woensdag 2 mei 2018

De dood zingt in Napels van Maurizio de Giovanni


De dood zingt in Napels
Maurizio de Giovanni
4 1/2*

Napels, 1931. Een bittere wind raast door de straten van de stad. In Koninklijk Theater San Carlo wordt vlak voor aanvang van de opera Pagliacci ’s werelds grootste tenor Arnaldo Vezzi dood aangetroffen in zijn kleedkamer. Uit zijn hals steekt een stuk spiegel. Het is een zaak voor de mysterieuze, terughoudende commissaris Ricciardi, de meest succesvolle en gevreesde detective van heel Napels. Ricciardi is vastbesloten de waarheid te achterhalen. Zal zijn onverklaarbare gave hem ook dit keer helpen?

De laatste momenten van dode mensen

De dood zingt in Napels is een verhaal dat past in de sfeer van ouderwetse whodunit verhalen á la Agatha Christie en Sir Arthur Conan Doyle. Vooral de liefhebbers van de mysterieuze Sherlock Holmes verhalen komen ruimschoots aan hun trekken met De dood zingt in Napels. En dat begint meteen op de eerste pagina met de kennismaking van de gave van commissaris Ricciardi. Hij heeft de gave – of de kwelling, afhankelijk van hoe je ernaar kijkt – de laatste momenten van dode mensen te zien. Elke overledene geeft Ricciardi een hint mee wat de achtergrond is van zijn of haar tragische dood. Een aanwijzing die hem als detective een voorsprong geeft bij het oplossen van moordzaken.

De commissaris zelf is niet onbemiddeld, dankzij het familiekapitaal hoeft hij niet te werken. Hij houdt zijn titel en vermogen echter verborgen om het leven te leiden dat hem heeft gekozen (en niet andersom). Een leven dat zwaar op hem drukt, omdat hij altijd en overal het verdriet en de pijn in alle mogelijke verschijningsvormen voelt. Werken aan moordzaken bij de politie is de enige manier om iets aan de zwaarte te doen. Maurizio de Giovanni weet deze Weltschmerz op een zeer geloofwaardige wijze in het hele verhaal vast te houden door Ricciardi als een melancholieke, gekwelde man te beschrijven.

“Zelfs de grote Caruso had niet het bereik en de overtuigingskracht van Vezzi’s stem.”

De sfeer van Napels in de vorige eeuw komt trefzeker van de pagina’s af. De operawereld is herkenbaar en de detaillering die De Giovanni aanbrengt in zijn verhaal is bewonderenswaardig. Neem bijvoorbeeld de keuze voor de hoofdrollen die de vermoorde Arnaldo Vezzi in het verleden speelde: Manrico in Il trovatore en Edgardo in Lucia de Lammermoor. Beide rollen zijn die van de tragische minnaar en zijn praktisch tegenovergesteld aan de rol van Canio – de bedrogen man – die Vezzi in Napels zou spelen, ware het niet dat hij dus op de première avond het leven liet. Ook over de hint die Vezzi als geest zingend achterlaat is goed nagedacht. Nadat de moordenaar ontmaskerd is, bleek deze symboliek treffend uitgewerkt. Voor mij als operaliefhebber was dit de kers op de taart.

Ook als je niet thuis bent in de opera leest het boek fijn weg. De Giovanni schrijft met oog voor details, waardoor Napels echt tot leven komt. Brigadier Maione fungeert overtuigend als een Watson-achtige sidekick, met geloofwaardige redenen waarom de band tussen de commissaris en de brigadier zo hecht is. Alle personages die opgevoerd worden, hebben een eigen stem, verleden en karakter. Ze zijn stuk voor stuk voldoende uitgediept om hun specifieke bijdrage aan dit verhaal te kunnen geven. Ook de manier waarop uiteindelijk de dader ontmaskerd wordt, zit gedegen in elkaar.

Dit was het eerste deel van een serie boeken met commissaris Ricciardi in de hoofdrol. Laat maar doorkomen de volgende delen!

~ Liane Baltus


Geen opmerkingen:

Een reactie posten