Het zit wiskundige Henri
Koskinen niet mee. Op dezelfde dag verliest hij zowel zijn baan bij een
verzekeringsmaatschappij als zijn broer. En op de koop toe erft hij van zijn
broer ook nog een pretpark, herstel: avonturenpark. Henri heeft geen idee wat
hij met deze erfenis aan moet, maar aangezien hij toch niets anders te doen
heeft, verdiept hij zich in het reilen en zeilen van het avonturenpark, wat in
een zorgwekkende financiële staat blijkt te zijn. Maar Henri weet alles van
cijfertjes dus dat kun je wel aan hem overlaten. Maar dan blijkt dat er een
duister zaakje aan het avonturenpark kleeft.
‘De haasfactor’ is het eerste
deel van een serie rondom de wiskundige Henri, en daarmee heeft Antti Tuomainen
een nieuwe weg ingeslagen. Hiervoor schreef hij namelijk duistere
Scandinavische thrillers en dit boek is toch wel andere koek. Want ondanks dat
er nog steeds in gemoord wordt, is het verhaal vooral grappig bedoeld. Kan dit
wel, tegelijkertijd een thriller als wel een grappig verhaal willen schrijven?
Ik ben er nog niet helemaal over uit.
Het verhaal start met een
achtervolging in het avonturenpark, en dit levert meteen hilarische situaties
op. Met attracties als de Glibberberg en de Varaankaravaan kun je je
voorstellen dat een achtervolging door het park best een beetje bizar verloopt.
Daarna krijgen we een uiteenzetting over wie de persoon Henri is en hoe hij aan
het avonturenpark is gekomen. Ik vond de eerste hoofdstukken van het boek
ongelooflijk grappig en met twee béta-personen in huis kon ik me er helemaal
een voorstelling van maken.
Maar daarna zakt de
grappigheid een beetje weg. Nu kan het ook te veel worden, dus ik snap best dat
je als auteur de absurditeit een beetje wil doseren. Er moet tenslotte ook nog
een verhaal verteld worden. Maar eerlijk gezegd vond ik het middengedeelte ook
wel wat saai. Zolang iets maar absurd genoeg is, heb je als lezer ook weinig
last van de geloofwaardigheid van het gebeuren. Maar omdat de humor na ongeveer
1/3e erg naar de achtergrond verdween, begon ik me wel een beetje te
irriteren aan hoe ongeloofwaardig de gebeurtenissen werden. Af en toe zaten er
nog wel momenten in waarom ik hardop moest grinniken, maar het gevoel van de
start van het verhaal kreeg ik niet echt meer terug. Ook de love-story die in
het boek zit vond ik zelf niet echt geweldig bijdragen. Ik werd een beetje
kriegel van de van liefdeskriebels overbubbelende Henri.
Wel vond ik de personages in
het verhaal erg leuk. Oké, het loopt wat over van de stereotypering, maar ik
liep wel warm voor de personeelsleden van het avonturenpark én de niet zo
meesterlijke criminelen.
Tja, wat moet je nu met zo’n
boek dat een paar genres brutaal door elkaar husselt? Het is net alsof je voor
het eerst iets eet met een smaak dat compleet nieuw voor je is. Misschien nog
een keer eten om te weten of je het nu eigenlijk lekker vindt of niet? Dat is
dan ook precies wat ik ga doen! Want inmiddels zijn er nog twee delen. Deel 3,
De bevertheorie, is zelfs van heel recente datum. Ik ga gewoon nog een paar
keer proeven om te kijken of ik het uiteindelijk kan waarderen. Want uniek in
zijn soort, dat was dit boek in ieder geval.
3 kraaien
Jolanda
Geen opmerkingen:
Een reactie posten