Binnenkort
komt het er dan toch echt van. Op de kop af twee jaar geleden hebben
wij een huis gekocht in een nieuwbouwwijk in Noordwijkerhout. Nu is
het dan eindelijk bijna zover. Twee jaar lang dagdromen over ons
eigen huisje: gelegen aan een kabbelend beekje - nou ja,
afvoerslootje naast de provinciale weg -, met uitzicht op de Noordzee
- als je in de slaapkamer op de eerste verdieping op het bed staat
kun je net over het geluidsscherm de zon achter het bos in de zee
zien zakken -, in een rustige wijk - behalve dan de provinciale weg
achter het geluidsscherm. Alles wat we nu niet hebben. Nu wonen we 5
kilometer van de zee, aan een drukke 30 kilometer weg en het enige
water dat we hebben, is als de tuin blank staat door een flinke
stortregen.
Omdat
we het huis al twee jaar eerder hebben gekocht en de bouw pas vorig
jaar begon, is het altijd een ver-van-mijn-huis-gevoel geweest. De
eerste kriebels van wel of niet een huis kopen - zullen we, kunnen we
- tot de kriebels tijdens het plaatsen van een handtekening op een
papiertje waar je 30 jaar van je leven last van hebt en minstens 30
grijzen haren extra, zijn in de tussentijd wat weggezakt.
Als
je eenmaal bent bijgekomen door het vlugzout onder je neus nadat de
handtekeningen zijn gezet, komt het ‘plezier’ van kleurtjes
kiezen en budgetteren - het oog wil zoveel meer dan de portemonnee
wil loslaten. Met volle overgave worden kleurenschema’s gemaakt,
materiaal uitgezocht en uitgaven uitgesteld om te voorkomen dat het
budget nog verder slinkt. 2 jaar lang terughoudend leven om straks
ieder geval geld over te hebben voor wat sanitair. Een dixie is leuk,
maar daar is de lol snel vanaf, denk ik. En aangezien ik ook niet in
het programma ‘Help, Mijn Man Is Klusser’ wil eindigen heb ik
maar een extra gaatje in mijn riem geslagen en het boodschappenbudget
wat afgeslankt.
Uithoudingsvermogen
is niet een van mijn sterkste eigenschappen, dus na een aantal
maanden zakt het enthousiasme wat weg, zeker als je niet direct wat
omhanden hebt: klussen kan nog niet, inkopen ook nog niet, je weet
niet eens wanneer je de sleutel krijgt. Dus dan maar storten op de
voorbereiding: nadat ik in de eerste paar maanden ons huis heb
gemodelleerd in mijn tekenprogramma, elk hoekje van het huis heb
getekend, elk plintje heb berekend en elk stopcontact op zijn plek
heb geschoven – het voordeel en nadeel als je zelf de bouwaanvraag
en werktekeningen hebt gemaakt – was ik er wel klaar voor. Virtueel
door je huis wandelen geeft niet hetzelfde gevoel als met je hand
over het aanrechtblad strijken, dus kom maar op met die sleutel.
Maar
we moesten uiteindelijk nog 1,5 jaar wachten. We hadden dan wel iets
gekocht, maar we konden nog niets aanraken. Een braakliggend stuk
grond voelt nog niet als thuis; je kunt nog niets zien, niets voelen.
Ik had natuurlijk over het bouwhek kunnen klimmen en alvast op ons
stukje Nederland kunnen gaan liggen, om alvast een binding te
krijgen, maar dat je dan toch weer niet.
Als
de bouw eenmaal op gang is, zie je het huis langzaam groeien: de
funderingspalen gaan erin, de fundering en vloer komen erop. Tijd
voor een feestje: een hapje, drankje en ballonnen met de wethouder,
de eerste kennismaking met de buren en voor het eerst je eigen stukje
huis van dichtbij zien en zelfs op staan. Een verkooptekening is een
mooi plaatje, maar kan ik de meubels hier echt op kwijt, passen onze
fietsen wel in de schuur? Waar is de schuur eigenlijk? Waar is de
rest van het gebouw, het leek veel groter op papier, als dit maar
goed gaat.
Bij
de tweede schouwing is het huis voor je gevoel al bijna klaar. De
woonkamer en keuken zijn duidelijk te zien, de verdieping is
ingedeeld (waarom heet het eigenlijk nog steeds een verdieping, ik ga
toch juist omhoog met de trap?), het dak zit erop, het glas zit erin.
Voor het eerst krijg je een gevoel van een huis en zie je wat een
jaar geleden hebt getekend. Heel vreemd. De lege ruimtes lijken ook
ruimer dan ik dacht. Bij het verlaten van het pand zit het gevoel wel
goed.
Na
bijna een jaar bouwen staat er opeens een huis, sterker nog: er staat
een hele wijk. De straat ligt er, het terrein is ingericht met
slootjes en vijvers, de straatlantaarns branden al. De wijk lijkt is
bijna klaar om de bewoners te ontvangen.
Afgelopen
week zijn de achtergebleven verjaardagsslingers omgedoopt in de
jippie-we-gaan-verhuizen-slingers. Nog 52 dagen, dan gaan we
verhuizen. De nervositeit ontwaakt, na bijna 1,5 jaar rust. De
woonkamer staat al vol met verhuisdozen, onze kat Abby zijn we
voorzichtig aan het voorbereiden op de grote verhuizing. Voor hem zal
het helemaal een verandering worden. Hoelang zal het duren voor hij
zich weer thuis voelt?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten