R schuif ik langzaam de knop met brachialis R omhoog, wat ervoor zorgt dat Elena haar rechterelleboog naar buiten draait en ze tegelijkertijd haar onderarm omhoog steekt. Haar rechterhand hangt slap te bungelen boven haar heup. Met behulp van de knoppen voor de dorsale, ventrale en radiale onderarmspieren, kan ik haar hand omhoog brengen en Elena zelfs naar me laten zwaaien. Tot terugzwaaien ben ik momenteel niet in staat: voor deze eenvoudige beweging van haar hand heb ik twaalf schuifregelaars nodig, waarvan er tien constante bijregeling vereisen.
Dit schreeuwt om vereenvoudiging. Maar hoe? Hoe kun je zo’n ingewikkeld netwerk terugbrengen naar enkele circuits die met één of twee knoppen te besturen zijn? Mijn kennis van elektronica is erg beperkt. Ik zal de bibliotheek weer moeten induiken.

Maar nu ga ik slapen – straks vraagt mijn vrouw wat ik hele nachten in die vermaledijde kelder doe. Morgenochtend zal ik Elena uitvoeriger testen.

1 opmerking:

  1. yep wederom goed :-) kijk al uit naar het vervolg !
    Nancy De Brucker

    BeantwoordenVerwijderen