zaterdag 19 oktober 2024

Interview met Marcella Kleine

 


Marcella Kleine schrijft graag. Psychologische thrillers, romans, waargebeurde verhalen en korte verhalen, het is overduidelijk dat deze auteur niet om een verhaal meer of minder verlegen zit. Vanaf begin maart is haar meest recente thriller ‘Bloedwraak’ te verkrijgen in de boekhandel. Voor Thrillerlezers! een mooie gelegenheid om af te spreken met de auteur.

Dag Marcella

Hallo Anita 😊

- Zou je je kort willen voorstellen aan de thrillerlezers? Wie is Marcella Kleine?

Waarschijnlijk ben ik voor iedereen iemand anders; we hebben allemaal bepaalde rollen in het leven zonder een rol te spelen. Ik ben geboren in de Zaanstreek, opgegroeid in de IJmond onder de rook van Tata Steel, heb met mijn gezin een aantal jaren in Alphen aan den Rijn en in Indonesië gewoond, waarna we uiteindelijk neerstreken in Drenthe.
Ik houd van mijn gezin, mijn familie, dieren en de natuur. Ik zing in een popkoor, ga wekelijks een uurtje naar danssport, ben graag met teksten bezig en werk als cliëntvertrouwenspersoon. Daarnaast doe ik nog veel andere, afwisselende dingen en wandel veel met de hond, meestal samen met mijn man of een vriendin. O ja, en ik schrijf dus verhalen!
Door het schrijven heb ik altijd het gevoel dat ik in twee werelden leef. Ik droom vaak weg, ook als ik ogenschijnlijk druk ben met iets anders. Dat leidt soms tot gekke situaties, zoals laatst toen ik op een parkeerplaats bij een wildvreemde mevrouw in de auto stapte in plaats van bij mijn man. Gelukkig konden zij en ik er hartelijk om lachen.

- Jij bent echt niet voor één genre te vangen. Romans, psychologische thrillers, kortverhalen, waargebeurde verhalen, … . Borrelen er dan zoveel verhalen in jou op?

Ik ben een borrelend vat vol fantasie. Als iets me op straat, op het strand, langs een zwemvijver of waar dan ook opvalt, ziet mijn verbeeldingskracht er iets dramatisch of gruwelijks in. Dat is voor mij inspiratie voor een verhaal en zodra ik thuis ben, schrijf ik het op. Zo zit ik nooit om een verhaal verlegen.

Bovendien droom ik intens over mensen die ik nog nooit van mijn leven heb gezien en over gebeurtenissen die je niet mee wilt maken. Bij het ontwaken weet ik dat daar een verhaal in zit om uit te werken.
Gelukkig heb ik niet iedere nacht zulke benauwende dromen.

- Ben jij fulltime schrijfster of heb jij naast het schrijven nog een andere baan?

Twee jaar geleden ben ik aanzienlijk minder uren gaan werken om me meer op het schrijven te kunnen focussen, maar ik werk nog steeds als cliëntvertrouwenspersoon.

- Je hebt ervaring in de forensische psychiatrie. Wat houdt die job juist in?

Als cliëntvertrouwenspersoon bied ik cliënten een luisterend oor en geef ze desgewenst informatie over hun rechten of adviseer ze over de stappen die ze kunnen zetten. Als ze ontevreden zijn over de zorg, de accommodatie of de behandeling help ik ze de situatie bespreekbaar te maken en – zo mogelijk - op te lossen door samen in gesprek te gaan met bijvoorbeeld de behandelaar of de psychiater.
Cliënten zeggen weleens: ‘Hier ben jij mijn advocaat.’
In de forensische psychiatrie gaat het onder andere om cliënten die vanuit een psychiatrisch ziektebeeld een delict hebben gepleegd. Een deel van die cliënten krijgt – na het uitzitten van de gevangenisstraf – een gedwongen tbs-behandeling. In een forensische psychiatrische kliniek is het beveiligingsniveau iets lager dan in een tbs-kliniek.
Na 20 jaar werkervaring in de forensische psychiatrie werk ik nu als cliëntvertrouwenspersoon in de maatschappelijke opvang voor dak- en thuislozen.

- Is die ervaring een bron van inspiratie in de verhalen die je schrijft?

In mijn verhalen blijf ik ver van alles wat ik hoor. Als vertrouwenspersoon kan ik het niet maken om vertrouwelijke informatie in mijn verhalen te verwerken. Wel brengt mijn werk met zich mee dat ik me makkelijk kan verplaatsen in anderen. Mijn fictieve roman Binnenwereld bevat trouwens een tweede verhaallijn rondom een jongen met jeugd-tbs. Wat je daarin leest over hoe het in een gesloten kliniek gaat, is hoe het werkelijk is. Daarnaast heb ik samen met een ex-tbs’er een boek over zijn leven geschreven: Drie jaar cel en tbs. Non-fictie dus. In dat boek gaat het over de aanloop naar zijn delict, het strafproces en de tbs-behandeling.

- Is die ervaring ook in ‘Bloedwraak’ van nut geweest? Hoe?

Ik ben gefascineerd door de gewone mens die ondervindt hoe dun de scheidslijn tussen goed en kwaad is en onbedoeld in het kwaad terechtkomt. Dat is veel van ‘mijn’ cliënten ook overkomen doordat zij door hun achtergrond bijvoorbeeld beïnvloedbaar waren of in een situatie zaten, waarin zij geen uitweg meer zagen. Al zijn er ook veel mensen die willens en wetens de verkeerde dingen doen.

- Hoe zou je het boek promoten bij de thrillerlezers!? Waarom moeten zij ‘Bloedwraak’ oppakken?

Bloedwraak sleurt je mee in het verleden van Hellen en het geheim dat zij al jaren angstvallig verborgen houdt. Samen met haar dochter Natalia zoek je als lezer de puzzelstukjes van mysterieuze gebeurtenissen bij elkaar. Langzaam vallen de stukjes op hun plaats en worden Hellens geheim en Tara’s doodsoorzaak duidelijk, al komt Natalia daardoor ook in gevaar.

- Op de cover staat ‘psychologische thriller’. Waaraan moet een verhaal voldoen om die kwalificatie te krijgen volgens jou?

Voor mij staat een psychologische thriller voor een spannend verhaal met een diepere laag. Eigenlijk geldt dat voor veel thrillers.

- Als schrijfster van fictie laat je ‘de personages in jouw boeken balanceren op de dunne scheidslijn tussen goed en kwaad’. Kan je dat even verduidelijken?

Mijn personages zijn altijd gewone mensen die goed in het leven staan en niet verwacht hadden dat hun leven ooit zou kantelen door eigen of andermans toedoen. Een kat in het nauw maakt rare sprongen!

- ‘Bloedwraak’ is een fictief verhaal?


Ja, het is pure fictie.

- De titel verwijst naar een traditie die ver terug gaat. Over welke traditie gaat het dan?

Honderden jaren geleden was het in delen van Nederland toegestaan om de dood van een familielid te wreken door de dader te doden. Dat werd bloedwraak genoemd. In feite ging het om ‘oog om oog, tand om tand.’ Bloedwraak schijnt in een aantal Balkanlanden nog voor te komen.

-  Wat gaf jou de aanzet tot het verhaal van ‘Bloedwraak’? Hoe kwam zo’n oude traditie onder jouw aandacht terecht? En wat bedoel je met ‘de personages waren er ineens en dicteerden zelf hun verhaal’?

Het verhaalde ontstond vanzelf zodra ik mijn vingers op het toetsenbord van mijn laptop legde. Het is alsof de personages mij in hun leven trekken. Als ik aan het schrijven ben, hoor of merk ik niet wat er om me heen gebeurt en ben ik alleen maar daar waar het verhaal zich afspeelt.

Ineens kreeg ik het idee over een moeder die een groot geheim met zich meezeulde. Ik denk dat Hellen eindelijk van haar geheim af wilde en mij daarvoor uitkoos. Het was alsof ze het verhaal aan me dicteerde en haar dochters Natalia en Tara bij me introduceerde. Het begon met het thema.
Op dat moment wist ik niet dat er een naam bestond voor wat er in het verhaal gebeurde; dat ontdekte ik later toevallig en toen had ik meteen de titel voor het boek.

- Zoals de cover doet vermoeden staan drie vrouwen centraal in het verhaal: moeder Hellen en dochters Natalia en Tara. Zijn zij gebaseerd op echt levende personen?

Nee, hoor. Ze zijn puur fictief.

- Het verhaal in ‘Bloedwraak’ is af? Het is een stand alone?

Bloedwraak is een afgerond verhaal, al biedt het wel de mogelijkheid om erop voort te borduren met iemand die in Bloedwraak niet zo belangrijk is. Maar dat is niet mijn bedoeling en bovendien voel ik me niet uitgedaagd door dat personage.

- Tot slot: ben je alweer een ander boek aan het voorbereiden/schrijven? Mogen we daar al iets over weten?







Ik heb in januari een nieuwe thriller afgerond, welke ik graag in boekvorm zie verschijnen. Ik ben zelf enorm enthousiast over het verhaal, maar houd nog even geheim wat het thema is. Of dat een verstandige beslissing is? Geheimen kunnen tenslotte tot iets heel naars leiden; dat blijkt wel uit Bloedwraak!

Dank je wel Marcella, jij weet hoe je iemand nieuwsgierig kan maken. Als auteur weet jij het natuurlijk het best, maar narigheid lijkt me niet echt veraf. 😊 Is het raar om ernaar uit te kijken?

Bedankt voor de gelegenheid, Anita. Heel leuk!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten