Stel dat …
Hervé Le Tellier is een gerenommeerd
schrijver. Met ‘Anomalie’ sleept hij in 2020 de Prix Goncourt in de wacht, een prijs
die wordt toegekend aan het ‘meest verbeeldingsvolle’ proza van het jaar. ‘Anomalie’
betekent meteen ook de internationale doorbraak van de auteur die voorzitter is
van ‘Oulipo’, een vereniging van schrijvers die zichzelf beperkingen opleggen,
zoals bv. het consequent niet gebruiken van een bepaalde letter.
Over ‘anomalie’ zegt Van Daele: afwijking
van de regel, onregelmatigheid. Met die info in gedachten duik ik het boek in.
Een Boeing 787 van Air France op weg
van Parijs naar New York belandt in een enorme cumulonimbus, een supercel, een
muur van ijs, zoals kapitein Marckle er nog nooit een heeft gezien. Daarna
landt het beschadigde vliegtuig in New York. Onder de passagiers bevindt zich
Victor Miesel. Terug in Parijs schrijft hij ‘Anomalie’. ‘Anomalie’ krijgt het
etiket van ‘vreemd boek’ dat is geschreven aan een ‘obsederend ritme’ met
‘nogal wat bijzondere zinnen die tot een pauze nopen’. Victor Miesel, alter ego
van Le Tellier, wordt een getalenteerd schrijver genoemd, een fenomeen. Een
drietal maanden later zet hetzelfde vliegtuig met dezelfde passagiers opnieuw
koers naar New York. Het toestel wordt afgeleid naar New Jersey waar het wordt
opgewacht door de FBI en de CIA; de passagiers belanden in quarantaine; een
onderzoek wordt opgestart. Weinig later worden de passagiers die sinds maart
hun leven verder hebben gezet – sommigen zijn niet meer in leven! –
geconfronteerd met hun andere ‘ik’ dat is blijven stilstaan in de tijd.
‘Anomalie’ leest in drie delen.
In deel 1 worden een elftal
personages voorgesteld. Hoewel ze elk hun eigen stijl hebben, blijven ze na
vele pagina’s en tijd oppervlakkig en komen ze niet los van de bladzijden.
Deel 2. Protocol 42 is in werking gesteld. Het is een
protocol met ‘beperkte waarschijnlijkheid’ en voortgesproten uit een ondeugende
streek van twee wetenschappers Adrian en Meredith. De ‘tijdreis’ wordt ter
studie voorgelegd aan vooraanstaande vertegenwoordigers van alle grote
religies; natuurwetenschappers en filosofen trachten het ‘experiment’ te verklaren;
presidenten maken al dan niet een goede beurt. De schrijfstijl is nu helemaal
anders: ingewikkelde zinsconstructies en wetenschappelijke theorieën contrasteren
met de vlotte en eenvoudige schrijfstijl in deel 1.
In deel 3 zijn de personages weer aan zet. March
en June worden met elkaar geconfronteerd. Stel dat je een nieuwe kans zou
krijgen om de zaken anders aan te pakken, jezelf te coachen? De confrontaties
leggen angsten bloot en stellen keuzes ter discussie. Maar ook niet meer dan
dat.
Veel intertekstualiteit. Verwijzingen naar
films (o.a. ‘Close encounters of the third kind’), de passage van grote namen
uit de klassieke literatuur zoals Homerus en Camus bewijzen dat Le Tellier zijn
klassiekers kent. Uitspraken genre Descartes 2.0 ‘Ik denk dus ik ben vrijwel
zeker een programma’ betrek de lezer bij de simulatieoefening die ‘Anomalie’ is
en zouden de denkoefening open kunnen trekken. Wie zijn we? Een programma dat
met een druk op de knop kan gewijzigd of stopgezet worden? Een simulatie? Hoe
zijn we geworden wie we zijn? Wat zou de confrontatie met onze dubbelganger met
ons doen? Wat als we onszelf niet herkennen in onze acties?
Inhoudelijk zou ‘Anomalie’ nu echt
interessant kunnen worden. Echter, de auteur laat hier de kans liggen om zich
te verdiepen in de manier waarop de personages met hun verdubbeling omgaan. De kernbegrippen
‘identiteit’ en ‘tijd’ blijven, flikkerend als in een neonreclame, dringend
vragen om uitgewerkt te worden. Daar blijft het bij.
Als taalkundige focust Le Tellier vooral op
de manier waarop hij met taal omgaat. In het proza integreert hij verschillende
tekstsoorten: e-mails, transcripties van interviews, een Engelse liedjestekst
alsook bewerkingen van liedjesteksten, brieven, een krantenartikel, … brengen
variatie in de tekst.
Bij wijze van uitsmijter trakteert
Oulipo-voorzitter Le Tellier op de laatste bladzijde met een kalligram. Een
leuke hersenbreker om ‘Anomalie’ mee af te sluiten. Vraag is wel of de vertaler
hierbij trouw is gebleven aan het Franse origineel.
‘Anomalie’ is zeker een ‘apart’ boek met ‘Identiteit’
en ‘tijd’ als sleutelbegrippen. Niet echt een thriller. Eerder een filosofische
scifi-roman. Helaas ligt de focus van de auteur vooral op de vorm, wat ten
koste gaat van de inhoud.
2,5 Kraaien
Anita
Geen opmerkingen:
Een reactie posten