vrijdag 7 juli 2023

Interview met Belinda Aebi


 Belinda Aebi brengt met ‘Verboden toegang’ haar dertiende fictieve verhaal uit. ‘Verboden toegang’ ligt stevig verankerd in Temse, een stad gelegen aan de Schelde in het Belgische Oost-Vlaanderen. In deze psychologische thriller is opnieuw een rol weggelegd voor hoofdrechercheur Stef Michiels, rechercheur Raf De Roover en Emmy Verdonck die reeds eerder een zaak oplosten in ‘De verborgen vrouw’. Thrillerlezers! mocht op de virtuele koffie bij de schrijfster.

Dag Belinda

• Het eerste dat de aandacht trekt is de cover van ‘Verboden toegang’. Dat slot! Zonder te spoileren, het spreekt tot de verbeelding, niet?

 

Blij met je opmerking. Klopt, dat is ook de bedoeling, om de aandacht te trekken. Ik vind de cover heel belangrijk en ga bij elk nieuw boek zelf op zoek naar een gepast en appellerend beeld. Op bijgevoegde foto kun je zien waar ik de titel vandaan haalde. Het bord hing aan het hek van een volkstuintje. Toen ik dat zag, wist ik, dàt wordt de titel! Omdat de titel er was, kon ik gerichter zoeken naar een cover. Bij het zien van het beeld met het hangslot ga je toch meteen denken: Wat of wie zit hierachter? Wat is hier verboden? En waarom? Titel en foto voor de cover matchen voor mij perfect met het verhaal.


 

• Wat inspireerde jou tot het schrijven van ‘Verboden toegang’?

 

Het krantenartikel dat in het begin van het boek staat. De brand in de volkstuintjes is echt gebeurd, vier jaar geleden, maar dan zonder lijk, dat heb ik erbij gefantaseerd. Het zaadje voor het begin van een verhaal wordt bij mij heel vaak geplant na het lezen van een krantenartikel, een item uit het journaal, iets wat ik tegenkom tijdens een wandeling of een fietstocht. Dat kan iets heel banaals zijn: een kerkje, een kapelletje, een opschrift op een bank, een visser op zijn viskrukje.

Een andere inspiratiebron was het doopritueel met fatale afloop voor student Sanda Dia (nu brandend actueel proces). Dat werd de tweede verhaallijn voor het boek. Meestal vertrek ik van twee gebeurtenissen of locaties die ogenschijnlijk niets met elkaar te maken hebben, maar die tijdens het verhaal toch een link met elkaar lijken te hebben. Die link wordt, naarmate het boek vordert, stilaan blootgelegd.

 

• Zijn al jouw boeken/meer boeken van jou geïnspireerd op waargebeurde feiten?

 

Niet altijd, maar ik hou er blijkbaar van om te gaan fantaseren rond bestaande locaties en min of meer waargebeurde feiten. Tijdens het schrijven geef ik er dan mijn ‘Aebi-draai’ aan en gaat het plot en gaan de personages met mij aan de haal. Meestal is mijn werk dus een combinatie van fictie en non-fictie, een mix die mij het beste ligt.

 

• Je houdt jouw verhalen graag dichtbij huis. Is Temse zo’n grote bron van inspiratie voor verhalen?

 

We wonen nu bijna negen jaar in Temse, en ja, ik kan hier nog wel enkele boeken uit mijn hoed toveren. Anderzijds, ik ben niet plaatsgebonden. Zet mij ergens op een stille plek en ik laat mij inspireren. Zolang het geen stad is, te druk, teveel mensen. Verstikkend voor mij. Als hoogsensitief en introvert persoon moet ik telkens opladen na een dag met teveel prikkels. Dan voel ik mij zoals een ballon die leegloopt. Plat. 

 

• Ben je naar Sompershoek gegaan om de sfeer op te snuiven?

 

Jazeker, het is noodzakelijk om de plaats delict te gaan bekijken en onderzoeken. Zoals je zelf aangeeft, om de sfeer op te snuiven, maar ook om de beschrijvingen van de entourage zo goed mogelijk neer te pennen. Ik maak dan een twintigtal foto’s die mij helpen en noteer hoe die omgeving op mij overkwam. Wie liep er rond? Wie was in zijn tuintje bezig? Maar ook: Wat groeit er? Tijdens welke periode groeit dat? Staan er giftige planten? Ook de hekjes en de hangsloten trokken natuurlijk mijn aandachtJ

 

• Stef kan zó genieten van het zicht op de Schelde? Heeft hij dat van jou? Heb jij zo’n plekje waar je helemaal tot rust komt?

Ja, dat heeft Stef van mij. Ik woon aan de Schelde en kijk uit op alles wat op het water passeert. ‘Mijn moment’ is ’s morgens vroeg, als de zon komt piepen en iedereen nog slaapt, ook de boten. Hoe ouder ik word, hoe meer verslaafd aan stilte. Stef is ook een stiltezoeker, maar hij slaagt er moeilijk in om die te vinden, ook in zijn hoofd, waar het altijd druk is.

 

• Krijg je reacties van Temsenaren en Kruibekenaren? Misschien een extra lekker broodje bij bakker Wauters, een begrip in Temse en omstreken?

Eigenlijk niet of heel weinig. Ik had hier meer reacties op verwacht, maar veel lezers zijn denk ik niet altijd geneigd om een mail of een bericht te sturen naar een auteur. Ik zou het wel graag hebben, te weten hoe ze het vonden. Er zitten best wat namen in het boek van bedrijven of horeca gelegenheden. Het is wel reclame voor hun zaak, maar misschien zijn het mensen met een erg drukke job en hebben ze geen tijd om te lezen. Kan ook.

 

• Ik veronderstel dat Temse zeker nog geen opgedroogde bron aan inspiratie is?

Nee, de bron is nog goed natJ en terwijl ik dit nu schrijf, vaart hier net een woonboot voorbij. Dan denk ik: Hoe zou het zijn om er te wonen? Wie zijn die schippers? Waar varen ze heen? En onvermijdelijk de gedachte: Wat zou er kunnen misgaan op zo’n boot? Mensen leven er op elkaars lip. Een duwtje in het water is zo gebeurd. Tja, ik zie al meteen een scenario.

 

• In ‘Verboden toegang’ laat je er geen gras over groeien en val je meteen met de deur in huis. Zo vang jij zelf ook het liefst het lezen van een thriller aan?

 

Je kent me al goed, merk ik. Ja, als ik zelf een boek ter hand neem, wil ik graag meteen in het verhaal gezogen worden. Er moet in de eerste pagina’s iets gebeuren, en dat wil ik in mijn boeken ook. Het typeert mij ook wel. Ik ben ongeduldig en als ik iets zeg of schrijf, ben ik ‘to the point’, niet teveel omwegen of tierlantijnen.

 

• Wat zijn volgens jou de vereisten waar een goede thriller aan moet voldoen?

 

Goed tempo, geen overdaad aan personages, spanning, onverwachte ontknoping, geen te dik boek. Ik vind dat je op een 300-tal pagina’s je verhaal kan vertellen. De extra pagina’s vind ik heel dikwijls overbodig omdat ze geen meerwaarde bieden. Ik hou niet van langgerekte passages of teveel humor in een thriller. Humor mag, als die goed gedoseerd en subtiel is. Hetzelfde voor seks. Zolang het niet ‘too much’ is, zou Raf zeggen.


 

• Lees je zelf veel en kies je dan voor thrillers?

 

Ik lees alleen thrillers, maar ik noem het liever ‘misdaadromans’. Het label ‘thriller’ onderstelt actie, gevaar, bloed, wapens… Ik hou het liever bij  onderhuidse spanning door jaloezie, lust, conflicten van emotionele aard.

Eigenlijk wil ik al lang een reeks schrijven met de zeven hoofdzonden als thema. Misschien ziet een of andere uitgever dat wel zitten met mij.

 

• Welke thriller die je zelf las zou je willen aanraden aan de Thrillerlezers?

 

Alles van de Noorse schrijfster Karin Fossum. Briljant hoe ze er telkens weer in slaagt om personages neer te zetten die boeiend, geloofwaardig en apart zijn. ‘Apart’ in de zin van dat er iets aan schort maar waar je toch mee meevoelt en sympathie voor krijgt. Haar schrijfstijl is eenvoudig, geen lange of ingewikkelde zinnen, en de sfeer die ze teweegbrengt doen weinigen haar na.

Elk verhaal blijft hangen, doet je nadenken. Als ik één grote wens zou kunnen doen: schrijven zoals zij. Ik oefen.

 

• Wat is de sterkte van ‘Verboden toegang’?

 

Ik denk: de intrige van het ‘ik’ personage; wie is er aan het woord in de flashbacks? En natuurlijk de zoektocht naar de dader. Mensen die het boek lazen, complimenteerden mij om het feit dat ze verrast waren met de ontknoping en dus het kenbaar maken van de dader. Velen had ik op het verkeerde been gezet. Dat is heel fijn om te horen. Verwarring zaaien is wat ik moet doen en zoveel mogelijk personages verdacht maken natuurlijk. Altijd goed om horen: Dat boek van jou, what the fuck happened? Heerlijk.

Lezers zeggen mij ook vaak dat ik schrijf voor een breed publiek. Mannen en vrouwen, en dat ik mij zonder moeite verplaats in het hoofd van een man. Dat doet mij plezier en ik ben het daar wel mee eens. Ik vind dat ik geen typische ‘vrouwenthrillers’ schrijf en dat wil ik zo houden.

 

• In jouw thriller ligt duidelijk de nadruk op de uitwerking van de verschillende karakters. Er zijn nogal wat personages. Zij moeten zich stuk voor stuk tonen aan de lezer. Hoe begin je aan de uitwerking van die verschillende karakters?

 

In vergelijking met andere boeken die ik lees, vind ik dat ik in mijn boek niet veel personages opvoer. In andere boeken kan ik soms de tel niet bijhouden en vind ik de overdaad aan personages storend. Voor de uitwerking van een karakter heb ik bij het begin een vaag beeld, maar dat wordt scherper naarmate ik schrijf. Het is ook onvermijdelijk dat je eigenschappen van jezelf in je personages stopt. Dat doe ik niet bewust, dat komt vanzelf, en achteraf denk ik dan, hé, dat ben ik een klein beetje. Zo zit er in Stef, Raf en Emmy een stukje Belinda. Grappig is ook dat de hond Polly, de hond van mijn dochter is, en achteraan in het boek is Mille (de basketter) onze kleinzoon. Die is natuurlijk zo fier als een gieterJ De hond is dat ook, maar die kan het niet zeggen.

 

• Welk personage vond je het moeilijkst/gemakkelijkst om uit te werken?

 

Het moeilijkst: het slachtoffer, Urbain Decorte. Hij is het meest complex. Heeft geheimen jarenlang verborgen gehouden. Maar ook Annie, zijn vrouw, die liegt.

Gemakkelijk is het nooit. Ik schenk aan alle personages evenveel aandacht. Wat ook focus vergt, is het consequent blijven aan de eigenschappen van een personage. Een goede redacteur zou die dingen moeten zien. Ook de tijdslijn is super belangrijk, zeker als je werkt met flashbacks. Alles moet kloppen. 

 

• Het rechercheteam draait vooral op mankracht. Soms worden best mannelijke onderwerpen aangesneden (auto’s, motoren, …). Vraagt dat van jou meer inlevingsvermogen dan wanneer je thrillers schrijft met bv. Maud Gelderman of Kaya De Regge?

Het gaat erom dat in een misdaadverhaal elk detail belangrijk is en dat het detail klopt met het personage. Bij Raf past een stoer uiterlijk en een snelle motor, bij de uitbater van de padelclub past een opvallende rode Tesla. Ik ken weinig van motoren of auto’s, maar dan is het internet daar.

 

• Willy Devos en zijn strips. Hij heeft er veel voor over om ze te beschermen en ze in goede conditie te houden? Heb jij ook zoiets waar je veel tijd en moeite in wil steken?

 

Over het verzamelen en verzorgen van strips heb ik ook opzoekingswerk gedaan. De blokhut in de tuin moest voldoen aan welbepaalde voorwaarden om de waardevolle strips in op te slaan. Leerrijk hoor.

Waar ik veel moeite en tijd in steek? Laten we het houden op een goed boek afleveren. Geen sinecure. Na ieder boek denk ik ermee op te houden, door de stress en twijfel die het teweegbrengt. Maar na enkele weken begint het weer te borrelen in mijn hoofd, komt er iets op mijn pad en denk ik, dààr kan ik wel iets mee en hup, ik kruip weer in mijn wereldje.

 

• Mocht het boek benen hebben, ik zou zeggen dat het met beide benen in de werkelijkheid staat: dooprituelen die volledig misgaan, het gedoe rond ‘woke’, het soms respectloze gedrag tov hulpverleners, Trooz bij Luik ten tijde van de overstromingen na de waterbom, … ? Het maakt allemaal onlosmakelijk deel uit van het proces dat het schrijven van een boek is?

 

Ik ben blij dat je deze opmerking maakt, want ja, er gebeurt toch heel wat in deze wereld, en dicht bij ons. En ja, ik heb het er moeilijk mee om alles te behappen. Het schrijven is voor mij een manier om met de lelijkheid in de wereld om te gaan. Een vorm van ventileren en van escapisme. Ik vind het belangrijk om actuele gebeurtenissen of hete hangijzers in de regio of in ons land te  verweven in mijn verhaal. Soms laat ik ook doorschemeren wat ik ervan vind, of wat iets met mij doet. Dat laat ik dan door een personage zeggen. Ze zijn in zekere mate mijn ambassadeurs.

Er zitten best veel maatschappelijke issues in mijn boek, als je ze zou aanduiden zit er in elk hoofdstuk wel iets om over na te denken, los van de plot van het verhaal. Ik zou er nu enkele kunnen opsommen, maar dan ga ik spoileren.

Nog iets, misschien niet direct een antwoord op je vraag. Over de bloemenkrans rond het fietsstuur: Toen ik me afvroeg of dat wel een goede insteek zou zijn… Op een dag ga ik hier boodschappen doen, en als ik thuiskom, zie ik naast de voordeur van het appartementsgebouw waar ik woon een damesfiets staan met vooraan een mooie bloemenkrans rond een mandje geweven, precies zoals ik die beschreven had. Toen dacht ik: Die fiets staat hier niet zomaar! Dat is een teken! Een teken dat het helemaal ok is! Straf toch?

 

• Om af te sluiten: Stef Michiels, Raf De Roover en Emmy Verdonck zijn terug van weg geweest. Ik heb de indruk dat hun verhaal nog niet uit is. Komt er nog meer met hen?

 

Zeker, ze staan iedere dag dichter bij mij en trekken nu al aan mijn mouw. ‘Wanneer zijn we terug aan de beurt?’ En Stef die wil zo rap mogelijk bij Emmy zijn J

 

Ik zou zeggen, leg dat idee met de woonboot gauw vast en luister naar de smeekbede van jouw personages. Elke dag dat Stef en Emmy niet samen zijn is er één te veel!

Dank voor de tijd die je wou reserveren voor Thrillerlezers!. Nog veel schrijfplezier gewenst!

Graag gedaan en dankjewel! Je bent hier altijd welkom in Temse.

Belinda

Anita voor Thrillerlezers!


 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten