zaterdag 4 december 2021

Meredith van O ondervraagd

 


In de jaren 90 oogstte Meredith Van O succes als zangeres van de band ‘Pop in Wonderland’.  Wie zong nooit mee op ‘Grow a baby’ of ‘Beautiful People’?  Meredith werkte voor de radio, bouwde een carrière uit in de HR-wereld en startte Triangis op, een bedrijf dat coaching biedt oa voor meer welzijn op de werkvloer.  Ze heeft een hart voor dieren en heeft ondertussen ook een paar non-fictieboeken op haar actief staan.  Met ‘De vuurvrouw’ maakt ze haar debuut als schrijfster van fictie.  ‘De vuurvrouw’ is een bijzonder verhaal.  Meredith verduidelijkt een en ander in het volgende interview.

 

• Meredith, ‘De vuurvrouw’ is jouw eerste fictieboek.  Een lang gekoesterde droom die in vervulling is gegaan?

Reeds als kind schreef ik verhalen en gedichtjes. Het is altijd een manier geweest voor mij om de verwarrende buiten- en binnenwereld te ordenen.

• Wat deed jou dit boek schrijven?  Waar ligt de kiem voor het verhaal?

Ik had net “Elementaire deeltjes” van Michel Houellebecq gelezen. Ik las de laatste regel van dat boek, opende mijn computer en begon te schrijven. Ik begon scènes uit mijn jeugd te noteren. De ene na de andere.  Bijna als bezeten. Dat is 17 jaar geleden. Na een jaar lagen er 300 pagina’s. Het was een soort van psychologische roman, gebaseerd op mijn leven.

  ‘De vuurvrouw’ is dus gebaseerd op waargebeurde feiten.  Hoe dicht precies sta jij bij dit verhaal?

Dit boek heeft een aantal fases doorlopen. In de eerste fase was het zeer autobiografisch. Maar ik vond het niet goed genoeg. En het lag té dicht bij mij. En het is niet omdat het allemaal waar gebeurd is, dat het ook spannend is om te lezen. Ik moest er tijd laten overgaan om er afstand van te nemen. Ik wou er meer plot in, krachtigere spanningsvelden, en ik voelde dat ik het moest laten rusten, en laten rijpen.  Uiteindelijk is de inhoud van ‘De Vuurvrouw’ vandaag 30% autobiografisch en 70% fictie. Vele scènes die Maritgen meemaakt zijn waargebeurd. Ik ben, net als mijn twee personages, ook een overlever van kindermishandeling.

• Hoe moeilijk of gemakkelijk verliep het schrijven van het boek?

Ik heb er lang over gedaan hé, 17 jaar (lacht). Ik moest er veel tijd laten overgaan, als ik het terug opnam, waren sommige scènes wel pijnlijk om terug te lezen Ik had het in een “roes” geschreven, met alle details erbij. Ik voelde regelmatig walging en verdriet bij het herlezen. Maar het neerschrijven was wel een manier om het vast te leggen, om er met open vizier naar te kunnen kijken. Uiteindelijk zijn veel van die scènes geschrapt, in functie van het plot. Ik schakelde daarvoor de hulp in van Peter Perceval.  Ik wou immers niet een autobiografie schrijven, maar gewoon een goed en spannend boek waar lezers plezier aan beleven.  Ik heb enorm genoten van het ontwikkelen van het personage van Tatsuo, en vooral ook van het vormgeven van het spanningsveld tussen Maritgen en Tatsuo.   

• Wat deed jou beslissen om het personage van Tatsuo te verwerken in het boek?  Een Japanner, zo ver van huis?

In 2015 gingen we met mijn gezin naar Japan.  We bezochten Hiroshima. Toen we uit het museum kwamen, dat op een ingrijpende manier inkijk geeft in wat er op 6 augustus 1945 is gebeurd, stuitte ik op een standje van een Japanner die postkaartjes verkocht. Ik begon een gesprek met hem. Hij vertelde me dat hij kind is van “Hibakusha”, overlevers van de atoombom. Ik voelde me geraakt door deze ontmoeting. De dagen daarna, terwijl mijn gezin bezienswaardigheden bezocht, bleef ik in de B&B, om te schrijven. Daar kreeg Tatsuo vorm.  Ik dacht dat ik aan een tweede roman begonnen was. Maar toen ik terug thuis was, besefte ik dat Tatsuo degene was waarop ik zo lang had zitten wachten. Dankzij het toevoegen van Tatsuo ontstond de spannende paringsdans tussen hem en Maritgen.




• De droom van Maritgen is een boek te schrijven à la Nicci French.  Heel ambitieus! De droom van Maritgen is in feite jouw droom?

Ik zal altijd blijven schrijven. Of ik nu publiceer of niet. Het is mijn manier om te verwerken, dat wat mij verwart.  Daarnaast is een boek schrijven ook echt wel een vak. Een vak waarin ik me alsmaar wil verbeteren. Dat is mijn ambitie.

• Wie is/zijn jouw favoriete schrijver/s?

Michel Houellebecq, Dan Brown, Helen Van Royen, Dimitri Verhulst, Connie Palmen, Griet Op De Beeck, Haruki Murakami, en Nicci French natuurlijk. 😉

  Je schreef ‘De vuurvrouw’ alleen?  Zegt het je wat om een boek te schrijven in samenwerking met een andere auteur?  Wie zou dat dan zijn?

Met Roxane Van Overloop, één van mijn plusdochters schreef ik De Verhalenboom, een sprookjesboek over een stiefdochter en een stiefmoeder. Dat was een fantastische ervaring. Het is best intiem om samen een boek te schrijven. Roxane is enorm talentvol en we zijn complementair aan elkaar. Als ik dus nog eens samen met iemand een boek zou schrijven, dan zou het met haar zijn. Yep, liever met haar dan met Michel Houellebecq. 😉

• Maritgen heeft haar gele pen om te schrijven.  Waarom geel?  Wat heb jij nodig om te kunnen schrijven?

Haha, inderdaad. Maritgen’s pen is gewoon een pen met reclame van Kodack op gedrukt. Ze heeft niet veel geld, zo’n gratis pen, daar moet ze het mee doen. Ik heb altijd notaboekjes bij. Met welke pen ik schrijf, doet er niet toe. Ik heb geen pennenfetish. (lacht)  De helft van ‘De Vuurvrouw’ is in die notaboekjes geschreven. Maar om alle stukken aan elkaar te plakken en het boek echt af te werken, heb ik wel een laptop nodig. De laptop gaat dan ook altijd mee op vakantie. We gingen trouwens onlangs met het gezin naar Copenhagen, en de laatste dag ben ik in het hotel gebleven. Ik kreeg plots een geweldig idee en ben begonnen aan het vervolg van ‘De Vuurvrouw’.



• Op het eerste gezicht lijken Tatsuo en Maritgen heel verschillend.  Tatsuo is van de controle, Maritgen van de chaos.  Welk karakter benadert jou het dichtst?  Heb je raakpunten met beide?

Het heeft even geduurd vooraleer ik realiseerde dat de beide personages delen van mij zijn. Peter Perceval, heeft mij daar attent op gemaakt. Ik ken beide delen goed. Het deel Maritgen is zichtbaarder, maar degenen die mij goed kennen, herkennen dat donkere deel van Tatsuo in mij.  Maritgen is uitbundig en onhandig, Tatsuo is op zichzelf gericht en heel praktisch ingesteld. Ik heb beide patronen in mij.

• Noch Tatsuo, noch Maritgen wekken onmiddellijk sympathie op.  Hoe is dat voor jou, als schepper van deze personages?

Dank je voor deze vraag; het klopt.  In het begin van het boek heb je als lezer een afkeer van beide personages. Je wil hen door elkaar schudden en tegen hen roepen: “Doe nu toch eens normaal!”.  Ik besefte dat heel goed terwijl ik het schreef. En toch ging ik door, omdat ik persé wou laten zien dat beide overlevingsmechanismes bestaan, meer dan dat; ze zitten in ons allemaal.  De afkeer die we voelen bij de beide personages is er omdat we het herkennen. Als iets te traumatisch, té groot is om te voelen, dan lopen we er van weg. Maritgen vlucht in verslavingen. Bij haar is het alcohol, maar het kan evengoed overmatig sporten, werken, netflixen of chocolade zijn. Tatsuo sluit het grote verdriet op in een kist diep binnen in hem, en doet het op slot. Hij wil niet kijken naar het verleden, hij wil niet voelen.  Beide patronen zijn overlevingsmechanismes waar nog een enorm taboe op is.

Beide zijn natuurlijk extreem. Maritgen is meer dronken dan nuchter en Tatsuo is een moordenaar. Erg sympathiek is dat inderdaad allemaal niet. (lacht)

Ik heb wel sympathie voor mensen die van paden durven af te wijken, die uitgesproken durven te leven. En dat is het minste wat je van Maritgen en Tatsuo kan zeggen. Ik begrijp beide personages zeer goed. Tja, op sociale media wil iedereen perfect zijn: hip, verstandig en sympathiek. Wel, ik vind het niet erg om dat allemaal niet te zijn.

• Al gauw blijkt dat de twee personages meer gemeenschappelijk hebben dan eerst gedacht: hun strijd om te overleven in dit leven.  Is dat iets wat je zelf aan den lijve hebt ondervonden?

Dat is inderdaad de essentie. Ik heb dit aan den lijve ondervonden, en dat geldt eigenlijk voor iedereen. We maken allemaal gebeurtenissen mee die ons overweldigen. Een groot verlies, een droom waar we afscheid van moeten nemen, een professionele vernedering, een relatie die op de klippen loopt. ‘De Vuurvrouw’ gaat over: Wat doe je als iets jou overkomt dat jou volledig lam slaat?  Hoe overleef je een trauma?  Kijk je er naar, praat je erover met als risico erin te verzwelgen. Of sla je de pagina om en ga je verder met je leven, met als risico dat het trauma nooit verwerkt wordt, en indirect later in je gezicht terugslaat.  Ik heb beide overlevingsmechanismes in mij. Als baby werd ik alleen achtergelaten door zowel mijn moeder als mijn vader. Uiteindelijk heeft Angeline, de onderbuurvrouw, ingebroken en mij mijn eerste badje gegeven in de gootsteen. Ze heeft me verteld dat ik mezelf helemaal had opengekrabt. Deze periode van verwaarlozing heeft 8 maanden geduurd. Angeline vertelt daarover: “Je hebt vreselijk veel gehuild.” Vanaf mijn start in dit leven was ik dus aan het strijden om te over-leven.

Door dit gesprek zullen mensen misschien denken dat ‘De Vuurvrouw’ een soort van zelfhulpboek is, of saaie informatie bevat over trauma. Dat is niet het geval. Jij stelt vragen met diepgang, die de onderste laag van De Vuurvrouw bloot leggen. Dat is het leuke nu, ik merk dat er veel verschillende reacties zijn op mijn debuutroman. Sommigen genieten gewoon van het spannend gevoel van “wat gaat er nu gebeuren?”, het is dan ook een waanzinnig verhaal. Anderen zijn geraakt door de gevoelswereld van beide personages, weer anderen zeggen me dat ze door mijn boek zijn gaan nadenken over hun relaties. En weer anderen zeggen me dat ze hebben genoten van de manier waarop de zinnen zijn geformuleerd.  Het was dan ook niet makkelijk om een label te plakken op dit boek. De uitgever kwam uit op “literaire thriller”.

  Het ene personage verliest geleidelijk aan de controle, het andere wint aan controle.  Wat moet de lezer hieruit afleiden?

Knap dat je dat hebt opgemerkt. Herstellen van trauma is een langdurig proces waarbij het verlangen om (opnieuw) controle te voelen centraal staat. Tatsuo probeert het trauma krampachtig van zich af te duwen en te controleren, maar dat is de oplossing niet. Maritgen blijft ronddraaien in het verleden en heeft geen enkele controle. Ze is een losgeslagen projectiel.  Daarom ontwikkelt Tatsuo zijn perverse plan. Hij wil kost wat kost voor haar zorgen en gaat daarin veel te ver.  Gaandeweg in het boek, en vooral ook dankzij de gesprekken tussen hen, komen Maritgen en Tatsuo toch een stapje dichter bij herstel. Dat is: Enerzijds: durven voelen. Anderzijds: de macht over je leven niet meer geven aan anderen, of aan het verleden, maar aan jezelf in het heden.

• Elk hoofdstuk wordt voorafgegaan door de naam van het personage en enkele woorden die de tekst die volgt ‘samenvatten’.  Wat was er eerst: de tekst of de woorden?

De titels waren gewoon werktitels om de hoofstukken van elkaar te onderscheiden. Soms was de tekst er eerst, op anderen momenten plaatste ik de titel erna.

  ‘Liefde is een werkwoord’ (boek) brengt Maritgen in de war.  Zij heeft zo hard gewerkt om liefde te krijgen, maar kreeg ze niet.  Is liefde een werkwoord volgens jou?  Is ervoor werken een garantie om ze te krijgen?

Dat is een moeilijke én pijnlijke vraag.  Overlevers van kindermishandeling hebben geen onvoorwaardelijke liefde gekregen. Het is voor mij nog steeds een raadsel: Wat is dat, liefde? Ik herken het cynisme van Tatsuo. Hij vindt: “Liefde bestaat niet. Er is enkel wederkerigheid. Ik doe iets voor jou, en jij doet iets terug. Er zijn belangen. Dat is alles.” Vandaar dat hij niet stilstaat bij de moorden die hij pleegt. Bij Maritgen is het gemis aan liefde zo groot, dat haar hongerigheid mensen afschrikt. Ze romantiseert liefde, zwelgt in verlangen, en klampt zich vast aan elke vreemde. Zoals een zwerfkat. Geen van beide personages weten wat liefde is. Maar ja, wie weet het wel?  Ik heb het geluk gehad dat ik mijn echtgenoot Alex ben tegen gekomen. We zijn 14 jaar samen, en hij is een grote inspiratiebron voor mij. Hij kan omgaan met mijn hechtingstoornissen en leert mij om (opnieuw en alsnog) te vertrouwen.  En verder is er therapie natuurlijk hé, tonnen therapie heb ik gevolgd, mijn hele leven lang.

• Het dilemma van Maritgen: het spotboekje openen is kiezen voor het leven; het boekje niet openen staat voor opgeven.  Heb jij ooit voor zo’n belangrijke beslissingen gestaan?

Oh ja. Ik heb vaak in mijn leven op dat kruispunt gestaan. Een trauma overleven is heel moeilijk.  Ik ben heel trots op mijn samenwerking met het Vlaams Expertisecentrum Kindermishandeling. Zij namen het initiatief om Echo op te richten: Lotgenotenwerking voor volwassen overlevers van kindermishandeling.  Kindermishandeling in de meest brede zin van het woord:  zowel emotionele vernedering, lichamelijk geweld, seksueel grensoverschrijdend gedrag, misbruik, psychische mishandeling, verwaarlozing, afwijzing, … Ik ben coördinator voor de online lotgenotenbijeenkomsten. Overlevers van kindermishandeling hebben een zware strijd geleverd en leveren die nog elke dag. Kindermishandeling doet iets met je brein: het verandert de manier waarop je kijkt naar relaties, het beschadigt het vermogen om te vertrouwen in jezelf, vertrouwen in de ander, vertrouwen in het leven. En dat is een groot taboe. Er wordt wel over kindermishandeling gesproken, zelden komen overlevers aan het woord. Ik vind dat zij hun stem luider mogen laten klinken, als samenleving kunnen we veel van hen leren.

Mensen die interesse hebben in Echo lotgenotenwerking voor volwassen overlevers van kindermishandeling kunnen trouwens terecht op: www.echo-lotgenotenwerking.be

• Maritgen dissocieert regelmatig.  Het is belangrijk bij getraumatiseerde kinderen, beweert ze.  Is dat iets wat je weet uit ondervinding?

Inderdaad. Wanneer een gebeurtenis ons overweldigt, kan onze lichaam en geest zich “afsnijden” van de gebeurtenis. Dan lijkt het alsof je een toeschouwer bent van jezelf. Ik heb de eerste helft van mijn leven grotendeels gedissocieerd doorgebracht. Het is een lange weg om opnieuw te leren voelen. Dus, ja, ik ken dat goed. Het heeft ook een voordeel hoor. Als zich een crisissituatie voordoet, dan ben ik degene die onbewogen kan handelen en het hoofd koel houdt.  

• Maritgen is een spraakwaterval.  Ze praat om leegtes op te vullen, maar ze proeft ook woorden.  Sta jij stil bij de keuze van jouw woorden?

Klopt, Maritgen praat en praat en praat omdat ze bang is van stiltes. Bij people pleasers komt dat heel vaak voor. Tatsuo praat zo weinig mogelijk.  Ik lijk het meeste op Maritgen. Terwijl ik eigenlijk ontzettend hou van stilte. Ik zou wat meer zoals Tatsuo willen zijn, want de meeste gesprekken tussen mensen zijn oppervlakkig en gaan nergens over. Maar onzekerheid doet praten, dat gevoel ken ik heel goed. Praten om te entertainen, om de ander een goed gevoel te geven, om verbinding te zoeken. Ik heb het gevoel dat ik me veel beter kan uiten als ik schrijf. Weinig mensen weten dat van mij omdat ik heel sociaal over kom. Hoe dichter ik bij mezelf kom, hoe minder ik de neiging voel om te praten.

• ‘De vuurvrouw’ is ook een boek over verlangen?  Tatsuo heeft geen verlangens.  Maritgen, daarentegen, is van mening dat verlangen een smaak invult.  Is een leven zonder te verlangen mogelijk? 

Anita, je stelt goede vragen! Het is eigen aan de mens om te verlangen, om het beter te willen, om elders te zijn. Misschien is levenskunst wel “kunnen zijn waar je bent”. Telkens aanwezig zijn in het moment. Aanvaarden wat er op je pad komt en proberen te veranderen wat je kan. Verlangen is een drijfveer, een motor, maar ook een grote valkuil. Tatsuo vermijdt het krampachtig, maar wordt dan overmand door een brandend verlangen om bij “zijn vuurvrouw” te zijn. Haar te bezitten. En Maritgen hecht aan de basis teveel belang aan verlangen, ze gaat er in op wordt erdoor opgeslokt. Doorheen het boek en vooral dan door de ontknoping op het einde komt ze enigszins met de voeten op de grond.



• Met welk gevoel beëindigde je het schrijven van het boek?  Hoe heftig is het verhaal voor jou?

Ik heb ontzettend genoten van het laatste deel. Ik hoor ook van de lezers dat ze dan op het puntje van hun stoel zitten, en zweethanden krijgen van de spanning.  En de allerlaatste scène zie ik zo levendig voor me. Alsof ik er bij was. Heel gek. Ik heb dan ook enorm veel zin om een vervolg te schrijven.  Het is dan ook maar 30% autobiografisch, en hoe dan ook ben ik iemand die liever mijn demonen in de ogen kijkt dan ervoor weg te lopen.

• Welke emotie uit het boek springt er voor jou uit?

Angst om te leven. Waarna een zoektocht begint van wanhoop naar hoop,  een zoektocht naar liefde, een zoektocht naar zichzelf.

• Voor ‘De vuurvrouw’ werd ook een trailer gemaakt.  Zijn er plannen om het boek te verfilmen?

Oh, dat zou ik geweldig vinden! De uitgever heeft de trailer gemaakt. Leuk hé! Ik vrees dat ‘De Vuurvrouw’ eerst een bestseller moet worden vooraleer er een film van kan komen. Koop dus nu allemaal ‘De Vuurvrouw’. (lacht)

• Stel je bent verantwoordelijk voor de casting, wie zou je kiezen om het personage van Tatsuo te vertolken?  Wie zie je in de rol van Maritgen?  Heb je acteurs in gedachten voor de bijrollen?

Zonder twijfel kies ik voor de rol van Tatsuo: Kim Young-Min, uit de film “Winter, spring, summer, fall and winter”

En voor de rol van Maritgen: Julia Roberts

Als het dichter bij huis moet, dan zie ik Frances Lefebure wel als Maritgen. Of Veerle Baetens. Jaja, ik zie het al helemaal gebeuren. (lacht)

Dank je wel voor jouw openhartige antwoorden op mijn vragen.  De lezers van ‘De vuurvrouw’ moeten dit interview zeker ook lezen, want het geeft nog meer fond aan het verhaal. 

Dat ‘De vuurvrouw’ maar vlug een bestseller wordt!  Veerle Baetens zie ik helemaal zitten als Maritgen.

Nog heel veel succes, Meredith!

 

Anita

 

 

 

 

 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten