BOUWEN AAN VROUWEN - Hoofdstuk 2
Ik sta mijn handen te wassen. In
het ziekenhuis liet een collega me eerder deze week een nieuw soort
handschoenen zien. Hij vertelde me dat het “latex” wordt genoemd en dat het de
toekomst is. ‘Binnen tien jaar draagt elke chirurg ter wereld dit. Bij iedere
ende eendere ingreep. Let op de woorden die uit mijn mond komen.’
Maar ik denk het niet. Geen
enkele arts zal zijn kostbare tijd verspelen aan handschoenen. Ik draai de
waterkraan dicht en pak een verse handdoek uit de kast. Zolang je voor de
operatie je handen niet afdroogt aan een handdoek waarmee je net je scrotum
hebt staan schrobben is er niks aan de hand.
Bovenaan de keldertrap bind ik
mijn schort om. Ik draai de deur op slot. Als ik naar beneden ga verschijnt
langzaam de apparatuur die ik heb aangeschaft. Zelfs een echte sectietafel
ontbreekt niet. Ik ga erheen en bekijk het naakte lichaam. Inderdaad een prima
specimen, maar voor ik kan beginnen zal ik toch nauwgezet de conditie van de
huid moeten onderzoeken – het kleinste pukkeltje kan tot de grootste scheur
leiden. Ik klap mijn glazen vizier omlaag en ga op zoek.
Terwijl mijn wijsvinger langzaam
langs de haarlijn glijdt, gaat mijn blik opzij naar haar boezem: ze heeft niet
vooraan gestaan toen de borsten werden uitgedeeld, maar ik heb al erger gezien.
‘Jij lijkt me een Elizabeth,’ zeg
ik tegen haar gezicht. ‘Of een Elena…?’
Het behoeft geen betoog dat er
geen antwoord komt.
‘Elena,’ besluit ik en ga verder
met het controleren van haar hoofdhuid. Nadat ik ook haar nek, hals, schouders
en bovenarmen heb nageplozen recht ik mijn rug. Ik blaas. Dit is een deksels
karwei. Maar het moet. Ik zet het vizier omhoog, wrijf over mijn dichtgeknepen
ogen en neem vervolgens haar dijen onder handen. Als ik ook daar geen
obstakeltjes ben tegengekomen controleer ik haar op eventuele schimmels. Onder
haar oksels, tussen haar tenen en rond haar vagina en bilnaad.
Elena is een nette, gezonde meid,
concludeer ik. Helemaal niks op aan te merken. Ik pak het scalpel en snijd van
onder de kin tot net boven de sleutelbeenderen. Hier wijk ik voor het eerst af
van de handleidingen: volgens de boeken uit de universiteitsbibliotheek moet je
je onderwerp openleggen van de nek tot aan de anus, maar dat is bij vogels –
bij menselijke meisjes zit daar nog een lichaam met allerlei lekkers tussen. Ik
sla haar borstkas over en trek een tweede opening van net onder het borstbeen
tot waar haar schaamhaar begint.
Ik ploeg door de dunne darm heen
en verwijder eerst en vooral de uterus, zoals ik bij de hoeren deed. De
zoektocht naar een oplossing voor de onvruchtbaarheid van mijn vrouw heeft me
nog maar bitter weinig wijzer gemaakt, doch je weet nooit wanneer de doorbraak
komt. Veel grote wetenschappelijke ontdekkingen berusten op toevalstreffers en
ongelukjes. Tot het zover is blijf ik
baarmoeders en eierstokken pekelen.
In de keelopening snijd ik de
slokdarm en de luchtpijp zo dicht mogelijk bij het tongbeen af en trek beide
haar lichaam uit. Deze kunnen weg; ik laat ze in een emmer glibberen. In de
ontstane holte kan ik nu de eerste elektroden aanbrengen.
Enkele uren later heb ik haar
ingewanden, tong en ogen verwijderd, haar hersenen gedraineerd en haar de vereiste
hoeveelheid formaline toegediend. Ik heb haar oogkassen gevuld met klei en er
glazen kunstogen in gedrukt. Daarna ben ik verdergegaan met het kleven van
elektroden. Iets waarbij ik moet improviseren, want zover gaan de handleidingen
niet. Ik heb op alle uiteinden van de grootste spiergroepen een positieve en
een negatieve elektrode in haar huid genaaid en vervolgens de
verbindingsdraadjes langs haar lichaam gebonden.
Tot slot heb ik haar kleren van
mijn vrouw aangetrokken; niet alleen om de elektroden en de wirwar van draden
aan het oog te onttrekken, ook om die complexe installatie op zijn plaats te
houden. Zo stak ik bijvoorbeeld Elena’s benen in een paar oude heupkousen, trok
daar een kousenbroek over en dáár een van mijn eigen broeken overheen. Haar
voeten en scheenbenen gingen in een paar kniehoge rijglaarzen die mijn vrouw
bij het vuilnis gezet had maar door mij onderschept zijn.
Alvorens haar in het korset te
snoeren en haar de jurk en de armlange handschoenen aan te trekken, overloop ik
een laatste keer de papieren, met name de uitvergrote plannen die haar
bekkenbodemspieren betreffen. Want deze spieren in het bijzonder moeten exact
bestuurbaar zijn, vind ik. Anders is een seksslavin niet veel waard.
‘Er zijn natuurlijk allerlei
manieren waarop je bij een vrouw naar binnen kunt, maar ik eindig nu eenmaal
graag in hun vagijn,’ zeg ik tegen haar. ‘Noem me ouderwets.’
Elena ziet er opgezwollen uit
door al die kleren, maar het zij zo – ik ben niet van plan de hele tijd
losgekomen bedrading te herstellen. Ik ga het grote schakelbord aansluiten op
de generator, en die generator op zijn beurt met het regelbord. Toen ik nog
studeerde heb ik eens een boek gelezen waarin een wetenschapper zijn exemplaar
rechtstreeks verbonden had met een bliksemafleider, en dat is toen behoorlijk
uit de klauwen gelopen. Nee, deze dokter zal er volledig de controle over
houden; deze wetenschapper zal de macht hebben over elke afzonderlijke spier. Die
hersentransplantatie uit het boek heb ik eveneens achterwege gelaten, want waar
de schrijfster geen rekening mee had gehouden is dat ingewanden en hersenen na
een tijdje gaan rotten. Hoewel dat fictieve experiment aannemelijk klonk – de
bliksem had het hart van het exemplaar weer op gang gebracht en dus ook de
bloedsomloop weer doen werken – een heropgestart hart zou simpelweg te zwak
zijn om het bloed optimaal rond te stuwen. Met alle stinkende gevolgen van
dien.
Als eerste probeer ik de
schuifregelaar met biceps R op het etiket. Elena’s armbuigspier bolt op
en even later slaat haar rechterhand tegen haar dijbeen aan. Elena’s eerste
postume beweging.
Samen met triceps R en
anconeus R schuif ik langzaam de knop met brachialis R
omhoog, wat ervoor zorgt dat Elena haar rechterelleboog naar buiten draait en
ze tegelijkertijd haar onderarm omhoog steekt. Haar rechterhand hangt slap te
bungelen boven haar heup. Met behulp van de knoppen voor de dorsale, ventrale
en radiale onderarmspieren, kan ik haar hand omhoog brengen en Elena zelfs naar
me laten zwaaien. Tot terugzwaaien ben ik momenteel niet in staat: voor deze
eenvoudige beweging van haar hand heb ik twaalf schuifregelaars nodig, waarvan
er tien constante bijregeling vereisen.
Dit schreeuwt om vereenvoudiging.
Maar hoe? Hoe kun je zo’n ingewikkeld netwerk terugbrengen naar enkele circuits
die met één of twee knoppen te besturen zijn? Mijn kennis van elektronica is
erg beperkt. Ik zal de bibliotheek weer moeten induiken.
Maar nu ga ik slapen – straks
vraagt mijn vrouw wat ik hele nachten in die vermaledijde kelder doe.
Morgenochtend zal ik Elena uitvoeriger testen.
yep wederom goed :-) kijk al uit naar het vervolg !
BeantwoordenVerwijderenNancy De Brucker