zaterdag 7 augustus 2021

Interview met Jos Pierreux

 


Het is een vaste traditie geworden: elk jaar mogen we een nieuwe ‘Luk Borré’ verwelkomen.  De Knokse speurder en geesteskind van misdaadauteur Jos Pierreux is de spilfiguur in de misdaadromans die zich afspelen tegen het decor van de Belgische badstad.  Ik sprak met Jos Pierreux, geheel coronaproof uiteraard, en mocht hem honderduit vragen stellen over zijn nieuwste thriller ‘Russische poppetjes’ en natuurlijk ook over Luk.

Heel leuk om weten:  ‘Russische poppetjes’ is aan een tweede druk toe! 

 

Elke leeftijd heeft zijn speelgoed. Wat zijn volwassenen meer dan grote kinderen die spelen met échte poppetjes?    Jos Pierreux

 

Jos Pierreux, het is alweer een jaar geleden dat we elkaar voor het eerst ‘spraken’.  Hoe gaat het ondertussen met jou?

Op persoonlijk vlak zijn er geen problemen, dank je. Gezond en wel – op een paar coronakilo’s na die ik er moeizaam af probeer te fitnessen. Ik kreeg gisteren het bericht dat 'Russische Poppetjes' na een maand aan een tweede druk toe is, dus ook dat zit snor. Wat de maatschappij betreft, zie ik het somberder in. De burger voelt zich niet meer veilig bij de politicus, de politicus is bang van de kiezer – en niemand vertrouwt nog de democratie.

• De werktitel waar je het toen over had, is de titel van jouw nieuwste ‘Luk Borré’ geworden.  Hoe kwam je op het idee van die Russische poppetjes?  (Het is toch niet onmiddellijk iets wat we regelmatig zien of gebruiken in het dagelijkse leven?)

Ik vond het een ‘catchy’ titel maar dacht dat hij al meermaals gebruikt zou zijn geworden. Toen ik ‘Russische Poppetjes’ googelde, bleek echter van niet. Vanaf dan heb ik niet langer getwijfeld.



• Luk is heel neerslachtig in dit deel van de serie.  Je zet dat treffend om in beeld.  Kan je je verplaatsen in zijn somberheid?

Jammer genoeg wel. Gelukkig zijn er de (zelf)spot, de relativering en het cynisme om beroep op te doen.

• Komt het ooit nog helemaal goed met hem?

Wie last heeft van somberheid leert daarmee leven – of maakt er een eind aan. Het gevoel van ‘tristesse’ raakt Luk nooit kwijt, vrees ik.

• Denk je dat zijn relatie met Rena blijft duren?  Op een gegeven moment denkt Luk zelf: ‘RIP de hormonen die het huis verlaten.’.  Gaat Rena dat accepteren?

Hun liefde is die van twee eenzamen die moeizaam mét, maar absoluut niet zónder elkaar kunnen. Die relatie is totterdood. Dat kan ik met vrij grote zekerheid zeggen. Rena en Luk zijn onvolledige mensen en hebben elkaar nodig – in slechte en in goede tijden.

• Heel ontroerend is het beeld van Luk die pootje gaat baden en troost zoekt bij de zee.  Zoek je zelf ook de zee op om na te denken, om problemen in perspectief te plaatsen?

Fietsen. Een lange, eenzame autorit. Fitness en muziek zijn ook ‘probleemoplossers’. Maar het strand en de zee zijn er inderdaad niet enkel om te zonnen en te ontspannen. Dat merkte ik gisteren nog.

• Je kaart heel wat serieuze onderwerpen aan via het personage van Luk.  De wereld aan het puberinfuus met Anuna en Greta, genderkwesties, partnergeweld, om er maar enkele te noemen.  Onderwerpen die jou als Jos Pierreux ook bezig houden?

Meer en meer. Mijn generatie heeft gevochten voor een vrijheid die nu aan ijltempo weggegeven wordt. Ik begrijp het niet. Ik begrijp het écht niet.

Dezelfde politici die op geen enkel moment op een coherente manier de coronacrisis konden beheersen, gaan nu de klimaattoestand aanpakken?!  Ik hou mijn hart vast.

Volgens mij is het probleem de overbevolking. Intussen blijft men mensen geld geven/aanmoedigen om zich voort te planten.

• Is boeken schrijven een uitlaatklep voor jou?

Dat is duidelijk.


• De toon is vrij pessimistisch.  Is dat jouw eigen toon?  Het sarcasme en het cynisme mogen we ook aan jou toeschrijven?

Het Vrije Westen gaat naar de verdoemenis, een zwalpend Europa staat op springen en België op ontploffen. We staan op het dek van een Titanic die niet tegen één maar tegen verschillende ijsbergen dreigt te varen.  ‘Let the music play on.’ Wat anders?

• De Knokse immowereld tekent ook present.  Ben je ooit zelf al van dichtbij of van veraf in contact gekomen met de agressieve praktijken van de immowereld?

Dat de bouwwereld mij niet vreemd is, is een understatement. Ik verdiende er meer dan dertig jaar mijn kost. Het is een wereld van en voor haaien – maar, weet je, de culturele wereld is zeker niet beter.

• De Daxjes knallen dat het een lieve lust is in de straten van Knokke.

Ook in het Zoute?  Zijn zij echt zo’n plaag als beschreven in ‘Russische poppetjes’?

Ieder zijn ding maar ik heb last van tinnitus en die krengen maken een afschuwelijk lawaai. Aan de andere kant vind ik een zwerm 49cc-motors die tussen een rij dreamcars wriemelt best een grappig beeld. Ook hebben de Dax-Boyz aanzet gegeven voor Russische Poppetjes (de ‘inspiratie’). Waardoor ze bij mij nog weinig fout kunnen doen.

• Ben je ooit zelf de trotse jonge eigenaar geweest van zo’n knallend transportmiddel?  Ik meen toch enige nostalgie te bespeuren.

Ik had jaren ‘80-’90 zeer nauwe banden met een motorclub (inclusief colours en emblemen) en schreef jarenlang verhalen voor hun clubblad. 

Met zo’n tweewieler heeft dit mietje echter nooit gereden. I’m a writer, not a fighter.

• In ‘Russische poppetjes’ komen nogal wat meldingen binnen van ongelukjes/misdrijven allerhande.  Fictief allemaal of moeten de Knokkenaars zich echt zorgen beginnen te maken?

Knokke is naar het schijnt een van de veiligste steden van het land. Zelfs mocht dat niet waar zijn, dan slaagt men er toch uitstekend in om het zo voor te stellen. Een veiligheidsgevoel is voor de burger zeer belangrijk. Dat schatten onze plaatselijke politici goed in.

Maar ik gebruikte inderdaad voortdurend plaatselijke faits divers. Soms zijn dat dingen uit het verleden, dikte ik een en ander aan of verhuisde gebeurtenissen naar een ander deel van de stad.  De verbindingen die ik gelegd heb, komen echter uit mijn ziek brein.




• Luk en Walter trekken één enkele keer het binnenland in.  Kom je zelf nog graag naar het binnenland?

Om de vrienden te zien. Anders hoeft het niet.

• ‘De gemakkelijkste manier om Romein te worden, is in Rome gaan wonen.’  Jij wou dus Knokkenaar worden?

Inderdaad. Ik voel hier de verwondering van het jongetje over hoe het leven kan zijn.

• ‘Knokke is een merkwaardige stad’ is te lezen in ‘Russische poppetjes’.  De Zoutenaren zijn een ‘raar volk’.  Blijf je toch steeds de badplaats en zijn inwoners als een ‘aangespoelde’ bekijken?  Beschouw je jezelf net als Ziggy als een ‘migrant light’?

Als je ergens gaat wonen, moet je een beetje moeite doen, vind ik. Het West-Vlaams zal ik nooit beheersen maar mede door mijn boeken word ik hier goed aanvaard. Ook heeft een toeristische trekpleister veel gezichten. In de zomerdrukte gaan alle Knokkenaren op in de massa om toerist te worden in hun eigen stad.

  Er duikt ook een enkel Frans zinnetje op als het gaat over de rijken in Knokke.  Is dat ook de reden waarom de papieren vlinder is uitgeknipt uit een Franstalige krant?  Een verband met de rijken die het zich kunnen veroorloven vastgoed te kopen in Knokke?

De tijd dat alle ‘rijken’ veelal Belgicistisch en Franssprekend waren, is (gelukkig) voorbij.

De ‘bebloede vlinder’ kreeg ik als verjaardagskaartje van Luc Claessens, de artiest die wel vaker op mijn omslagen voor een beeld zorgt. In werkelijkheid is het ding maar een paar centimeter groot. De vlinder kroop zo diep in mijn hoofd dat ik een tiental pagina’s schrapte en herschreef. Dat Luc hem uit een Franstalige krant knipte, zagen we pas toen we het ding vergrootten. Eerlijk? Ik had het liever anders gezien maar een kunstwerk is wat het is.

• ‘Poen gedraagt zich als een luis en kruipt van hoofd naar hoofd.’  Wie wil er nu luizen, zou je denken? 😊

Mocht jeuk een teken zijn van weelde, Vuitton zou geen handtassen maken maar krabbers.

• Op een bepaald moment opper je het idee dat misschien zelfs Antoine de Saint-Exupéry zich ooit moet verantwoorden voor seksisme of racisme.  Denk je dat we met zijn allen een beetje te overgevoelig aan het worden zijn? 

AB-SO-LUUT. Wat mij betreft is vrije meningsuiting heilig. Als iemand onzin wil verkopen, dan is dat zijn verdomd recht. Censuur is veel en veel gevaarlijker. Dingen niet mogen zeggen of schrijven? Ik gruw ervan. Seksisme en racisme bestaan, laat dat duidelijk zijn. Maar het is niet door mensen de mond te snoeren dat problemen opgelost geraken. Noch door op elke denkbeeldige slak zout te leggen.

• Ben je bang dat jou dat zou kunnen overkomen?

1984 ligt niet in het verleden maar in de nabije toekomst, vrees ik.

Het overkomt mij regelmatig. Zo had ik in een vorig boek ‘een zwangere vrouw’ een ‘toekomstige moeder’ genoemd. Een bepaalde pers vindt dat ‘verdacht’.

Ik behoud mij nochtans het recht voor om te beledigen en beledigd te worden. Niemands meester, niemands knecht!

Tegelijk besef ik dat de kans erin zit dat binnen afzienbare tijd boeken omwille van hun politiek incorrecte inhoud weer op een index terecht komen. Stel je voor!!!

• De metaforen, de taal van de zee, onverwachte combinaties maken ‘Russische poppetjes’ tot een feest om te lezen.  Vorig jaar noemde je het een ambacht.

Hoe kom je er toch bij om het beeld op te roepen van Moeder Teresa in bikini!?  Waar blijf je al dat moois vandaan halen?

Werken, wroeten, zoeken, niet te snel tevreden zijn.

• Russische poppetjes is weer genieten van begin tot eind. 

Wie ben ik om je tegen te spreken. Dank je wel.

Staat er ondertussen al een nieuwe ‘Borré’ in zijn beginschoenen?  Wil of kan je er al iets over kwijt?

Omdat ik ‘De Postbode belt altijd tweemaal’ (James M. Cain) had herlezen, werd ‘Een bootje in en dan de zee op’ de werktitel. Het boek speelt zich af tijdens de eerste lockdown. De ik-persoon is iemand buiten het team en het duurt een tijd eer Borré op de proppen komt.

Ik ben halverwege. (Denk ik, want soms gooi ik een manuscript alsnog helemaal om).

Zullen we gewoon weer afspreken volgend jaar? 😊

Bij leven en welzijn: graag.

‘Een bootje in en dan de zee op’ heb ik alvast genoteerd.  Jos, Thrillerlezers! en ik wensen jou nog heel veel schrijfplezier.  We zijn alvast begonnen met aftellen.  Dank je wel voor jouw openhartige antwoorden en jouw bereidwillige deelname aan dit ‘interview’.

Jij bedankt, Anita!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten