Posts tonen met het label edgar allan poe. Alle posts tonen
Posts tonen met het label edgar allan poe. Alle posts tonen

zaterdag 22 september 2018

Hardware en het raadsel van de verdwenen column door Jack Schlimazlnik


Wie mij hier en daar op internet volgt, weet dat voor mij het afgelopen jaar nogal hectisch was. In augustus 2017 vierde ik nog het twaalf-en-een-halfjarig jubileum bij de zaak, begin december nog gevolgd door een etentje met de directie, en de week voor kerst kreeg ik te horen dat mijn functie werd opgeheven wat effectief betekende dat ik per direct op straat stond - gelukkig wel met een flinke zak geld en met salaris tot april.

Jammer, want het was goed werk, lekker schrijven, en ondertussen inspiratie voor minstens twee thrillers die er misschien ooit nog komen. Dat schrijven deed ik uiteraard op een laptop van de zaak, die ik ook gebruikte om te controleren of de teksten die ik op mijn Macs schrijf wel goed geconverteerd werden naar Word voor Windows. Plus dat ik dan een woordentelling had die overeenkwam met die van degene naar wie het manuscript moest, want Word is tegenwoordig gewoon de standaard in schrijversland.

Nu had ik, dacht ik, op die zakelijke laptop ook een column voor Thrillerlezers geschreven. Sowieso had ik alle privé-bestanden van mijn zakelijke laptop gehaald, en daar uit de Cloud en van de servers gehaald. Een hele klus, 30 GB aan bestanden die ik niet zomaar even op een stickie kon zetten of op dvd kon branden, door de beveiliging (bitlocker, bah!) kon ik niets van de laptop op een externe opslag zetten. Dus alles in zip-bestanden gezet en dan via WeTransfer het internet op, en dan thuis alles ophalen met een privé-laptop. Ben er een paar avonden zoet mee geweest. Vlak voordat ik de laptop in moest leveren, heb ik alle bestanden die er nog op stonden weer via WeTransfer verplaatst. Daaronder dus die column, waarschijnlijk.

Ik heb hier een half hardware museum staan. Ik begon te schrijven, ooit, jaren ’70, op de schrijfmachine van mijn ouders en later op de elektrische schrijfmachine van mijn ouders. Toen ik op kamers ging, kocht ik een eigen elektrische schrijfmachine, die heb ik nog steeds, maar ik gebruik hem niet meer.

Op de universiteit moesten we een stuk schrijven over stadsvernieuwing in Amsterdam. Dat moest op de computer van de docent, in WordPerfect. Het duurde even voor de schrijvers van de groep doorhadden dat het bij opslaan de bedoeling was dat je het oude bestand overschreef - de standaardvraag bij opslaan in WordPerfect is immers: wilt u het bestand xxxxxxxx.xxx overschrijven? Dat wilden ze niet, bang als ze waren daarmee hun werk teniet te doen. Dus zaten we aan het einde van de week met tientallen stukken over stadsvernieuwing, in variërende stadia van gereedheid. Dat is ook ongeveer de manier waarop je verzuipt in teksten als je steeds een back-up maakt en daar niet verder aan werkt. Kees van Kooten heeft daar ooit nog een stuk over geschreven in een van zijn Modermismen-boeken, alleen werkte hij toen niet digitaal waardoor hij een hele iglo aan hard-copy had.

Afijn, ik was wat huiverig voor WordPerfect geworden. Gelukkig zat ik op een kunstzinnige faculteit, dus kwam er een Macintosh Classic voor de studenten. Dat was werkelijk geweldig, daar kon je veel intuïtiever mee uit de voeten dan met WordPerfect. Alleen jammer dat je er verder niet zo heel veel mee kon, en dat op mijn bul staat dat ik dingen heb gedaan als stedebouwkundige informatica of zoiets, alleen kwam daar geen computer bij kijken, zoiets als kunnen zwemmen op het droge en toch je zwemdiploma halen. Voor het zware rekenwerk (digitaal tekenen) moesten we zelfs naar het rekencentrum van de TU.

Tijdens mijn tijd in Duitsland had ik mijn elektrische schrijfmachine meegenomen. Die printte met inktlinten, een soort plasticfolie. Helaas waren die linten moeilijk te krijgen. Ik kocht ze van het merk Pelikan, en nu wil het toeval dat ik in Hannover studeerde en dat de Pelikan-fabriek in Hannover is gevestigd. Daar ben ik dus eens een kijkje gaan nemen. Er was daar geen outlet of iets dergelijks. Voor de fabriekspoort was wel een vijver met pelikanen. Dat met die leeslinten was wel een drama, naast dat ze moeilijk waren te krijgen waren ze peperduur (naar studentenmaatstaven: 5 gulden of zo) en ik kon er maar een pagina op 20 mee schrijven. Vandaar dus dat die schrijfmachine hier nu stof staat te happen.

Daarna moest ik aan mijn afstudeerscriptie beginnen. Hiervoor kreeg ik een computer te leen met het gevreesde WordPerfect. Het schrijven daarin ging echter boven verwachting goed. Naast mijn scriptie schreef ik er ook korte verhalen op en het begin van een roman, plus een achttal korte delen van een thrillerserie. Die computer moest na mijn afstuderen helaas weer terug, ik had echter alle teksten op een diskette gezet.

Tijdens mijn eerste baan kocht ik mijn eerste (tweedehands) computer, een Tulip. Hierop werkte ik verder aan mijn roman, in WordPerfect. Ik begon hem wel te knijpen want die tekst groeide en groeide en paste al niet meer op een 720 kB diskette, en maar net op de 1,4 MB-diskette. Gelukkig kwam er toen de pc-privé-regeling, waarin het bedrijf waar je werkte een computer voor je kon kopen op kosten van de belastingdienst of zo. Dat werd mijn eerste echte nieuwe computer, en ik koos een iMac, die toen hartstikke nieuw was (een rev. B. in Bondi Blue, voor de liefhebbers). Ik moest er een externe diskettedrive bij kopen (een Superdisk-drive), want de iMac had geen eigen diskettedrive, alleen een cd-lezer. Het omzetten van de Word Perfect-bestanden lukte wel, maar de diskettes met Mac-bestanden die ik nog had van de universiteit, die waren niet compatible. Gelukkig had ik een vriend met een oudere Mac die de bestanden naar min of meer leesbaar formaat kon omzetten. Helaas niet alles, ik ben toen wel wat teksten kwijtgeraakt (twee scripties).

Die iMac was fijn en ik schreef in ClarisWorks. Ik kocht niet veel later een iBook, een laptop, zodat ik ook op reis kon schrijven. Daarna een MacMini, waar ik nog steeds op schrijf, nog steeds in ClarisWorks dat in de loop der jaren AppleWorks ging heten. Een nieuwe MacBook volgde. Toch bleef het steeds lastig om de bestanden van de ene naar de andere computer over te hevelen. Om nog maar te zwijgen van de ordners met verhalen die ik heb staan en die nooit zijn gedigitaliseerd. Slechts één langer verhaal heb ik een keer helemaal overgetypt, geen idee waar ik de tijd vandaan haalde. Ook ben ik een keer een verhaal kwijtgeraakt, dat ik toen uit mijn hoofd nog maar een keer schreef. Ben je net klaar, vind je het terug, zul je altijd zien.

Terug naar begin 2018. Ik had dus een MacBook, die ik vooral op vakantie gebruik, ik had een MacMini, en een laptop van de zaak. Van de oprotpremie kocht ik behalve mijn scooter ook een nieuwe laptop, dit keer een HP met Windows en ik kocht er gelijk een professionele “on premise” versie van Office bij. Het doel was om daarmee professionele service te kunnen verlenen als redacteur of zo, mocht ik op korte termijn geen werk vinden. Min of meer helaas vond ik wel nieuw werk, en ik wil er niet over klagen, maar het is geen schrijfwerk en het slokt veel tijd en energie op. Vandaar dat ik geen tijd had om op zoek te gaan naar de column die ik voor Thrillerlezers had geschreven en die mogelijk op een stickie stond, of nog ergens op de MacMini, of had ik hem in de Cloud gezet, met OneDrive, of zat het verstopt in een zip-bestand? Geen idee!

Nu ben ik niet zo handig met de Verkenner van Windows (die moet je gebruiken om bestanden te zoeken, niet de zoekfunctie - ik snap er niks van, noem het dan niet zoekfunctie). Ik ben natuurlijk die Macs gewend. De zoekfuncties van de Mac waren aanvankelijk ook niet je-dat, daar is pas met Spotlight verandering in gekomen. Het gevolg was dat mensen aparte zoekprogrammaatjes gingen programmeren en die kreeg ik dan weer via het tijdschrift MacFan op cd. Zo heb ik ooit eens het zoekprogramma Sherlock geïnstalleerd. Zoiets heb ik nodig voor Windows, want die vindt bestanden niet als je gaat zoeken op een deel van een woord dat in de tekst staat, en details van bestanden die wel gevonden worden kun je niet zien.

En zo kon het dus gebeuren dat een column die ik schreef hiding in plain sight was. Net als in een verhaal van Edgar Allan Poe. Het stond gewoon tussen andere bestanden op nota bene de desktop. En geen enkele zoekopdracht met de Verkenner bracht het bestand boven water.
Ik heb grote bewondering voor de mensen die bij justitie, bij de politie of bij het forensisch instituut of iets dergelijks, bestanden op in beslag genomen computers naar boven kunnen halen. Ik wist tenminste dat ik die column had geschreven en dat die toch èrgens moest zijn, en die mensen gaan naar iets op zoek waarvan ze helemaal niet weten dat het er is. Benieuwd wat die voor zoekprogramma’s gebruiken bij hun werk, ik heb een vermoeden dat het niet de Windowsverkenner is!

zondag 5 november 2017

Spanning en angst

Door Jack Schlimazlnik

In de Facebookgroep van Thrillerlezers! heb ik een keer gevraagd hoe dat nu zat met horror en thrillers. De grens daartussen is slechts dun en vluchtig, zoals ook te zien is in het werk van bijvoorbeeld Edgar Allan Poe en Stephen King. Thrillers zijn eerder het milde broertje van horror, de spanning is er wel, maar slaat niet om naar onversneden angst.

Ook in de psychologie gaan spanning en angst hand in hand. Iemand die angstig is, is vaak zeer gespannen. Een onderdeel van angsttherapie is het leren ontspannen van je spieren, bijvoorbeeld door de lift te nemen in plaats van de trap, lekker relaxed! Tenzij je net de film De Lift van Dick Maas hebt gezien, natuurlijk. Daarom: zonder spanning geen angst. Dus gebruikt een horrorschrijver deels dezelfde methoden als de thrillerschrijver om die spanning op te bouwen. Anders dan in de horrorfilm beschikt de horrorschrijver niet over schrikeffecten (dat heeft te maken met de manier waarop wij lezen, we lezen niet letter voor letter, noch woord voor woord, waardoor nooit iets volkomen onverwachts kan gebeuren in een zin of alinea), dus zijn daar literaire methoden voor nodig. Sfeer opbouwen, zorgen dat de lezer zich helemaal in de situatie kan verplaatsen, dat die het zich voor kan stellen daar te zijn waar het gebeurt. Althans, zo werkt voor mij de beste spanning, in horror of thriller.

Nog iets dat je leert bij angsttherapie: niet iedereen is voor hetzelfde bang. Een schrijver kan er niet op vertrouwen dat een lezer een boek eng of zelfs maar spannend vindt, daarom is het belangrijk om dat spannende (of enge) verhaal op een goede manier te vertellen, waarbij de lezer niet alleen doorleest omdat het spannend is, maar omdat het boeiend is. Het werkt daarom niet altijd om je eigen angsten (of die van een personage) als horror uit te schrijven, beter is het terug te vallen op universele angsten als de angst voor de dood, de angst voor buitensluiting en eenzaamheid, de angst voor pijn en bovenal de angst voor het onbekende. Het onbekende achter de gesloten deur is altijd enger dan het monster dat zichtbaar door de open deur komt.

Misschien is het daarom dat ik zo twijfel aan mijn horror/thriller verhaal. Als het een thriller is, is het horroreffect volkomen onverwacht, het onbekende. En als het horror is, kan het verrassend zijn dat het grote onbekende is dat het angstaanjagende niet bovennatuurlijk is. Aan de andere kant, bij echte horror kun je als lezer al heerlijk huiveren om wat komen gaat - of niet komen gaat? Als schrijver heb je echter te maken met het inlossen van verwachtingen en dat staat op gespannen voet met ècht verrassen.

Er is iets ontegenzeggelijks psychologisch aan horror lezen, want het zit tussen je oren. Als je het je niet voor kunt stellen, wordt het nooit eng, hooguit walgelijk (in sommige subgenres), en anders dan bij film heb je niks anders dan je verbeelding om tekst om te zetten in iets dat je je voor kunt stellen. Dat is ongeveer hetzelfde bij erotische verhalen. De combinatie tussen erotiek en horror is misschien daarom niet ongebruikelijk. Seks in thrillers is dat evenmin, het breekt de spanning even, zonder je uit die wereld tussen je oren te halen.

Muziek maakt een groot deel uit van de effecten in een horrorfilm. Dave Vanian van The Damned zei ooit iets als dat de meeste horrorfilms helemaal niet eng zijn onder muziek. Zelfs een stomme film als Nosferatu - Eine Symphonie des Grauens (Walter Murnau, 1922) werd in bioscopen uitgevoerd met een (klein) live orkest of met een bioscoop-orgel voor de juiste sfeer en griezelige effecten. Maar als schrijver heb je dat niet ter beschikking. Of wel?

Een opmerkelijk horrorverhaal is Doodstil van Bies van Ede. Om te beginnen was het een opvallend boek omdat Bies van Ede vooral bekend is als kinderboekenschrijver, die samen met Paul van Loon heeft samengewerkt. In Doodstil richt hij zich op een volwassen publiek. Het verhaal begint als een thriller, zo'n verhaal dat zoemt van samenzweringen. Maar naarmate het verhaal vordert, blijkt dat er iets dusdanig is misgegaan in de wereld dat de uitkomt van het verhaal pure horror is, die zich in het gehucht Doodstil in Groningen afspeelt. Maar als doorgewinterde horrorschrijver weet Van Ede dat het steeds opdrijven van de spanning niet werkt: soms moet het onderbroken worden en humor is daarbij een goed instrument. Een instrument dat Van Ede goed beheerst. Paul van Loon maakte er zijn handelsmerk van: griezelen + humor = grumor.

Grappig van Doodstil is dat Van Ede ook muzikant is en daarom een rocknummer heeft geschreven dat bij het verhaal past. Het was toen het boek werd gepubliceerd als mp3 te downloaden. Het medium was relatief nieuw, maar de combinatie van gruwelen en muziek niet.
Het komt tegenwoordig niet vaak meer voor, maar in het verleden was moord een thema voor populaire liedjes. Van de eerder genoemde Vampier van Hannover is een lied gemaakt, de kale Franse seriemoordenaar Henri-Désiré Landru kreeg een spotdicht als lied "Landru is een vrouwenmoordenaar, pak hem bij zijn haar, schudt hem door elkaar". Van moderne moorden ken ik alleen het lied Mein Teil van Rammstein, gebaseerd op het gruwelijke vergrijp van kannibaal Armin Meiwes.

In de USA is het een speciaal muziekgenre: murder ballads. Vrij recent kwamen die in het nieuws omdat stripmaker Erik Kriek er een graphic novel van maakte met een verstripping van vijf van die murder ballads. De titel daarvan is In the pines, tevens de titel van een van de bekendste Amerikaanse murder ballads. Deze murder ballad is onder meer door Nirvana uitgevoerd, onder de titel "Where did you sleep last night". Mijn favoriete murder ballad is Where the Wild Roses Grow van Nick Cave and the Bad Seeds, samen met Kylie Minogue. Dat nummer staat dan weer op een album met meer murder ballads, waarvan er één, The Curse of Millhaven, is gebaseerd op het werk van horrorschrijver Peter Straub.  En zo kun je toch nog muziek luisteren die past bij wat je leest, al zal het nooit een echte soundtrack worden.

Het is interessant om te zien hoe sommige schrijivers de muziek die zij bij het schrijven als een soort soundtrack aan de lezers proberen door te geven. Beginnende schrijvers gaan er vaak vanuit dat de muziek die zij horen bij het schrijven een sfeer opwekt en dat die op een of andere magische manier via de tekst bij de lezer beland, in elk geval de sfeer van de muziek. Maar zo werkt het natuurlijk niet.
Sommige schrijvers geven een lijstje met muziek bij het boek, dat "moet" je dan luisteren tijdens het lezen, zodat je in de juiste sfeer komt. Dat is niet helemaal mijn ding, want vaak staat er muziek in zo'n lijst die ik niet graag luister.


Als lezer heb ik het liefst stilte om me heen. Maar ik vraag me af of er lezers zijn die zelf bij een boek een soundtrack samenstellen. Ik kan me er iets bij voorstellen dat je een bepaalde playlist luistert tijdens het lezen van een boek... maar welke nummers staan daarop? Soundtracks van spannende films? Moderne muziek als pop en rock? Pompeuze klassieke muziek als Wagner?