woensdag 6 november 2024

Schaduw van de Thrillerlezers- 10 jaar later


Het is oktober 2014 en ik ben een klein jaar lid van de Thrillerlezers op Facebook. Ik had de leden al eens gezien op de Avond van het Spannende boek eerder dat jaar, maar ik had ze niet gesproken. In oktober was het Thrillerfestival in Zoetermeer en nu hadden we afgesproken dat ik ze zeker zou begroeten. Zo gezegd zo gedaan. En dat resulteerde in een hele gezellige middag waarbij ik de groep als een, niet zo heel stille, schaduw volgde. Ik had het zo naar mijn zin gehad dat ik een verslag schreef over die middag als schaduw. En de blogster in mij was geboren.  En nu, na wat omzwervingen ben ik weer terug op het oude nest. En zal ik af en toe ook mijn mening spuien en duo’s doen. 

 Maar nu eerst mijn verslag van het Thrillerfestival. Ik twijfelde of ik wel zou gaan, maar toen Inkie zei dat ze kwam, was het voor mij ook duidelijk. Ik ben erbij! 

 Ik was vroeg bij het Stadstheater in Zoetermeer. Dus ben ik op een bankje in de zon gaan zitten. Zo zag ik al een aantal mensen komen. Zoals Mariska Noordeloos en Terence Lauerhohn. Net op het moment dat ik het koud begon te krijgen kwam een bekende aan en zijn we samen naar binnen gegaan. Ik had al een rondje over de boekenmarkt gedaan toen ik Inkie spotte bij de ingang. Na een stevig knuffel en kennis gemaakt te hebben met Wendy, Karin en Jantsje, moesten de dames naar de leesclub van het boek: Ik weet wat je hebt gedaan van Darby Kane. Maar eerst moesten toch eerst de nodige mensen begroet worden. En vooral Bert Bergs. Inkie en ik hebben iets met de man. De avonturen op de Boekenbeurs in Antwerpen zijn legendarisch. En het is altijd een feestje om die man te zien en te spreken.  


 Toen was het echt tijd om naar de ruimte van de leesclub te gaan. Ik had niet meegedaan, maar Inkie vond dat ik gewoon mee moest gaan. En ach, waarom niet? Dus ik ging als verstekeling mee naar boven. Daar bleek het helemaal geen probleem dat ik er bij kwam zitten. Na de eerste voorzichtige gesprekken met de teamleden van het blog en de nodige lachsalvo’s ( that’s me! ) en koppen koffie en thee, werd de leesclub afgetrapt door gespreksleider Wim Bax. Iedereen had het boek tot bladzijde 192 mogen lezen en de bedoeling was nu om te gaan speculeren hoe het verder zou gaan. Maar eerst was er een interview met de vertaalster van het boek, Wilma Paalman. En wat was dat leuk en interessant! Vertalers zijn bij een boek natuurlijk best belangrijk, maar je krijgt ze eigenlijk nooit te spreken. Ik vond het een cadeautje dat we deze kans kregen. Het speculeren vond ik interessant om te horen. En eigenlijk iedereen deed ook wel een duit in het zakje, en er waren ook echt verschillende theorieen. En niet iedereen was het eens, wat een


interessant gesprek opleverde. Ook voor mij, al had ik nog niks gelezen. Na de afsluiting kreeg iedereen een exemplaar van het boek zodat ze snel verder konden lezen. Ik kreeg ook een exemplaar en dat vond ik heel aardig, dus dank je wel uitgeverij Volt. 

 Eigenlijk was het daarna al heel snel tijd voor de uitreiking van de verschillende Max Vleermuizen. Onderweg naar de zaal raakte ik het team kwijt omdat ik echt even moest knuffelen met Anette ( Birdy’s boeken ) en haar man. Maar de dames hadden heel lief een stoel voor mij vrijgehouden. Over de uitreiking kan ik heel veel zeggen. En zeker niet alles positief. Want was het bij vlagen echt onbeschoft. Auteurs die de moeite nemen om via Zoom in te loggen. Vervolgens geen woord mogen zeggen, er alleen maar Nederlands gesproken wordt en zonder bedankt te worden gewoon weg worden geklikt. Echt mensen, dat kan niet! Zo ga je niet met mensen om. De muzikale intermezzo’s…Waarom muzikaal? Wat heeft dat met een boekenfeestje te maken? Leuk voor de kinderen die mochten optreden, maar het had echt 0 toegevoegde waarde. Ook werd er nog vergeten om die Vleermuizen daadwerkelijk uit te reiken. Maar dat kan te maken hebben met het feit dat er bijna geen, winnende, auteur aanwezig was. Was het allemaal negatief? Nee! In tegenstelling tot 10 jaar geleden viel de prijs dit keer niet uit elkaar… 

 Na dit “feest” was er nog gelegenheid om rond te lopen op de boekenmarkt, boeken te kopen en laten signeren en auteurs te spreken. Zo sprak ik uitgebreid met Björn van der Eynde over de Boekenbeurs en diens opvolger Boektopia. Met Floris Kleijne over zijn eerste boek Klaverblad en ik kocht zijn boek Kleinste Kwaad dat hij ook voor mij signeerde. Met Marelle Boersma over mijn favoriete boek van haar en de Crime Compagnie Club, waar ik met veel plezier lid van ben. Verrassend snel liep de ruimte leeg. En na een laatste groet, en dikke lach met Bert Bergs, gingen ook wij weg. Omdat het zo gezellig was zijn we nog even de


kroeg ingedoken, samen met Nina Verheij. Waar het onverminderd gezellig was en zelfs zo gezellig dat de foto’s ontbreken. Inkie, Wendy, Jantsje en Karin, dank jullie wel dat ik zo welkom was in de groep en ik kijk uit naar de samenwerking! Dat we maar veel boeken mogen villen!

Juul

maandag 4 november 2024

Aspe Buitenspel door Jonas Boets

 




Het einde van een sprookje

‘Aspe’ is een merknaam en wie in de schoenen van Pieter Aspe wil treden komt best van goeden huize. Is Jonas Boets de man die dat kan?

‘Buitenspel’ is ondertussen de derde Aspe ontsproten aan het brein van Jonas Boets. Het iconische duo, Van In en Versavel, weliswaar in veel jongere versie, bestrijden als vanouds de misdaad in Brugge en omstreken.

In het overvolle Jan Breydelstadion wordt tijdens de match Club Brugge-Lierse Foeke Eijkelkamp neergestoken. Duizenden paar ogen zijn getuige en de dader wordt dan ook op de plaats delict gevat. Case closed? Van In, in tegenstelling tot hoofdcommissaris De Kee, meent van niet. De dader mag dan gekend zijn, wat is het motief en wie de opdrachtgever? Voetbal interesseert Van In voor geen meter. In overeenstemming met zijn recalcitrante aard begeeft Van In zich onwennig en tegen zijn zin in het voetbalwereldje. 

Er zijn nog zekerheden in het leven. De geweldige typische dynamiek tussen grumpy Van In en de immer bedaarde, met de voeten op de grond staande Versavel bruist als tevoren. Hoofdcommissaris De Kee en Van In staan traditiegetrouw als kemphanen tegenover elkaar; de Duvels worden nog steeds betaald met franken; telefoneren onderweg betekent langsgaan in een cafeetje want van gsm’s is nog geen sprake. Absoluut herkenbaar en heerlijk om terug te gaan in de tijd.

De dialogen zijn flitsend en naargelang de tegenpartij ronduit stekelig. Heel veel humor die ten gepaste tijde zorgt voor zuurstof en luchtigheid! Ook leuk is dat de namen van de voetbalspelers in het boek veel belletjes doen rinkelen en herinneren aan grote namen uit de geschiedenis van Club. De nijd en jaloezie, de party’s, de glamour, de intriges met en door de voetbalvrouwen, matchfixing, gokken, … het passeert allemaal de revue. Voetbal is een business waar niet mee te spotten valt en waarop je in dit geval een heel goed verhaal kan baseren.

‘Buitenspel’ leest filmisch: Van In en Versavel lijken los te komen van de bladzijden en staan er voor de volle ponden; het voelt vertrouwd, alsof ze nooit weg zijn geweest. Het tempo ligt hoog; de boog staat altijd gespannen: de rivaliteit tussen Club en Cercle stevent af op een verwoestende clash. De cliffhangers zijn talrijk en voeden constant de suspense met nieuwe zuurstof. De auteur verlegt gewiekst de focus op de juiste momenten. Het is manipulatie van de bovenste plank. Slim en spannend.

Jonas Boets eert met ‘Buitenspel’ de nalatenschap van Pieter Aspe en geeft tegelijkertijd een eigen frisse invulling aan de iconische Pieter Van In en zijn sidekick Guido Versavel. Een aanrader!

4 kraaien

Anita  

zaterdag 2 november 2024

Anita in gesprek met Bjorn van den Eynde

 


Na ‘De engelenmoord’ in mei 2023 vond dit jaar ‘Stoute kleine piranha’ van Bjorn Van den Eynde een plekje in de boekenschappen van de boekenhandel. Bjorn Van den Eynde laat zich niet onder één hoed vangen. Hij is schrijver van jeugdboeken, scenarist en regisseur. Programma’s zoals ‘Ghost Rockers, Amika, Mega Mindy, …’ doen vast het spreekwoordelijke belletje rinkelen. Sinds kort mag hij zich ook de geestelijke vader noemen van een opgemerkt duo in de thrillerwereld, nl. Marjolein De Vriese en Nathan Durnez. Ondertussen heeft  duo al twee bangelijke zaken voorgeschoteld gekregen. Thrillerlezers! wou graag één en ander vernemen van de auteur himself.

Dag Bjorn

• Stel je jezelf even kort voor aan de hand van een drietal kernwoorden waarbij je kort uitlegt waarom ze goed bij jou passen?

Dat is nog niet zo’n eenvoudige vraag. Maar ik doe mijn best!

Regisseur. Mijn grote passie was beeldtaal, film en televisie. Ondertussen ben ik meer schrijver en scenarist dan regisseur, maar de liefde om beeldend en concreet te vertellen is er altijd in blijven zitten. Ik denk dat je dat voelt in mijn boeken, waar de taal zo kort en beeldend mogelijk is.

Snelheid. Ik ben ongeduldig en ik denk dat je dat kunt terugvinden in al wat ik voor televisie en voor het boekenvak schrijf. Ik denk heel lang na over de structuur en het concept van mijn verhaal, omdat ik wil dat er in het uiteindelijke resultaat geen zin teveel staat. Mijn eerste manuscriptversie (of dialoogversie bij tv) is dan ook 95% van wat het uiteindelijke resultaat wordt.

Coming-Of-Age. Hoewel ik liefst spanning, thrillers en actie kijk, lees en schrijf, heb ik een ontzettend zwak voor (eerst jongere en nu ook iets oudere) karakters die hun weg zoeken in het leven en zichzelf ontdekken. Vandaar dat mijn thrillers naar mijn gevoel meer om de (hoofd)karakters draaien dan om de plot. Ik denk eerst na over welke weg ik met mijn karakter(s) af wil leggen, voor ik de plot (en de case) erop afstem. Dat was zo voor Team Mortis en Confessions of a Teenage Serial Killer, en dat is nu ook zo voor De Vriese & Durnez.

• Je hebt al heel wat jeugdboeken op je naam staan. Wanneer en waarom besloot je thrillers te schrijven voor een volwassen publiek?

Ik keek en las al erg veel in het (vooral Vlaamse) thrillergenre. Mijn favoriete film is De Zaak Alzheimer, en hetzelfde kan ik zeggen over Belgische (voornamelijk Vlaamse) misdaadauteurs. Het is een soort verhalen, met een hoge dosis herkenbaarheid, die ik zelf wilde schrijven.  

• Waar deed je inspiratie op voor het speurdersduo Marjolein De Vriese en Nathan Durnez?  Hoe verliep dat proces dat uitmondde in de creatie van Marjolein en van Nathan?

Ik vind België zo’n prachtig en zo’n lelijk land tegelijkertijd. Het is mooi, maar politiek ook ontzettend immobiel. We hebben een zeer rijke geschiedenis, met historische steden, en prachtige oude en recente kunst, muziek, literatuur, legendes,… Kortom… ik wilde een reeks schrijven waar heel het land aan bod kon komen, in een soort van ultieme thrillerroadmovie. Daardoor ben ik bij twee archetypes uitgekomen, die staan voor de tweedeling van ons land: een jonge Vlaamse en een oudere Waal. Met wie kan je beter op pad gaan door ons bizarre landje?

• Het is een opmerkelijk duo dat gesmaakt wordt door de lezer.  Waarin zit hun sterkte volgens jou?

Ook al zijn thrillers spannende verhalen, ik vind het vooral belangrijk dat de karakters zelf iets meemaken. Karakterontwikkeling zit heel vaak in ‘kleine’ thema’s, zoals een thuis vinden, jezelf ontdekken, omgaan met trauma’s uit het verleden… en dat zorgt volgens mij voor herkenning. Ook al zijn Marjolein en Nathan 27 en 39, hun persoonlijke lijnen vertonen zeer vaak gelijkenissen met rasechte coming-of-age-verhalen.

• Marjolein is Vlaams, Nathan Waals. Waarom koos je voor een Vlaams-Waalse alliantie? Zorgt dat voor een speciale dynamiek tussen de twee hoofdrolspelers? Hoe?

België is een land van minstens twee opgetelde culturen en bevolkingsgroepen, waarvan de Waalse, Franstalige en de Vlaamse, Nederlandstalige de meest grote. Die tweedeling is ook iets wat in onze geschiedenis maar ook huidige politiek een rol speelt. Over de taalgrens gaan, voelt altijd een beetje exotisch aan. Waalse steden en dorpen brengen een heel ander pallet aan karakters, verhalen, achtergronden… met zich mee.

Daarnaast vind ik dat de dynamiek tussen hen twee verder gaat dan taal of afkomst. Marjolein is een gevoelspersoon met een sterk ontwikkelde voorliefde voor kunst, cultuur, muziek en dans, terwijl Nathan wat pragmatischer, realistischer en serieuzer is. Daar waar de twee elkaar aanvullen of net afstoten zit volgens mij de ware magie.



• Beiden dragen een serieuze rugzak met zich mee. Niet zoals dat dikwijls het geval is gerelateerd aan drugs, een relatie die spaak is gelopen, maar familiekwesties (zo mag ik het toch ook stellen ivm Nathan?) Ben je bewust een andere weg opgegaan voor jouw personages?

Ik hou van karakters die erg dicht bij mezelf en daardoor volgens mij ook bij de lezer staan. Ze worstelen inderdaad met erg herkenbare, ‘kleinere’ maar daarom voor hen niet minder intense persoonlijke problemen. Familie, liefde, vriendschappen, werk, dromen najagen… is iets wat we allemaal kennen. Daarom is het voor mij relevant en de moeite waard. Door deze thema’s in een thriller te verwerken, worden ze daarnaast nog extra stevig beleefd.



• Met Marjolein De Vriese en Nathan Durnez ben je goed op weg om een opgemerkte en succesvolle thrillerserie uit te werken. Waaraan moet volgens jou een goede thriller voldoen?

Er zijn thrillers in heel wat vormen, soorten, met erg diverse smaken, geuren en kleuren. Wat ik persoonlijk graag in een thriller ervaar, en waar ik dan ook zelf naar streef, is: spanning, snelheid (een rotvaart) door korte maar weldoordachte hoofdstukken, een boeiende en gelaagde case met fijne knipogen naar een ons bekende achtergrond/cultuur/geschiedenis (vandaar dat ik graag over België schrijf), met – bovenal – karakters die net zoals wij worstelen met kleine dingen.

• ‘Stoute kleine piranha’ zit boordevol spanning. Veel cliffhangers. En dan de originele modus operandi van de dader! Die symbolen! Hoe verzin je het? In sé dagdagelijkse dingen, maar de manier waarop je ze laat gebruiken, … .

Moeilijk te zeggen! Ik probeer op zoek te gaan naar puzzelstukken die me zelf erg prikkelen. Dat gaat dan zowel om steden, legendes, muziek, artiesten, voorwerpen… waar ik simpelweg een klik mee heb. Het is dan een erg leuke bezigheid om al die ogenschijnlijk ‘niet verbindbare’ puzzelstukken toch tot een plezante en verrassende case te kneden, waarbij elk stukje perfect op zijn plek valt. Mijn boeken zijn mijn speeltuin, waar ik probeer mijn verwondering voor bepaalde zaken verder uit te spitten. Iedereen die zin heeft om mee op tocht te gaan, is meer dan welkom! Het is een meer dan boeiende roadmovie!

• De folteringen, de wreedheid, … , hoe beleef je die scènes zelf? Vermits je scenarist en regisseur bent, moeten die beelden toch heel levendig binnenkomen, ook bij jou?

Na het schrijven van 18 YA’s in het genre, met Team Mortis en Confessions, en met nu alweer aan de derde De Vriese & Durnez te werken, moet ik bekennen dat er een klein beetje gewenning optreedt. Eerlijk gezegd ben ik zelf niet zo heel hard bezig met de precieze gruwel van de ene of andere handeling van een moordenaar. Wat mij inspireert is de relatie met zijn slachtoffer, of de relaties tussen de slachtoffers onderling. Prologen van Team Mortis (naast thrillers ook rasechte coming-of-age) hebben daarom vaak een koppeltje als slachtoffer, omdat je dan onmiddellijk iets kunt vertellen over hun relatie: hoe ze verdriet, pijn of misschien zelfs een schuldgevoel ervaren t.o.v. elkaar of anderen.

Let wel: een verrassende modus operandi en een goed doorbouwde plot helpen om leuke twists in een verhaal te steken, maar die ‘liefde voor het karakter’ maakt dat ik me dus op andere zaken focus. Je zult bij mij niet snel een kernpsychopaat als dader aantreffen, omdat ik een persoonlijke motivatie voor een dader zo fijn vindt. Je mag wat mij betreft toch wel een heel klein beetje voor hem of haar ‘rooten’, zonder de daden goed te keuren. De dubbelzinnigheid, wie is wérkelijk dader en wie wérkelijk slachtoffer, dat vind ik superinteressant om te verkennen.

• De titel van je boek is treffend gekozen. Wat was er eerst de plot of de titel?

Het concept! Ik geloof heel erg dat een verhaal nooit beter wordt dan de kern van het basisidee. Het is iets wat je in films en televisiereeksen ook aantreft: een goed prikkelend kernidee. Daarop bouwt elk karakter, elke plottwist, elk verhaalelement… en dus ook de titel. Een titel is de kern van je plot, karakters, verhaalconcept… en andersom.

• In ‘Stoute kleine piranha’ zitten de Gentse Feesten, Sint-Jacobs in Gent en Gorki stevig verweven met de plot. Ben je een fan van Gorki en Luc De Vos of pasten de teksten gewoon erg goed in het verhaal?

Beide! Ik vertrek van puzzelstukken die me om eender welke reden intrigeren. Aan de Gentse Feesten heb ik goeie herinneringen omdat ik er zelf nog optrad, Luc De Vos en Gorki zijn een deel van mijn jeugd, ook omdat mijn beste vriend superfan was. Een hoge dosis melancholie maakt dan dat je ermee aan de slag gaat… en ik geloof dat als je puzzelstukken gebruikt die je erg na aan het hart liggen, of erg fascinerend vindt, dat dat dan goed vertaalt naar het verhaal dat je schrijft.

Je hebt vanuit jezelf bovendien al veel basiskennis en een gevoel bij deze mensen, plaatsen, muziek,… en als je dan verder gaat researchen, dan krijg je sowieso nog honderden extra cadeautjes in je schoot geworpen. Of het nu om een kapel gaat die in het geboortedorp van Luc De Vos staat, en waar een patroonheilige gelinkt kan worden aan de dader of een slachtoffer, of je een stukje liedtekst vindt dat perfect past bij de ontvoering van een volgend slachtoffer… Als je zoekt, dan vind je altijd wel een geweldige verbinding!

• Ben je een regelmatige bezoeker van de Gentse Feesten en ging je er de sfeer opsnuiven in het kader van ‘Stoute kleine piranha’?

Gent, de Gentse Feesten en Gorki waren me al erg bekend. In andere boeken, zoals de reeks Team Mortis, kijk, luister en lees ik veel over artiesten, steden, landen, legendes,… en kom je automatisch op bruikbare ingrediënten en inspiratie.

• Gent en de regio errond en Henegouwen zijn in ‘Stoute kleine piranha’ de plaatsen waar de actie plaatsvindt. Zullen we Marjolein en Nathan daar nog terug zien in een volgend deel of worden ze een andere kant opgestuurd?

Alles kan en alles mag! Het plezierige aan de reeks is dat het een langgerekte, verrassende roadtrip is, die in alle uithoeken van ons land kan neerstrijken, en waar ook doorheen elk individueel verhaal toffe sprongen gemaakt kunnen worden. De diversiteit van de locaties, van een grootstad over dorpen naar ongerepte en vergeten gehuchtjes en natuurgebieden maakt het pallet zo breed en de uitdagingen voor Marjolein en Nathan verfrissend en onvoorspelbaar.

• Ah ja! Stel ons, voor dit interview stopt, gerust: er komt toch zeker een volgende zaak met het Vlaams-Waalse duo!? Dat bommetje dat je dropt op de laatste bladzijden doet het beste vermoeden. Al een idee wat de timing betreft?

Ik ben nu aan de slag met deel 3! Ik denk dat ik alles weet om het boek helemaal af te kunnen gaan werken en ik schrijf op dit moment aan de eerste act. Omdat het opnieuw korte en scherpe hoofdstukken zijn, verloopt deze trip ook voor mij erg snel en energie-gevend. We mikken op het voorjaar van 2025 voor het verschijnen van dit nieuwe stukje tocht met Marjolein en Nathan.

Bjorn, dank je wel dat je Thrillerlezers! een blikje achter jouw schermen gunt.

Ik, en vele lezers met mij, kijk al uit naar de volgende zaak met Marjolein De Vrieze en Nathan Durnez en hoop dat de jonge Vlaamse en de oude Waal opnieuw garant zullen staan voor spanning en mysterie!

Anita voor Thrillerlezers!

zaterdag 19 oktober 2024

Interview met Marcella Kleine

 


Marcella Kleine schrijft graag. Psychologische thrillers, romans, waargebeurde verhalen en korte verhalen, het is overduidelijk dat deze auteur niet om een verhaal meer of minder verlegen zit. Vanaf begin maart is haar meest recente thriller ‘Bloedwraak’ te verkrijgen in de boekhandel. Voor Thrillerlezers! een mooie gelegenheid om af te spreken met de auteur.

Dag Marcella

Hallo Anita 😊

- Zou je je kort willen voorstellen aan de thrillerlezers? Wie is Marcella Kleine?

Waarschijnlijk ben ik voor iedereen iemand anders; we hebben allemaal bepaalde rollen in het leven zonder een rol te spelen. Ik ben geboren in de Zaanstreek, opgegroeid in de IJmond onder de rook van Tata Steel, heb met mijn gezin een aantal jaren in Alphen aan den Rijn en in Indonesië gewoond, waarna we uiteindelijk neerstreken in Drenthe.
Ik houd van mijn gezin, mijn familie, dieren en de natuur. Ik zing in een popkoor, ga wekelijks een uurtje naar danssport, ben graag met teksten bezig en werk als cliëntvertrouwenspersoon. Daarnaast doe ik nog veel andere, afwisselende dingen en wandel veel met de hond, meestal samen met mijn man of een vriendin. O ja, en ik schrijf dus verhalen!
Door het schrijven heb ik altijd het gevoel dat ik in twee werelden leef. Ik droom vaak weg, ook als ik ogenschijnlijk druk ben met iets anders. Dat leidt soms tot gekke situaties, zoals laatst toen ik op een parkeerplaats bij een wildvreemde mevrouw in de auto stapte in plaats van bij mijn man. Gelukkig konden zij en ik er hartelijk om lachen.

- Jij bent echt niet voor één genre te vangen. Romans, psychologische thrillers, kortverhalen, waargebeurde verhalen, … . Borrelen er dan zoveel verhalen in jou op?

Ik ben een borrelend vat vol fantasie. Als iets me op straat, op het strand, langs een zwemvijver of waar dan ook opvalt, ziet mijn verbeeldingskracht er iets dramatisch of gruwelijks in. Dat is voor mij inspiratie voor een verhaal en zodra ik thuis ben, schrijf ik het op. Zo zit ik nooit om een verhaal verlegen.

Bovendien droom ik intens over mensen die ik nog nooit van mijn leven heb gezien en over gebeurtenissen die je niet mee wilt maken. Bij het ontwaken weet ik dat daar een verhaal in zit om uit te werken.
Gelukkig heb ik niet iedere nacht zulke benauwende dromen.

- Ben jij fulltime schrijfster of heb jij naast het schrijven nog een andere baan?

Twee jaar geleden ben ik aanzienlijk minder uren gaan werken om me meer op het schrijven te kunnen focussen, maar ik werk nog steeds als cliëntvertrouwenspersoon.

- Je hebt ervaring in de forensische psychiatrie. Wat houdt die job juist in?

Als cliëntvertrouwenspersoon bied ik cliënten een luisterend oor en geef ze desgewenst informatie over hun rechten of adviseer ze over de stappen die ze kunnen zetten. Als ze ontevreden zijn over de zorg, de accommodatie of de behandeling help ik ze de situatie bespreekbaar te maken en – zo mogelijk - op te lossen door samen in gesprek te gaan met bijvoorbeeld de behandelaar of de psychiater.
Cliënten zeggen weleens: ‘Hier ben jij mijn advocaat.’
In de forensische psychiatrie gaat het onder andere om cliënten die vanuit een psychiatrisch ziektebeeld een delict hebben gepleegd. Een deel van die cliënten krijgt – na het uitzitten van de gevangenisstraf – een gedwongen tbs-behandeling. In een forensische psychiatrische kliniek is het beveiligingsniveau iets lager dan in een tbs-kliniek.
Na 20 jaar werkervaring in de forensische psychiatrie werk ik nu als cliëntvertrouwenspersoon in de maatschappelijke opvang voor dak- en thuislozen.

- Is die ervaring een bron van inspiratie in de verhalen die je schrijft?

In mijn verhalen blijf ik ver van alles wat ik hoor. Als vertrouwenspersoon kan ik het niet maken om vertrouwelijke informatie in mijn verhalen te verwerken. Wel brengt mijn werk met zich mee dat ik me makkelijk kan verplaatsen in anderen. Mijn fictieve roman Binnenwereld bevat trouwens een tweede verhaallijn rondom een jongen met jeugd-tbs. Wat je daarin leest over hoe het in een gesloten kliniek gaat, is hoe het werkelijk is. Daarnaast heb ik samen met een ex-tbs’er een boek over zijn leven geschreven: Drie jaar cel en tbs. Non-fictie dus. In dat boek gaat het over de aanloop naar zijn delict, het strafproces en de tbs-behandeling.

- Is die ervaring ook in ‘Bloedwraak’ van nut geweest? Hoe?

Ik ben gefascineerd door de gewone mens die ondervindt hoe dun de scheidslijn tussen goed en kwaad is en onbedoeld in het kwaad terechtkomt. Dat is veel van ‘mijn’ cliënten ook overkomen doordat zij door hun achtergrond bijvoorbeeld beïnvloedbaar waren of in een situatie zaten, waarin zij geen uitweg meer zagen. Al zijn er ook veel mensen die willens en wetens de verkeerde dingen doen.

- Hoe zou je het boek promoten bij de thrillerlezers!? Waarom moeten zij ‘Bloedwraak’ oppakken?

Bloedwraak sleurt je mee in het verleden van Hellen en het geheim dat zij al jaren angstvallig verborgen houdt. Samen met haar dochter Natalia zoek je als lezer de puzzelstukjes van mysterieuze gebeurtenissen bij elkaar. Langzaam vallen de stukjes op hun plaats en worden Hellens geheim en Tara’s doodsoorzaak duidelijk, al komt Natalia daardoor ook in gevaar.

- Op de cover staat ‘psychologische thriller’. Waaraan moet een verhaal voldoen om die kwalificatie te krijgen volgens jou?

Voor mij staat een psychologische thriller voor een spannend verhaal met een diepere laag. Eigenlijk geldt dat voor veel thrillers.

- Als schrijfster van fictie laat je ‘de personages in jouw boeken balanceren op de dunne scheidslijn tussen goed en kwaad’. Kan je dat even verduidelijken?

Mijn personages zijn altijd gewone mensen die goed in het leven staan en niet verwacht hadden dat hun leven ooit zou kantelen door eigen of andermans toedoen. Een kat in het nauw maakt rare sprongen!

- ‘Bloedwraak’ is een fictief verhaal?


Ja, het is pure fictie.

- De titel verwijst naar een traditie die ver terug gaat. Over welke traditie gaat het dan?

Honderden jaren geleden was het in delen van Nederland toegestaan om de dood van een familielid te wreken door de dader te doden. Dat werd bloedwraak genoemd. In feite ging het om ‘oog om oog, tand om tand.’ Bloedwraak schijnt in een aantal Balkanlanden nog voor te komen.

-  Wat gaf jou de aanzet tot het verhaal van ‘Bloedwraak’? Hoe kwam zo’n oude traditie onder jouw aandacht terecht? En wat bedoel je met ‘de personages waren er ineens en dicteerden zelf hun verhaal’?

Het verhaalde ontstond vanzelf zodra ik mijn vingers op het toetsenbord van mijn laptop legde. Het is alsof de personages mij in hun leven trekken. Als ik aan het schrijven ben, hoor of merk ik niet wat er om me heen gebeurt en ben ik alleen maar daar waar het verhaal zich afspeelt.

Ineens kreeg ik het idee over een moeder die een groot geheim met zich meezeulde. Ik denk dat Hellen eindelijk van haar geheim af wilde en mij daarvoor uitkoos. Het was alsof ze het verhaal aan me dicteerde en haar dochters Natalia en Tara bij me introduceerde. Het begon met het thema.
Op dat moment wist ik niet dat er een naam bestond voor wat er in het verhaal gebeurde; dat ontdekte ik later toevallig en toen had ik meteen de titel voor het boek.

- Zoals de cover doet vermoeden staan drie vrouwen centraal in het verhaal: moeder Hellen en dochters Natalia en Tara. Zijn zij gebaseerd op echt levende personen?

Nee, hoor. Ze zijn puur fictief.

- Het verhaal in ‘Bloedwraak’ is af? Het is een stand alone?

Bloedwraak is een afgerond verhaal, al biedt het wel de mogelijkheid om erop voort te borduren met iemand die in Bloedwraak niet zo belangrijk is. Maar dat is niet mijn bedoeling en bovendien voel ik me niet uitgedaagd door dat personage.

- Tot slot: ben je alweer een ander boek aan het voorbereiden/schrijven? Mogen we daar al iets over weten?







Ik heb in januari een nieuwe thriller afgerond, welke ik graag in boekvorm zie verschijnen. Ik ben zelf enorm enthousiast over het verhaal, maar houd nog even geheim wat het thema is. Of dat een verstandige beslissing is? Geheimen kunnen tenslotte tot iets heel naars leiden; dat blijkt wel uit Bloedwraak!

Dank je wel Marcella, jij weet hoe je iemand nieuwsgierig kan maken. Als auteur weet jij het natuurlijk het best, maar narigheid lijkt me niet echt veraf. 😊 Is het raar om ernaar uit te kijken?

Bedankt voor de gelegenheid, Anita. Heel leuk!

Afgeschreven van Angelique Haak

 


Wanneer schrijven alles kapot dreigt te maken

Sasja Winters verblijft wegens omstandigheden in een chalet in een vakantiepark: na haar scheiding van ex Cas(per) kan ze maar met moeite de eindjes aan elkaar knopen. Ooit was ex-schrijfster Sasja het brein achter de Maasstadmoorden, een vijfdelige thrillerreeks die haar echter niks dan ellende en paniekaanvallen bracht die ze trachtte te bedwingen met alcohol en/of kalmeringstabletten. Dat ze de serie weigerde af te schrijven zorgde voor een storm aan negatieve reacties onder de lovers en haters van de serie. Wanneer iemand de moord uit het eerste deel kopieert, dreigt het leven van Sasja opnieuw te veranderen in een hel. Wat van haar wordt geëist, grenst aan het onmogelijke.

Sasja Winters is het hoofdpersonage dat zich de hele plot lang in het oog van de storm bevindt. De nevenpersonages – het zijn er een negental -  figureren naast haar en in de achtergrond, zonder dat ze grote potten breken. Zij vertolken de stereotype rol van kind, ex, parkverantwoordelijke, rechercheur, vriendin, … en vervolledigen op die manier het totale plaatje van Sasja.

Sasja geeft open vizier op al haar ervaringen, gevoelens en demonen. Je glijdt mee af naar die donkere plek in haar ziel en brein waarnaar ze nooit meer wou terugkeren. Ze neemt je mee in de neerwaartse spiraal die haar kapot dreigt te krijgen. De eenzaamheid, de hulpeloosheid spatten van de bladzijden.

Tegelijkertijd stijgt de spanning. Een copycat blijkt zeer goed op de hoogte van ‘De Maasstadmoorden’. Wie is de copycat? Wie wil koste wat kost dat het zesde deel van de serie wordt geschreven? Hoe komt het dat die persoon alle gruwelijke details kent? Wat is het aandeel van Sasja? Kan ze nog op zichzelf vertrouwen? Betekent de serie dan toch nog haar ondergang?

Angelique Haak kan suggereren als de beste. Dan weer lijkt hij de dader te zijn, dan zij. Van het ene been ga je op het andere. Toch is er die altijd aanwezige idee van ‘zou het niet die zijn?’, maar de auteur richt dan weer handig de schijnwerper op een andere mogelijke verdachte. Finaal wordt duidelijk wie Sasja alles en iedereen wil ontnemen. Ja! Ik wist het!

En dan eindigt de auteur het boek met een leuk toemaatje waar ik voorlopig niks over ga verklappen. Lees de thriller en je zal leuk verrast worden met iets wat misschien het begin is van een nieuw te volgen pad!

Vergeet zeker niet het ‘Nawoord’ te lezen: de schrijfster klapt daar uit een wel heel persoonlijke biecht die nog iets extra’s geeft aan de thriller die je dan al hebt gelezen.

‘Afgeschreven’, ‘niet afgeschreven’ … Woorden die op meer dan één manier mogen geïnterpreteerd worden. Enne, geloof mij, Angelique Haak is nog lang niet ‘afgeschreven’!

4,5 kraaien

 

Stoute kleine Piranha van Bjorn van den Eynde

 


Web van bedrog

Marjolein De Vriese en Nathan Durnez zijn amper bekomen van hun eerste zaak samen (De Engelenmoord), wanneer de onrustwekkende verdwijning van Sarah Martens op hun bord belandt. Het Vlaams-Waalse duo moet weer aan de bak.

Tijdens de Gentse Feesten bij Sint-Jacobs verdwijnt Sarah in de laadruimte van een bestelwagen; aan de binnenkant van haar dij zitten 10 zeer pijnlijke en puntvormige wondjes. Is er een verband met gelijkaardige feiten gepleegd in Europa vijf jaar geleden?

Het duo De Vriese-Durnez gunt de lezer in dit tweede deel een diepere inkijk in hun persoonlijke leven. De twijfel over wie Marjoleins vader echt was knaagt aan haar verleden, heden en toekomst. De komst van jongere zus Lili geeft meer fond aan Marjoleins personage. Nathan lijkt meer dan ooit verloren. Het is zo slecht met hem gesteld dat het het onderzoek danig beïnvloedt en zelfs riskeert te ondermijnen. De dynamiek tussen de twee hoofdpersonages is er een van diep wantrouwen die zowel de persoonlijke als de werksituatie verziekt. Nathan kaapt in deze niet de hoofdprijs van ‘mister sympathiek’ weg!

Het verhaal is ijzersterk opgebouwd en knap uitgewerkt. Alle wendingen passen als schakels van een sterke ketting perfect in elkaar. Loeiend spannend van begin tot eind. Geen één verzwakt moment. Alle ballen voortdurend in de lucht. Chapeau! ‘Stoute kleine piranha’ zit boordevol actie. De perspectieven wisselen snel en vloeiend. Op en neer tussen de regio Gent en Henegouwen, 510 pagina’s lang houdt de auteur de aandacht van de lezer vast.   

De ontmoeting met het ‘monster’ vindt al vrij vroeg plaats, maar hoewel hij voortdurend voor het voetlicht treedt, met man en macht gezocht wordt én iedereen van het kastje naar de muur stuurt, kom je honderden pagina’s lang geen stap dichter bij zijn ware identiteit. De modus operandi van de dader net als de gebruikte symbolen mogen best origineel genoemd worden. De folterscènes zijn luguber en gruwelijk.  

Het is zenuwslopend lezen want altijd dringt de tijd. De korte hoofdstukken en vele cliffhangers doen zeker hun duit in het zakje. Bjorn Van den Eynde en zijn monster leveren een spektakel dat zo beeldend en filmisch wordt gebracht dat je jezelf op de plaats van de feiten waant. Muziek en tekstfragmenten van Gorki verweven zich als rode draad met de plot, het monster en zijn misdaden.

Wat een verhaal is ‘Stoute kleine piranha’! Eens de tandjes van de piranha zich in je hersenen hebben vastgebeten, is er nog maar één manier om het einde heelhuids te halen en dat is lezen, lezen, lezen.

4.5 kraaien

Anita

 

File des doods van Jo Furniss

 


Met puzzelstukken schuiven over het asfalt

Belinda (Billy) Kidd is op de terugweg van een lange reis in Australië wanneer ze met haar huurauto komt vast te zitten in een file. Niemand kan nog vooruit of achteruit. De poppen gaan aan het dansen wanneer in een zwarte sedan een lijk wordt ontdekt.

‘File des doods’ is een locked-inmysterie, maar profileert zich enigszins als buitenbeentje in het genre. Dat mag je letterlijk nemen! De autosnelweg waarop iedereen vast zit fungeert als een grote atypische ‘kamer’ in open lucht. Daar waar je doorgaans elkaar in alle anonimiteit voorbij zoeft, contacten in het beste geval zeer vluchtig zijn, geven chauffeurs van allerlei pluimage, nillens willens beetjes info over zichzelf vrij.

Eerste indrukken geven extra kleur aan de personages. Nog voor ze de namen van de chauffeurs kent, doopt Billy elk van hen met een bijnaam gebaseerd op een opvallende karaktertrek waarmee ze het mysterie komen binnenvallen. Het blijft het hele verhaal lang als een tweede huid aan hen kleven. Regelmatig neemt één van hen het stokje van Billy over om in de ik-vorm zijn of haar gedachten te delen. Je wordt er niet echt wijzer van.

Lange zenuwslopende minuten en uren in de file en tegelijkertijd de tijd die dringt (wat als de file oplost?). Incidenten en verdachtmakingen bij de vleet. In de loodzware hitte en zonder voedsel laaien de gemoederen op. Billy tracht, terwijl ze van hot naar her loopt, 1 + 1 op te tellen. Niet gemakkelijk als je blaas op knappen staat.

Terwijl alle personages in hun stereotiep blijven hangen, betekent de gedwongen stop de wereld voor Billy. Het is boeiend te zien hoe haar personage evolueert in een situatie die het uiterste van haar vergt. Al dringt de vraag of het allemaal net niet te lang en te veel is zich op.

Wie is de dode? Wie is de moordenaar en waar is hij/zij gebleven?  Vond de dader daar waar Billy geen enkel plekje vindt om te plassen, een verborgen exit waardoor hij/zij kon ontkomen? Dat is de vraag van één miljoen die Billy moet zien te beantwoorden om deze whodunit op te lossen.  

‘File des doods’ leest vlotjes en speelt in een toch wel origineel gekozen decor. Heel spannend wordt het nooit, wel eindigt de whodunit met een goede portie actie. Ik heb deze debuutthriller met plezier gelezen, al had een snellere ontknoping het verhaal zeker niet tekort gedaan.

3.5 kraaien

Anita