maandag 6 mei 2019

Column mei Kevin Valgaeren

c Koen Broos

Knooppunten 1

Nu mijn vakantie naar de andere kant van de wereld deel uitmaakt van een voltooid verleden, en verworden is tot een zoete herinnering die trouw blijft aan de werkelijkheid dankzij honderden foto's die als referentiepunt dienen, word ik door Ilja Leonard Pfeijffer en zijn verpletterende meesterwerk Grand Hotel Europa in mijn rol als toerist schaamteloos in mijn hemd gezet. Wat een boek is me dat, trouwe lezer! Mag ik u vriendelijk aansporen, mocht u het nog niet gedaan hebben, om naar de boekhandel te rennen en een exemplaar aan te schaffen?

Mijnheer Pfeijffer deed me over het een en ander nadenken, en niet alleen wat mijn doorgaans voorbeeldige gedrag als toerist aangaat, maar ook wat de vakantiegangers betreft die dezer dagen, nu de zon wat zelfverzekerder is geworden, en velen daardoor worden aangespoord om te gaan wandelen of om die nieuwe fiets met batterij eens grondig uit te testen, een bezoek brengen aan onze winkel voor een interessante route die is afgedrukt op een kaart die zo weinig mogelijk mag kosten, want deze toeristen houden hun geldbeugel zo vaak mogelijk gesloten, en hebben geen behoefte aan comfortabele hotels en culinaire orgieën, vermoedelijk omdat alle spaarcenten reeds geïnvesteerd werden in die nieuwe elektrische fiets; die blitse e-bike, zoals dat in het Nederlands heet.

Nou goed, daar heb ik als boekhandelaar absoluut geen probleem mee, maar het valt mij wel op hoe onvoorbereid sommige van die fietsers aan hun queeste naar een Instagramvriendelijk einddoel beginnen.

Zo mocht ik enkele jaren geleden een Nederlands koppel in de winkel ontvangen dat het spoor, letterlijk, totaal bijster was. Uitgehongerd en uitgedroogd strompelden ze de winkel binnen in de hoop dat ze bij mij de weg naar Breda konden vinden. En dat kon, want dankzij het knooppuntennetwerk kan het kleinste kind een weg uitstippelen op basis van nummertjes, waardoor men in principe met de vingers in de neus van Leeuwarden naar Hoegaarden kan trappen. Het probleem is echter dat in België het auteursrecht van die knooppunten toebehoort aan de provincies. Elke provincie heeft dus zijn eigen kaart, of zelfs meerdere kaarten, afhankelijk van hoeveel geld zij de fietsers afhandig willen maken. Vooral Oost- en West-Vlaanderen zijn hier gewiekste meesters in door hun netwerk fragmentarisch uit te geven op een twintigtal kaartjes, waar men in geen tijd is doorgefietst.

Soit, dat verdwaalde en uitgemergelde Nederlandse paar had, volgens mijn advies — en het was goed advies — drie kaarten nodig om van Leuven naar Breda te fietsen. Er waren toen namelijk nog geen fietsatlassen en overzichtskaarten beschikbaar van ANWB en Falk. Het duurde een twintigtal minuten voor ik het klaarspeelde om hen ervan te overtuigen dat hun woonstee slechts driemaal zes euro van hen verwijderd lag, maar een dergelijk bedrag neerleggen om komaf te maken met hun levensbedreigende situatie was duidelijk totaal ongehoord. In de plaats daarvan zette, terwijl ik even een andere klant bediende, het mannelijke gedeelte van het koppel zich op de stoel achter mijn bureau, nam pen en papier, alsof hij zelf al jaren op die plek werkte, en begon, gebruik makend van de kaarten die ik hem had gepresenteerd, alle knooppunten tussen Leuven en Breda over te schrijven. Daar sta je dan als provincie met je auteursrechten en als boekhandelaar met je koopwaar. Ik maakte er bij mijnheer nog even gewag van dat hij zich in een boekhandel bevond en niet in een openbare bibliotheek, maar dat scheen hem worst te wezen. De nummertjes werden genoteerd, de kaartjes werden teruggelegd, en mijn pen verdween per ongeluk in de binnenzak van zijn sportjasje en heb ik dientengevolge nooit meer gezien. Het was een verdomd goede pen.

Soms wou ik dat ik ook zoveel lef had, dat ik de wereld met geheven middelvinger kon bewandelen, al dan niet met een stel knooppunten op zak.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten