vrijdag 11 februari 2022

In gesprek met Wouter Dehairs

 


Op 18 december 2021 sleepte Wouter Dehairs met ‘Nachtstad’ de Knack Hercule Poirot Prijs in de wacht.  Je kent de auteur wellicht van zijn vorige thrillers ‘Lockdown’ en ‘De Graffitimoorden’.  Hoe heeft de auteur de erkenning voor zijn thriller ervaren en wat zijn zijn plannen voor de toekomst?  Wouter Dehairs aan het woord.

• Dag Wouter!  De allerbeste wensen van Thrillerlezers! voor 2022!  Je won de Hercule Poirotprijs.  Je kon je geen mooier jaareinde wensen, denk ik?

Het jaar is inderdaad geëindigd met een stevige knaller.

  Hoe schatte je zelf je kansen in voordat het verlossende bericht kwam dat het jouw boek was dat gewonnen had?

Met mijn derde boek had ik het gevoel een diepere ader in mijn verbeelding aangeboord te hebben. Daarom wilde ik absoluut dat het boek nog vóór de deadline van de Hercule Poirot zou verschijnen. Die deadline was eind september en het boek is verschenen op 28/9. Het was dus nog spannend ;-).

  Wat betekent het winnen van deze prijs voor jou?  Is dat voor jou een bevestiging of is het eerder een bron van extra stress naar de toekomst toe?

Een bron van extra stress is het voorlopig nog niet, maar stress komt er sowieso bij kijken. Dat komt door de manier waarop ik schrijf. Ik begin aan een verhaal zonder te weten waar het precies naartoe gaat. Dat zorgt altijd wel voor bepaalde piekmomenten qua stress, omdat ik soms echt niet weet hoe het verder moet. Maar wanneer de nacht het donkerst is, is de dageraad nabij. Hopelijk toch…

  In ‘Nachtstad’ krijgt de stad Brussel een belangrijke rol toegewezen.  Waarom Brussel en niet een andere stad?

Ik ben zelf geen Brusselaar, maar heb deze stad ontdekt als student. Ik heb er ook lang gewoond en werk er nu nog steeds. Het is gewoon een fascinerende stad. De verhalen liggen er soms voor het rapen.

  Ken je alle plekken die worden aangedaan in het boek (Lemonnier, Brewdog, …)?

Ja, door de stad stappen en de plekken bezoeken die ik zal gebruiken, is mijn favoriete vorm van research. Onderweg ligt er namelijk altijd wel een cafeetje dat ik niet ken en dringend moet leren kennen.

  Brussel wekt kleine of grote irritaties op (onveiligheid, geen parkeerplaatsen, wegenwerken, …) en tegelijkertijd zegt Brik ‘De stad, dat ben ik.’  Herken je jezelf hierin?

Nee, dat zou grootheidswaan zijn. Ik ben niet Brik. Mijn hoofdfiguur gelooft in een bepaalde opvatting van rechtvaardigheid, maar hij kan die rechtvaardigheid niet overal in de wereld afdwingen. Enkel in zijn eigen stad. Vandaar zijn uitspraak.

  ‘Een moordonderzoek begint bij de plaats delict’ wordt gezegd in het boek.  Waar begint een goed verhaal als ‘Nachtstad’?

Met een idee. Dat is de Big Bang van elk boek. Waar dat precies vandaan komt, weet ik zelf niet. Het gaat erom voortdurend attent te zijn op de dingen die je ziet/leest/meemaakt en je antennes daarop af te stemmen. Maar het is misschien wel het meest angstaanjagende onderdeel van het hele proces, omdat ik er zelf niet al te veel impact op heb. Het idee komt of het komt niet.

  Hoofdpersonages Keller Brik en Gwen Van Meer kwamen reeds voor in ‘De Graffitimoorden’.  Mis je belangrijke info indien je dit boek niet las?

Nee, niets zo vervelend als een lezer die verloren loopt in een verhaal, omdat zij/hij het vorige deel niet gelezen heeft. Lezers die ‘De Graffitimoorden’ wél gelezen hebben, zullen de personages wel zien groeien. Dat is het voordeel van het lezen van beide delen.


  Keller Brik is een privédetective.  Geen politie-inspecteur dus.  Omdat die er al genoeg zijn in thrillers?

Ja, de politiethriller is waarschijnlijk het meest beoefende subgenre binnen de spannende literatuur. De reden ligt voor de hand: enkel politiemensen hebben toegang tot plaatsen delict, getuigen etc. Voor mij is het dus een uitdaging om mijn personages op een geloofwaardige manier ook deze toegang te gunnen.

  Keller mist empathie, relaties zijn een moeilijke oefening voor hem.  Waarom koos je voor deze karaktertrek?

Geen idee. Het personage is geen volledig bewuste creatie. Terwijl ik het verhaal schreef, stelde mijn hoofdfiguur zichzelf op deze manier aan mij voor. Ik ken hem ondertussen vrij goed, maar er liggen gelukkig nog genoeg stukken van zijn persoonlijkheid in de schaduw.

• Nochtans beseft hij maar al te goed dat, als hij zichzelf wil kennen en misschien zelfs graag wil zien, de anderen daar een onmiskenbaar aandeel in hebben?  Haal je in die optiek Sartres ‘L’enfer, c’est les autres’ aan?

Ik vond het existentialisme als student een heerlijke, bevrijdende filosofie, maar ik vind het zelf wel vervelend wanneer auteurs koketteren met hun filosofische kennis. Dus laat ik bepaalde ideeën liever via een zijpoortje het verhaal insluipen.

  Gwen heeft heel veel last van schaduwen, ze vreest zichzelf te verliezen in het zwarte gat in haar hoofd.  Hoe moeilijk of gemakkelijk verliep het schrijven van deze passages?

Deze passages vormen voor mij het hart van het boek. Toen ik begon te schrijven, wist ik dat dit verhaal voor een groot stuk zou draaien rond het verleden van Gwen. In de cursieve hoofdstukken daal ik af in haar onbewuste. Dat was een opwindende schrijfervaring voor mij. Bijna uniek zelfs.

• De passage met de rafelende wollen trui is zo pakkend!  Voel je dat als schrijver ook zo aan of is dat ook voor jou even slikken?

Elk boek bestaat uit bepaalde passages die in een zekere trance geschreven worden. Helaas gebeurt dat niet met elke pagina of zelfs elk hoofdstuk, maar sommige stukken, zoals dat heet, ‘schrijven zichzelf’. Deze passage was er een van. Je zit dan, als schrijver, zo diep in het onderbewuste van je personage dat grenzen wegvallen.

• Gwen wordt geplaagd door nachtmerries.  Wat zou jouw grootste nachtmerrie kunnen zijn?


Ik ben vader van 3 kinderen. Ik denk dat je wel kan raden wat mijn antwoord is.

  Voel jij sympathie voor jouw hoofdpersonage/s?  Begrijp je hen?

Ja, ik voel sympathie, maar dat betekent niet dat ik hetzelfde zou doen in gelijkaardige situaties. Ik vind het net bevrijdend om, via mijn personages, dingen te doen die ik in het echt nooit zou durven.

  Hun cynisme, hun galgenhumor, hebben de personages dat geërfd van hun geestelijke vader?

Misschien wel een beetje, ja. Thrillers die alleen maar mistroostig zijn, vertonen vaak een gebrek aan verbeelding. Zeker in een erg donker verhaal is humor ‘the crack that lets the light in’ (Leonard Cohen).

  Jij houdt wel van krachtige uitspraken?  Enige overdrijving is jou niet vreemd? (bv.  wallen zo groot dat ze een eigen bed opeisen)

Die dingen maken deel uit van mijn stijl. Ik probeer die stijl zo specifiek mogelijk te maken, zodat lezers na een pagina al weten dat ze ‘een Dehairs’ in hun handen hebben.

  Sommige beelden zijn dan weer hilarisch.  De dalai lama op een strand!  Waar haal je het?

Geen idee. Soms lig ik zelf wel eens op een strand. Zonder de dalai lama welteverstaan.

  Het kinderwijsje ‘Hoedje van papier’ weerklinkt regelmatig.  Het zat hele dagen in mijn hoofd.  Wist je dat dit het effect zou zijn en wilde je dat ook bereiken?

Nee, ik wilde gewoon de leefwereld van een erg jong kind vatten. Dat liedje was een manier om die wereld tastbaarder te maken.

• Muziek is een leidmotief in ‘Nachtstad’.  The Beatles, The Stones, …  behoren zij tot jouw favoriete groepen?  Zij zijn toch van lang voor jouw tijd?

Ja, ik luister wel graag naar The Beatles en The Stones, maar ik zou niet zeggen dat ze mijn favoriete bands zijn. Ik ben een kind van de jaren ’90 en mijn favoriete muziek komt uit dat decennium. Ik koos bewust voor de Beatles om wat afstand tussen Brik en mijzelf te creëren.

• Op de laatste bladzijde van ‘Nachtstad’ vindt de lezer een link naar de playlist op Spotify waar de liedjes die voorbijkomen in het boek kunnen  beluisterd worden.  Krijg je daar reacties van de lezers op?  Hoe zijn die?

Dat was een idee van mijn vrouw. Ze zei dat ik die nummers in een aparte lijst achterin het boek moest opnemen, omdat de leeservaring zo een extra dimensie zou krijgen. Ze had weer maar eens gelijk. De meeste lezers reageren trouwens enthousiast op de lijst.

  Beluister jij muziek tijdens het schrijven? Tijdens het lezen?


Vaak schrijf ik een eerste versie met muziek en herschrijf ik in stilte. Lezen doe ik ofwel in stilte ofwel begeleid door muziek – maakt niet uit.

  In ‘Nachtstad’ gebeurt nogal wat.  Het grote plaatje blijft  lang onzichtbaar.  Hoe hou je je plot overzichtelijk en op de juiste koers?

Door in een constante staat van lichte paniek te verkeren en te hopen dat alles toch nog goed komt.

  Tot slot.  Ga je met het duo Keller – Gwen verder?  Komt er een vervolg op ‘Nachtstad’? 

Ik ben nog niet klaar met Brik en Gwen. En zij ook nog niet met mij.

 

Thrillerlezers! wenst jou nog veel inspiratie en interessante uren in het gezelschap van Keller en Gwen. Hopelijk zonder dat er al te veel slachtoffers vallen.  Alhoewel, een thrillerlezer smult daar dan weer van! 😊

Anita

Geen opmerkingen:

Een reactie posten