In 2022 maakt Thrillerlezers! tijd en plaats om auteurs met hun debuut nog eens onder de aandacht te brengen!
Wanneer
kwam jouw debuut uit? Was dat ook tijdens de afgelopen tien jaar of
ben je al langer bezig met het schrijven van thrillers?
Mijn
thrillerdebuut kwam in 2018, met ‘Verast’. Dat was de eerste in de serie rond
commissaris Stef Cools, waarvan er uiteindelijk drie verschenen zijn. Voordien
was ik niet echt met thrillers bezig. Mijn debuutroman was een oorlogsverhaal
(Offer voor een verloren zaak) en ik ontdekte toen dat ik wel een aanleg had om
spannende verhalen te schrijven. De stap naar een thriller was vervolgens niet
zo heel groot meer, en ik heb nog altijd geen spijt dat ik ‘m gezet heb!
Was
je voor je thrillerdebuut uitkwam al langer met schrijven bezig?
In 2015 verscheen ‘Baby C’ een boekje met korte verhalen over mijn
zoontje. Dat was het eerste, in 2017 volgde de oorlogsroman. Zo heel lang ben
ik dus nog niet bezig, jaar of vijf. Wel schreef ik tot die tijd regelmatig
bijdragen voor vakbladen, vrijwel allemaal over geschiedenis.
Wie
was jouw eerste uitgever? Wat betekende het voor jou dat deze
uitgever met jou in zee wou gaan?
Mijn eerste
thrilleruitgever was Lannoo. Bij House of Books kreeg ik na de oorlogsroman
geen contract meer, dus ik was naarstig op zoek. Gelukkig had de ‘Offer’ zeer
goed verkocht, op die basis kwam ik dus bij Lannoo binnen. Natuurlijk was ik
erg content, want als ik geen uitgever had gevonden was het ‘over and out’ geweest
voor mijn schrijverscarrière.
Is
jouw debuut nog altijd van speciale waarde voor jou? Gebeurt het nog wel
eens dat je het terug vastpakt en passages herleest?
Als ik de
laatste punt gezet heb, aan het einde van het redactieproces, lees ik nooit meer
wat ik allemaal geschreven heb. Soms een flard, als ik iets moet opzoeken voor
een interview of zo. Dan denk ik vaak: ‘Heb ik dat geschreven’? Dat maakt mij
ook een slechte uitvoerend artiest (ook daar heb ik een bescheiden carrière
in). Na de productie heb ik geen enkele interesse meer in wat ik gemaakt heb.
De prooi is gevangen dus is de lol eraf, zoiets.
Blijft
het boek voor jou van speciale waarde? Ben je er nog steeds trots op?
Natuurlijk ben
ik wel trots op mijn boeken, het zijn allemaal kindjes van me! Sommige stukken
kan ik ook nog uit het hoofd herhalen, of ik weet op welke bladzijde iets leuks
staat. Dat ik het nooit meer lees wil niet zeggen dat ik er niet fier op zou
zijn, eerder in tegendeel!
Zou je het verhaal weer zo schrijven?
Ik heb
mettertijd geleerd om korter te schrijven, dat zou ik niet graag meer afleren.
Mijn wat dikkere eerste boeken hadden zeker succes, veel lezers vonden die
lange verhalen prachtig. Maar tegenwoordig vind ik het belangrijker dat een
verhaal vaart houdt, dus doe ik het wat korter. Ik zou mijn eersteling dus niet
meer zo schrijven. Wat niet wil zeggen dat ik het niet goed meer vind (haastte
hij zich te zeggen!), wel dat ik het nu anders zou doen. Misschien in twee
delen of zo?
Weet
je nog hoe het publiek reageerde op jouw debuut? Was het een groot succes
qua leesreacties, verkoop? In Vlaanderen? In Nederland?
Recensies en
reacties zijn tot nu toe zonder uitzondering lovend geweest, ook van mijn
debuut. Verkoop is altijd ‘een dingetje’, om maar een neologisme te gebruiken.
Het aanbod – vooral van vertaalde boeken – is zo enorm, dat het erg moeilijk is
om op te vallen. Je moet eerst je plekje veroveren, pas na een paar jaar begint
de verkoop wat te lopen. Geduld is dus een belangrijke eigenschap voor een schrijver,
een eigenschap die ik overigens compleet mis.
Kwam
het boek in de VN thrillergids en hoe werd het boek daarin beoordeeld?
Hecht je daar belang aan?
Ik hecht zeker
belang aan recensies in de mainstream media, dus ook in de VN-thrillergids.
Daar werd het werk goed besproken, meteen drie sterren. Hooguit vond ik de
tekst wat lovender dan het aantal sterren deed vermoeden, maar allez. Voor een
debuut was dat zeker niet slecht.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten