donderdag 6 maart 2014

Appeltaart - Marloes Vrijdag



Het cadeau lag op tafel, 
zorgvuldig ingepakt. Vandaag was het tijd voor iets extra's. Het was tenslotte maar een keer per jaar onze trouwdag. Het pakket deed ik in mijn tas en stapte daarna in de auto. Ik wilde hem de dood niet cadeau geven; lijden, dat moest hij. De pulserende hitte zorgde ervoor dat er zweetdruppeltjes op mijn voorhoofd parelden. Ik bleef kort staan voordat ik de deur opende. Ik voelde me zo'n poppetje dat opgedraaid moest worden, geherprogrammeerd totdat ik weer de marionet was die hij zo graag bespeelde. Het kostte me veel moeite om hem niet door elkaar te rammelen om zijn hersenen weer te activeren. Het zou nu niet lang meer duren. Ik was er bijna. Zo dichtbij. Mijn hand duwde de klink omlaag en ik liep naar binnen. Hij lag voor me in een wit, steriel bed. Naast hem stond een apparaat dat zijn vitale functies in de gaten hield. Ik wist hoe het ervoor stond, doordat ik dagelijks door zijn arts op de hoogte werd gehouden. Hoop was tussen ons uit geglipt. Zijn lichaam was zwak. Het leven trok langzaam uit hem weg. De artsen konden geen enkele verklaring vinden en dat stelde me gerust. Dit moest lukken. Ik zette een stap naar voren terwijl het beeld in mijn hoofd vervaagde. Mijn gedachten stuiterde als een skippybal op en neer. Moest ik werkelijk doorzetten? Ik was nu al zover gekomen dat stoppen bijna geen optie meer was. Woede stroomde door mijn aderen tot het zich in mijn vuisten verzamelde. Bittere ellende sloeg in mijn gezicht en duwde me weer met beide benen op de grond. Hij was te ver gegaan, waardoor we het stadium vergeven allang gepasseerd waren. Ik moest over mijn grenzen stappen om te doen wat ik noodzakelijk achtte. Mijn handen wilden op zijn lichaam beuken, net zolang tot hij de pijn zou voelen die diep in mij genesteld zat. Hij vermoedde niets. Helemaal niets. En dat maakte dat er een soort berusting als een schild om mij zat getrokken. Hij was dankbaar dat ik zo goed voor hem zorgde, de sul. Hij moest eens weten. Zijn gemoedstoestand maakte dat hij mijn onderhuidse opmerkingen niet hoorde. Het leek alsof hij leefde in een bubbel en niet alles tot hem doordrong.
'Lieverd?' Ik schudde zachtjes aan zijn schouder tot hij zijn ogen opende. Zijn ogen stonden zacht, maar de twinkeling was verdwenen. Nog even doorzetten, hield ik mezelf voor.
'Ik heb iets voor je meegenomen.' Ik legde het cadeau neer.
Hij grijnsde.
'Je weet toch wel welke dag het vandaag is?' Ik deed mijn best opgewekt te klinken. 'Onze trouwdag.' Ik drukte een zoen op zijn lippen. Het spoortje speeksel dat hij overbracht deed me gruwelen.
Hij trok aan het lint en lichtte de deksel van de doos. 'Och, mijn lievelingstaart. Wat ben je toch een lieverd.'
Ik pakte een vork uit mijn tas en prikte er een stuk appeltaart aan. Hij deed zijn mond open en ik propte het enthousiast naar binnen. Ik gaf hem nauwelijks de kans te kauwen.
'Neem zelf ook wat.'
Plotseling zag ik dat zijn ogen vochtig werden. Zijn onderlip trilde.
'Wat is er?'
Hij gebaarde de vork weg te leggen.
'Voordat ik doodga, wil ik eerlijk tegen je zijn.'
Ik prikte eigenwijs nog een stuk aan de vork. Mijn blik overtuigde hem zijn mond te openen en het door te slikken. Ik glimlachte tevreden terwijl ik naar de kruimels staarde.
'Ik vind het moeilijk om te zeggen, maar ik moet je iets bekennen. Het spijt me zo. Het was niet mijn bedoeling je vertrouwen te beschamen en ik ben er ook zeker niet trots op.' De sluizen waren geopend en het vocht stroomde over zijn wang. 'Ik ben met Bianca naar bed geweest. En Sarah.'
Hij staarde me aan met zijn bruine knikkers die ik ooit zo lief had gehad.
Ik schraapte mijn keel. Standvastig en sterk wilde ik zijn. ' Laat me jou dan ook iets opbiechten. Dat wist ik al. Waarom denk je dat ik dit alles... dat ik de laatste maand steeds...

4 opmerkingen:

  1. Mmmmm, geloof dat ik maar een tijdje van de appeltaart afblijf. Alhoewel dit verhaal wel naar meer smaakt.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Dit stukje smaakt naar meer! Spannend, hoor!

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Hmmmmm ben ik blij dat ik niet van appeltaart hou

    BeantwoordenVerwijderen