maandag 21 februari 2022

Anomalie van Hervé Le Tellier

 



Stel dat …

Hervé Le Tellier is een gerenommeerd schrijver. Met ‘Anomalie’ sleept hij in 2020 de Prix Goncourt in de wacht, een prijs die wordt toegekend aan het ‘meest verbeeldingsvolle’ proza van het jaar. ‘Anomalie’ betekent meteen ook de internationale doorbraak van de auteur die voorzitter is van ‘Oulipo’, een vereniging van schrijvers die zichzelf beperkingen opleggen, zoals bv. het consequent niet gebruiken van een bepaalde letter.

Over ‘anomalie’ zegt Van Daele: afwijking van de regel, onregelmatigheid. Met die info in gedachten duik ik het boek in.

Een Boeing 787 van Air France op weg van Parijs naar New York belandt in een enorme cumulonimbus, een supercel, een muur van ijs, zoals kapitein Marckle er nog nooit een heeft gezien. Daarna landt het beschadigde vliegtuig in New York. Onder de passagiers bevindt zich Victor Miesel. Terug in Parijs schrijft hij ‘Anomalie’. ‘Anomalie’ krijgt het etiket van ‘vreemd boek’ dat is geschreven aan een ‘obsederend ritme’ met ‘nogal wat bijzondere zinnen die tot een pauze nopen’. Victor Miesel, alter ego van Le Tellier, wordt een getalenteerd schrijver genoemd, een fenomeen. Een drietal maanden later zet hetzelfde vliegtuig met dezelfde passagiers opnieuw koers naar New York. Het toestel wordt afgeleid naar New Jersey waar het wordt opgewacht door de FBI en de CIA; de passagiers belanden in quarantaine; een onderzoek wordt opgestart. Weinig later worden de passagiers die sinds maart hun leven verder hebben gezet – sommigen zijn niet meer in leven! – geconfronteerd met hun andere ‘ik’ dat is blijven stilstaan in de tijd.

‘Anomalie’ leest in drie delen.

In deel 1 worden een elftal personages voorgesteld. Hoewel ze elk hun eigen stijl hebben, blijven ze na vele pagina’s en tijd oppervlakkig en komen ze niet los van de bladzijden.

Deel 2.  Protocol 42 is in werking gesteld. Het is een protocol met ‘beperkte waarschijnlijkheid’ en voortgesproten uit een ondeugende streek van twee wetenschappers Adrian en Meredith. De ‘tijdreis’ wordt ter studie voorgelegd aan vooraanstaande vertegenwoordigers van alle grote religies; natuurwetenschappers en filosofen trachten het ‘experiment’ te verklaren; presidenten maken al dan niet een goede beurt. De schrijfstijl is nu helemaal anders: ingewikkelde zinsconstructies en wetenschappelijke theorieën contrasteren met de vlotte en eenvoudige schrijfstijl in deel 1.

In deel 3 zijn de personages weer aan zet. March en June worden met elkaar geconfronteerd. Stel dat je een nieuwe kans zou krijgen om de zaken anders aan te pakken, jezelf te coachen? De confrontaties leggen angsten bloot en stellen keuzes ter discussie. Maar ook niet meer dan dat.

Veel intertekstualiteit. Verwijzingen naar films (o.a. ‘Close encounters of the third kind’), de passage van grote namen uit de klassieke literatuur zoals Homerus en Camus bewijzen dat Le Tellier zijn klassiekers kent. Uitspraken genre Descartes 2.0 ‘Ik denk dus ik ben vrijwel zeker een programma’ betrek de lezer bij de simulatieoefening die ‘Anomalie’ is en zouden de denkoefening open kunnen trekken. Wie zijn we? Een programma dat met een druk op de knop kan gewijzigd of stopgezet worden? Een simulatie? Hoe zijn we geworden wie we zijn? Wat zou de confrontatie met onze dubbelganger met ons doen? Wat als we onszelf niet herkennen in onze acties?

Inhoudelijk zou ‘Anomalie’ nu echt interessant kunnen worden. Echter, de auteur laat hier de kans liggen om zich te verdiepen in de manier waarop de personages met hun verdubbeling omgaan. De kernbegrippen ‘identiteit’ en ‘tijd’ blijven, flikkerend als in een neonreclame, dringend vragen om uitgewerkt te worden. Daar blijft het bij.

Als taalkundige focust Le Tellier vooral op de manier waarop hij met taal omgaat. In het proza integreert hij verschillende tekstsoorten: e-mails, transcripties van interviews, een Engelse liedjestekst alsook bewerkingen van liedjesteksten, brieven, een krantenartikel, … brengen variatie in de tekst.

Bij wijze van uitsmijter trakteert Oulipo-voorzitter Le Tellier op de laatste bladzijde met een kalligram. Een leuke hersenbreker om ‘Anomalie’ mee af te sluiten. Vraag is wel of de vertaler hierbij trouw is gebleven aan het Franse origineel.

‘Anomalie’ is zeker een ‘apart’ boek met ‘Identiteit’ en ‘tijd’ als sleutelbegrippen. Niet echt een thriller. Eerder een filosofische scifi-roman. Helaas ligt de focus van de auteur vooral op de vorm, wat ten koste gaat van de inhoud.

2,5 Kraaien

Anita

Geen opmerkingen:

Een reactie posten