Een select gezelschap besluit de Kerstperiode door te brengen op het Kasteel van Armand de Claussiere in Frankrijk. Eenmaal daar aangekomen horen ze een aantal keren ijzingwekkend geschreeuw en de zwarte kat van de overleden grootvader van Claussiere geeft iedereen de kriebels. Welke duistere familie geschiedenis teistert de Claussieres?
Als er vervolgens een moord wordt gepleegd wordt de hulp
ingeroepen van de inspecteurs Silvere en Uyttenbogaert.
Ik heb dit boek gelezen als tiener en het was oorspronkelijk
van mijn moeder. Ik weet nog goed dat ik het eng vond en kon mij zelfs nog
enkele scenes letterlijk herinneren terwijl dit minimaal een jaar of 45 terug
is. Hoe zal ik het nu ervaren?
Het boek begint veelbelovend. De sfeer is duister en ademt
iets bovennatuurlijks uit. Het lijkt zelfs op de door mij zo gekoesterde Gothic
Novels. Het taalgebruik vind ik mooi en beeldend en ik geniet volop.
Maarrr…
Binnen de kortste keren begint er een sleur op te treden in
het verhaal. Het selecte gezelschap bestaat niet uit een bonte en interessante
groep mensen, nee het zijn bijna allemaal gezapige stelletjes die de Kerstdagen
vullen met praten en eten, een wandelingetje maken en vervolgens weer terug
keren om te eten en te praten en daarna nog eens praten en eten. Tussen de
bedrijven door klinkt er af en toe een ijselijke schreeuw. Menselijk of
dierlijk? Maar na de zoveelste ijselijke schreeuw is dit nog amper eng te
noemen. Er doet geen enkel interessant personage mee, ja behalve de zwarte kat
van wijlen grootvader Claussieres omdat het duistere dier verder geen tekst
heeft. Het mag duidelijk zijn dat ik mij al lichtelijk irriteer.
Mijn irritatie neemt echter nog meer toe. Het boek is
doorspekt met Franse woorden die niet worden vertaald. Bij de meeste Franse
woorden laat de vertaling zich wel raden, totdat ik op ongeveer 1/3 van het
boek ineens op een halve pagina in het Frans stuit dat ook niet wordt vertaald.
En dit uit een tijd van ver voor Google translate! Even denk ik dat Havank een
pseudoniem is voor een Vlaamse auteur die hoogst waarschijnlijk 2-talig is en
er niet bij stil staat dat een ander dat niet is, maar niets is minder waar.
Havank is inderdaad een pseudoniem maar voor een Nederlandse auteur en de Franse
woorden zijn gebruikt om? Maar wat schetst mijn verbazing nog meer als er,
naast de hoeveelheid Frans, ook onvertaalde Latijnse woorden en zinnen in
voorkomen. Het aangename lezen is nu tot een waar zwoegen verworden.
‘Madeleine zat aan de andere kant van de Amsterdamse
hoofdinspecteur die, als hij wilde, zeer geestig kon zijn.’
Het is ook duidelijk dat de bedoelde inspecteur in dit boek
dat niet wilde. Ik wil inmiddels ook niet meer, ik ben er klaar mee. Ik ben nu
op een punt gekomen dat ik wens dat het duistere bovennatuurlijke zich daadwerkelijk
gaat manifesteren in het boek om vervolgens het hele vervelende Kerstgezelschap
om zeep te brengen voordat ze het nieuwe jaar kunnen betreden.
Geen herhaling dus van de ervaring die ik had als jonge
tiener. Ik kan alleen concluderen dat ik qua lezen een bikkeltje moet zijn
geweest. Er zullen vast mensen zijn die van dit boek kunnen genieten, maar
helaas, daar ben ik er niet één van.
Ik geeft het 2,5 Kraaien.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten