Of
ik een blog wil schrijven voor Thrillerlezers. Niet eenmalig, maar
maandelijks. Nou, in eerste instantie dacht ik: hoe interessant is
dat voor lezers? Heb ik wel iets te melden? ‘Natuurlijk heb je
dat,’ werd mij gezegd. Even nadenken en ja, het lijkt me wel leuk
in mijn eerste blog te beschrijven hoe ik ooit besmet ben geraakt met
het schrijfvirus. Pas op, dat kan jou ook ineens overkomen ;-)
Officieel
heet ik Melissa Bielsma-Schaaij, maar mijn auteursnaam is Melissa
Skaye. Geboren op 4-4-1972 (reken zelf maar uit hoe oud ik ben)
geboren in Amsterdam, en vanaf mijn dertiende jaar woonachtig in
Hoorn. Sinds 2-6-1995 getrouwd met Roger (spreek je uit als Rochee,
maar iedereen noemt hem Roos) die een klusbedrijf heeft: De
Kleine Klussenbus.
Onze twintigjarige zoon heet Kylian en dochter Savenna is zestien. We
hebben twee witte katten (joh, die heb je vast nog nooit op Facebook
gezien): Toby en Bobby. De heren zijn twee jaar, Toby is doof en
trouwens ook dik, maar het is dan ook echt onze theemuts, Bobby is
een Maine Coone met een bruin en een blauw oog en een fantastische
pluimstaart. Knappe kerels, vinden wij. Vissen hebben we trouwens
ook, in de vijver. Enorme joekels! Sinds kort één minder (ben daar
nog ziek van) want een reiger wist onze beveiliging te omzeilen. Ik
heb het dier vervloekt, maar houd het er maar op dat hij heel
hongerig was. Vergeven kan ik hem niet, want hij vloog er vandoor met
mijn lievelingsvis! Van al die vissen moest hij net de mooiste
pakken. ‘Slik die drol nu maar door,’ wordt er wel eens tegen mij
gezegd. Moet daar nu, tijdens het typen, even aan denken. Ik zal het
proberen.
Goed,
een blog. Over mij. Het schrijven en hoe dat begon. In 2006 wilde ik
niet alleen een fervent lezer zijn, het leek me geweldig zelf te
schrijven. Nu ben ik Miep Onzekerheid dus ik begon niet meteen. Ik
moest sowieso eerst nog zien uit te vinden hoe Word werkte. (Really?
Ja, really!) En heb ik op school ontzettend hard mijn best gedaan
tijdens Nederlands? Nee, niet bepaald. School vond ik wel gezellig
omdat ik in een leuke klas zat, maar belangrijker waren de zaken die
in de tijd na het laatste uur aan de beurt kwamen. Mijn pony Pretnes
bijvoorbeeld, waar ik actief mee trainde voor allerlei wedstrijden.
Afspraken met vriendinnen (die ook allemaal een eigen pony hadden) en
de zalige liefdevolle omgeving van mijn ouderlijk huis. Daar was het
toch veel fijner om te zijn dan in een klaslokaal waar de leraar
Nederlands met zijn voeten op tafel zat en een shaggie rookte?
Serieus, ik heb het over een lange tijd geleden, maar hij rookte in
het klaslokaal. Hele discussies werden gevoerd, maar daar ging hij –
lekker dwarsliggen – alleen maar meer shagjes van rollen. Misschien
ook omdat een van mijn klasgenoten hem een oude rukker noemde?
Goed,
2006 dus. Mijn gezin heeft het hart op de tong, dus er werd aan tafel
besproken wat mijn plan was. Daarop kwam de onvermijdelijke vraag
waarom ik nog niet was begonnen. Ik liet weten dat dat was omdat ik
dacht het niet te kunnen. Volgens mijn man kon ik dat pas zeker weten
wanneer ik eerst maar eens zou beginnen. Daar had hij een punt. De
dag erop dook ik achter zijn computer (ik had er zelf toen nog geen),
vroeg waar Word zat en hoe dat werkte, en ging maar eens beginnen.
Als
ik teruglees wat ik toen schreef, kun je me opvegen. Het was
werkelijk verschrikkelijk. Rokende leerkracht of niet, ik had toch
echt weleens beter mogen opletten! Ik had een vriendin die destijds
wél oplette tijdens de les en zij las wat stukjes. Ze vond het heel
erg leuk, maar: ze zag wel wat
taalkundige foutjes.
Ik denk dat ze gewoon aardig wilde zijn, want het was wel iets meer
dan dat. Gelukkig ben je nooit te oud om te leren en diverse
manuscripten gingen eerst langs een manuscriptbureau voor ik me eens
verdiepte in de wereld van uitgevers. Dat was het begin van flinke
uitgaven voor mijn nieuwe hobby. Ja, zo’n bureau doet het niet voor
niets. Maar bij elk rapport groeide mijn drive. En in 2007 had ik een
manuscript klaar. Deel 1 van de Fantasyreeks Jeremy Jago.
Ach,
terugkijkend moet ik erg om mezelf lachen. Ik wist van toeten noch
blazen voor wat betreft de boekenwereld. Duh, natuurlijk was het
manuscript niet goed genoeg om uitgegeven te worden, ik geef dat grif
toe. Dat geleur met een manuscript vond ik eigenlijk ook niets, dus
toen mijn moeder het advies gaf het zelf uit te geven, noemde ik dat
een fantastisch idee. Onbezonnen dook ik erin, deed gewoon maar wat
en vond het wel grappig.
Zo belandde ik in de wereld van alles zelf
doen,
vond een drukkerij, iemand die het omslag regelde en hoppa: daar was
mijn boek.
Ik
houd het maar op mijn enthousiasme, maar een groot succes werd het
niet. Nee, nogal logisch, het roer moest om en ik moest het anders
aanpakken. Ik startte uitgeverij De
Omslag.
Die naam sloeg echt op mijn eigen verandering in het leven, iets dat
ik vaak moest uitleggen als iemand zei dat het toch Het
omslag
moest zijn.
Deel
1 herschreef ik, kreeg meteen een andere omslag, deel 2 erachteraan.
Goh, ik nam zelfs andere auteurs onder mijn hoede, maar ik verkeek me
er gruwelijk op. Wat kost het veel geld, lieve mensen, een
uitgeverij! Hulde aan elke held die een uitgeverij begint en nog
succes heeft ook! Ik zal kort zijn over de vier jaar waarin ik mijn
best deed: het was gewoon niet mijn ding. Ik ben niet hard en
zakelijk, ik bezit geen olifantenhuid en trouwens, liggende gelden
heb ik ook niet en het kost allemaal wat. Ook al wilde ik ermee
stoppen, ik kon de auteurs die op mij vertrouwden niet in de kou
laten staan. Om aan te geven dat ik niet alles fout deed: een van de
auteurs bracht het toch maar mooi tot een 2e
druk. Toch wel stoer.
Ik
sliep er niet van, want wat moest ik nou? Toen raakte ik in gesprek
met Jos Weijmer, van uitgeverij Zilverspoor. Ik kende Jos van diverse
Fantasybeurzen en ik besprak mijn zorg met hem. Geen idee wie me waar
dan ook zo gunstig gezind was, maar Jos zag er wel iets in om Jeremy
Jago over te nemen. Dan moesten de twee delen die ik had uitgebracht
wel herschreven, iets dat ik geen enkel probleem vond. De andere
auteurs vonden ook een veilige thuishaven bij Zilverspoor. Ik geloof
dat ik naderhand zelfs in mijn slaap lag te glimlachen. Ik zal Jos
mijn hele leven zo dankbaar blijven. Inmiddels heeft Jeremy Jago 4
delen en is daarmee afgerond. Deel 4, De erfenis van Lotus, is
opgedragen aan Jos, die in april 2015 plotseling overleed. Jeremy zal
voor mij altijd bijzonder blijven: met hem begon mijn schrijven, mijn
enorme leerschool, maar door Jos heb ik de reeks kunnen afronden. In
de volksmond zeggen we JJ, maar in mijn hart is het JJJ.
De
wijze waarop de VT-thrillerreeks in mijn leven kwam, is ook niet
gemakkelijk en normaal te noemen. Volgens mij gaat bij mij niets
gewoon. Geeft niet, als je een doel in je hoofd hebt en een beetje
doorzet, kom je er ook wel. Daar vertel ik in het volgende blog over!
En soms, heel soms, vraag ik me af wat de leerkracht Nederlands zou
zeggen als hij hoort dat ik boeken schrijf. Wat hij voor zich zal
zien is een meisje met belachelijk hoog opgetiste haren, bladerend in
een agenda vol plaatjes, hartjes en de naam van een jongen waar ze op
dat moment verliefd op was. (andere namen doorgekrast) Glurend in een
spiegeltje in de agenda om te zien of de make-up nog goed zat. Een
meisje dat teveel kletste en lachte, maar bovenal een meisje dat niet
echt oplette. ‘Melissa, het wordt niets met je als je niet luistert
en niet oplet,’ zei hij meer dan eens. ‘Hoe moet je nu ooit een
knappe brief schrijven als je je eigen taal niet goed beheerst?’ Ik
zou nu graag tegen hem willen zeggen: ‘Ik zal mijn hele
schrijfleven een redacteur nodig hebben, maar ik heb het toch niet zo
heel beroerd gedaan, oude rukker, eh … roker!’
Melissa
Lieverd alles is nog hetzelfde
BeantwoordenVerwijderenMaar je rookt geen sjag meer xxx