‘Bij LetterRijn staat zorgvuldig omgaan met de aan ons toevertrouwde manuscripten op de eerste plaats. Een schrijver heeft vaak enorm veel tijd en energie gestopt in het schrijven van zijn of haar boek. Voor ons reden om zeer zorgvuldig te kijken naar het manuscript en hier een goede en duidelijk onderbouwde reactie op te geven.’
Bovenstaande staat te lezen op onze site, klinkt mooi en is bovendien ook nog eens waar. Dit blog gaat erover hoe dat ‘zorgvuldig omgaan met’ er in de praktijk uitziet. Om te voorkomen dat het een heel boekwerk wordt, zal ik mij beperken tot dat deel dat mijn werkzaamheden behoort.
Manuscripten komen bij ons binnen via de mail, meestal nadat een auteur via het contactformulier op de site heeft gevraagd heeft of hij/zij mag insturen. Heel soms landt er zomaar uit het niets een manuscript in één van onze mailboxen. Ik probeer dan binnen 24 uur een ontvangstbevestiging te sturen en leg in die mail ook kort uit hoe LetterRijn met manuscripten omgaat. Uiteraard dient het manuscript binnen één van onze fondsen te vallen. Het belangrijkste voor de auteur is dat ik in die mail ook de uiterste datum aangeef waarop wij laten weten of we wel of niet met een manuscript verder willen. Wij hanteren een beoordelingstermijn van drie maanden en tot nu toe is het ook altijd gelukt om binnen die termijn een auteur te laten weten of wij het manuscript willen uitgeven.
Vervolgens zet ik het manuscript in een map waarin alle te beoordelen manuscripten staan, en stuur ik het manuscript ook door naar Theo. De eerste beoordeling doen wij samen. We lezen de synopsis en scannen een manuscript door er delen van te lezen.
Toen we net met LetterRijn begonnen las ik de manuscripten die binnen kwamen in zijn geheel. Dat is inmiddels onwerkbaar en daarnaast onnodig. Na vijf jaar lezen en beoordelen zie ik vaak al snel of een manuscript bij LetterRijn past of niet. Na het scannen leggen Theo en ik onze meningen naast elkaar en beslissen we of we afwijzen of dat we het doorsturen naar een deel van onze proeflezers.
Afwijzen doen wij altijd onderbouwd, want de auteur heeft volgens ons recht op eerlijkheid en duidelijkheid. Als het manuscript naar de proeflezers kan, zoek ik in ons bestand met proeflezers een stuk of acht mensen uit die hebben aangegeven het betreffende genre te willen lezen en beoordelen. Dat laatste doen op basis van vooraf opgegeven punten die op het beoordelingsformulier staan.
Ons proeflezersbestand telt meer dan honderd namen en die lezers zijn voor ons van onschatbare waarde. Ten eerste omdat het ons een goed idee geeft hoe het lezerspubliek reageert op een manuscript, maar ook omdat hun op- en aanmerkingen belangrijk zijn bij de redactie van het manuscript. Stel dat alle proeflezers aangeven dat ze het einde van een manuscript waardeloos vinden, dan is dat iets om heel goed naar te kijken.
Op het moment dat het oordeel van de proeflezers er ligt, dan is het tijd om de knoop door te hakken. Doen we het of doen we het niet? (wat best een leuke slogan voor een spelshow is).
Manuscripten komen bij ons binnen via de mail, meestal nadat een auteur via het contactformulier op de site heeft gevraagd heeft of hij/zij mag insturen. Heel soms landt er zomaar uit het niets een manuscript in één van onze mailboxen. Ik probeer dan binnen 24 uur een ontvangstbevestiging te sturen en leg in die mail ook kort uit hoe LetterRijn met manuscripten omgaat. Uiteraard dient het manuscript binnen één van onze fondsen te vallen. Het belangrijkste voor de auteur is dat ik in die mail ook de uiterste datum aangeef waarop wij laten weten of we wel of niet met een manuscript verder willen. Wij hanteren een beoordelingstermijn van drie maanden en tot nu toe is het ook altijd gelukt om binnen die termijn een auteur te laten weten of wij het manuscript willen uitgeven.
Vervolgens zet ik het manuscript in een map waarin alle te beoordelen manuscripten staan, en stuur ik het manuscript ook door naar Theo. De eerste beoordeling doen wij samen. We lezen de synopsis en scannen een manuscript door er delen van te lezen.
Toen we net met LetterRijn begonnen las ik de manuscripten die binnen kwamen in zijn geheel. Dat is inmiddels onwerkbaar en daarnaast onnodig. Na vijf jaar lezen en beoordelen zie ik vaak al snel of een manuscript bij LetterRijn past of niet. Na het scannen leggen Theo en ik onze meningen naast elkaar en beslissen we of we afwijzen of dat we het doorsturen naar een deel van onze proeflezers.
Afwijzen doen wij altijd onderbouwd, want de auteur heeft volgens ons recht op eerlijkheid en duidelijkheid. Als het manuscript naar de proeflezers kan, zoek ik in ons bestand met proeflezers een stuk of acht mensen uit die hebben aangegeven het betreffende genre te willen lezen en beoordelen. Dat laatste doen op basis van vooraf opgegeven punten die op het beoordelingsformulier staan.
Ons proeflezersbestand telt meer dan honderd namen en die lezers zijn voor ons van onschatbare waarde. Ten eerste omdat het ons een goed idee geeft hoe het lezerspubliek reageert op een manuscript, maar ook omdat hun op- en aanmerkingen belangrijk zijn bij de redactie van het manuscript. Stel dat alle proeflezers aangeven dat ze het einde van een manuscript waardeloos vinden, dan is dat iets om heel goed naar te kijken.
Op het moment dat het oordeel van de proeflezers er ligt, dan is het tijd om de knoop door te hakken. Doen we het of doen we het niet? (wat best een leuke slogan voor een spelshow is).
De realiteit is dat er maar een piepklein deel van de ontvangen manuscripten uiteindelijk door LetterRijn worden uitgegeven. Je zou denken dat de kwaliteit van een manuscript doorslaggevend is, maar ook andere zaken moeten voor ons kloppen. Als eerste is daar de ‘klik’ die we moeten hebben met de auteur. Het is niet zo dat we de beste vrienden willen zijn, maar we willen wel het idee hebben dat we goed en intensief kunnen samenwerken. Hiervoor is het eerste gesprek tussen de auteur en de mensen van LetterRijn van essentieel belang. Ik schreef daar al eerder over.
Als de knoop is doorgehakt en de handtekeningen zijn gezet, dan zit mijn deel van het werk aan het manuscript er bijna op. Wat ik vaak nog wel doe, is het manuscript heel goed en kritisch doorlezen. Ik voeg dan allerlei vragen en opmerkingen toe die betrekking hebben op het verhaal, de verhaallijn en de geloofwaardigheid daarvan. Dat vul ik aan met relevante opmerkingen van de proeflezers en dan gaat het manuscript voor de eerste keer terug naar de auteur. Vanaf dat moment gaat de redactie van een manuscript beginnen en dat is het werk van Theo. Verhaaltechnisch kan ik best iets toevoegen, maar taaltechnisch zou ik het manuscript alleen maar heel erg veel schade toebrengen. Ik ben, zoals ik het zelf altijd zeg, zo dyslectisch als een deur. Een van de weinig voordelen daarvan is, dat de keren dat ik in een manuscript op één pagina vijf taalfouten ontdek, het direct naar de map ‘afgewezen’ verhuisd. Een gratis tip van de uitgever is dan ook: heb je een manuscript klaar en mocht je kans willen maken om uitgegeven te worden, controleer je manuscript dan heel goed op taal- en spelfouten en laat dit ook nog door één of meer een andere mensen doen. Stuur daarna gerust je manuscript naar LetterRijn.
Tot de volgende keer!
Tot de volgende keer!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten