Het is een vaste traditie geworden: elk jaar mogen we een nieuwe ‘Luk Borré’ verwelkomen. De Knokse speurder en geesteskind van misdaadauteur Jos Pierreux is de spilfiguur in de misdaadromans die zich afspelen tegen het decor van de Belgische badstad. Ik sprak met Jos Pierreux, geheel coronaproof uiteraard, en mocht hem honderduit vragen stellen over zijn nieuwste thriller ‘Russische poppetjes’ en natuurlijk ook over Luk.
Heel leuk om weten: ‘Russische poppetjes’ is aan een tweede druk
toe!
Elke leeftijd heeft
zijn speelgoed. Wat zijn volwassenen meer dan grote kinderen die spelen met
échte poppetjes? Jos
Pierreux
• Jos Pierreux, het is alweer een jaar geleden dat we
elkaar voor het eerst ‘spraken’. Hoe
gaat het ondertussen met jou?
Op persoonlijk vlak zijn er geen
problemen, dank je. Gezond en wel – op een paar coronakilo’s na die ik er
moeizaam af probeer te fitnessen. Ik kreeg gisteren het bericht dat 'Russische
Poppetjes' na een maand aan een tweede druk toe is, dus ook dat zit snor. Wat
de maatschappij betreft, zie ik het somberder in. De burger voelt zich niet
meer veilig bij de politicus, de politicus is bang van de kiezer – en niemand
vertrouwt nog de democratie.
• De werktitel waar je het toen over
had, is de titel van jouw nieuwste ‘Luk Borré’ geworden. Hoe kwam je op het idee van die Russische
poppetjes? (Het is toch niet
onmiddellijk iets wat we regelmatig zien of gebruiken in het dagelijkse leven?)
Ik vond het een ‘catchy’ titel maar
dacht dat hij al meermaals gebruikt zou zijn geworden. Toen ik ‘Russische
Poppetjes’ googelde, bleek echter van niet. Vanaf dan heb ik niet langer
getwijfeld.
• Luk is heel neerslachtig in dit
deel van de serie. Je zet dat treffend
om in beeld. Kan je je verplaatsen in
zijn somberheid?
Jammer genoeg wel. Gelukkig zijn er
de (zelf)spot, de relativering en het cynisme om beroep op te doen.
• Komt het ooit nog helemaal goed
met hem?
Wie last heeft van somberheid leert
daarmee leven – of maakt er een eind aan. Het gevoel van ‘tristesse’ raakt Luk
nooit kwijt, vrees ik.
• Denk je dat zijn relatie met Rena
blijft duren? Op een gegeven moment
denkt Luk zelf: ‘RIP de hormonen die het huis verlaten.’. Gaat Rena dat accepteren?
Hun liefde is die van twee eenzamen
die moeizaam mét, maar absoluut niet zónder elkaar kunnen. Die relatie is
totterdood. Dat kan ik met vrij grote zekerheid zeggen. Rena en Luk zijn
onvolledige mensen en hebben elkaar nodig – in slechte en in goede tijden.
• Heel ontroerend is het beeld van
Luk die pootje gaat baden en troost zoekt bij de zee. Zoek je zelf ook de zee op om na te denken,
om problemen in perspectief te plaatsen?
Fietsen. Een lange, eenzame autorit.
Fitness en muziek zijn ook ‘probleemoplossers’. Maar het strand en de zee zijn
er inderdaad niet enkel om te zonnen en te ontspannen. Dat merkte ik gisteren
nog.
• Je kaart heel wat serieuze
onderwerpen aan via het personage van Luk.
De wereld aan het puberinfuus met Anuna en Greta, genderkwesties,
partnergeweld, om er maar enkele te noemen.
Onderwerpen die jou als Jos Pierreux ook bezig houden?
Meer en meer. Mijn generatie heeft
gevochten voor een vrijheid die nu aan ijltempo weggegeven wordt. Ik begrijp
het niet. Ik begrijp het écht niet.
Dezelfde politici die op geen enkel
moment op een coherente manier de coronacrisis konden beheersen, gaan nu de
klimaattoestand aanpakken?! Ik hou mijn
hart vast.
Volgens mij is het probleem de
overbevolking. Intussen blijft men mensen geld geven/aanmoedigen om zich voort
te planten.
• Is boeken schrijven een
uitlaatklep voor jou?
Dat is duidelijk.
• De toon is vrij pessimistisch. Is dat jouw eigen toon? Het sarcasme en het cynisme mogen we ook aan jou toeschrijven?
Het Vrije Westen gaat naar de
verdoemenis, een zwalpend Europa staat op springen en België op ontploffen. We
staan op het dek van een Titanic die niet tegen één maar tegen verschillende
ijsbergen dreigt te varen. ‘Let the music play on.’ Wat anders?
• De Knokse
immowereld tekent ook present. Ben je ooit zelf al van dichtbij of van veraf in contact
gekomen met de agressieve praktijken van de immowereld?
Dat de bouwwereld mij niet vreemd
is, is een understatement. Ik verdiende er meer dan dertig jaar mijn kost. Het
is een wereld van en voor haaien – maar, weet je, de culturele wereld is zeker
niet beter.
• De Daxjes knallen dat het een
lieve lust is in de straten van Knokke.
Ook in het Zoute? Zijn zij echt zo’n plaag als beschreven in
‘Russische poppetjes’?
Ieder zijn ding maar ik heb last van
tinnitus en die krengen maken een afschuwelijk lawaai. Aan de andere kant vind
ik een zwerm 49cc-motors die tussen een rij dreamcars wriemelt best een grappig
beeld. Ook hebben de Dax-Boyz aanzet gegeven voor Russische Poppetjes (de
‘inspiratie’). Waardoor ze bij mij nog weinig fout kunnen doen.
• Ben je ooit zelf de trotse jonge
eigenaar geweest van zo’n knallend transportmiddel? Ik meen toch enige nostalgie te bespeuren.
Ik had jaren ‘80-’90 zeer nauwe
banden met een motorclub (inclusief colours en emblemen) en schreef jarenlang
verhalen voor hun clubblad.
Met zo’n tweewieler heeft dit mietje
echter nooit gereden. I’m
a writer, not a fighter.
• In ‘Russische poppetjes’ komen
nogal wat meldingen binnen van ongelukjes/misdrijven allerhande. Fictief allemaal of moeten de Knokkenaars
zich echt zorgen beginnen te maken?
Knokke is naar het schijnt een van
de veiligste steden van het land. Zelfs mocht dat niet waar zijn, dan slaagt
men er toch uitstekend in om het zo voor te stellen. Een veiligheidsgevoel is
voor de burger zeer belangrijk. Dat schatten onze plaatselijke politici goed
in.
Maar ik gebruikte inderdaad
voortdurend plaatselijke faits divers. Soms zijn dat dingen uit het verleden,
dikte ik een en ander aan of verhuisde gebeurtenissen naar een ander deel van
de stad. De verbindingen die ik gelegd
heb, komen echter uit mijn ziek brein.
• Luk en Walter trekken één enkele
keer het binnenland in. Kom je zelf nog
graag naar het binnenland?
Om de vrienden te zien. Anders hoeft
het niet.
• ‘De gemakkelijkste manier om
Romein te worden, is in Rome gaan wonen.’
Jij wou dus Knokkenaar worden?
Inderdaad. Ik voel hier de
verwondering van het jongetje over hoe het leven kan zijn.
• ‘Knokke is een merkwaardige stad’
is te lezen in ‘Russische poppetjes’. De
Zoutenaren zijn een ‘raar volk’. Blijf
je toch steeds de badplaats en zijn inwoners als een ‘aangespoelde’
bekijken? Beschouw je jezelf net als
Ziggy als een ‘migrant light’?
Als je ergens gaat wonen, moet je
een beetje moeite doen, vind ik. Het West-Vlaams zal ik nooit beheersen maar
mede door mijn boeken word ik hier goed aanvaard. Ook heeft een toeristische
trekpleister veel gezichten. In de zomerdrukte gaan alle Knokkenaren op in de
massa om toerist te worden in hun eigen stad.
•
Er duikt ook een enkel Frans zinnetje op als het gaat over de rijken in
Knokke. Is dat ook de reden waarom de
papieren vlinder is uitgeknipt uit een Franstalige krant? Een verband met de rijken die het zich kunnen
veroorloven vastgoed te kopen in Knokke?
De tijd dat alle ‘rijken’ veelal
Belgicistisch en Franssprekend waren, is (gelukkig) voorbij.
De ‘bebloede vlinder’ kreeg ik als
verjaardagskaartje van Luc Claessens, de artiest die wel vaker op mijn omslagen
voor een beeld zorgt. In werkelijkheid is het ding maar een paar centimeter
groot. De vlinder kroop zo diep in mijn hoofd dat ik een tiental pagina’s
schrapte en herschreef. Dat Luc hem uit een Franstalige krant knipte, zagen we
pas toen we het ding vergrootten. Eerlijk? Ik had het liever anders gezien maar
een kunstwerk is wat het is.
• ‘Poen gedraagt zich als een luis
en kruipt van hoofd naar hoofd.’ Wie wil
er nu luizen, zou je denken? 😊
Mocht jeuk een teken zijn van weelde,
Vuitton zou geen handtassen maken maar krabbers.
• Op een bepaald moment opper je het
idee dat misschien zelfs Antoine de Saint-Exupéry zich ooit moet verantwoorden
voor seksisme of racisme. Denk je dat we
met zijn allen een beetje te overgevoelig aan het worden zijn?
AB-SO-LUUT. Wat mij betreft is vrije
meningsuiting heilig. Als iemand onzin wil verkopen, dan is dat zijn verdomd
recht. Censuur is veel en veel gevaarlijker. Dingen niet mogen zeggen of
schrijven? Ik gruw ervan. Seksisme en racisme bestaan, laat dat duidelijk zijn.
Maar het is niet door mensen de mond te snoeren dat problemen opgelost geraken.
Noch door op elke denkbeeldige slak zout te leggen.
• Ben je bang dat jou dat zou kunnen
overkomen?
1984 ligt niet in het verleden maar
in de nabije toekomst, vrees ik.
Het overkomt mij regelmatig. Zo had
ik in een vorig boek ‘een zwangere vrouw’ een ‘toekomstige moeder’ genoemd. Een
bepaalde pers vindt dat ‘verdacht’.
Ik behoud mij nochtans het recht
voor om te beledigen en beledigd te worden. Niemands meester, niemands knecht!
Tegelijk besef ik dat de kans erin
zit dat binnen afzienbare tijd boeken omwille van hun politiek incorrecte
inhoud weer op een index terecht komen. Stel je voor!!!
• De metaforen, de taal van de zee,
onverwachte combinaties maken ‘Russische poppetjes’ tot een feest om te
lezen. Vorig jaar noemde je het een
ambacht.
Hoe kom je er toch bij om het beeld
op te roepen van Moeder Teresa in bikini!?
Waar blijf je al dat moois vandaan halen?
Werken, wroeten, zoeken, niet te
snel tevreden zijn.
• Russische poppetjes is weer
genieten van begin tot eind.
Wie ben ik om je tegen te spreken.
Dank je wel.
Staat er ondertussen al een nieuwe
‘Borré’ in zijn beginschoenen? Wil of
kan je er al iets over kwijt?
Omdat ik ‘De Postbode belt altijd
tweemaal’ (James M. Cain) had herlezen, werd ‘Een bootje in en dan de zee op’
de werktitel. Het boek speelt zich af tijdens de eerste lockdown. De ik-persoon
is iemand buiten het team en het duurt een tijd eer Borré op de proppen komt.
Ik ben halverwege. (Denk ik, want
soms gooi ik een manuscript alsnog helemaal om).
Zullen we gewoon weer afspreken
volgend jaar? 😊
Bij leven en welzijn: graag.
‘Een bootje in en dan de zee op’ heb
ik alvast genoteerd. Jos,
Thrillerlezers! en ik wensen jou nog heel veel schrijfplezier. We zijn alvast begonnen met aftellen. Dank je wel voor jouw openhartige antwoorden
en jouw bereidwillige deelname aan dit ‘interview’.
Jij bedankt, Anita!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten