maandag 19 mei 2014

Interview met Bronja Hoffschlag


Tijdens een keigezellige dag met het grootste deel van ons team hadden we Bronja en haar man Bert op bezoek. Onder het label boekenfeestjes kan je een ietwat hilarisch verslag van die dag lezen.

We hebben met zijn allen enorm veel gekletst, maar tussendoor ook tijd genomen om wat serieuze vragen voor onze lezers te stellen aan Bronja. Die vragen en antwoorden kan je dus hier lezen.




1. Hoe kom je aan het idee van Snuff?
Hoe het idee voor 'Snuff' is ontstaan, weet ik niet meer. Ik kwam het eind vorig jaar weer tegen tussen niet-afgemaakte projecten. Dit was uiteraard pas een ruwe, eerste versie. Vijftig pagina's tekst en ongeveer evenveel pagina's aan aantekeningen.
Uit de aantekeningen en de oorspronkelijke tekst kan ik afleiden dat het geschreven moet zijn ergens tussen 2005 en 2008, maar wat de aanleiding was kan ik er niet uithalen. Bij 'De Dode Kamer' was de trigger een artikel over de Dead Room in het Orfield Laboratorium, maar voor 'Snuff' weet ik dat echt niet meer. Het leuke was dat ik daardoor als een onbevooroordeelde lezer het verhaal in ging en zelf ook verrast werd door de afloop. Natuurlijk moest er nog veel aan geschaafd worden en moest het ook meer naar het 'nu' worden gehaald, maar ik vond het concept zo leuk en uniek, dat ik ermee verder ben gegaan, als ik vastliep met het vervolg op 'DDK'.



2. Voor welk publiek is Snuff bedoeld?
Ik vind het belangrijk dat mijn boeken en hun personages iets oproepen bij de lezer. Dat kan van alles zijn: medeleven, woede, frustratie. Daarom kies ik bewust voor de niet-standaard personages en een vaak on-thrillerachtige opbouw. Ik hou absoluut niet van regeltjes. Een boek moet zoveel woorden tellen, het moet zo en zo opgebouwd zijn, op zoveel procent van de tekst moet de eerste clue naar voren komen... Daar kan ik helemaal niets mee. Dat is hetzelfde als een schilder een palet geven en zeggen dat hij maar de helft van de kleuren mag gebruiken en vooral niet mag mengen. Mijn proeflezers gaven aan dat 'Snuff' wel meer typische thrillerelementen heeft dan 'DDK', maar dat ik ze gebruik op een andere manier dan ze gewend zijn van andere boeken. Ik denk dat mijn boeken voornamelijk bedoeld zijn voor mensen die toe zijn aan iets nieuws en 'anders'.

3. Waarom is Snuff anders dan DDK?


De verhaalstructuur is volgens mijn proeflezers wel 'typisch Hoffschlag', evenals wat één van hen 'de mind-fucks' noemt. Daar houden de overeenkomsten wel op. 'Snuff' heeft een andere setting, andere personages, een ander vertelperspectief. Daarnaast telt 'Snuff' 119 pagina's en 'DDK' 713 en heeft 'Snuff' wel een gesloten einde.

4. Hoe waren de reacties op DDK?
   *Noem eens een leuke reactie
   *Wat was een vreemde reactie
De reacties op 'DDK' zijn echt super. De meeste lezers pakken het echt op, zoals het bedoeld is. Ik krijg nu zelfs reacties van mensen die het voor de tweede keer hebben gelezen en laten weten dat ze nieuwe dingen hebben ontdekt, die ze de eerste keer gemist hadden. Dat vind ik geweldig, maar hetgene waarvan ik dacht dat het vrij snel uitgepuzzeld zou worden, heb ik nog niet teruggehoord.
Ik heb een week op een roze wolk gezeten, omdat iemand mijn schrijfstijl vergeleek met R.J. Ellory. Een andere lezer 'verweet' me dat er teveel romaninvloeden in het boek zouden zitten, maar dat vind ik juist een enorm compliment, aangezien dat precies mijn insteek was, toen ik aan 'DDK' begon.
Een vreemde reactie was dat iemand me uitmaakte voor racist, omdat een fictieve seriemoordenaar in het boek iets lelijks zegt tegen een eveneens fictieve zwarte man. Ik vind het heel intrigerend dat iemand kan denken, dat ik achter alles sta wat mijn personages zeggen en doen of dat hun meningen automatisch ook de mijne zijn.



5. Wat moeten we bij deel 2 gaan verwachten?
Deel 2 gaat verder waar deel 1 is gestopt. Een aantal verhaallijnen zijn afgesloten, maar er zijn diverse losse eindjes bij deel 1, die verder gaan in het vervolg. Daarnaast waren er in 'DDK' twee vertellers. Dat zijn er nu vier. Zoals uit mijn blog al naar voren komt, krijgt Donald Skinner een grotere rol en ik heb nog een paar mooie azen in mijn mouw. In het eerste deel zitten al wat kleine aanwijzingen, die toen misschien onbelangrijk leken, maar nu essentieel gaan worden voor de rest van het verhaal.



6. Welke hoofdpersoon is je dierbaar?
Al mijn personages zijn me op één of andere manier dierbaar en om verschillende redenen, maar de één kruipt wel dieper onder mijn huid dan de ander. Lennart is een prettig personage om vanuit te schrijven. Hij is relaxed en heeft ondanks dat hij een beetje opvliegend is een bepaalde rust. Daardoor kan ik hem makkelijk loslaten na het schrijven. Misha blijft langer in mijn systeem zitten, omdat hij zo gecompliceerd is, maar ook omdat hij een aantal eigenschappen heeft die ik zelf ook heb. Ik schrijf makkelijker vanuit hem, omdat ik hem het beste begrijp, maar daardoor heb ik soms moeite om hem 'uit mijn realiteit' te houden. En ik heb een enorme zwak voor het bijpersonage Jamie, omdat hij het symbool is voor het goede dat zelfs op de slechtste plaatsen nog aanwezig is.


7.  Misha neemt enorm wraak via een jarenlang uitgewerkt plan. Best een gestoord persoon. Geen daad uit impuls, maar jaren schaven. Hij lijkt hoogst intelligent te zijn, maar gebruikt dat dus ook op een bizarre manier. Hoe kom je aan deze man en zijn gedrag?
Hoe krijg je jouw eigenlijk heel kwaad? Wat doe jij dan?
Misha is ontstaan vanuit de eerste opzet van twee verhaallijnen voor 'DDK'. Het gegeven van de Dead Room besliste dat hij architect is. Daar was weinig in te kiezen. Zijn karakter heb ik vervolgens opgebouwd uit trekjes van bestaande mensen en veel research naar o.a. dwangmatigheid, PTSD en PDD-NOS. Een vriendin van me heeft een zoon die licht autistisch is en superintelligent. Van hem heb ik zoveel geleerd door alleen maar op te letten. Ondertussen zit Misha al bijna drie jaar in mijn hoofd, dus ik kan hem echt uittekenen. Het wordt steeds makkelijker om me voor te stellen wat hij zou doen in een situatie.
Ik word niet gauw boos. Ik ben wel vrij snel geïrriteerd, als ik ergens mee bezig ben en iemand me daarbij stoort. Daar kan ik slecht tegen, maar het gaat wel gauw over. Ik word zelden echt boos. Toen ik jonger was kon ik echt ontploffen en met dingen gaan gooien, maar de laatste jaren niet meer. Tegenwoordig praat ik alles gewoon uit.





8. Je hebt een hele vette trailer voor Snuff. Wat wil je overbrengen?
Dat 'Snuff' een boek is dat je gewoon moet beleven en over je heen moet laten komen.

Vragen door lezers ingestuurd:


1. Wat doe je tussen het schrijven door ter ontspanning? Kantklossen, zuipen of iets anders?
Ik werk drie hele dagen en twee middagen bij een scheepvaartbedrijf (32 tot 34 uur per week). Daarnaast schrijf ik vijf tot zeven uur per dag (avond/nacht), plus het weekeinde. Soms neem ik een avond 'vrij' en dan kijken we tv-series. Momenteel ben ik fan van 'Game of Thrones', 'Supernatural' en 'Bates Motel'. Maar schrijven is ook ontspanning voor mij. Lekker in een andere wereld, waar je kunt doen wat je wilt, omdat iedereen om je heen fictief is. Lekker muziekje op de koptelefoon, koffie erbij en gaan. Heerlijk! Zuipen doe ik zelden. Ik ben een rare drinker. Ik drink maanden niks en dan één avond veel teveel en dan heb ik er weer voor maanden genoeg van. Vroeger las ik heel veel, maar daar heb ik jammer genoeg nu weinig tijd voor. Ik heb dit jaar pas drie boeken gelezen.

2. Hoe ben je in contact gekomen met de mensen in de USA voor je research?
Ik ben maar gewoon gaan bellen en dan krijg je in de eerste instantie veel 'nee' te horen. Ik kende een voormalig professor van een universiteit in Amerika, omdat we een wederzijdse vriend hadden in Nederland. Hij heeft wat deuren voor me kunnen openen en me in contact gebracht met een gepensioneerde cipier in New York. Die wilde - mits volledig anoniem - wel uitleggen hoe het allemaal werkte. Hij was erg eerlijk, gaf ook toe dat de regels niet altijd even nauw werden toegepast, 'speciale gevallen' die een speciale behandeling krijgen, meer of juist minder in de gaten worden gehouden. Via hem ben ik via via ook weer in contact gekomen met mensen die me hebben geholpen met de research voor deel 2. Het is een soort olievlek. Ik merk dat de mensen waar ik nu langere tijd contact mee heb, zelf naar me toekomen met: "Ik ken iemand die..."



3. Wat is jouw definitie van een seriemoordenaar zoals Skinner?
Ik denk dat deze vraag gesteld is, omdat Skinner is veroordeeld voor 1 moordpartij met meerdere slachtoffers, wat hem juridisch gezien en per definitie een 'massamoordenaar' zou maken en geen 'seriemoordenaar'. Een seriemoordenaar is per definitie iemand die meer dan twee personen om het leven heeft gebracht, met tussenpozen. Dat is Skinner juridisch gezien niet. Wel heeft hij in 'DDK' aan Misha al toegegeven dat hij meer slachtoffers heeft gemaakt.
Er zijn in totaal 25 verschillende categoriën waarin men seriemoordenaars verdeelt en die categoriën zijn weer onderverdeeld in subgategoriën. Dat zijn dingen waar ik me heel erg in verdiept heb, juist omdat Skinner een vrij extreem personage is. In 'DDK' heb ik hem bewust een beetje laten zweven in het grijze gebied tussen 'echt mens' en 'karikatuur'. Het is Misha's perceptie van hem op dat moment. In deel 2 mag Skinner zelf vertellen hoe het zit.

4. Gaat het verfilmd worden? Wie zou je graag jouw personages zien spelen?
Er zijn voor zover ik weet geen plannen, maar of het ooit verfilmd gaat worden, zou ik niet durven zeggen. Wel denk ik zelf dat het zich beter leent voor een tv-serie dan voor een film. Ik heb geen idee wie ik zelf graag in welke rol zou zien. In mijn hoofd zien ze er op een bepaalde manier uit en een acteur lijkt daar nooit precies op, denk ik. Het zou toch altijd iemand anders zijn interpretatie van mijn boek blijven. Maar je weet het natuurlijk maar nooit.

5.Hoe vaak komt het woord jochie voor? En waarom jochie?
Ik heb ze niet geteld, maar ik gok een kleine 150 keer. Het is een bewuste keuze geweest en achteraf heeft het gewerkt, zoals ik wilde dat het zou werken. Dat merk ik uit de reacties van lezers. Mensen vinden het vanuit Misha's perspectief irritant en vanuit Lennart begrijpelijk. Ik heb het woord gepikt van mijn zwager, die mijn man zo noemt. Dat is een overblijfsel uit hun jeugd, toen het grote leeftijdsverschil zo nadrukkelijk aanwezig was, wat bij Misha en Lennart natuurlijk ook het geval was. Daarnaast heb ik er nog een bedoeling mee, maar dat wordt pas duidelijk in boek 2.

6.Wat is jouw favoriete boek?
Mijn favoriete boek is 'The Lovely Bones' ('De Wijde Hemel') van Alice Sebold. Geen standaardthriller en ook geen puntje-op-je-stoel-thriller, maar zo ontzettend mooi geschreven!



7. Wat was jouw inspiratie bij DDK
De trigger was een artikel over de zogenaamde Dead Room in het Orfield Laboratorium. Een ruimte, zoals die in 'DDK', alleen was de ruimte natuurlijk nooit voor dergelijke doeleinden bedoeld. Dat vond ik zo'n goed gegeven, dat ik daar de rest van het verhaal omheen heb gebouwd. Verder haal ik veel inspiratie uit muziek. Al mijn personages hebben een eigen soundtrack, zodat ze een eigen sfeer en eigen geluid krijgen, dat hun spraak verschillende ritmes heeft. Ik heb er zelf een hekel aan wanneer verschillende personages in een boek hetzelfde vocabulaire hebben of dezelfde manier van doen. Dat is in het echte leven ook niet zo.

8. Heeft je volgende boek ook zoveel bladzijden?
Over het precieze aantal durf ik weinig te zeggen, maar het zal niet veel afwijken van 'DDK'. Ik denk ergens tussen de 600 en 700 bladzijden.

9.Waarom heb je voor een vervolgverhaal gekozen?
Dat was aanvankelijk niet de keuze. De bedoeling was dat het een thriller zou worden van rond de 350 pagina's. Het begon met het artikel over het Orfield Lab en een kort verhaal dat ik nog had liggen. Natuurlijk stonden bepaalde verhaallijnen al vast vanaf het begin, maar gaandeweg werd ik ook regelmatig verrast door mijn personages, waardoor het verhaal te groot werd voor één boek. Halverwege heb ik lijnen verder uitgezet naar een vervolg en toen zag ik in dat het drie delen moesten worden.

10. Hoe kan het dat dit pas je eerste boek is?
Ik schrijf al vanaf mijn veertiende, maar het was voor mij altijd een hobby. Ik heb veel geëxperimenteerd met stijlen, opbouw en perspectieven en uiteindelijk mijn eigen stijl en geluid gevonden. Maar als hobby. Om er verder niets mee te hoeven doen, maakte ik nooit iets af. Als het einde in zicht kwam, haakte ik af en begon ik aan iets nieuws. Ik wilde zelf niet weten hoe het afliep en het was een mooi excuus om niets te hoeven laten lezen aan anderen. Toen ik aan 'DDK' begon, voelde het vanaf het begin anders. Ik wilde het afmaken, maar ik had niet de intentie om er iets mee te doen. Dat kwam pas toen mijn man het 'toevallig' tegenkwam en me vroeg waarom ik daar in godsnaam niets mee deed. Hij en een aantal proeflezers hebben me vervolgens net zo lang geterroriseerd, totdat ik toegaf. Achteraf ben ik daar natuurlijk erg blij mee, vooral nu 'DDK' zulke mooie reacties krijgt.



Van al die codes die Bronja heeft verstopt en maar niet wil vertellen...daar krijg ik moordneigingen van











vooruit, dan ook nog even een normale foto

7 opmerkingen:

  1. Wat leuk om dit lezen . En dan die foto's daar krijg je kippenvel van.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Ja, ik stond er goed op he Lydia? Hahahaha ;-)

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Charles Kuijpers19 mei 2014 om 18:24

    Leuk interview! Die fotostudio komt me ergens bekend van voor :-)

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Karin Kallenberg19 mei 2014 om 18:38

    Die normale foto met Ink is echt mijn favoriet hoor!!! Wat interessant al deze achtergrondinfo. En hemel, Bronja. Wat werk jij hard! Naast je baan nog eens 5 a 7 uur schrijven...

    BeantwoordenVerwijderen
  5. Ontzettend leuk!!! En heel leuk om mijn vraag beantwoord te zien (1), dank daarvoor! maarreh...slaap je überhaupt??

    BeantwoordenVerwijderen
  6. Leuk interview!, en wat leuk dat ik een aantal van mijn vragen ook terug zie

    BeantwoordenVerwijderen